MIDDELBURGSCHE
C O U R A M T.
W. 77.
Zaturdag
1840.
27 Junij.
BESTUREN en ADM1N1STRATIEN
£3ckcnbm«ii(iinqcn.
NIEUWSTIJDINGEN.
2Zhtit£cfr!atiï>.
Jfvankrijfe.
laclgic.
ülebcrlatibcn.
=S
•'yy\ -SJ,
- .T.4
-T-
'O t-i-
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MID
DELBURG
Ontvangen hebbende een request van Machiel Zegen, hou
dende verzoek om toestemming tot het plaatsen van een'
koperen Ketel in het Pakhuis Wijk K. No. 246, in de lange
Geere geschikt tot Smelterijen van Fet- en andere Stoffen
Gelet op het Koninklijk Besluit van 31 Januari) 1824
Staatsblad no. 19), aangaande de vergunning tot het oprig-
ten van sommige,Fabrieken en Trafieken, ten gevolge van
beleide informatien de commodo et incommodo
Brengen bij deze het door Machiel Zegers gedane verzoek
ter kennisse der Ingezeteneninzonderheid van de Bewoners
der huizen, staande naast de op te rigtene Smelterijom,
ingeval iemand zoude vermeenen zich daartegen te moeten
verzetten, alsdan zijne redenen van bezwaar, binnen acht
dagen 11a dagteekening dezer, aan Burgemeester en Wethou
ders schriftelijk in te leveren.
Gedaan ten Raadbuize der Stad Middelburg, den 26 Junij
1840.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
PASPOORT van GRIJPSKERKE.
Ter ordonnantie van Hun Edel Achtbare,
A. M. BECIUS.
De KERMIS te WESTKAPELLE zal dit jaar aanvangen
den 2 en eindigen den 8 Julij aanstaande; zullende op Vrij
dag den 3 naar de Gaai geschoten en des Zaturdags den 4
naar den Ring gereden worden.
Westkapelle, den 20 Junij 1840.
De Burgemeester der Gemeente,
L. VAN SIGHEM.
BURGEMEESTER en ASSESSOREN der Gemeente
KOLIJNSPLAAT maken bij deze bekend, dat de JAAR
MARKT dezer Gemeente met den 10 Julij dit jaar een aan
vang zal nemen.
De Burgemeester voornoemd
L. A. PAARDEKOOPER.
FRANKFORT den 21 junij. Volgens de jongste brieven
uit Weenen, was de courier-wissel tot de Oostersche aan
gelegenheden betrekkelijkaldaar weder ongemeen levendig.
Wat echter veel hoop op eene vreedzame vereffening gaf,
was de verzekering dat een gedeelte der Oostenrijksche flotille
eerlang onttakeld zou worden, want, ofschoon de zeemagt van
dat keizerrijk niet berekend is om een beslissend aandeel ineen
zee-oorlog te nemen zou zij echter, wanneer die ontstaan rnogt,
tot dekking der kusten geheel gewapend worden gehouden.
De vroegere berigten omtrent eene groote Russische
expeditie naar Circassie bevestigen zich. Daarbij spreekt
men van eene confederatie tusschen de bergbewoners die
zich van de Zwarte tot de Kaspische zee uitstrekt en' he-
vigen wederstand doet vooruitzien.
Men meldt uit Konstantinopeldat de afzetting var, den
seraskier//«/;7-pacha nu eindelijk door de Turksche staats.cou
rant is medegedeeld. Het gerucht voegt er bijdat bereids het
doodvonnis over hem was uitgesproken toen het aan zijne
gemalin gelukt is, lijfsgenade voor hem van den sultan te
verwerven.
De berigten omtrent de afzetting van Chosreiv-pacha blijven
elkander nog wederspreken.
Te Alexandria werden, volgens brieven van 26 mei,
in stilte toebereidselen gemaakt, die gewigtige gebeurtenissen
te gemoet deden zien. De manschappen der Egyptische vloot
zouden niet alleen 6 maanden soldij ontvangenmaar die
vloot werd ook met leeftogt voor 6 maanden voorzien waar
uit men opmaakte dat zij de haven weldra moest veriaten.
Naar Syrië waren verscheidene couriers kort na elkander
afgezondenwier depeches men zeide dat van het uiterste
gewigt waren.
Eene stoomboot, onder Toskaansche vlag van Konstan
tinopel aangekomen, zou den onder-koning het berigt heb
ben aangebragt, dat het getal zijner aanhangers in Turkije
meer en meer aanwies.
