MIDDELBURGS CUE C O Si a NT. N°. 83. Zaturdas 1840. 11 Julij. GTmrfcijc. - NIEUWSTIJDINGEN. 2Dmt0chIaub. UlebcrUnben. y/SF i <f f. - -v BAYRUTII den 29 mei. Een algemeene opstand is alhier uitgebarsten. De Drusen, de Naplusende Maronicen en de bewoners van den Libanonhebben zich vercenigd om aan de onderdrukkingen, waaraan zij zijn blootgesteld, een einde te maken. Alle de inwoners hebben geweigerd de ge dwongen betaling der jaarlijksche belastingen te voldoen, en, doordien zij gewapend zijnkunnen ?ij krachtdadig deze weigering volhouden. Men verkeert hier in groote bezorgd heid. De gouverneur heeft de forten laten- wapenen en het garnizoen is geconsigneerd, terwij! men alle oogenblikkeu vreest ingesloten te worden. De courier der regering is gis teren onderschept; de gemeenschap is afgebroken terwijl de opstandelingen een belangrijk transport krijgsbehoeften hebben bemagtigd. Ibrahim-pacha rukt met zijne troepen naar het gebergteen misschien zal het hem gelukken den opstand te onderdrukken, BERLIJN den 2 julij. Bijna alle prinsen en prinsessen van het koninklijk huis zijn uit de residentie vertrokken ten einde meer of minder lange reizen te ondernemen. Z. M. de konit bevindt zich echter nog in dezelve, en de werk- zaaui;. van d'en vorst doet zich levendig, zelfs in de min dere kringen van bestuur, gevoelen. Naar het schijnt, zal Z. M. tegen het einde dezer maand de voorgenomene reis door de provinciën aannemen. I'RANKFORT den 5 julij. Uit Napels wordt geschre ven, dat de koning last gegeven heeft tot het uitrusten van 18 oorlogs-vaartuigenwelke voor het einde van junij zeil ree weezen moesten. Dit bevel werd in verband gebragt met de onrustige stemming, welke in Sicilië heerscht. De koning en de koningindie nog altijd op dat eiland vertoe venzouden, onder sterke militaire dekking, zich van Mes- sina naar Palermo begeven, en aldaar ongeveer eene maand doorbrengen. In het koningrijk Polen wordt tljans van regtstrcek- schen tegenstand der geestelijken tegen de maatregelen der Russische regering niet meer gesproken nadat de eerste in druk voorbij is schikt zich alles gewillig. De geruchten wegens eene geheele vereffening der ge schillen tusschen de Porte en den Egyptischen onderkoning zijn nog niet nader bevestigd. Den 14 junij is de onderkoning van zijnen togt naar Cairo te Alexandria teruggekomen. Men sprak van een aanslag op het leven van zijnen derden zoon Hussem-bsy die in eerst- genoemde stad beproefd zou zijnmaar miste dienaangaande nog nadere berigten. In Bosnië en Delmatie neemt de ontevredenheid tegen de Porte hand over hand toeen men ziet eerlang belangrijke gebeurtenissen in die provinciën te gernoet. Ook te Erzerum en in de omstreken moet eene sterke geest van wederspannigheid heerschen die op sommige pun ten reeds tot openbare opstand overgeslagen zou zijn en aan den invloed der agenten van Mehemed-pacha werd toege schreven. Sommigen hielden zelfs de voormalige grootvizier Chosrew niet vreemd aan deze bewegingen. Hafiz-pacha, de gouverneur van Erzerum, is, aan het hoofd van 6000 man tegen de rebellen opgerukt. Door van Parijs komende couriers zouden, in het laatst der vorige maand, gewigtige depeches, tot de Oostersche zaken betrekking hebbende te Weènen aangebragt zijn. KEULEN den 1 julij. Het berigt uit Iloesfeld dat onze aartsbisschop zich weldra naar Berlijn staat te begeven heeft zich met wonderbare snelheid door onze stad verspreid en is daar het onderwerp der gesprekken geworden. De groote hoop ziet binnen weinige weken den hoogen geestelijke zij nen triumferenden in togt in onze stad houden en juicht hem reeds bij voorraad te gemoet. Verstandiger lieden echter, die 'het standpuntwaarop de aartsbisschop tegen over de Pruissische regering zich bevindtjuister weten te beoor- deelentwijfelen aan zijnen terugkeer en wenschen dien ook geenszins, daar, naar al het gebeurde, door dezen prelaat niet meer op eene heilaanbrengende wijze voor ons aartsbis dom kan worden gewerkt. Zij hopen veeleer