MIDDELBURGSCHE C O R A IV N°. 60. Doiiderdaa; 1841. 20 lei. h-Qj'M BESTUREN en ADMINISTRATIEN. Publicatie. iScftcnbtna&itig. NIEUWSTIJDINGEN. 5DnitöchlAtib. (OttOot-iSrittattje. JFraukvi)ft. De abonncments-prijs deier Couranl is 2 75 voor drie maanden, en franco per Post f 3. De abonnementen worden voor niet minder dan drie maanden genomen, en de betaling geschiedt comptant, of bij het einde van ieder vierendeel jaars. De inzending der Advertentien behoort te geschieden des morgens vddr 10 ure, indien men dezelve in het eerst uit te geven No. wil geplaatst hebben. De Advertentien worden berekend tegen 22 Cents de regel, met uitzondering van Huwelijks- Geboorte-en Dood bekendmakingen, waarvan de prij's van e'dn tot zes regels is/z 5o en voor iederen regel daarboven 22 Cents. Dezelve moeten niet op zegel geschreven lijn, alzoo het regt van zegel wordt betaald. De GEDEPUTEERDE STATEN van de Provincie ZEELAND; Brengen bij deze ter kennis van allen die zulks zoude mogen aangaan, dat bij ZIJNER MAJESTEIT'S besluit van deu 6 dezerNo. 73 is goedgekeurd het navolgende REGLEMENT Ier voorkoming van de gevaren van HONDSDOLHEID IN DEZE PROVINCIE. Art. 1. Zoodra zich op eenige plaats in de provincie een geval van hondsdolheid openbaartof eeuig mensch of dier gebeten wordt door eenen hondwelke van hondsdolheid verdacht wordt gehoud.enzal hiervan door den persoon, die gebeten moge zijn of door diens naaste bloed- of aanver wantof door den eigenaar van het gebeten dieraan het hoofd van het Plaatselijk Bestuur moeten worden kennis ge geven. Art. 2. Gelijke kennisgeving zal moeten geschieden door een ieder die aan eenen hond waarvan hij eigenaar iseenige sporen van hondsdolheid ontdekt, terwijl deze ook vecpligt zal zijn, zulk eenen hond zoo mogelijk in verzekerde be waring te hóuden, en het doodslaan van denzelven te ver hinderen tot dat men zich van het werkelijk bestaan der hondsdolheid bij dit dier zal hebben kunnen verzekeren. Art. 3, Da Plaatselijke Besturen zullen bij het ontvangen der kennisgevingen, bij art. 1 en 2 bedoeld, aan den plaat selijken geneeskundige, of bij ontstentenis, aan diender na burige gemeenteeen onderzoek omtrent deu toestand waarin de verdachte honden zich bevinden opdragen en zoo daar uit blijkt dat dezelve vveikelijk door de hondsdolheid zijn aangetast of daarvan verdacht worden gehouden, daarvan schriftelijk kennis geven aan den heer Gouverneur der pro vincie, aan den Commissaris van het district en aan de Bur gemeesters der aangrenzende gemeenten. Art. 4. Zij zullen tevei.s de ingezetenen hunner gemeente bij publicatie gelasten hunne honden vasc te leggen, en wij ders zorgen dat de met hondsdolheid aangedane honden wor den gedood en de daarvan verdachte of door dezelve gebe- tene dieren in eene besiotene plaats aan eenen ketting wor den vastgelegd en zorgvuldig bewaard. Art. 5. Wanneer de Gouverneur der provincie of de Com missaris van het district, na het bekomen van de in art. 3 bedoelde kennisgeving of ten gevolge van buitengewone hitte, gestrenge koude of om andere redenen zulks geraden acht, zullen de Plaatselijke Besturen, onverminderd hunne bevoegdheid 0111 uit eigen beweging ten deze maatregelen te nemen, op daartoe bekomene aanschrijving, verpligc zijn tot het doen van dergelijke publicatie, en dezelve niet dan na bekomen verlof van dezelfde autoriteiten mogen intrekken. Art. 6. In elke gemeente waar eene zoodanige publicatie zal zijn afgekondigd zullengedurende den daarin bepaal den tijd, of dat dezelve door eene andere publicatie zal zijn ingetrokken de honden moeten