MIDDELBURGSCHE 6 li C rp A N°. 26. Dingsdag 2 Maart. Bcïgie. 1841. A BESTUREN en ADMÏNISTRAT1EN. NIEUWSTIJDINGEN. S3uitödtïa«fc. <Ehroot~15rittawïe. JVaitferijfe. ülebcrlaii&en. ULVC ;J f v.J i - v 1 -i AGENTSCHAP SAS-VAN-GENT. Openbare Verpachting van Gronden en "YVateren van het Domein van Oorlog. Op Zaturdag den 20 Maart 1841, des voormiddags om elf ure, zal de Agent van het Domein te Sas-van-Gent daartoe behoorlijk gemagtigd ten overstaan van den Notaris J. C. 0. Benteyn, residerende te Biervliet, en getuigen, ten Huize en Herberge van P. Krielte IJZENDIJKE, in het openbaar presenteren te verpachten voor den tijd van één jaar, ingaande 1 Mei 1841 in zes onderscheidene Fïiceeien Eenige GRÓNDEN en WATEREN, behoorende tot het Domein van Oorlog, gelegen te Breskens. Alles breeder omschreven bij de voorwaarden waarop deze Verpachting zal plaats hebben, en welke ter lezing liggen, behalve op de gewone publieke plaatsen ter Secretarie der Gemeente Breskensten Kantore van den Notaris Benteyn te Biervliet, en van den Agent van het Domein te Sas-van- Gent. De Agent van het Domein voornoemd, E. C. L. D'HANENS. AGENTSCHAP SAS-VAN-GENT. Openbare Verpachting van Grasgewassen en Vis- scherijen van het Domein van Oorlog. Op Woensdag den 24 Maart 1841, des namiddags om twee ure, zal de Agent van het Domein te Sas-van-Gent, daartoe behoorlijk gemagtigd, ten overstaan van den Notaris C. E. Vermandeiresiderende te Sas-van-Gent, en getuigen, ten Huize en Herberge van .7. C. Steenkampte Neuzen, in het openbaar presenteren te verpachten voor (jen tijd van één jaar, ingaande 1 Mei 1841, in acht onderscheidene Perceelen De GRASGEWASSEN en VISSCHERIJENbehoorende tot de Vesting Neuzen. Alles breeder omschreven bij de voorwaarden waarop deze Verpachting zal plaats hebben, en welke ter lezing liggen, behalve ten Kantore van den Agent van het Domein te Sas- van-Gent, ook ter Secretarie der Steden Sas-van-Gent en Neuzen, ten Kantore van den Notaris Vermandeite Sas- van-Gent, en in het Logement bij .7. C. Steenkampte Neu zen. De Agent van het Domein voornoemd E. C. L. D'HANENS. WEENEN den 1 februari]. De Oestereichisthe Beobach- ter bevat de volgende tijdingen uit Konstantinopel van den 3 februarijvoorkomende in een buitengewoon bijvoegsel van de Turksche scaats-courantZoo als reeds vroeger gemeld is, heeft Mehemed-Ali-pacha aan Z. H. den sultan, onzen grooten heer, onderwerping en gehoorzaamheid aan geboden, en van hooger hand, door de afzending van een lid van de rijks-vergadering, Mazlurn-bey, de aangename bevestigende tijding ontvangen, dat Z. H. hem wederom in het bezit van het stadhouderschap van Egypte zal stellen indien hij zich haast zijne onderwerping door daden te be wijzen voorts, dat, dientengevolge, de Turksche vloot bereids door Tkwer-pacha is in ontvang genomen dat de noodige schikkingen zijn gemaaktom de heilige steden aan de commissarissen der Porte over te geven en dat Ibrahim- pacha uit Syrië is teruggetrokken. 1 Dit alles is bij de terugkomst van bovengenoemde com missarissen ter kennisse van Z. H. gebragt, en het blijkt verder uit het schriftelijk antwoord van den stadhouder van Egypte, dat hij zich geheel aan den sultan onderwerpt. FRANKFORT den 23 februarij. In een berigt uit Ber lijn wordt het onlangs verspreide gerucht, als of de Pruis, sische regering zich geneigd zou hebben betoond, om toe te stemmen in een plan tot beslechting van het geschil met den aartsbisschop van Keulen, volgens hetwelk deze prelaat, al ware het dan ook slechts voor den vormnaar Keulen zou terug keeren, om spoedig daarna als kardinaal naar Rome te vertrekken als geheel ongegrond tegengesproken. Uit Zwitserland schrijft men, dat het steeds niet waar schijnlijk isdat de thans