De verwijdering tusschen Mehemed-Ali en den Engel-
schen consul-generaal Hodges werd als met den dag groocer.
"PARIJS den 22 junij. Ten aanzien van de krijgsverrig-
.fingen in Algieis bevat de Moniteur twee telegrafische depe
ches uit 1 ouIon. Volgens de eerste heeft de maarschalk
Valée zich den S dezer van Miliana meester gemaakt; de
stad is door Ahd el-liader 11a eene korte verdedigingin
brand gestoken de daardoor aangerigte verwoesting wordt
■hersteld, en houdt men zich ook mee het versterken dier
plaats bezig. In de tweede leest men dat de maarschalk
van Miliana naar Medeah is opgerukt, en gedurende zijnen
togt herhaalde malen door den Arabisclien emir met aanzien
lijke strijdkrachten is aangevallen, welke echter telkens zijn
terug geslagen. Den 15 dezer is ten zuiden van de Telia
Ainouzaïa een' algemeeneu veldslag tegen alle dc troepen van
Abd-el-Kader geleverd, waarbij de vijand met de bajonet is
terug gedreven en een groot verlies heeft geleden. Het ge
tal der aan onze zijde gesneuvelden bedraagt 12 tot 15 en
dat der gewonden 260. De maarschalk zette zijne bewe
gingen voort, 0111 Medeah en Miliana van den noodigen leef
togt en krijgsvoorraad te voorzien.
De verovering van Miliana door de Franschen is op zich
zeiven eene belangrijke aanwinst. Die stad ligt omstreeks
28 uren ten zuidwesten van Algiers, aan de zuidelijke af
helling van de bergketen, die de vlakte van Metidjah aart
die zijde besluit. De talrijke Romeinsche overblijfselen,
welke men in die streken vindt, bewijzen, hoe sterk zij vroe
ger bewoond zijn geweest. De stad heette toen Maniana of
Malliana, doch is thans zeer vervallen. Abd-el-Kader had
in den laatsten tijd aldaar een soort van tuighuis opgerigt
waar krijgsgevangenenonder het opzigt van eenige over-
loopersaan de herstelling van wapenen arbeidden. Ook wer
den daar zijne geregelde troepen in den wapenhandel ge
oefend. De vallei van den Chelif, welke vrij aanzienlijke
rivier ten zuiden van Miliana loopt, is wegens hare vrucht
baarheid vooral in koren maar ook in wijngaarden be
roemd. Niettegenstaande dit alles meent men te Parijs, dat
de thans ontvangene telegrafische depeches niet als zeer gun
stig te beschouwen zijn, vermits daaruit op nieuw blijkt,
dat Abd-el-Kader eene vrij goed geregelde en talrijke krijgs-
magt bezit, met welke hij, in weerwil van gedurige verlie
zen, het veld blijft houden en alle bewegingen der Franschen
volgt, gedurig de gelegenheid bespiedende, om hun onver
hoeds, vooral als zij op hunne schreden terugkeeren een
gevoeligen slag toe te brengen. Men meentdat op die
wijze het eiude van den oorlog in Afrika, die reeds zoo veel
bloed en schatten verslonden heeft, niet te berekenen is.
De Revue de Paris drijft den spot met het sprookje
aangaande eenig woorden welke de koning bij de wapen
schouwing der burgerwacht zou hebben gebezigd, en het
welk door een aantal onzer dagbladen overgenomen werd.
Eenige bladenzegt het tijdschrifthebben den zonder
lingen inval gehad den koning onder de voorstanders der her
vorming te enrolerenzij hebben verteld dat Z. M. bij de
nationale garden, die in het gelid riepen: leve de hervorming
zou gezegd hebben Gij zult ze hebbenmijne heerengij
zult ze hebben Die dagbladen hadden waarschijnlijk Beau-
marchais gezegden voor den geest: dat er geen ongerijmd
sprookje is hetwelk men niet aan de leegloopers eener groote
stad kan wijs maicen."
BRUSSEL den 23 junij. De minister van finantien heeft
aan de administratie der schatkist gelast, de som van vijf
millioen tweemaal-honderd.duizend fr.zijnde het bedrag der
op 30 dezer vervallende halfjarige rente ten laste van Belgie,
ter beschikking van het Nederlandsch gouvernement te hou
den.
