MIDDELBURGSCHE
c Fr a n
N°. 51.
Diügsdag
1840.
28 April.
BESTUREN en ADMLNISTRATIEN.
Sü£l«Atr0c!ii5twiMg.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MID
DELBURG
NIEUWSTIJDINGEN.
«Duit0cfr!anb.
iüclgic.
5Xebc*rïa«bc«.
f
Ontvangen hebbende eene missive van den Heer Kolonel
kommanderende de 6de Afdeeling Infanteriehoudende dat
op Dingsdag den 28 dezer maand, en vervolgens bij goed we
der iederen DingsdagWoensdag en Vrijdagvan des voor-
middags ten 9 tot des middags ten 12 lire, in den zooge-
naamden Galgen-Polderbij het Nieuwlanddoor het Garni
zoen dezer Stad naar den Schijf zal worden geschoten
Brengen zulks, ter voorkoming van ongelukken, bij deze
ter kennisse van een iegelijk.
Gedaan ten Raadnuize der Stad Middelburg, den 27
April 1840.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
PASPOORT van GRIJPSKERKE.
Ter ordonnantie van Hun Edel Achtbare,
A. xM. BECIUS,
Administratie der Domeinen Wegen, Vaartenenz.
PROVINCIE ZEELAND. AGENTSCHAP SAS-VAN-GENT,
AANBESTEDING.
Op Woensdag den 29 April 1840, des voormiddags om
11 ure, zal de AGENT van het DOMEIN te SAS-VAN-
GENT, daartoe behoorlijk geautoriseerd, al of niet in te
genwoordigheid van eenen Inspecteur der Domeinenten
overstaan van den Notaris Benteynresiderende te Biervliet
en getuigen, ten Huize en Herberge van Kriel, te IJZEN-
DIJKE, in het openbaar aanbesteden:
Het bouwen van een TOLHUIS, langs het gedeelte des
Grooten Wegs der iste Klasse No. 10, bij den Tol
No. 4, onder de Gemeente Aardenburg mitsgaders
het maken en stellen van twee TOLBOOMEN, met
de noodige Scheringen, Reglement, Tarief en Wapen
borden met de leverantie van al de tot deze werken
benoodigde Materialen.
Het bestek en de voorwaarden waarop deze Aanbesteding
zal geschieden, ligt, behalve op de gewone publieke plaat
sen ter lezing in hét lokaal van het Provinciaal Gouver
nement te Middelburgter Secretarien der Gemeenten IJzen-
dijke, Aardenburg, SchoondijkeBreskens en Eede ten
Kantore van de Agenten van het Domein te Middelburg en
te Sas-van -Genczoo mede ten Kantore van bovengemelden
Notaris Benteynen bij den Opzigter des vorengenoeinden
Wegs, te Oostburg, bij wien het plan ter visie legt.
De Agent van het Domein voornoemd
E. C. L. D'HANENS.
FRANKFORT den 21 april, In de diplomatieke krin
gen te Rome is eene circulaire in omloopbij welke don
Miguel laat verklaren, dat alle verbreide geruchten omtrent
zijn voornemen, om afstand van zijne regten op den Portti-
geschen troon te doen ten eenenmale verdicht zijn naardien
hij van die regten in geen geval hoegenaamd immer zal afzien.
FULDA den 19 april. In het tusschen Fulda en Hun-
fcld gelegen dorp Marbach was heden, ter viering van het
Paaschfeestde geheele gemeente in de kerk verzamelden
de waardige predikant had juist den kansel betreden, toen op
eenmaal de godsdienstoefening werd gestoorddoor het be-
rigt dat een gedeelte van het nabijgelegen Dammersbacher
woud in iaaije vlam stond. Terstond werd door het luiden
van de stormklok den bewoners der nabij gelegen dorpen
daarvan kennis gegeven en de predikant snelde met zijne
gemeente naar het woud, alwaar vermoedelijk eene misdadi
ge hand den brand in een groot gedeelte van het gevelde hout
en der takkenbossen had gestoken. Omstreeks 30 1140 morgen
bosch brandden geheel af, en zou zeker het vuur nog groo-
tere verwoestingen hebben aangerigtware het niet der bin
nen korten tijd bijeengevloeide menigte van 4 k 600 men-
schenonder de leiding van den houtvester en den predikant,
geluktden brand te beperkendoor het brandende van het
nog onbeschadigde gedeelte, door middel van uitgravingen,
te scheiden. De schade is aanmerkelijk, en het is te wen-
schen dat het der politie zal gelukken die onverlaten te ontdek,
ken en onschadelijk te maken, welke, naar men vermoedt,
dezelfde zijn, die nog kortgeleden binnen 14 dagen viermaal
beproefdenin de nabijheid van Hersfeldden staat door
woudbranden schade te berokkenen.
