MIDDELBURGrSCHË
CÖÜR
mac. y
N°. 53.
Diugsdag
1841.
4 Mei.
>V<
BESTUREN en ADMIN1STRATIEN.
|)ublicaticn.
NIEU WSTIJDINGEN.
53uitscUIȕtii>.
©t-0 01 Ï3 ti 11 <t tt i c
/wnfcrijk.
Bclgic.
^cbcciaubcn.
va|
M'rï- jk>'
V'.O- ft
?.V
De abonncments-prijs dezer Courant is 2 y5 voor drie maanden, en franco per Post f 5.
De abonnementen worden voor niet minder dan drie maanden genomen, en de betaling
geschiedt comptant, of bij het einde van ieder vierendeel jaars.
De inzending der Advertentien behoort te geschieden des morgens vtfdr io ure, indien
men dezelve in bet eerst uit te geven No. wil geplaatst hebben.
De Advertentien worden berekend tegen 22 Cents de regel, met uitzondering van Huwelijks»
Geboorte- en Doodbekendmakingen, waarvan de prijs van één tot zes regels is/i,5o
en voor iederen regel daarboven 22 Cents.
Dezelve moeten niet op zegel geschreven zijn, alzoo het regt van zegel wordt betaald
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MID
DELBURG,
Brengen ter kennis van de Ingezetenen, dat de Heer
Staatsraad Gouverneur dezer Provincie, bij besluit van den
15 April jl. Provinciaal Blad 110. 37),
Heeft goedgevonden.
1Te bepalen
1. Ten aanzien der Patentpligtigen in de 15 eerste Ta
bellen der wet van den 21 Mei 1819 waaronderkrachtens
art. 12 der wet van den 16 Junij 1832, nu ook zijn begre
pen de Baarden-Postmeesters
a. Dat de verklaringen ter verkrijging van Patent voor
deze Patentpligtigenbinnen de Provincie zullen w.orden uit
gegeven van den 3 Mei tot en met den 11 dier maand.
b. Dat die verklaringen behoorlijk ingevuld, zullen moe
ten zijn iBgezameld en ingediend op den 22 Meien
c. Dat de registers van gemelde Patentpligtigen gesloten
en daarna geene verklaringen meer zullen worden aangenomen
op den 12 Junij.
2. Ten aanzien der Patentpligtige Schippers, Eigenaars
en Directievoerenden van Binnenschepen, Schuiten en Vaar-
tuigen, vermeld in de 16de Tabel der wet van den 6 April
J823, Waaronder, krachtens het reeds aangehaalde art. 12
der wet van den 16 Junij 1832, als nu ook zullen begrepen
worden diegenen welke bestendig in hunne Vaartuigen wo
nen en geene buitenrivieren of wateren bevaren:
a. Dat zij, te rekenen van den 3 Mei tot den 15 derzelve
maand, zich voor het Patent van het Dienstjaar 1841 zullen
behooren aan te geven bij die besturen der plaats waar zij
zich zullen bevinden, onder overlegging van een Biljet, het
welk daartoe bij die Besturen verkrijgbaar gesteld isterwijl
ingevolge de biervoren aangehaalde wet, door de als nu aan
het Patentrcgt onderworpene Schippers, naauwkeurige op
gave zal moeten worden gedaan of zij in het vorige jaar
geene andere huisvesting hebben gehad dan aan boord hun
ner Schepen, en met die Schepen geene buitenrivieren, de
Zuiderzee nog de Zeeuwsche strooinen bevaren of in bet
voorgaande jaar bevaren hebben.
2. Ter kennisse te doen brengen
I. Van de Kramers, dat zij zullen gehouden zijn, om
bij het doen hunner aanvrage om Patent, op te geven de
wijze op welke zij hun beroep uitoefenen naar aanleiding
der onderscheidingen bij 1 der 7de Tabel gevoegd bij de
wet van den 16 Junij 1832 {Staatsblad no. 30), alsmede
de gezamenlijke inkoopswaarde der door hen te koop aan
geboden wordende goederen; zullende dien onverminderd,
door de Patentpligtigen bij b en c van i der evengenoemde
Tabel vermeld ter gelegenheid en ten gelijken einde als bo
ven opgave moeten geschieden van den tijd der during
wat eerstgenoemden betreft, hun's verblijfs in de Gemeente,
■en wat^laatstgenoemden aangaat, van dien ter te houdene
verkooping; terwijl, zoo zij de wijze van verkoop veranderen,
de waarde hunner waren vermeerderen, of den duur des
verblijfs of der te houdene verkooping verlengendaarvan
op den voet van art. 19 der wet van den 21 Mei 1819,
en op de boeten bij art. 37 bepaald, aangifte zullen doen'
in de Gemeente alwaar zij zich bevinden, en zoodanig aan-
vullings-regt voldoen, als van hen, bij werkelijk toegenomen
belastbaarheid zoude kunnen worden gevorderd.
