MIDDELBURGSCHE A IV T, N0. 144. Dingsdag 1840. f 1 December. ^SlmrS. BESTUREN en ADMINISTRATIEN. Cabuertcutie. Publicatie. Bekcubmatmig. Qmoirtisatic-^wnbtcartt. NIEUWSTIJDINGEN. jflcbcrlanbcu. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MID DELBURG verwittigen bij deze een iegelijk dien zulks zoude mogen aangaandat op Donderdag den 3 December aanstaande, des middags ten twaalf ure, ten Raadhuize zal worden overgegaan tot de Verpachting van den TAUX op de SLAGBOOMEN, staande op den Straatweg tusschen de Ste den Viissingen en Middelburg; zullende de conditiën van Verpachting van heden af, op de Griffie dezer Stad, voor een iegelijk ter lezing leggen. Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 23 No vember 1840. Burgemeester en Wethouders voornoemd PASPOORT van GRIJPSKERKE. Ter ordannantie van Hun Edel Achtbare A. M. BECIUS. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MID DELBURG brengen bij deze ter kennis van alle belangheb benden dat het Kohier No. 4, der Personele Belasting, Dienstjaar i8|£, bevattende de aanslagen ten gevolge van gedane schattingen en tellingen op aanvrage der Belasting schuldigen der Wijken L. - Q. en A. - E. Ambacht, en de Suppletoire Kohieren No. 5 en 6 door den Heer Staats raad Gouverneur executoir zijn verklaard, en ter invordering aan den Heer Ontvanger der Directe Belastingen zijn ver zonden. En zal deze worden afgekondigdmitsgaders in dezer Stads-Courant geplaatst. Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburgden 30 No vember 1840. Burgemeester en Wethouders voornoemd PASPOORT VAN GRIJPSKERKE. Ter ordonnantie van Hun Edel Achtbare, A. M. B E C I U S. Van wege COMMISSARISSEN der SEIS- en NOORD STRAATWEGEN, alsmede voor den Straatweg van Seroos- kerke naar Domburgwordt bij deze te kennen gegeven, dat van af Donderdag den 3 December tot en met Donderdag den 17 December 1840, aan het Lokaal der Centrale Directie van Walcheren, in de Abdij alhier, telken Maandag m Don derdag van 10 tot 12 ure, zal gevaceerd worden tot afma king van het gebruik van genoemde Wegengedurende het jaar 1841 zullende op genoemden 17 December de staat der afmakingen voor 1841 finaal worden gesloten. Wordende wijders de zoodanigendie voor het jaar 1840 afgemaakt hebben, verzocht, hun verschuldigde over dat jaar ter voormelde plaats en tijd te komen voldoen. Middelburg, den 23 November 1840. De Boekhouder der genoemde Straatwegen, S. R O E L S E. Administratie der Domeinen IVegen Vaarten, enz. PROVINCIE ZEELAND. AGENTSCHAP SAS-VAN-GENT. AANBESTEDING. Op Zaturdag den 12 December 1840, des voormiddags om 11 ure, zal de fungerende AGENT van het DOMEIN ze SAS-VAN-GENTdaartoe behoorlijk gemagtigd, al of niet in tegenwoordigheid van eenen Inspecteur der Domeinen, ten overstaan van den Notaris C. E. Vermandeiresiderende te Sas-van-Genten getuigen, ten Huize en Herberge van J. de Rechter, aldaar in het openbaar aanbesteden: Eerste lijkliet gewoon éénjarig onderhoud der KUNST WERKEN en GEBOUWEN, op en aan het Kanaal van Neuzen en het Zijkanaal naar Hulstmet de uit voering van eenige buitengewone werken; en Ten tweede: Het leveren van BRAND- en LICHTSTOF FEN, en onderscheidene andere benoodigdheden ten dienste der evengemelde Kanalen. Het bestek en voorwaarden waarop deze Besteding zal plaats hebben, zal, veertien dagen vóór dezelve, behalve op de gewone publieke plaatsten, ter lezing liggen in het lokaal van het Provinciaal Gouvernement te Middelburg, zer Secretarien der Steden Sas van-Gent, Neuzen, Axel en Hulsten zen Kantore der Agentschappen van het Domein «e