DUSSELDORP den 23 april. De stoomboot de Komeet
is gisteren op haren togt in de omstreken van Lorchausen te
gen eene rots gestooten, waardoor zij lek is geworden. Tot
aan Linz gekomen zag de kapitein zich genoodzaakt te blij
ven liggen. De stoomboot der Krönprinz heeft de passagiers
aan boord genomen, terwijl de Komeet op de werf te Duis
burg is gebragt om de schadendie zij bekomen heeftof
schoon niet aanzienlijk, te doen herstellen.
BRUSSEL den 3.3 april. De koning is dezen morgen
over den spoorweg tot Kortrijk en van daar over llijssel naar
Parijs vertrokken. Hoogstdeszelfs broeder, de hertog Ferdi-
nand van Saksen-Coburg met zijnen zoon en zijne dochter,
heeft den weg over Bergen en Valenciennes naar St. Cloud
genomen, alwaar het huwelijk van den hertog van Nemours
aanstaanden maandag den 27 zal plaats hebben.
Gisteren is het nieuwe ministerie voor het eerst voor de
kamer van afgevaardigden verschenen en heeft de heer
Liedts, namens zijne ambtgenooten een staatkundig program
ma medegedeeld, dat zich door groote gematigdheid onder
scheidt. Het streven naar verbeteringen zonder buitenspo
righeden na te jagen, het verbeteren van het volksonderwijs
het bevorderen van de algemeene welvaart, door het openen
van nieuwe kanalen voor den handel en nijverheid, en het
herstellen van de wonden door de omwenteling geslagen zie
daar de punten, die het ministerie zich tot taak gesteld heeft.
's GRAVENIIAGE den 23 april. In de zitting van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal van heden is ingekomen
eene koninklijke boodschap ten geleide van eene overeen
komst van wege Nederland met den senaat der vrije stad
Frankfort gesloten, betrekkelijk wederzijdsche opheffing van
het aftogtsregt en de belasting op de landverhuizing.
Een aantal verzoekschriften zijn in handen der commissie
tot de peticien gesteld.
Niets meer aau de orde zijnde, is de vergadering opgehe
ven.
Men verzekertdat eerstdaags door Z. M. een be
sluit zou worden genomen, waarbij een groot aantal gene
raals kolonels luit.-kolonelsmajoors en andere hoofd
officieren daaronder ook begrepen de provinciale en plaat
selijke ko'mmandantenzouden worden gepensioneerd of op
non-activiteit gesteld.
De antwoorden der Regering, nopens de begrootings-
wetten voor 1840, zijn heden in den laten avond aan de
alhier aanwezige leden van de Tweede Kamer rondgedeeld.
Daaruit blijkt, dat de begrooting van uitgaven van
f 58,227,215, waarop dezelve in maart II. was voorge
steld, tot eene somma van 51,727,215 is terug gebragt.
Die vermindering in de uitgaven van f6,500,000, vloeit
daaruit voortdat de Regeringnaar aanleiding van het
door de afdeelingen uitgedrukte verlangen, de som van
4,000,000 oorspronkelijk voor het syndicaat uitgetrokken
benevens de som van 2,500,000voor de gewone toela
gen van het syndicaatvan de begrooting heeft doen weg
vallen.
In de memorie van antwoord wordt daaromtrent het vol
gende gezegd
Het brengen op de begrooting der som van f 2,500,000
voor de gewone toelage van het amortisatie-syndicaat, be
rustte op de bestaande wettelijke bepalingen. Toen daarvan
in de laatste jaren is afgeweken stond dit in verband met
andere wettelijke bepalingen, die nevens de begrootings-
wetten werden voorgedragenen welke derzelver grond von
den in voorstellen van de algemeene vergadering van het
amortisatie-syndicaat.