worden vastgelegd en niet anders langs de straten en wegen mogen loopcn dan vastge bonden aan eene ketting of aan een stevig koord en voorzien van eenen muilband van gevlochten ijzer- of koperdraadwerk. Art. 7. De honden welke bij het werkelijk bestaan der hondsdolheid na het uitvaardigen der in art. 4 en 5 bedoel de publicatie, losloopenen zonder van den vereischten muilband voorzien te zijn gevonden wordenzullen door •de beambten der plaatselijke politie mogen worden gedood of wanneer dit zouder vrees voor gevaar kan geschiedenin verzekerde bewaring moeten gebragt worden. Art. 8. Indien de voorschreven maatregelen slechts uit voorzorg, zonder dat er werkelijk hondsdolheid bestaat, zijn genomen, zullen de hopdenwelke, strijdig met de bepalin gen in art. 6 vervat door de beambten der plaatselijke po- Sieie worden ontdekt of aangetroffen, niet dan bij onmogelijk heid om dezelve in verzekerde bewaring te brengen mogen gedood worden en zuilen in dit geval de herdershonden bij de kudden en de jagthonden in het jagtveld mogen losgelaten ■worden, bijaldien dezelve van eenen muilband van gevloch ten koper- of ijzerdraadwerk zijn voorzien. Art. 9. De honden welke op opene erven worden vastge- Jegdzullen zulks aan stevige kettingen moeten worden ge daan welke steeds in goede orde moeten worden onderhou den en zullen de hoofden der Plaatselijke Besturen zich van tijd tot tijd door inspectiën verzekeren of doen verzekeren dat door de ingezetenen behoorlijk voldaan wordt aan deze bepaling, voor welker verzuim diegene die het erf, waarop de honden vastliggen, in gebruik heeft, verantwoordelijk wordt gesteld. Art, 10. De honden, welke ingevolge van het bepaalde bij art. 7 en 8 van het Reglement in verzekerde bewaring zullen zijn gebragt, zuilen aan de eigenaars niet worden te rug gegeven dan tegen behoorlijke borgtogttot zekerheid der boetewegens de overtreding verschuldigden van de kosten van voeding der hondenwaarvan de zorg aan de be ambten der plaatselijke policie tegen 25 cent per dag wordt opgedragen. De honden welke binnen den tijd van acht dagen na der- zelver aanhouding niet zullen zijn gereclameerdzullen door de zorg van den Burgemeester der-plaacsalwaar dezelve zijn aangehouden, worden verkotut«n za. *.ic koopsom aan tien eigenaar worden uitgekeerdonder afcrek van de boete waar toe hij eventueel zal zijn veroordeeld en van de kosten van voeding. Art. 11. De boeten wegens de overtreding van dit Regle ment worden geregeld als volgt: Voor het verzuim der aangiften bij art. 1 en 2 bedoeld op 6 tot 12 Gulden. Voor het losloopen van eiken hond of voor het ontbreken der vereischte muilbanden wanneer het werkelijk bestaan der hondsdolheid is aangekondigd, op 16 tot 24 Gulden. Voor hec losloopen van eiken hond of voor het ontbreken der vereischte muilbanden, bij herders- of jagthondenwan neer de publicatien alleen uit voorzorg tegen het mogelijk ontstaan der hondsdolheid zijn geschiedt, op 6 toe 12 Gul den; zullende, in de beide laatst opgenoemd^ gevallen, de eigenaars der honden, of degenen aan wier zorg dezelve zijn toevertrouwd, als de overtreders worden aangemerkt, en voor elk verzuim der bepalingen bij art. 9 ten aanzien van vast liggende houden voorgeschreven op 3 tot f 6. Art. 12. Van de overtredingen van dit Reglement zullen door de hoofden der Plaatselijke Besturen en door de beamb ten met het toezigt op de nakoming van hetzelve belast, processen-verbaal worden opgemaakt, om aan den ambtenaar van het openbaar Ministerie bij het Kantongeregt verzonden te worden. Art. 13. De Commissarissen en Agenten