Middelburg en te Sas-van-Gent terwijl drie dagen vóór de Aanbesteding, aan gegadigden des verkiezende, aanwij zing zal warden gedaan. De fungerende Agent van het Domein DE PRIESTER. AMSTERDAM den 27 november. Heden heeft de pleg- rige intrede van Z. M. Koning IVillem II in deze hoofdstad plaats gehad. Nadat H. M. de Koningin en de Prinsessen op halfweg, tusschen deze stad en Haarlem, zich geplaatst hadden in de aldaar gereed staande staatsie-koets, en Z. M. de Koning aan de station van den ijzeren weg, alwaar hoogstdezelve door de directie der spoorweg-maatschappij opgewacht werd zij ne reiskoets verlaten had en te paard gestegen was, zijn HH. MM. te half een ure, onder de herhaalde losbrandin gen van het geschut en het luiden der klokkendoor de nieuw gebouwde poort (ter plaatse waar voorheen de Haar- lemsche-poort stond) de stad binnengereden. HH. MM. zijn aldaar door de stedelijke regering plegtig ontvangen en verwelkomd, en hebben vervolgens langs den aangekondigden weg den togt naar het paleis voortgezet. De trein, welke gedeeltelijkjsuiten de stad HH. MM. 'opwachttewas als volgi: vooraf reed eene afdeeling kuras siers met den standaard. Daarop volgde eene der eerewach- ten te paard, waarvan de leden, allen gelijk in 't zwart ge kleed, van roode bandelieren met witte randen waren voor zien en door een van welke de banier met het stads wapen werd gedragen. Alstoen volgde Z. M. de Koning, in generaals uniform, te paard, omringd door de Prinsen en een talrijken staf, en daarna H. M. de Koningin benevens de Prinsessen, gezeten in eene prachtige koets, met acht paarden bespan nen, welke omgeven en gevolgd werd door eene eerewacht te paard, waarvan de leden in militaire kleeding waren uit- gedoscht, te weten: in blaauwe rokken met roode opsla gen, zilveren lissen, witte onderkleedingen hoeden met liggende pluimen. De trein werd besloten door eene afdee ling kurassiers en drie bataillons der stedelijke schutterij. De plegtigheid is door zeer fraai weder begunstigd. De toe vloed van nieuwsgierigen was overgroot. Alle huizen waren met aanschouwers bezeten alom werd de Koning zoowei als de Koningin met de levendigste vreugdebetooning ontvan gen en begroet, 't welk hoogstdezelven dan ook niet onbe antwoord lieten. Langs den weg dien HH. MM. volgden, waren al de huizen op de eene of andere wijze versierd en van vlaggen voorzien. De bovenvermeldde nieuwe poort, welke indedaad zeer fraai en in eenen grootschen stijl gebouwd is, is bij gele genheid dezer plegtige intrede van Z. M. voor het eerst geopend. Ten 3 ure zijn HH. MM. op het paleis aangekomen. Hoogstdezelve zijn terstond op het balkon verschenen, en door de ontelbare volksschare met een aanhoudenddave rend vreugdegejuich en eene indedaad onbeschrijfelijke geest drift begroet. AMSTERDAM den 28 november. De voor Volk en Vorst zoo hoogst belangrijke dag der plegtige inhuldiging van Z. M. Koning IVillem II, werd heden ochtend ten 8 ure door een koninklijk salut van 101 kanonschoten en het luiden der klokken aangekondigd. Reeds vroegtijdig stroomde eene ontelbare volksmenigte van alle rangen en standen naar alle toegangen van den Dam. Die tot het paleis en de nieuwe kerk waren gedeeltelijk met kurassiers en grenadiers bezet. Lang vóór dat de deuren der nieuwe kerk werden geopend, hetwelk op des morgens ten half 10 ure was bepaald, ver drong zich de scharewelke van toegang-biljetten tot het bijwonen der plegtigheid was voorzien, voor de deuren. Vroegtijdig bevonden zich de ceremoniemeester en adjunct ceremoniemeesters in de kerk. Ten 12 ure