bijeengeroepene landdag een be slissend besluit, omtrent de opheffing der kloosters in Aar- gau, zal nemen; maar dat het daarentegen te verwachten is, J dat het meerendeel der kantons, en daaronder ook die welke' eene intrekking van het besluit van Aargau zouden verlan gen zich krachtig zullen verzetten tegen de bemoeijing der vreemde mogendheden met deze alleen het eedgenootschap betreffendeaangelegenheid. LONDEN den 22 februarijIn den nacht van vrijdag op zaturdag is ervolgens berigten van Liverpool op zee een verschrikkelijk ongeluk gebeurd. Een schip genaamd Goverpof Tennermet 106 landverhuizers aan boord, be stemd naar Nieuw-York, en eerst vrijdag van Liverpool ver trokken, en eene Iersche stoomboot, genaamd Nottingham, geladen met hoornvee, van Ierland komende, hebben des nachts ten half drie ure tegen elkander gestooten, met dat gevolg dat de Governor Tenner oogenblikkelijk gezonken is. Alleen de kapitein en de stuurman, toevallig op, het dek zijnde, zijn gered; de eerste door een touw van de stoom boot te grijpenen de ander door in het tuig te klimmen en van daar op de stoomboot over te springen. Zoo snel werd het schip in den afgrond verzwolgen, dat het scheepsvolk, op het dek zijnde, geenen tijd had om naar reddingmiddelen om te zien. De ongelukkige landverhuizers zijn alle, in hunne kooijen te slapen liggende, zonder te weten, wat er gebeurde de eeuwigheid ingegaan. De stoomboot was ook zwaar beschadigdheeft een aantal koebeesten over boord moeten werpen om niet te zinkenen is door eene andere stoomboot te Liverpool binnengesleept. Beide de vaartui- gen, zegt men, hadden een oogenbük te vorén, ofschoon het sterk mistte, elkanders lichten gezien. Wynyard het prachtig en uitgestrekt landhuis van den marquis van Londonderrynabij Stockton npon Tees gelegen, is voor eenige dagen grootendeels door brand vernield gewor den. Van de Kaap de Goede Hoop is berigt, dat de opper hoofden der Kaffers van de Gaikafstammen in al de verande ringen hadden bewilligddoor de koloniale autoriteiten in de met hen gesloten verdragen voorgesteld, zoodat de ontstane geschillen in zoo verre bijgelegd waren. PARIJS den 24 februarij. Slechts 15 leden hebben, in de zitting der gedeputeerden van den vorigen dag, tegen het wets-ontwerp op de ligting van 80,000 man der klasse van 1840 gestemd, hetwelk alzoo is aangenomen. Volgens het plan van den maarschalk Soultzou het staan de leger, in 1843, tot een getal van 370,000 man zijn ge bragt, terwijl 130,000 man zich alsdan in reserve zouden be vinden. Het besluit der ministers om tot eene gedeeltelijke ontwa pening over te gaan wordt door sommigen onder anderen aan de bedreiging van den minister van finantier.den heer Hu- mantitoegeschreven, dat hij onverwijld het kabinet zou ver laten bijaldien niet tot zoodanigen maatregel werd overgegaan. De zitting van de kamer der afgevaardigden heeft verder niets belangrijks voor het buitenland opgeleverd, dan dat de heer Laerosse aangekondigd heeft, op zaturdag den 6 maart, het ministerie inlichting te zullen vragen over de behandeling der slaven in de koloniën op grond eener uitspraak van een hof van assises te Guadeloupe, volgens welke de wet die de straffen des doods stelt op opsluiting van personen met mishandeling gepaard, niet toepasselijk zijn zou op de eige naren van slaven. Ten gevolge dier uitspraak is een der kolonisten, de heer Douillard Mahodière, in vrijheid, en weder in het bezit gesteld van eene ongelukkige slavin die hij °P grond van vermoeden dat zij eenig vee zou hebben vergeven, 22 maanden lang heeft gevangen gehouden, in een eng hok, hetwelk licht nog lucht ontvangen kon, dan door den ingang die gesloten was. De rampzalige was geketend aan den voet en de linkerhandzóódat zij