MIDDELBURGS CUE
COURANT.
N°. 14.
Dmssdag:
1841.
2 Februarij.
Jfcattfcrijk.
BESTUREN en ADMINISTRATIEF.
NIEUWSTIJDINGEN.
ÏÏuitöchl.tnïs.
©root-SScitlanjc.
ülebevlanbcn.
c,iy**r
•i
De abonncments-prijs deier Courant .is f 3 y5 voor drie maanden, en franco per Post fa.
De abonnementen worden voor niet minder dan drie maanden genomen, en de betaling
geschiedt coinptant, of bij het einde van ieder vierendeel jaars.
De inaending der Advertentien behoort te geschieden des morgens vdtfr io ure, indien
men deielve in het eerst uit te geven No. wil geplaatst hebben.
De Advertentien worden berekend tegen 22 Cents de regel, met uitzondering van Huwelgks-
Geboorte- en Doodbekendmakingen, waarvan de prijs van <<én tot zes regels is/i 5o
«n voor iederen regel daarboven 22 Cents.
Dezelve moeten niet op zegel geschreven zijn, alzoo het regt van zegel wordt betaald.
DIAKENEN der Nederduitsche Hervormde Gemeente
mogen op nieuw dankbare melding maken van de navolgende
op gisteren ontvangene extra giften, als:
Bij de namiddag-godsdienst in de Nieuwe Kerk, van A. W.
f 10; bij de avond-godsdienst, een Russische Coupon No.
5581 ad ƒ50 en van Z. f 10.
Bij de meerdere strengheid van het saizoen is het hun een
streelend gevoel, bij vernieuwing in staat gesteld te zijn
der Armen nood nog zoo dringend te kunnen lenigen.
Middelburg, den i Februarij 1841.
Diakenen voornoemd
A. de LANDMETER, Prsses.
M. J. BOONEScriba.
Het CONCERT, door het MUZIJK-COLLEGIEUit
Kunstliefdeten behoeve der Commissie tot voorziening in
den nood der Armen van de onderscheidene Godsdiensten
dezer Stad te gevenzal plaats hebben op Woensdag den
17 Februarij dezes jaars, des avonds ten half-zeven ure, in
de Concertzaal. (Zijnde uit dien hoofde het 3de Harmonie-
Concert van hot Muzijk-Korps der zesde Afdeeling uitgesteld
lot op Woensdag den 24 Februarij 1841).
'Ter vermijding van kosten wordt elk Inteekenaar verzocht,
bij hei verzorgen der Entrée-Kaartjes ten zijnen Huize, het
montant zijner inteekening te voldoen.
Buiten inteekening zijn den 15,16 en 17 Februarij, voor
■.inteeken.prijsEntree-Kaartjes verkrijgbaar bij den Conciërge
der Concertzaal.
Middelburg, den 1 Februarij 1841.
Het Bestuur van voornoemd Muzijk-Collegie
MIRANDOLLE President.
L. C. HERKLOTS, Secretaris.
De Loten voor de Loterij van Vrouwelijke Handwerken enz.
«ijn it f 1 verkrijgbaar gesteld bij de Uitgevers dezer Cou
rant, tot den 9 Februarij aanstaande, en verder aan het Lo-
Ttaal der tentoonstelling; en worden de Inceekenaren verzocht
de voorwerpen ter verlotingwelke nog niet zijn ingekomen'
vóór Zaturdag den 6 Februarij te willen inzenden. De verl
lootte voorwerpen zullen aan voornoemd Lokaal worden afge
geven Zaturdag den 13 Februarij, van des morgens 10 tot
.des namiddags 4 ure.
De ondergeteekende maakt bij deze met dankbaarheid mel
ding dat bij hem ten behoeve der ongelukkige Weduwe
■met dertien Kinderen te Bres'kensandermaal zijn ontvangen
■ije volgende giften
Den 27 Jan. van S. f 1,
Den 28 dito, van E. twee Z. Rijltsd.van een Gezel
schap ƒ6, van eet.' onbekende f 3 van id. een Z. Rijksd.
Den 29 dito, van O. een Z. Rijksd., van N.N. vijf Z.
'Rijksd., op eene Verjaring gecollecteerd bij N. N. 6,iaj!