leverde het inwendige der kerk een treffend schouwspel op. Alle de loges waren ingenomen, alle de plaatsen buiten dezelve, waar men staande eenig gezigtkon- de hebben waren bezet. Zelfs de zoogenaamde nonnengang eene smalle gaanderijen de geheele kerk boven de gothische zuilenbogen van het kerkgebouw waren inet belangstellende ingezetenen opgevuld. Schitterend door de schoonheid der dames-toiletten en den rijkdom der costumes van de gezantenen consuls der verschil lende buitenlandsche hovenwas de loge van het corps di- plomatiqueook de twee afgezonderde loges aan de kolom men tegenover den troonvoor aanzienlijke Atnsterdamsche vrouwen de loge voor het Ed. Achtb. stadsbestuur en die der vlag-officieren generaals en buitengewone kamerheeren boden een luistervol tafereel. He: decorative, door het binnenstralende zonnelicht besche nen deed onder het natuurlijke vernis van het licht een heerlijk effect. De troon en geheel de inrigcing was zoo als wij die vroe ger alreeds hebben beschreven met uitzondering datop de lijsten van de roodfluweelen mantels der grootsche kolom men naast den troon wederzijds vier gouden kroonen prijkten- Onder den troonhemel stond een bruinhouten, prachtigen kunstig bewerkten fauteuil van gothischen vorm met rood fluweel bekleed, in de rugbekleeding dragende eenen goud- geborduurden staanden leeuw, en aan den voorrand der zit ting met zware gouden bouillons bezet. Wederzijds van den troon op de tweede zijner treden wa ren voor HH. KK. HH. de Prinsen twee stoelen geplaatst met rugbekleedingen en zittingen van rooskleurige zijde. n de loge van H. M. de Koninginstonden vijf rijeu stoe- ti"* ut j voome r'J bestond uit een drietal fauteuils voor H. M. de Koningin en HH. KK. HH. de Prinsessen. In het open vlak tusschen den troon en het ruim was de credens-tafel geplaatst, zijnde langwerpig vierkantgedekt met een rood fluweelen kleed, boven met een gouden rand, en rondom tot op het tapijt uedorhangendc met zware gouden franje. Voor elke der twee loges van de Staten-Generaal stonden drie stoelen waarvan aan beide zijden de middelste voor de heeren voorzittersen de twee andere voor de heeren griffiers en commies-griffiers der twee Kamers. Voor den middelsten stoel van elke dezer twee groepen stond eene kleine vierkante tafelmet groen kleedrondom tot op het tapijt nederhangende. Op die, bestemd voor den voorzitter der Eerste Kamer, werd eene schel en hamer ge plaatst. Ingeleid door adjunct-ceremoniemeesters, traden ten 12^ ure de leden van de Staten-Generaal ter kerke inen bezet ten de voor hen bestemde plaatsen. De voorzitter der Eerste Kamer, als voorzitter der vercé- nigde zitting de staatsraad mr. A. van Gennepplaatst zich op het voor Z. Ed. bestemd gestoelte en opent de verga dering. Na eene korte inleiding wordt de commissie tot het ont vangen van Z. M. benoemd. Inmiddels trekt eene kompagnie schutterij ter kerk in, en schaart zich ter wederzijde van den ingang, door welken Z. M. zal binnenkomen. Voorafgegaan door heeren adjunct-ceremoniemeesteren ko men schier gelijktijdig HH. Exc. de ministers, directeurs, hoofden van departementen, en leden van den raad van State binnen ieder zich plaatsende in de loge voor hem bestemd. Tusschen elf en twaalf ure kwamen ook achtereenvolgens de verschillende deputatien en autoriteiten uit het gewestelijk bestuur van Noord-Holland, de stedelijke regering de Hooge Raad der Nederlandende criminele en arrondissements reg"t- lianken, dedirectien der handel-maatschappijder Nederland- sche bank, van het koninklijk Nederlandsch instituut, enz. Eenige