dat de Paus den vrijheer van Droste Vischeritig tot kardinaal moge ver heffen en dat een ander geestelijke, die de behoefte van onzen tijd beter verstaat, den aartsbisschoppelijken zetel te Keulen moge innemen. In alle gevallen zou het wenscheüjk zijn dat aan deze netelige zaak regt spoedig geheel een ein de wierd gemaakt. PARIJS den 6 julij. Bijzondere brieven uit Algiers tot «den 27 junij, vermelden niets wegens de krijgsverrigcin»-en des maarschalks Valée tot het provianderen van Medeah^en Miliana dat men niet reeds door den telegraaf wist. Die -opperbevelhebber schijnt ook thans weder geen uitgebreid legerberigt aan de Fransche regering te hebben opgezonden. Volgens de bedoelde brieven gingen de Arabieren voort met in de vlakten nabij Algiers al het hooi in brand te steken. Die vlakten werden echter door vrij aanzienlijke kolonnes Franschen doorkruistdie bezendingen levensmiddelen en andere behoeften naar Belida of Mouzaïa bragtenen van i daar de zieken en gekwetsten van de leger afdeeling des maarschalks hebben afgehaald. Niet minder dan iiqo zoo- j danige zieken .en gekwetsten moeten te Algiers aangekomen i zijn. Men klaagt steeds.dat de Fransche krijgsbenden in de handen van den maarschalk Valée als versmelten. Eene on langs te Algiers aangekomene versterking uit Frankrijk van 900 man is aldaar zeer welkom geweest. De bezetting der stad was zoo zwak dat men eene der poorten gesloten heeft gehouden omdat men geene soldaten genoeg missen kon om aldaar de wacht te houden. De beschuldigingen tegen de zoogenaamde onbekwaamheid des maarschalks Valée worden met blijkbare partijzucht in ge bragt. Een der dagbladen echter heeft de verdediging van dien krijgsman aldus voorgedragen; Het stilzwijgen des maarschalks 'Valée en de bovenmatige zorg, welke hij naar men zegt, aanwendt, om te beletten, dat brieven uit het le ger in Frankrijk aankomen, geven aan de kwaadwilligheid aan leiding eene menigte dwalingen en hartstogtelijke oordeel vellingen te verspreiden, die den ouden veldheer en de open bare denkwijze bederven, in weerwil van de aan zijn verhe ven karakter verschuldigde achting van zijne vlekkelooze on kreukbaarheid van de door hem verkregen uitkomsten en van de uitstekende bekwaamheid, door hem sinds drie jaren in het zoo moeiielijk bestuur van Algiers aan den dag gelegd. Inderdaad aan hem is Frankrijk en Algerie ten slotfe verschul digd de verovering van Constantine, het in bezitnemen van Blidah Koleah Gigelli, C'ner.hel, Medeah en Miliana, den doortogc door de ijzeren poortende stichting van Stora van Philippevilie en vooral de staatkundige organisatie der provincie Constantine. Een onzen bladen spreekt van pogingendie bij de Fransche regering door de leden van den oudsten tak der Bourbons worden aangewend, opdat het gebeente van Karei X thans, nu aan Napoleons asch zoo veel eer staat bewezen te wordennaar den koninklijken grafkelder te St. Denis moge worden overgebfagt. De Oostenrijksche regering schijnt dit verlangen eenigermate te ondersteunen. - Volgens de gewone correspondentie, zou de infant don Se- bastiaan op het punt staan zich aan de koningin-regentes van Spanje te onderwerpen. Een brief uit Rome van den 28 junij meldt, dat die vorst aldaar verwacht werd oin naar Barcelona onderzeil te gaan. De beide koninginnen zetten rustig hare reis voortonder de hoede der sterke leger afdeelingen van Oi"Don- nell en Lspartero; men wil wetendat, zoo Cabrera eer- lang in Frankrijk aankomt, zoo als Balmaseda dit in zijne gesprekken te kennen geeft, eene algemeene amnestie zou worden uitgevaardigd. Een geestelijke uit den omtrek van Parijs wandelde op eeneu avond langs den oever van de Seinetoen een jonge ling wiens geheel uiterlijk eene diepe smart verried hem langzaam voorbij ging. De grijsaard volgde hem ongemerkt, cot op eene afgelegene plaats. Daar knielde de jongeling ne der en haalde eene pistooj, die hij onder zijne kleederen ver borgen had, te voorschijn, spande de haan, en wilde ze juist op