zich niet konde opheffen, en gedwongen was weerloos te liggen, ter prooi aan de venijnige insecten der keerkringen terwijl zij dage lijks slechts de helft van het benoodigde water en voedsel ontving. Nadat deze slavin eenige maanden in dien toestand had doorgebragt, was zij zoodanig uitgeteerd, dat zij hare hand door den ring der handboei trekken kon, maar dit werd ontdekt en de ring naauwer gesmeed. Deze slavin, Lucilia genaamd, had vroeger den wreedaardige!) kolonist eene doch ter geschonken. PARIJS den 25 februarij. De zitting der kamer van af gevaardigden van heden is door alle de ministers bijgewoond. Nadat zij geopend en het proces verbaal der vorige aan genomen waszijn de beraadslagingen geopend over het ont werp van wet betreffende de geheime fondsen. Tegen de zelve hebben gesproken de heeren Marrion en de Carné die beide- in sterke bewoordingen hunne afkeuring van het rapport van den heer Joujfroy hebben te kennen gegeven. Daarop heeft de heer Teulon eene redevoering uitgesproken waarin hij al ae ministerien die sedert 10 jaren aan het roer zijn geweest, zonder onderscheid, doorhaalde. Na hem heeft de heer Portalis de vraag gedaan of het kabinet de redevoering van den heer Joufroy goedkeurdewaarop de heer Guizot een ontwijkend antwoord gaf, ten opzigte vau de staatkundige vraagstukken zeggende dat zij bij de be raadslagingen over het adres genoegzaam Waren toegelicht. De heer Billaut drong er echter op aan dat het ministerie zich met rondborstigheid zoude verklaren. Bij het- vertrek van den post was de minister van binnenlandsche zaken aan het woord. Een brief uit Toulon geeft de volgende bijzonderheden als deelen van het plan op, naar hetwelk de generaal Bu- geaud in Algerie zal te werk gaan hij moet den vijand in het gebergte van den grooten Atlas terugdrijven hem bestendig op een aanzienlijken afstand der Fransche etablissementen hou den en de koloniën, met krachtige hand verder bevolken en beschermen. Ter bereiking van dit doel zou hijin het aanstaande voorjaar, Abd-el-Kader met eene kolonne van 1 20,000 man aantasten, zonder daarbij zwaar geschut of wa- geus te gebruiken, de dienst van welke laatsten door muil ezels zou worden verrigt. Die veidtogt moet voor het minst 40 dagen duren een einde een omtrek van 300 mijlen te kunnen doorloopen en de nieuwe etablissementen van den emir, TekedemptTazza enz., te kunnen vernielen. Na afloop van den togt zou een garnizoen van 5000 man te Medeah en Milianah worden gelaten. Het gerucht wil, dat ongeveer 3 k 4ooo Roomsch-Katho- lijke inwoners van die Zwitsersche kantons, weikin de jong ste policieke gebeurtenissen in de republiek gedeeld hebben zich als volkplanters in Algerie willen vestigen waardoor zoowel beduidende kapitalen als geschikte handen voor den landbouw aldaar zouden worden aangebragt. Men weet hoe de verkeerde begrippen van vele per sonen uit de lagere volksklasse niet zelden het leven gekost hebben aan drenkelingen of gehangenenwelke door tijdige en gepaste hulp waarschijnlijk nog te redden geweest waren. Eene landgemeente van het arrondissement Champdeniers heeft hiervan weder een voorbeeld opgëlevdrd. Een aldaar wonend wever was des avonds, met een eind touw in de hand Aic zijn huis gegaan. Daar hij langer uitbleef, dan men noodig dachtgingen zijn zoon en een buurman hem zoeken en vonden hem opgehangen aan eenen muur. Nog was hij niet dood maar bewoog handen en voeten. De buurman wilde hem afsnijden maar de zoon verzette zich daartegen zeggende wij mogen het niet doen wij moeten den maire gaan halen. De maire woonde zoo ver van de plaats, dat er een half uur verliep eer zij hem gehaald hadden. Toen hij kwamdeed ook hij hetoverigens nu waarschijnlijk reeds ziellooze ligchaamniet afnemen, maar