Wijders zullen de bedoelde Kramersbenevens de Debi-
tanten van Loterijbriefjeskrachtens Zr. Ms. besluit van
den 17'October 1820 Staatsblad no. 22), op de boete bij
1 en .2 van art. 32 der wet van den 21 Mei 1819 be
paald verpligt zijn steeds hun gezegeld Patent met zich te
voeren.
2. Van de Schippers Eigenaars en Directievoerenden
van Binnenschepen Schuiten en 'Vaartuigen hiervoren bedoeld
a. Dat het Patentregt door hen zal moeten worden vol-
•daan ten Kantore van den Ontvanger ter plaatse van de aan-
■gifte en wel in eensvoor zoo verre die plaats niet isof
die van hun vast verblijf of de vaste legplaats van het Vaar-
lïiigof wel eindelijk die, alwaar het bedrijf wordt uicge-
•oefenddoch anders bij twaalfde gedeelten.
b. Dat nogcans van de laatste wijze van betaling, bij
twaalfde gedeeltenook door de EigenaarsSchippers of
^'actievoerenden, welke zich niet in hunne vaste Woon-,
°I" Verblijfplaatsen bevinden, zal kunnen worden ge-
buut gemaakt, mits zij zich gedragen naar het voorschrift
,van 15 er usde Tabel van de wet van den 6 April 1823,
t oor zici .inen loop der maant] Mei, voorzien van een be-
wijs van auiigi te, hetwelk echter niet langer dan die maand
wan kracht zal zijn, naar kunne vaste Woon-Leg- of Ver
blijfplaats te begeven, 0f wel dat bewijs van aangifte der
waarts .op te zenden om aldaar te worden gepatenteerd, in
welk geval de betalingen bij den Onsvanger dier plaats zul
len moeten geschieden.
c. Dat door al de Patentpligtigen van de 1,6de Tabel, voor
den 5 junjj, geheel uf gedeeltelijke betaling invoege'voor
schreven zal moeten zijn geschied, en ook de Patenten,
op vertoon der kwitantien vaii de Ontvangers vóór dien tijd
btj de Plaatselijke Besturen door hen zullen moeten worden
afgehaald aangezien van dien dag af de recherche op de niet
gepatenteerde Schippers en .tivang za! nemen.
Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg den 30
April 1841,
Burgemeester en Wethouders voornoemd
PASPOORT van GRIJPSKERKE.
Ter ordonnantie van Hun Edel Achtbare,
A. M. BECIUS.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MID
DELBURG;
Gelet op de Resolutie van Heeren Gedeputeerde Staten de
zer Provincie, van den 26 Maart en 2 April 1841 No. 24,
{Provinciaal Blad no. 34)betrekkelijk den Herijk der be
vorens reeds geijkte en herijkte LengtematenInhoudsmaten
en Gewigten, voor het jaar 1841;
Gezien eene missive van den Heer Arrondissements-IJker
van den 20 dezer no. 6.
Brengen bij deze ter kennisse der belanghebbendendat
met de Verificatie en Herijk der Lengte-, Inhoudsmaten en
Gewigten, biiflien deze Stad, een aanvang zal worden ge
maakt op Maandag den 3 Mei aanstaande, ten huize van den
Arrondissements-IJker alhierop het Koorkerkhof, Wijk A.
No. iii, en voorts alle dagen (Zon- en Feestdagen uitge
zonderd) des voormiddag van 9 tot 12 en des namiddags van
3 tot 5 ure, en zulks tot en met den 5 Junij daaraanvolgen
de, als wanneer het Kantoor tot het doen der IJktournée zal
gesloten worden.