van policie in de steden en de Burgemeesters en Veldwachters in de steden en gemeenten te platten lande, zijn bijzonder belast met het toe zigt over de stipte nakoming der bepalingen in dit Reglement vervat. Zullende, opdat niemand hiervan eenige onwetendheid zou de kunnen voorwenden de tegenwoordige publicatie in alle steden en gemeenten der provincie worden afgekondigd en aangeplaktwaar zulks te doen gebruikelijk is. Gedaan ter Vergaderkamer van Gedeputeerde Staten der Provincie Zeeland, te Middelburg, den 30 April 1841. Gedeputeerde Staten voornoemd VAN VREDENBURCH. Ter ordonnantie van dezelve, VAN DER HEIM. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MID DELBURG; Gelet op art. 1 van het besluit van den Heer Staatsraad Gouverneur dezer Provincie, van den 15 Januarij 1841 Provinciaal Blad no. 5)houdende wijziging van het be paalde, bij besluit van den 1 October 184c Provinciaal Blad no. 101); Verwittigen bij deze de Verlofgangers welke zich in de Gemeente bevinden, dat allen zich zullen moeten vervoegen op Woensdag den 26 dezer, des middags ten twaalf ure op de Heercnbeurs alhier, voorzien van de Kleeding- en kleine Equipementstukken, welke zij van hun Korps hebben behouden, mitsgaders van het Attest HH.ten einde door den Heer Militie-Commissaris te worden geïnspecteerd. Dat van deze Inspectie 'zullen zijn verschoond de zooda- nigen, die zich met een tijdelijk Verlof in hunne Haardsteden bevinden; alsmede diegenen, welke met hunne Korpsen nu of in der tijd hebben afgerekend en eindelijk dezulken die nog niet van Militaire-kleeding zijn voorzien. Wordende alle belanghebbenden aangemaandzich ten voorschreven uur en plaats, te doen vindenten einde zich niet bloot te stellen aan de straf van Provoost-arrest, bij art, 183 der wet vermeld welke aan de zoodanigen die van de Inspectie afwezig zullen blijven, zonder wettige redenen daarvoor te doen blijken, door den Heer Militie-Commissa ris zal worden opgelegd. En ten einde een iegelijk hiervan kennis dragezal deze worden afgekondigd, mitsgaders in dezer Srads-Cotirant ge plaatst. Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 17 Mei 1841. Burgemeester en Wethouders voornoemd, PASPOORT van GRIJPSKERKE. Ter ordonnantie van Hun Edel Achtbare, A. M. B E C I U S. De ONTVANGER van de Centrale Directie van Wal cheren verwittigt de daarbij belanghebbenden, dat bij hem ontvangen zijnde de door Zijne Excellentie den Staatsraad Gouverneur dezer Provincie, executoir verklaarde Rol van het Geschot over den jarc 1841 de daaruit getrokkene Aan slag-Biljetten zijn rondgebragten de onderscheidene Land eigenaren hiervan behooren te zijn voorzienwordende de zoodanigen welke die niet mogten hebben ontvangen uitge- noodigd, dezelve ten zijnen Kantore te komen afhalen; ter wijl de Belastingschuldigen worden aangemaand, zich naar de bepaalde betalings-termijnen volgens den inhoud der Ken nisgevingen stiptelijk te gedragen, ten einde onaangenaam heden* en kosten re roorkometi. Middelburg, den 10 Mei 1841. De Ontvanger voornoemd ISAAC LUTEYN. FRANKFORT den 14 mei. Het gevecht tusschen deAl- banesche troepen onder den pacha van Nizza en de bij Alexi- nezze verschanste Chriscen-insurgenteu is, volgens brieven uit Belgrado, zeer bloedig geweest. De Christenen hebben dap per gevochten maar waren te zeer verstrooid om zich tegen de Albanezen met goed gevolg te kunnen verdedigen welke laatsten na de behaalde overwinning, zich aan de verregaandste wreedheden overgegeven hebben. Kinderen en weerloóze grijs - aards werden door hen vermoord alle gevangenen die met de