minuten vooreen ure kondigde eene binnentreden de schare van kamerheerenvoorafgegaan door den heer ceremoniemeester en eenige der heeren adjunct-ceremoniemees ters, en het majestueuse aanheffen der melodij van het lied: Oüpeuton être mieuxde komst aan van H. M. de Koningin en van HH. KK. HH. de prinsessen. Dadelijk daarop verscheen H. M. langzaam voorttredende en aan alle zijden groetende met de onbeschrijfelijke minzaamheid en waardigheid dié H. M. tot een voorwerp maken zoowel van den hoogsten eerbied als van de innigste liefde des volks. H. M. wa°s ge kleed in een kleed van witte stoffe, en over hetzelve een koninklijke manteau de cour van gouden stoffe met een rand van kostbaar hermelijn. De vorstelijke sleep des mantels werd gedragen door eene van de staatdames der Koningin en vier heeren pages. Het voorhoofd van H. M. was mee eene juweelen diadeem van eene onberekenbare waarde gedekt. Op H. M. volgde H. K. H. de Kroonprinsesin een kleed van witte stoffe over hetwelk een manteau de cour afdaal de van rood fluweel, van welke de sleep gedragen werd door twee pages. Daarop volgde H. K. H. Prinses Frederik der Nederlan den, mede gekleed in een kleed van witte stoffe, en eenen manteau de courwaarvan de sleep insgelijks door twee pages gedragen werd. Z. K. H. Prinses Sophia eindigde deze vorstinnen togt insgelijks aanhebbende een kleed van witte stoffe met eenen roodfluweelen manteau de courwaarvan de sleep eveneens door twee pages werd gedragen. Elke der Prinsessen droeg eenen diadeem, door de menigte en groote van steenen onschatbaar, en was overigens met dia manten en andere edele gesteenten op het rijkste getooid. In de voor H. M. bestemde loge getreden zijnde, begroette de Moeder des Vaderlands op nieuw de vergaderde aanzien lijke menigte en plaatste zich vervolgens op eene der fau teuils. Aan de regterhand van H. M. zette zich H. K. H. de Kroonprinses en aan de linkerhand Prinses Frederik der Ne derlanden en H. K. H. Prinses Sophia. De overige stoelen werden ten deele door twaalf staatda mesalle op het prachtigst gekleed, ingenomen. Naauwelijks had zich H. M. geplaatst, of het orchest deed zich hooren in eene brillante fanfare met bazuin- en paukge- schal. De Koning kwam. I11 de orde bij het programma bepaald, en in welke Z. M. het paleis had verlaten, trad de koninklijke stoet binnen. De Koning was zeer eenvoudig doch in den vollen zin des woords koninklijk gekleed. De beide hoedanigheden van Koning en Veldmaarschalk werden als ware het in hoogstdeszelfs costuum uitgedrukt. Z. M. had een militaire jas van blaauw fluweel, aan den hals en op de opslagen der mouwen rijk met goud geborduurd. Onder dezelve" droe»- hoogstdezelve eenen pantalon van dezelfde stof met breed gouden strepen. De laarzen des Konings waren gespoord Op het hoofd des Konings rustte eene muts van zwart flu weel met gouden randuit welke eene witte panache van kostbaar gepluimtc oprees. Aan de veldmaarschalks epau letten was de held van Waterloo kenbaarde koninklijke mantel, over hoogstdeszelfs schouderen hangende onder scheidde den Monarch. Dit ontzagwekkend bekleedsel de- hoogste magtvan rood fluweel, bezaaid met een honderdtal gouden leeuwen en met vorstelijk hermelijn omrand werd door vier heeren adjudanten van Z. M. gedragen, en, terwi;! Z. M., 11a mee de hand alomme te hebben gegroec zich nederzette, over de leuning van den stoel gelegd, zoodanig, dat deszeifs plooijen hoogstdeszelfs linkerzijde als eene ma jestueuse draperie omgolfde.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1840 | | pagina 1