Den 30 dito, van een' onbekende 1,50 van W. P. een
Z. Rijksd., van een' onbekende 1.
Den 31 dito, in de Kerk-collecte der N. K. voorm. van
R. D. f 1,40 id. bij de avond-godsdienst, van Z. f 1.
Middelburg, 1 Febr. 1841. W. G. VERMEULEN.
FRANKFORT den 26 januarij. Volgens de jongste berig-
len uit Konstantitiopel twijfelde men er daar niet aan, of
Mehemed-Ali zouin weerwil van de ongeneigdheid der Por-
ite om hem dit toe te staan, het erfelijk bezit van Egypte
'erlangen dewijl niet slechts alle Europesche mogendheden
-daai op aandrongen, maar Oostenrijk en Pruissen zelfs gedreigd
zouden hebben zich aan de bestaande alliantie te onttrekken
wanneer de Porte langer weigerachtig bleef.
Uit Napels wordt van den 12 geschreven, dat, in den
nacht van den 4, te Reggio de hoofdstad van Calabrie
eene allerhevigste aardbeving heeft plaats gehad, welke zeer
zware schade heeft aangerigt. Het paleis van den intendant
-de regtbank, cazerne gevangenis, het paleis van den gou
verneur zijn deels ingestort deels zoo geteisterd dat dezel
ve niet meer bewoonbaar zijn. Alle bijzondere huizen zijn
meer of min beschadigd, en eenige mede geheel ingestort.
Wele personen werden gekwetst. Gelukkig hebben slechts
drie menschen het leven verloren. De in woners hebben zich
■op het land gered. De schokken hebben zich onderscheidene
malen herhaald. Ook te Messina moet men dezelve gevoeld
hebben en daardoor ook veel schade aangerigt zijn. Men
had deswege echter nog geene bijzonderheden ontvangen.
Men schreef deze aardbeving toe aan het lang uitblijven van
■eene uitbarsting van den Vesuvius, welke reeds sedert eenen
geruimen tijd verwacht werd. Men zai zich herinneren, dat
in dienzelfdeu nacht een hevige storm te Napels gewoed heeft.
LONDEN den 27 januarij. H. M. de koningin heeft
gisteren de zitting van het parlement, met de gebruikelijke
plegtighedengeopend. Hr. Ms. aanspraak, voor zoo veel
de buitenlandsche aangelegenheden betreft, luidde als volgt:
Het verheugt mij van de buitenlandsche mogendheden de
verzekeringen te ontvangen van derzelver vriendschappelijke
gezindheid, en van derzelver ernstig verlangen tot handhaving
des vredes.
De stand van zaken in de Levant had langen tijd tot on
zekerheid aanleiding gegeven, en was de bron van gevaar
voor de algeineene rust. Met oogmerk om de rampen af te
wendendie uit eene voortduring van dien staat van zaken
konden voortvloeijensloot ik met den keizer van Oosten
lijk, den koning van Pruissen, den keizer van Rusland en
den sultan eene overeenkomst, strekkende tot het bewerken
van eene bevrediging der Levant, tot handhaving van het
grondgebied des Octomaoischen rijks in al deszelfs bestand-
deeien en deszelfs onafhankelijkheiden tevens tot het ver
schaffen van nieuwe zekerheid voor den vrede van Europa.
Ik heb gelast, deze overeenkomst aan u voor te leggen.
Het is mij aangenaam u te kunnen mededeelen dat de
door mijtot uitvoering van deze verbindcenissen genomene
maatregelen volkomen geslaagd zijn; en ik vertrouw, dat de
bedoelingen welke de overeengekomen partijen zich voor
oogen steldenop het punt zijn van in allen deele vervuld
te worden.
In den loop van deze gebeurtenissenheeft mijne zee-
magc met die des keizers van Oostenrijk en met de land- en
zeemagt des sultans medegewerkten bij elke gelegenheid
haren gewonen moed en bedrevenheid aan den dag gelegd.
Terwijl ik het noodig heb geoordeeld eene land- en zee
magt naar de kust van China te zenden, tot het vorderen van
schadevergoeding en herstel wegens beleedigingendie door
beambten des keizers van China aan eenige mijner onderda
nen waren aangedaan, en wegens onwaardige bejegeningen
aan een agent mijner kroonheb ik tevens gevotmagtigden
benoemdten einde nopens deze aangelegenheden met het
Chineesch bewind te onderhandelen.