wapens in de vuist gegrepen waren, doorstoken, de huizen aan de vlammen opgeofferd en de mishandelde vrouwen en meisjes te midden daarvan geworpen. Tusschen de 20 en 30 vlekken zijn op deze wijze, sommige echter door de vlie tende Christenen zeiven vernield. Een deel der vlugtelingen is in het gebergte ontkomen en heefc zich daar met de bewoners der omliggende districten vereenigd, zoodac thans vele duizenden, van huisvesting be roofd tusschen de bergen ronddolen. Dat de insurgenten ten eenemale van geld ontbloot zijn maakt het gerucht no" onwaarschijnlijker, volgens hetwelk zij door eene groore mogendheid, of door den vorst van Servie, opgeruid en On dersteund zonden wezen. Uit Natolie kwamen gedurig nieuwe verontrustende beri>- teu in. Geheel KurdistanDiarbekirMesopoiamie en een gedeelte der kust van Trebisonde was in vollen opstandter wijl deze zich ook in Syrië langs hoe meer uitbreidde. De Oostenrijksche regering zou besloten hebben 10,000 man naar de grenzen te zendenbijaldien de opstand in Bosnië zich verder uitbreidde. LONDEN den 14 mei. De groote worstelstrijd over de voorstellen der ministers tot verandering in de colregcen op suiker, vreemd timmerhout en vreemde granen, duren heden in het lagerhuis nog voort. De beraadslagingen over lord Sando's voorstel, betrekkelijk de suiker, zijn nog niet afgeloopen en tot den 17 verdaagd. Uit sommige verschijn selen en gezegden in het huis schijnt men te kunnen aflei den, dat dit voorstel met eene kleine meerderheid zal wor den aangenomen, en dat het ministerie Melbourneaan het- we t, na deze nieuwe nederlaag, moeijelijk eene andere keus zou overblijven dan af te treden of het parlement te ontbinden tot het laatste besluiten zal. Te Dublin is eene vergadering gehouden, om over een adres aan de koningin te beraadslagenwaarbij zij verzocht zal worden hare tegenwoordige ministers te behouden en nimmer aanhangers der Tory.partij in haren raad te roepen. Brieven van de Kaap de Goede Hoop, tot 5 februa- rij zeggen, dat eene Engelsche expeditie van ruim twee honderd man die van Grahams-Town op marsch was ge gaan, niet meer, zoo als vroeger, geacht werd tegen de uitgewekenen te Port-Natal bestemd te wezen, maar alleen ten doel had, in het Amapondoland eene positie bij de Urn- zimvobo te nemen, ten einde Faku tegen een veronderstel den inval dier uitgewekenen te beschermen. Uit de Vereenigde Staten is geen ander nieuws, dan dat de woning van den onlangs overleden president Harrison te Ohio, tot den grond toe is afgebrand. Omtrent de zaak van den heer AZ'Leod was niets naders beslist. Volgens brieven uit Mexico, had de Engelsche zaak gelastigde, de heer Pakenham met al de overige Engel- schen een aldaar gegeven bal verlaten uic verontwaardiging wegens eene opzettelijke belediging, de vlag hunner natie aangedaandoor die ter linkerzijde der Fransche vlag te plaatsen. Men geloofde dat Bustamente zich niet langer meer dan twee of drie maanden als president zou kunnen staande houden. .Brieven u;t Jamaica klagen sterk over de toenemende luiheid en ongebondenheid der vrijgemaakte negerslaven. Ver der melden zij de aankomst van vier groote Engelsche oor- logstoomboocen in de haven van dat eiland zonder dat men het doel dezer expeditie kende. Sommigen vermoedden, dat het in een aanslag op het eitand Cuba gelegen was. PARIJS den 15 mei. De kamer der gedeputeerden zal denkelijk tegen het einde der volgende week hare werkzaam heden volbragt hebben. Het getal der voorsteden van Parijs zal met twee ver-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1841 | | pagina 1