Door den heer Maertens geattacheerde bij de Belgi
sche legatie te Konstantinopelis eergisteren het handels
traktaat alhier overgebragt, tusschen de Porte en Belgie ge
sloten. Genoemde heer zal naar de Turksche hoofdstad te-
rugkeereu zoodra dat traktaat door den koning geratificeerd
zal wezen.
De senaat heeftmet eenparigheidde voorgestelde
gewijzigde wet omtrent de amnestie aangenomen, alsmede,
insgelijks met eenparigheid, de voordragt tot aankoop der
enclaven aan het domein, van Laekendaarop heeft de se
naat de discussie over de overzeesche stoombootvaart geo
pend.
Bij gelegenheid der algemeene processie op den H. sa
cramentsdag 11. zondag, is de officier van een der wacht
posten in groot gevaar gekomen van door het volk mis
handeld te worden omdat hijbij het voorbijtrekken van
den optogtzijne manschappen met het geweer in den arm
liet staan in plaats van hen hetzelve te doen presenteren.
Op den spoorweg van Brussel naar Luik heeft 11. zon
dag weder een ongeluk plaats gehad, zijnde de machinist,
door voorover te bukken, van den stoomwagen gevallen en
onder denzelv'en verbrijzeld geworden.
De bekende Barthels staat thans aan tiet hoofd van
een nieuw blad, le Patriote Be/ge-, 'c welk zijne vorige bla
den in buitensporigheid nog schijnt te zullen overtreffen.
Uit Warschau is hier berigt, dat de heer J. Cockerill
na uit Petersburg wedergekeerd te zijn eene fabriek te So-
lec op den Weichsel14 uren van Sandomir gelegen, voor
eigen rekening heeft opgerigt.
'sGRAVENHAGE den 23 junij. HII. KK. HH. Prins
en Prinses Frederik der Nederlanden zijn uit Berlijn terugge
keerd en op hoogstderzelver buitenverblijf de Paauw afgestapt.
De heer legatieraad Rochussen bevindt zich in deze re
sidentie.
Z. Exc. de prins de Chimaybuitengewoon gezant en
gevolmagtigd minister van Belgie aan het Nederlandsche hof,
heeft dezer dagen de eer gehad in een bijzonder gehoor aan
Z. M. denKoningde brieven van kennisgeving aan te bieden,
wegens de gelukkige verlossing van H. M. de Koningin van
Belgie, die gelijk men weet den 7 dezer van eene Prinses
bevallen is.
liet gerucht, dat Z. M. de keizer van Rusland nog in
den loop van dezen zomer een bezoek bij het koninklijk Ne
derlandsch hof zou afleggen, heeft dezer dagen -(immers
zoo als van goederhand verzekerd wordt) veel waarschijn
lijkheid verkregen. Men zegt dat deze hooge en aanzien
lijke reiziger onder eenen aangenomen titel, en dus incognito
onze residentie met een bezoek zal vereeren, de juiste tijd
wanneer schijnt nog niet bepaald.
In de zitting van den Hoogen Raad van heden heeft
de procureur-generaal bij dien raad zijne conclusien geno
men in de zaak van D. van Haren Naman, requirant in cas
satie van een arrest van het provinciaal hof in Gelderland
waarbij bevestigd was een vonnis der arrondissements-regt-
bank te Ticl, bij hetwelk de heeren Noman en Zonen,
boekverkoopers aldaar ter zake van nadruk van het tarief
van justitie-kosten enz., waren veroordeeld. Men zal zich
herinneren, dat verschillende voorname regtsgeleerden in dit
Rijk voor den requirant zijn opgetreden en zijne belangen in
het openbaar hebben voorgestaan. En resume komt de con
clusie van den procureur-generaal in deze zaak hierop neder
dat de Staat als auteur allezins de bevoegdheid heeft, om
zich het regt van kopij voor te behouden, en het door
eenige Rijks inrigting te doen uitoefenen, hetwelk ook
voortvloeit uit art. 1 der wet van 25 januarij 1817dat ech
ter de overige gedeelten dier wet, tot regeling dezer be
voegdheid en tot toepassing van hare bepalingen op dit on
derwerp even als in andere opzigten geheel en al onvolle
dig zijn; dat die gaping wel gedeeltelijk weggenomen is door
de koninklijke besluiten van 2 en 30 julij 1822 betreffende
het drukken van staats-stukken en nopens de reserve der
uitgaven van het Staatsblad ten behoeve der algemeene lands
drukkerij, maar dat men het laatste besluit niet verder uit
strekken kan dan de enge explicatie daarvan inhoudt, voor
al daar het hier eene strafwet geldtdat de wet van 25 ja
nuarij 1817 en de koninklijke besluiten van 2 en 30 julij 1822
door de arrondissements-regtbank te Tiel den 13 februarij
1840 verkeerd zijn toegepast, en het provinciaal hof van
Gelderland die toepassing ten onregte heeft bevestigd. Het
is op deze gronden dat de procureur-generaal concludeerde,
dat de raad het door het hof gewezen arrest zou vernietigen,
en ten principale regt doende den requirant zal ontslaan van
alle regtsvervolging te dezer zaak. De uitspraak is bepaald op
een nader te bepalen dag na de vacantie, derhalve iu septem
ber aanstaande.