Uit aanmerking echter van het vrij algemeen aan den
dag gelegd verlangen, om dit bezwaar bij de onderhavige
begrooting te zien verdwijnen, zijn nieuwe overwegingen
aangevangen, de strekking hebbende, 0111 op eene andere
wijze bij het amortisatie-syndicaat in deszelfs behoeften van
dit jaar te doen voorzien en uit hoofde van de dien ten ge
volge te verwachten voordragt van wet, wordt deze post,
even als in de voorgaande jarenalsnu voor memorie uitge
trokken."
Met betrekking tot de weglating der som van f 4,000,000
ter voorziening in het te kort van het amortisatie-syndicaat
voor dit jaarwordt gezegd
De som van f 4,000,000, alhier voor het amortisatie
syndicaat aangevraagd kwam wel niet voor in de begroo
tingdie in de maand october des vorigen jaars is aangebo
den, maar zij was toen begrepen in het voorstel van wet
tot het daarstellen van schuld, ten laste van 's Rijks over-
zeesche bezittingen.
Dit onderwerp is evenwel almedenaar aanleiding van
de vele daaromtrent in het midden gebragte bedenkingen, in
nadere overweging genomen en men houdt zich onledig
ten opzigte van hetzelve, andere wettelijke voorzieningen,
ontleend uit de middelen van het amortisatie-syndicaat zelf,
ter voorstelling te ontwerpen; wordende dien ten gevolge
het 12de hoofdstuk uit het ontwerp van begrooting wegge
nomen."
Het blijkt verder uit die antwoorden dat het tweede ar
tikel van de wet der middelenstrekkende tot daarstelling
van een kapitaal van 6,700,000 werkelijke 5 pets. schuld,
uit het ontwerp wordt weggenomenin verband met de ver
mindering van f 6,500,000 welke het ontwerp van begroo
ting heeft ondergaandoor het vervallen van de posten
wegens de gewone toelage en de buitengewone voorziening
in de behoefte van het amortisatie-syndicaatwelke posten
vervangen worden door het ontwerp van afzonderlijke wet
telijke bepalingen ten aanzien van het amortisatie-syndicaat
wordende voorgedragen.
Ten aanzien der toelage uit de Oost-Indische kas, over
dit jaar aan het moederland te verleenen, leest men in die
memorie
Aan de inkomsten eene bijdrage uit de geldmiddelen der
Overzeesche Bezittingen toe te voegenboven den. rentelast
op die geldmiddel^.* rustende, is voor 1840 niet doenlijk.
Dn overleggingen welke echter daaromtrent voor de
volgende jaren zijn aangevangen, zuilen welligt tot gunstige
resultaten kunnen leiden, die nader met vrucht in behande
ling zullen kunnen komen en ter kennis van de Staten-Generaal
gebragt wordennadatdoor de verzekering van de dienst
van den jare 1840, de Regering eenigzing op een meer vast
en solide standpunt om voor de toekomst te kunnen zorgen
zal gebragt zijn."
De Regering erkent wijders, dat eene betaling
is gedaan wegens het halfjaar renten'verschenen den 1
januarij dezes jaarsmaar de betaling is geschied onder kor
ting tot verzekering van sommige onderwerpenwaarover
verrekeningen moeten plaats vindenen uit de ontvangen
som zijn al dadelijk moeten worden voldaan de sedert 1830
onvoldaan gelaten renten wegens de kapitalen op het groot
boek der 2§ pets. werkelijke schuld, ingeschreven ten name
van Belgische comptabelen en openbare gestichten, waardoor
de ontvangen som zeer aanmerkelijk is verminderd; het over
schot is aanvankelijk niet als staats inkomst van 1840 kun
nen beschouwd worden, omdat de uitgaven der renten,
waarvan hetzelve eene gedeeltelijke teruggave uitmaaktge
daan is ten koste van de geldmiddelen der Overzeesche Be
zittingen en dat men alzoo heeft geoordeeld dat hetzelve
in aanmerking zou kunnen komen bij de verrekening, welke
wegens den achterstand op de vroeger verschuldigde'bijdra
gen uit die geldmiddelen moet plaats hebben.