beweerde dat de vrederegter moest komen. Evenwel als zorgvuldig over- heids persoon plaatste hij vier man om den gehangenen te bewaken. De vrederegter kon dien avond niet komen, maar verscheen den anderen dag als wanneer eindelijk de onge lukkige wever afgesneden en over hem lijkschouw gehouden werd en zoo is het gebeurd dat in een tamelijk bevolkt vlek een ongelukkige, die nog-in het leven had kunnen behou den worden, 24 uren lang voor elks gezigt aan een muur opgehangen is gebleven. BRUSSEL den 26 februarij. De koning is woensdag, vergezeld van de koningindie haren gemaal was te gemoet gereisd', over den spoorweg van Gentalhier teruggekomen. De afgevaardigden hebben gisteren onderscheidene hoofd stukken van het budget aangenomen. De senaat heeft de credietwet van 20 millioenen voor het departement van oorlog toegestaan. Zekere Broglaschrijver van het vlugschrift: de ont maskerde verradersis tot 6 maanden gevangenisstraf en eene geldboete van van 2000 franken veroordeeld als heb bende in voornoemd geschrift twee personen valschelijk be schuldigd'van als spionnen van Holland gediend te hebben. De drukkers zijn vrijgesproken. Gisteren avond is, voor het eerst na de opening der vaart, de Nederlandsche stoomboot Rotterdam te Antwerpen aangekomen. 'sGRAVENHAGE den 26 februarij. Sedert eenige dagen bevindt zich H. K. H. de Prinses van Oranje eenigzins on gesteld. Het schijnt dat hoogstdezelve eene zware koude gevat heeft. De Prinses heefc een onrustigen nacht doorge bragt en bevindt zich hedenover het algemeenniet zoo goed als gisteren. Naar men verneemt is de baron van Htiyssen van Kat- tendijeke, hofmaarschalk, door Z. M. Willem Frederik graaf van Nassau, uitgenoodigd geworden om naar Berlijn te ko men en is gemelde baron dientengevolge eergisteren avond derwaarts vertrokken. Men verneemt, dat de beer Spiering, gewezen procu reur-generaal bij het hoog-geregtshof te Batavia ten gevol ge van een op last des Konings opzettelijk gehouden onder zoek ten eenenmale is ontheven van de op hem geworpen blaam onder het bestuur van wijlen den gouverneur-generaal de Eerens en dat hij in zijne eer en goeden naam is hersteld, met bepaling, dat de verloopen jaren, sedert zijn ontslag uit opgemelde ambtsbetrekking, hem als diensttijd zullen worden medegerekend. Naar men verneemtheeft Z. M. den heer E. T. Grothe eervol ontslagen uit de vroeger door hem bekleedde betrek king van zaakgelastigde en consul-generaal te Mexico. Ge lijk eervol ontslag is verleend aan den heer Ai. F. Proux als vice-consul te Mexico. Tot Nederlandsch consul te Mexico, buiten bezwaar van 's Rijks schatkist, is benoemd de heer E. C. J. Lestapis. Met wijziging der bestaande voorschriften ten aan zien van het getal der benmten bij de huishoudelijke dienst in de strafgevangenissen, heeft Z. M. bepaald, dat in die gevangenissen ook zullen worden aangesteld Iraè'litische eods- dienstleeraarszijnde hunne benoeming opgedragen aan den minister van binnenlandsche zaken. Den 23 dezer is te Delden overleden jhr. C. J. baron van Boecop generaal-majoorridder van verschillende orden lid van de ridderschap der provincie Noord-Brabandenz. enz'. AMSTERDAM den 25 februarij. Het belangrijk werk der zoogenaamde doorijzing van hec Nieuwe Diep alhier heeftondanks al de zwarigheden die zich hadden opgedaan binnen den tijd van tien dagen zijn beslag erlangd, zoodac de eerste zeeschepen gisteren in de dokken zijn aangekomen, en eenige bodemsbenevens een vijftigtal ligtersnaar hec Nieuwe Diep zijn vertrokken. Men verheugt zich zeer over het volbrengen van dezen arbeiddaar de gemeenschap an derzins ligt nog een geruimen tijd gestremd had kunnen blij ven.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1841 | | pagina 1