En datten einde de werkzaamheden geregeld en met de
meeste naauwkeurigheid zouden kunnen geschieden, door den
Heer Arrondissements-IJker stiptelijk de navolgende orde zal
worden in acht geuomen, als:
Des Maandags vooren namiddags, als ook des'Vrijdags
namiddagsvoor de IJzeren Gewigten van en boven het Ne-
derlandsche Pond.
Des Diugsdag voormiddagsvoor de kleine Koperen Ge
wigten en des namiddags voor het justeren en in orde bren
gen der te ligt bevondene stukken, welke alsdan kunnen
worden afgehaald.
Des Woensdags voor- en namiddags, voor de Lengte- en
Inhoudsmaten voor drooge waren.
Des Donderdags, voor de Maten en Gewigten der Land
lieden en Bewoners der Landelijke Gemeenten.
Des Vrijdags voormiddags, voor de Vochtmaten en des na
middags voor de IJzeren Gewigten.
Des Zaturdagsalléén des voormiddagsvoor het Medi-
dinaal Gewigt.
Dat alle Maten en Gewigten behoorlijk schoongemaakt en
gereinigd moeten worden aangeboden zullende dezelve bij
gebreke van dien, als wordende de verificatie daardoor on
mogelijk gemaaktworden afgewezen.
Burgemeester en Wethouders willen bij deze gelegenheid
de In- en Qpgezetenenbij vernieuwing, opmerkzaam ma
ken op de verpligtingenwelke, zoo ten aanzien van het ge
bruik der Nederlandsche Lengtematen en Gewigten als met
betrekking tot het gebruik der Inhoudsmaten voor Granen,
Zaden, Peulvruchten en Meel, en van de Vochtmaten voor
den Handel in het klein, tot den Ijk en Herijk derzelve, op
een iegelijk berusten, en tevens de belanghebbenden waar
schuwen, dat de Heer Arrondissements-IJker is geautoriseerd
.om zich door een opzettelijk onderzoek te overtuigen in hoe
verre door een iegenlijk aan de voorschreven verpligtingen
voldaan wordt, en dat de nalatigen zich zeiven zullen "te wij
ten hebben, de nadeelige gevolgen, welke uit dit onderzoek
voor hen zouden mogen voortvloeijen.
En ten einde een iegelijk hiervan kennis drage zal deze
worden gedrukt, afgekondigd en aangeplakt, mitsgaders in
dezer Stads-Courant geplaatst.
Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 30
April 1841.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
PASPOORT van GRIJPSKERKE.
Ter ordonnantie van Hun Edel Achtbare,
A. M. BECIUS.
FRANKFORT den 28 april. Volgens berigt uit Rome
van den 17, zou de heer Capaccinimet zijn secretaris,
den abt Figeriin het laatst dezer maand de reis naar Hol
land aannemen.
LONDEN den 28 april. In de zitting van het lagerhuis
hebben de ministers eergisteren eene beduidende nederlaag ge
leden naardien bij gelegenheid der beraadslagingen over de
wet op de kiezers-registers in Ierland, eene zinsnede in het
ontwerpwelke niet in den geest der behoudende partij
1 was, met de aanzienlijke meerderheid van 21 stemmen daar-
I uit is geligt. Sommigen geloovendat deze uitkomst de af
treding van het ministerie ten gevolge zal hebben. Denkclfik
zullen de debatten heden worden voortgezet.
I1 nu g"lijktiidTg heeft de behoudende partij eene andere
zegepraal behaald, door de verkiezing van den heer Walt er
tot parlementslid voor Nottingham, hetwelk te meer opmer
king verdient, dewijl de inwoners dier plaats zich tot hier
toe als groote voorstanders der tegenwoordige ministers en
van hun stelsel vanbinnenlandsch bestuur gekenmerkt hadden.
Die verandering in denkwijze wordt hoofdzakelijk aan de
toenemende ontevredenheid over de thans in kracht zijnde wee
op het armwezen toegeschreven.
Bij de toenemende ongerustheid overliet lot der stoom
boot President, herinnert men zich dat sedert het begin
dezer eeuw van niet minder dan 12 terug verwacht worden,
de Engelsche schepen, waaronder het linieschip Blcnheim
van 74 stukken, nooit eenig berigt vernomen is.