Deze gevolmagtigden waren, luidens de jongste tijdin
gen, met het Chineesch bewind in onderhandeling, en het
zal zeer streelend voor wij wezen, indien dat bewind, door
deszelfs eigen gevoel van regtvaardigheider toe geleid zal
worden om deze aangelegenhedendoor eene vriendschap
pelijke schikking, spoedig te vereffenen.
Er zijn geschillen van ernstigen aard tusschen Spanje en
Portugal ontstaanter zake van de uitvoering van een trak
taat, in 1835, tot regeling van de scheepvaart op de Don
ro tusschen deze mogendheden gesloten doch beide partijen
hebben mijne bemiddeling aangenomenen ik hoop in staat
te wezen eene verzoening tusschen dezelve, op eene voor
beide eervolle wijs, te bewerken."
Voor het overige gewaagt H. M. in derzelver aanspraak
behalve van het noodzakelijke van een genoegzaam voorzien
in de benoodigdheden voor de publieke dienst, van nog en
kele maatregelen, zoo als van eene tot betere en krachtigere
uitoefening van het regt enz., welke onverwijld ter beraad
slaging aan beide huizen van het parlement zullen voorge
dragen worden.
In beide huizen van het parlement heeft voorts dien zelf
den namiddag het voorstel tot het rigten van een dank-adres
aan H. M. op de troonrede (in welk stuk onder anderen
ook aan de jonggeborene kroonprinses moest gedacht wor
den), het eerste en eenige punt van behandeling uitgemaakt.
In het I111 is der lords is bewust adres door den graaf Ducie
voorgesteld en door lord Lurgan ondersteund geworden en
in dat der gemeenten is lord Brabason als voorsteller en mr.
G. Berkeley als ondersteuner van hetzelve opgetreden. Na
eene vrij lange discussie, vooral in het huis der gemeemen,
in welke enkele radicale leden zich zekere scherpe zinspelin
gen op de gehoudene staatkunde door Hr. Ms. kabinet in
het Oosten enz. veroorloofdenis niettemin ten slotte in bei
de huizen het dank-adres met eenparige stemmen doorgegaan,
daar, zoowel de hertog van Wellington als sir R. Peel. ver
klaarden, zich met die staatkunde voor het oogenblik bij
gemis van nader ter tafel te brengen officiële bewijsstukken,
te kunnen vereenigenofschoon beide veel invloed hebbende
parlementsleden onder anderen tevens hun leedwezen te ken
nen gaven, dat Frankrijk niet eene der betrokkene partijen
in het bewuste julij-traktaat geweest was. Ook de ministers
MelbourneRussell en vooral Palmerston hebben dienaan
gaande hun leedwezen betuigd, doch eveneens ten volle aan
getoond dat Frankrijk, bij herhaling, te vergeefs daartoe
aangezocht isdat er verder ten opzigte van die mogend
heid met betrekking tot het sluiten van het gezegde julij-
craktaat buiten haar, geenerlei onbeleefdheid heeft plaats
gehad en ten laatste beloofd dit punt alsmede het geheel
van derzelver gehoudene staatkunde, nog nader met officiële
bewijzen te zullen regtvaardigen.
Onder het aantal moeien van welke dien namiddag in het
meergenoemde huis der gemeenten door enkele leden reeds
voorloopig kennis gegeven isbehooren die van lord Morpeth
en lord Stanley, welke beide eene verbetering van de be
staande registratie der stemgeregtigden in Ierland ten doel
hebbenen van welke laatste op den 2 en de eerstgenoem
de op 4 der aanstaande maand zullen voorgesteld worden.
De bediening des doops aan de jonggeborene kroonprinses
schijnt thans bepaaldelijk op den 7 of 8 der volgende maand
te zullen plaats hebben.
De openingsrede der koningin heeft gisteren ter beurze na-
dcelig op de fondsen gewerkt, vooreerst, om het stilzwijgen
dat de koningin omtrent Frankrijk in acht neemt, en ten
andere omdat daarin zijdelings te verstaan gegeven wordt
dat er vooreerst in de uitgaven voor de publieke dienst geene
vermindering "te wachten is.
PARIJS den 28 januarij. Gisteren was men in de kamer
der afgevaardigden bezig, om over de amendementendie
op het eerste artikel der wet wegens de bevestiging van Pa
rijs zijn voorgesteld, te stemmen. Een dier amendementen,
strekkende om de stad niet te ommuren, maar te Charenton
en te St. Denisen dus op aanmerkelijken afsrand, vesting
werken aan te leggen, was reeds verworpen. De aanneming
van het hoofdbeginsel der wet met eene aanzienlijke meerder
heid was daardoor waarschijnlijker geworden.