zijne borst zetten, toen de pastoor hem daar in verhinderde, en op een' waardigen, doch weiwillenden toon, beval op te staan. De brave geestelijke verzocht de reden van zijn verdriet te mogen weten, en ried hem, om niet aan Gods goedheid en de menschelijke deugd te wanhopen. Na eenigen lijd te hebben geaarzeld, zeide de jongeling ein delijk dac hij smoorlijk verliefd was op een meisje zonder vermogen; dat zijn vader hem geweigerd had haar te mogen trouwen; dat hij, ten gevolge daarvanzijnen handel had verwaarloosden dus niet, nu het einde der maand naderde, aan zijne verpligtingen kon voldoen. Dit laatste vooral had hem het besluit doen nemen tot het uiterste over te gaan, t.aar het uitzigtonteerd en verlr m leven te moeten doorbrengen, hem ondragelijk was. Met aandoening luis terde de geestelijke naar zijn eenvoudig en treffend verhaal. Hij biagt den jongeling naar zijne woning en liet hem zijn woord gevendat hij dezelve niet vóór de terugkomst van den geestelijke zou verlaten. Omstreeks middernacht bevond de goede pastoor zich voor de woning des vaders van zijnen beschermeling en met die eenvoudigheid die hartelijke goed heid welke zoo veel kracht geven aan de woorden van eeneu grijsaard, die eene gewijde betrekking vervult, verwierf hij van den -vader weldra voor den zoon de toestemming tot het huwelijk met het voorwerp zijner liefde, en het noodige geld om zijne zaken te herstellen. Des morgens ten 2 ure keerde de geestelijke in zijne woning terug en liet den ion- geling gaan, met deze woorden: Gij zietdat men nim- met aan Gods goedheid noch aan de deugd der tnenschen moet wanhopen Ie Rouler's ontstond, eenigen tijd geleden, des nachts plotseling brand in het logement le Duc de Lorraine welke reeds bij de ontdekking zoo hevig was dat alle de bewo ners van het gebouw hetzelve bijna ongekleed moesten ont- vlugten. Eetie jonge moeder, aan den eersten drang des gevaars toegevende, snelde, met haren zuigeling aan de borst, voort, doch naauwelijks had zij de open lucht bereikt of zij her innerde zich dat zij nog een ander kind van drie jaren had achtergelaten. Haar zuigeling op den grond te leggen en terstond in het gebouw terug te snellen, was het werk van een oogenblik. Allen, die dit zagen, achtten de liefderijke moeder gewis verloren en stonden als versteend over hare vermetelheid; niemand durfde haar ter hulp snellen, maar de Almagt waakte over haar lot. Na eenige oogenbükken keer de zij terug, hare haren waren verbrand, haar gelaat, armen en voeten geblakerd en hare kleederen rookten. Zij weende van vreugde terwijl zij het, aan eenen zekeren dood ontruk te kind met kussen als bedekte en naauwelijks had zij met hetzelve den drempel van hec brandende gebouw overschre dentoen het met vreesselijk gekraak achter haar instortte. AMSTERDAM den 8 julij. Gisteren avond ten half negen ure is Z. K. II. Prins llexander der Nederlanden, generaal- majoorkommanderende de brigade zware kavallerie, alhier aangekomenen in het hotel de Doelenin de Doelenstraat afgestapt. Z. K. H. wordt vergezeld van zijnen adjudant baron Sloet van Oldruitenborghden generaal-majoor jonkhr. Boreel, benevens zijnen adjudant den ritmeester fVilbrenninck baren Constant de Rebecquekapitein van den staf der zware kavallerie en den baron van der Capellenonder-intendant. Heden morgen ten tien ure is de Prins uitgereden om inspec tie over de alhier in bezetting liggende kavallerie te houden. MIDDELBURG den 10 julij. Door de Staten van Zee land is, in derzelver vergadering van gisteren, tot lid van de 1 weede Kamer der Staten.Generaal gekozen: de heer mr. ,7. de Hacker, en zulks ter vervulling van de vacature, te ontstaan door de gewone aftreding, met october aanstaande, van jonkhr. mr. P. J, Boddaertwelke verzocht heeft om niet meer daarvoor in aanmerking te komen. Voorts zijn door voormelde provinciale Staten, in dezelfde vergadering, tot buitengewone leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, voor derzelver aanstaande bijeenkomst