De onder q van het iste artikel van de wet op de inkom
sten gebragte som van f 600,000 wegens de meerdere op
brengst der middelen van 1838, is kunnen vermeerderd wor
den met f 200,000 vermits het gebleken is door de ver
dere afrekeningen over dat jaardat die verhooging wel kan
gebragt worden.
In de memorie van antwoord omtrent de uitgaven leest
men verder
Alles in aanmerking nemendewat tot dus verre ten aan
zien der onderhavige wets-ontwerpen gezegd en behandeld
isgelooft men het meest doeltreffend te handelen met de
navolgende ophelderingen en oplossingen aan de overweging
der afdeelingen voor te dragen
Al aanstonds moet men opmerkendat de begrooting voor
1840 geacht moet worden geheel op zic^zelve te staan
zonder oat daaruit gevolgtrekkingen ten aanzien van de vol
gende begrootingen zijn af te leiden. Het geldelijk beheer
over dit jaar is aangevangen, in overeenstemming met de
crediet-wetwelke in de laatste dagen van het afgeloopen
jaar is vastgesteld en al dadelijk zijn met eene vaste hand
maatregelen genomen om alles te brengen binnen de grenzen
die met deze wettoegepast op den geheelen jaargangin
verband staan. Men heeft zich daarbij niet bepaald en
met de meeste zorg nagegaan wat er reeds zou te doen
zijnom de bezuinigingen verder te doen gaanwaarvan
dan ook de nieuw aangeboden ontwerpen bewijzen opleveren.
De geheele begrooting doorloopende en eiken post van
de onderscheidene hoofdstukken als ware het rangschikkende
onder algemeene categorié'n, bespeurt men toch, dat ver
hec grootste deel van het cijfer behoort tot zoodanige uit
gaven, aan welke het onraadzaam en in het waar belang van
het land bedenkelijk zoude zijn de hand te slaan, zonder dat
er eene zeer bedaarde overweging vooraf ga. De verbinte
nissen door het Rijk wegens de bestaande schuld de
betalingen op de grondwet rustende die welke bij afzonder
lijke wetten zijn vastgesteld; de kosten voor de eerediensten,
die tot behoud van den physieken toestand des landsen an
dere van gelijken onmisbaren aard opsommende zal men be
vinden dat hetgeen er overschiet niet van dat overwegend
belang is om daarop onbedachtelijk nog zeer aanzienlijke
sommen te verminderen na de besparingen die in de laat
ste jaren hebben plaats gevonden.
Dat het dus thans onmogelijk is om met overhaasting groote
bezuinigingen te maken, en dat, al wilde men ook instellin
gen afschaffen die in het oog van de Regering volgens ver
kregen ondervinding, bij een geregeld bestuur bezwaarlijk
zijn te ontberen dan nog de daaruit voortvloeiende minde
re jaarlijksche uitgave niet zoo aanzienlijk schijnt te kunnen
zijn, als men zich in den eersten opslag welligt zoude voor
stellen, wanneer men namelijk het bedrag er van vergelijkt
bij dat van de onvermijdelijk blijvende uitgaven terwijl zoo
danige afschaffing voorzeker niet zonder voorbereiding kan
plaats hebben.
Na de gemaakte vermindering op het departement van oor
logen bij de bedenkingen, welke eene geringe verminde
ring op het departement van inaiine reeds hebben doen ont
staan, is toch de kring, waarin verdere bezuinigingen moe
ten worden toegepastvrij eng geworden de Regering is
echter met de Staten-Generaal overtuigd dat ook de minde
re bezuinigingen raadzaam en nuttig zijn. Zij gaat voort
met die aan te wenden waar dit geschieden kan en hoopt
dan ook, dat daarvan b.j de voordragt der begrooting voor
de naastvolgende dienst nieuwe bewijzen zullen kunnen ge
geven worden doch mag „iet ontveinzen, dat voor het loo-
peiu.e jaar de begrootingzoo als zij is voorgedragen de
wezenlijke^taats-behoeften bevat, zonder dat zij de moge-
ïji-.v.k inziet om thans de vermindering verder te doen gaan.
Men heelt bij deze begroocingswetdie, zoo ais gezegd
is, uitsluitend de ingetreden dienst betreft, niet kunnen ge
voelen de noodzakelijkheid, 0111 de ontvangsten der lands
j drukkerijwelker uitgaveji bij de onderscheidene hoofd-