AMSTERDAM den 24 junij. Naar men verneemt, heb
ben de heeren T. Hartsen J. KooyP. Huidecoper en J. J.
Rochussenals commissarissenen Paul van Plissingen als
boekhouder, zich vereenigd tot het oprigcen eener verbeterde
sleepdienst aan het Nieuwe Diep, bij wijze van eene reede-
rij. Het doel is, om bij de tegenwoordige stoomboot Noord-
Holland, welke aan de reederij zou overgaan, een ander
stoomvaartuig van meerder kracht te voegenbepaaldelijk
tot het slepen van schepen ingerigt, waardoor ten allen tijde
de schepen van uit het Nieuwe Diep op de reede kunnen
worden gebragthetgeen tegenwoordig bij eenigzins harden
wind bij gebrek van genoegzame stoomkracht, niet mogelijk
is. Te gelijk zal men het voordeel genieten, om, bij stilte
of tegenwind, schepen van voorgaats, naar binnen en tot op
eene veilige ankerplaats te slepen en bij het invallen van
den winter, het opbrengen van schepen van voor deze stad
langs het Noord-FIollandsche kanaal naar zee te bevorderen.
Men verzekert, dat de gewestelijke en stedelijke besturen'
als ook de directie der Nederlandsche handel-maatschappij
uit aanmerking van het nut dezer inrigting, onder bepaling*
dat de sleeploonen zoo billijk mogelijk zullen worden ge
steld aan de reederij belangrijke geldelijke bijdragen als 'don
gratuit hebben toegezegd.
Bij besluit van den 22 dezer, no. <5o, heeft Z. M. de
voorwaarden vastgesteldwaarop aan de Hollandsche ijzeren
spoorweg-maatschappij, gevestigd te Amsterdam, wordt ver-
gund het verlengen van den bestaanden ijzeren spoorweg tus
schen Amsterdam en Haarlem tot Rotterdam.
ROTTERDAM den 24 junij. Het fregat van oorlog de
Waal, van 60 stukken, hetwelk den 14 dezer, gesleept door
'sRijks stoomboot Cerberus en het stooinjagt de Leeuw
onder directie van den onder-equipagemeester J. Lehman de
Lehnsfeldt geassisteerd door den Iuitenant-t«r-zee der iste
klasse A. J. de Smit van den Broeckedeze stad heeft ver
laten, reeds den 16 des avonds, na over de droogten van
de Krab en Lint te zijn gekomen, tusschen de Klundert en
de Willemstad ankerde, en daarna door harden wind 3 dagen
in Keeten ten anker is moeten blijven liggen is den 22 té
Vlissingen op de reede aangekomen. De buitengewoon voor
spoedige overtogt van dit fregat naar Vlissingen verdient niet
alleen alle opmerking, maar strekt allezins ten bewijze dat
de werf van de marine te Rotterdam steeds geschikt blijfc
tot den aanbouw van groote schepen, als kunnende deze bin
nendoor naar Vlissingen overgebragt wordenwaartoe het nu
bewezen is dat, bij gunstige omstandigheid, weinig meerder
tijd gevorderd wordt dan om die langs het Noord-Ilollnnd-
sche kanaal van Amsterdam naar Willemsoord over te voeren.
MIDDELBURG den 26 junij. Men verzekert, dat het
den Koning behaagd heeft, onderscheidene hoofd- en andere
officierentot dus verre het non-activiteits traktement ge
nietende definitief op pensioen te stellen
- Wij vernemen, dat bij koninklijk besluit van den 22
dezer, is bepaald, dat het exercitie-smaldeel, bestemd 0111
in de Noordzee te kruissen, zal bestaan uit het fregat de
bAMBUE, de korvet Ar go en de brikken Courier,
\enus en Windhond, liet bcvei over dit smaldeel i»