Het Journal des Débatsmededeelende de troonrede
der koningin van Engeland, doet haar vergezeld gaan van de
navolgende aanmerking: In de zinsnede omtrent de betrek
kingen van Groot-Brittanje met de vreemde mogendheden,
is Frankrijk niet genoemd. Wij zijn niet voornemens deze
daadzaak te vergoelijken en nemen dit stilzwijgen aan, zon
der de beteekenis er van te verminderen of te overdrijven.
Zoodanige internationale hoffelijkheden moeten geheel vrij
blijven; wij hebben het regt niet dezelve te vorderen, en
ook niet om ons wegens derzelver weglating te beklagen. De
reeds geopende debatten van het parlement zullen gewis een
helderder licht werpen op de gevolgen der gebeurtenissen
die Europa hebben bezig gehouden, en wij wachten die af,
alvorens stellig te oordeeien over de gezindheden, welke dé
troonrede zich onthoudt uit te drukken.
Men schrijft uit Bernvan den 24 januarij
De groote raad heeft gisteren eene belangrijke zitting ge
had doch de beraadslagingen worden ten zorgvuldigste ge
heim gehouden. Men. veronderstelt, dat de diplomatique
vertoogen, een aanzien der kloosters, een' aanvang hebben
genomen. Wij staan dus op het punt, de nota's, die zoo
zeer den aanvang van het Bernseh directorium in 1835 heb
ben gekenmerkt, herboren te zien.
De groote raad van Aargau heeft zijne zittingen gesloten
met het aannemen van een ontwerp van amnestie; waarvan
echter zijn uitgesloten om geregterlijk te worden vervolgd
1. De belhamels, die, hetzij door woorden, schriften of
daden tot oproer hebben aangezet of getracht dit te ver
spreiden.
2. De hoofden van gewapenden weerstand.
3. Alle zoodanigen, leden van den grooten raad der gees-
te.ijkheid publieke ambtenaren en hoofden der gemeenten
die, in plaats van zich tegen het oproer te kanten hetzel
ve hebben begunstigd, hetzij door geschriften, door woor
den of door daden ten ware zij konden bewijzen gedwongen
te zijn geweest daaraan deel te nementen gevolge van be
dreigingen tegen hun leven.
4. Eindelijk alle diegenen, welke zich aan aanranding van
personen hebben schuldig gemaakt, of aanslag op eigendom
men hebben bedreven op welke wettelijke strafbepalingen en
verhaal van schade en intressen toepasselijk zijn.
Eene 8ojarige weduweLamblot genaamd die in eene
der gemeenste wijken van de hoofdstad woonde, en naar het
scheen, in behoeftige omstandigheden verkeerde, is in hare
woning dood gevonden. Men schrijft zulks toe aan het ver
branden van oude vodden, die zij op straat had opgezocht,
dezelve I11 plaats van hout had ontstoken, en ten gevolge
waarvan hare 011de kleedingstukken in brand geraakten waar
door zij gestorven is. De commissaris van politie zich naar
hare woning begevende, heeft aldaar in eene ladetafel eene
som van 5000 fr. in goud gevonden.
*s GRAVENHAGE den 27 januarij. Het heeft Z M
Koning Willem Frederik graaf van Nassau goedgunstig be
haagd den heer thesaurier D. Ragay te magtigen, om aaiï
den heer commissaris van politie Behr eene gift va'11 3000
ce doen toekomenten einde te worden uitgereikt aan de
commissie te Scheveningendie zich belast heeft met het in
zamelen van bijdragen ten behoeve van de nagelaten betrek
kingen der visschersdie met de pink de Vrouw Pieternella
zoo rampspoedig zijn omgekomen.
Naar men verneemt heeft Z. M. zoodanige bepalingen
vastgesteld, dat het verstrekken van vaste jaarlijksche grati
ficatiën aan de ambtenaren bij de departementen van algemeen
bestuur voortaan zal ophouden doch heeft Z. M. het den
hoofden der minisierien vrijgelaten, om ten behoeve van zoo
danige ambtenarendie uit hoofde van hunne geringe be
zoldiging, aanspraak op lotsverbetering mogten hebben, bij