Volgens berigten uit de Kaapstad van 23 februarij
zouden de naar Port.Natal uitgeweken Hotlandsche boeven
besloten hebben alle Engelsche» uit hun midden te verdrij
ven terwijl de Engelsche» van hunne zijde meer en meer op
hunne onderwerping aandrongen. Dit een en ander, vooral
het eerste, vereischt echter nadere bevestiging.
PARIJS den 29 april. De pairs hebben gisteren, 11a kor.
te discussie, de geheele voorgestelde wet op de douanen aan
genomen. Ook de afgevaardigden hebben verscheiden om
werpen aangenomen, onder anderen het ontwerp tot den aan
bouw van zes stoombooten voor de dienst tusschen Marseille
en Alexandrieen drie booten om dienst te doen tusschen
eerstgemelde stad en Corsica waarvoor een credict van ruim
zeven millioenen is toegestaan.
Heden loopt alhier een gerucht omtrent eene plotselin
ge verandering van het ministerie. Men verzekert, dat op
dit oogenblik de heeren ThiersPassy en Dufaure op liet
ministerie van buicenlandsche zaken eene bijeenkomst hebben
met den heer Guizot.
Berigten uit Madrid van den 22 vermelden, dat de
kamer der gedeputeerden vijf commissarissen had benoemd,
om met die van den senaat, over de wijze waarop de ver
kiezing van het regentschap zoude moeten plaats hebben
te beraadslagen. De senaat had zijne commissarissen nog
niet verkozen.
Een gerucht dat Cabrera de grenzen zou zijn overgetrok
ken, houdt stand, Mogt dit werkelijk zoo zijn, dan zouden
de binnenlandschezoowel als de buicenlandsche aangelegen
heden van Spanje zich meer en meer verwikkelen. Een
der dagbladen laac zich in vrij hevige bewoordingen teen
Frankrijk uit, over de weinige zorg, door het bewind van
dat land betoond in het bewaken van dien zoo gewigtigeu
gevangene.
Door het Noord-Amerikaansch schip Formosa dat
Nieuw-York den 6 dezer verlaten heeft en te Havre is' aan
gekomen is de gewigtige tijding van het overlijden van den
presuent er Vereenigde-Staten generaal Harrisonontvan
gen hetwelk den 4 te Washington heefr plaatsgehad, ten
gevolge der ziektewaarvan de Engelsche dagbladen be-
reujs melding hebben gemaakt. Hij had den ouderdom van
68 jaren bereikt en is zeer kalm en onderworpen ontslapen.
De heer Webster, secretaris van staac voor binnenlandsche
zaken is terstond daarop vertrokken, 0111 den vice-presidenc
John Tyler het treurig berigt mede te deelen. Men achtte
de gevolgen van het gebeurde onberekenbaar, te meer dewijl
de heer Tyler als een man te boek staacdie omtrent vele
belangrijke punten geheel verschillende gevoelens als de nu
overleden president omhelst.
BRUSSEL den 30 april. Een betreurenswaardig ongeluk
heeft er weder in een der kolenmijnen nabij Luik, die van
Ougrec, plaats gehad zijnde er, door ontvlamming van hec
gazomcrenc 30 mijn-arbeiders, die zich aan den arbeid be
vonden om hec leven gekomen of deerlijk gekwetst. De
bijzonderheden ontbreken nog. De autoriteiten hebben zich
terstond naar de plaats van liet ongeluk begeven, en al het
mogelijke tot redding der ongelukkige» in het werk gesteld.
Bij hec afzenden van het berigt was hec ongeluk nog weini
in den omtrek bekend; men had echter maatregelen genomen
om de rust te handhavenwanneer, 00 hec berigt, de menigte
en vooral de wanhopende betrekkingen der omgekomenen naar
de plaats van het ongeluk toestroomden.
Het wapen der ligte kavallerie heeft eene reorganisatie
bekomen. liet iste en 2de regemenc lansiers maken thans de
ïste brigade uit, onder het bevel van den generaal-majoor
Marneffe, wiens hoofdkwartier ce Mechelen is; de 2de 'bri
gade bestaat uit het ïste en 2de regemenc jagers te paard
generaal-majoor van Regenmorter hoofdkwartier Doornik';
de divisie is onder het bevel van den luitenant-generaal Br/at.
s GRAVLNI1AGE den 30 aprilDe afdeelingen van de