in dubbelen getale, ter beraadslaging over de bepaalde veran deringen In de Grondwet, gekozen: de heeren jonkhr. mr. .7. A. van der Heim van Duivendijkemr. .7. de Backer en mr. K. IVagtho. In de vergadering van de provinciale Staten van Hol- landzijn den 8 dezer tot buitengewone leden van de Twee de Kamer der Staten-Generaal verkozen, de heeren: Jonkhr. Boreel van Hoogelanden mr. W. D. Cramerburgemeester van Amsterdam; prof. Thorbeckemr. T. IV. baron van Sty- rumte Haarlem; Dirk grave van Hogendorpte 's Hage mr. A. A. Redelwethouder van Amsterdam; mr. P. C. Schooneveldadvokaat te 's Hage; S. de Vrieste Purme- rendmr. G. Groen van Prinsterer te 's Hage Ananias milink te Amsterdam; M. C. Bichon van JJssclmondete Rotterdam; van Blijswjkvan Enkhuizen, en Anemaet van Sommelsdijk. De overige verkiezingen van buitenge wone leden zouden den volgenden dag plaats hebben. De provinciale Staten van Utrecht hebben in derzelver vergadering van den 7 dezer gekozen: tot buitengewone le den van de Tweede Kamer der Staten-Generaal de heeren mr. A. van Beusichem van HarmeienF. A. A. C. baron van Lynden tot Sandenburg eu mr. H. A. Laan. En tot ge woon lid de heer mr. .7. K. baron van Golsteinzulks in plaats van den heer baron IV. R. van Tuyll van Serooskerken van Coelhorstdie dit jaar als lid der Tweede Kamer aftrad. Bij besluit van Z. M. zijn zonder bezwaar van 's"Rijks schatkisc benoemd tot luitenant-kolonels, de majoors C. vort Hof, plaats-kommandanr 3de klasse te Vlissi gen IV. C JV Sent, van Basel, idem te Nijmegen; T. G. Ar nsma'idem te" Leyden, en G.J. Corbelijnidem te Naardentot iste lui tenants, de 2de luitenants plaats-maioor der ade klasse- M H. Ter linden .plaats-majoor te 'sHage; D. J, Almey'idem te Bergen-op-Zoora C. C. J. Tomeiidem te Helder; J. de .ong, item te Utrecht; C. Muntersidem te Nijmegen, et» J. Kontngs idem te Hellevoetsluis. De officier van gezondheid der 3de klasse J. P. Zembsch, van het iste bataillon der 8ste afdeeling infanterie, is eer vol uit de dienst ontslagen. Ingevolge aanschrijving van het departement van oorlog zijn de kapitein .7. T. Rutten, van de 5de afdeelingde 2de luitenants .7. B. Baenen, van de iste J. D. D. Gilletvan de 2de; A. J. Jaumenne en IV. Laurierbeide van de 5de; de iste luitenant A. L.TV.C. Seyfardten de 2de luitenant .7. de Vries, beide van de 7de; de 2de luitenants A..1. Zenc- kervan de 8ste; H. Pfister en H, Steenbergenbeide vaft de 9de afdeelingen infanterie, alle overgeplaatst bij het al gemeen depot der landmagt no. 33. De iste luitenant-kwar tiermeester PV. PJ, Knibbelervan het korps mineurs en sappeursis overgeplaatst naar het 3de ba.tai!lon der 4de af- deeüng te Venlo, en de iste luitenant-kwartiermeester C. de Blois, van de 5de afdeeling, naar het korps koninklijke marechaussée. Bij gelegenheid der onderteekcnlng van het nieuwe handels-traktaat tusschen de Porte en het Nederlandsche hol" heeft Z. M. de Koning Z. Exc. Reschid-pacha tot groot! kruis der orde van den Nederlandschen Leeuw benoemd de ridder Testa zaakgelastigde der Nederlanden is tot kom' mandeur, en de heer Giustinanietolk van het gez&ntschir tot ridder der zelfde orde benoemd. ëCap, De directeur-generaal voor de' marine heeft ter k»rr,is van alle zeevarenden en daarbij belanghebbenden gebragt, dat .ot me-rdere veiligheid der scheepvaart zijn geplaatst de vol. gende tonnen als 1 In het Brouwershavensche zeegat, eene zwarte ton, aan de uitstekende zuidwestpunt van de Paardenplaatop eene lepie van 5 el 70 duim, en de volgende merken: de toren van Zierikzee eene scheepslengte bewesten de kerk van Brou wershaven en de toren van Renessewelke alsdan in het Z. ten W. j W. gepeild wordt, in het Westersche Repard. In het Goereesche zeegat, eene witte tournet rooden rand en zwarte punt aan de thans meer uitstekende punt van den Kwaden Hoek zeewaarts van de Goereesche haven op eene diepte vau 4 el 50 duim op het langsmerk de toren vaii

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1840 | | pagina 1