MIDDELBURGSCHE
COÜRAN T.
W°. 27.
Dingsdag
1840.
3 Maart.
NIEUWSTIJDINGEN.
Btiit0citlaub.
JVanferijfc.
BESTUREN en ADMINISTRATIEN.
ilotificatie.
2ilcbc»rl«ui&0cïïc
(6v00l-örttta«ic.
iScIgie.
-..t tl-'-r.S1
De STAATSRAAD GOUVERNEUR van de Provincie
ZEELAND brengt bij deze ter kennis van de belangheb
benden dat door het Departement der Opperhoutvescerij
met overleg van Hun Edel Groot Achtbare de Gedeputeerde
Staten is bepaald het navolgende:
I. Dat de Jagt op Ganzen en Eendvogels binnen deze Pro
vincie, op den io Maart aanstaande zal gesloten zijn, ter
wijl die op IVatersnippen tot den t April daaraanvolgende
wordt open gelaten; met dien verstande echter, dat de laat
ste, wat de Publieke Jagt aanbelangt, alleenlijk geopend
blijft op het water, langs de Stranden en Oevers van Wa
terplassen en op lage moerassige Landen en bepaaldelijk is
gesloten in en langs Bosschen, alsmede op Bouw- en Wei
landen, tot het gewone jagtveld behoorende.
3. Dat, gedurende de sluiting bij de voorgaande be
doeld, het rapen of zoeken van cijeren van Eendvogelsan
ders dan op eigen of gehuurde grondengrienden of riet
velden zal verboden zijn.
3. Dat de Visscherij binnen deze Provincie, van den 15
Maart aanstaande tot en met den 31 Mei daaraanvolgende,
zal gesloten zijnna welk tijdstip dezelve op de gewone
wijze weder zal mogen worden uitgeoefend terwijl de Vis-
schers van beroep, de door hen vóór den aanvang der slui
ting gevangen' Visch tot op den 1 April aanstaande zullen
mogen verkoopen.
Dat van deze sluiting is uitgezonderd de Palingvisscherij
welke echter gedurende den gesloten Vischtijd niet anders
dan met Aalkorven van wissen of teenen gevlochten en met
het Kruisnet zal kunnen uitgeoefend worden, vermogende
nogtans die Vischtuigen alleen daar xe worden gebezigd, al
waar het gebruik derzeive niet volgens de Policie-Reglemen
ten is verboden.
4. Dat een ieder die zich aangaande het bij de voorgaande
eenige overtreding mogt veroorloven, .tot de straffen bij
de wetten bepaald zal worden vervolgd.
En zalten einde niemand hiervan onwetendheid voor
wende, deze worden afgekondigd en aangeplakt, waar zulks
gewoon is te geschieden mitsgaders in het Provinciaal Blad
geplaatst.
Middelburg, den 29 Februarij 1840.
De Staatsraad Gouverneur voornoemd
VA N V R E D E N B U R C H.
De DIRECTIE maakt bekend, dat door haar zullen ge
veild worden
Te ROTTERDAMop Dingsdag den 7 April 1840,
1348 Kisten Java INDIGO, liggende aldaar.
Te AMSTERDAMop Vrijdag den 10 April 1840,
1203 Kisten Java INDIGO, 1
14 dito COCHENILLE,) hSSende aldaar.
De Nontien met de Veil-Conditien zullen in tijds wor
den uitgegeven.
Amsterdam, den 29 Februarij 1840.
VAN DER HOUVEN, President.
KOOY Directeurfungerend Secretaris.
FRANKFORT den 25 februarij. Brieven uit Weenen
wederspreken het gerucht, dat de Oostenrijksche regering
eene nieuwe leening van 100 millioen florijnen zou willen
sluiten.
Uit Alexandria zijn berigten tot den 9 dezer. Sedert
de aankomst der laatste Fransche paketboot waren bij den
onder-koning sporen van neerslagtigheid opgemerktwelke
men daaraan toeschreef dat de consul-generaal Gochelethem
krachtens de medegebragte depechesuit naam zijner rege-
Ting verklaard zou hebben dat hijindien hij bij zijne over
dreven eischen volharde niet langer op den bijstand van
Frankrijk kon rekenen.
In Servie zou eene zamenzwering ontdekt zijndie
zen doel had den jongen vorst, bij zijne aankomst' in dat
land op te ligten en naar Kragujewatz te voeren. De bel
hamels waren reeds in verzekerde bewaring.
Naar men, verzekerde zou Oostenrijk beloofd hebben
biaid e^ /i/,1 Dejchermi"g van Turkije te doen oprukken,
a/1 u \a a e£ grondgebied durfde aanvallen.
Men hield de gezondheid van den grootvizier Chosrew-
pacha voor zoodan.g gekrenkt, dat hij niet in staat
langer aan het hoofd der zaken te blijven hetwelk de moei
gelijkheden waarin de Porte zich bevindt nog zou vernee)*
deren.
Van de Turksche grenzen wordt gemeld, dat de pacha-
1iks van Ibelt en Prustina in Opper-Albanië in vollen op.
stand tegen de Porte zijn en dat ook in Bosnië en Herze-
gowina, waarin de Janitsaren partij nog een talrijken aanhang
heeft, sporen van sterke ontevredenheid over den bekenden
battischeriff bespeurd worden.
LONDEN den 26 februarij. De koningin Victoria ont-
vaugt nog dagelijksop het Buckingham-paleis, verschillen
de deputatien uit onderscheidene plaatsen, welke aan II. M.
de eenparige gelukwenschingen van derzelver inwoners, be
treffende het jongst voltrokkene huwelijk tusschen H. M. en
prins Albertoverbrengen.
De bekende personen FrostfVitliams en Joneswel-
ke, ten gevolge van het tegen hen gevelde vonnis van schtil-
dig aan hoog verraad te zijn, aanvankelijk ter dood en lacer
ter levenslange ballingschap verwezen zijnen nog immer in
de hoop van eene verdere wijziging van hunne straf verkeer
denzijn gisteren, met het gouvernements-transportschip
Mandarinhebbende 210 misdadigers aan boord, van Spit-
head naar Botani-baai vertrokken.
De directeuren der schouwburgen van Drurylane en
Coventgarde, die goedgevonden hadden 0111 de prijzen der
plaatsen te verhoogen op de avonden waarop li. M. die
theaters meent te bezoeken hebben order gekregen van den
lórd-kamerheer om zulks 11a te laten.
Er bestaat hier geene reden om te veronderstellen
dat het Engelsche gouvernement naijverig is op het IIol-
landsche, wegens hetgeen het laatstgenoemde op Sumatra
met hetzelfde regt laac doen waarmede Engeland in zijne
koloniën de naburige volken of geheel onderwerptof ge
deeltelijk van zich afhankelijk maakt. Men meent althans
met zekerheid te kunnen melden dat er op dit onderwerp
van hier geene vertoogenhoe ook genaamd, aan het llaag-
sche kabinet gedaan zijn. Het is alleen een zeker handels
blad onder den titel van Commercial Journalsedert kort
alhier uitgegeven en anders vrij wel geschreven hetwelk
zich in zijne onkunde van de bestaande overeenkomsten
verleden week eenige aanmerkingen op dit stuk veroorloofd
heeft.
De alhier ontvangen aanspraak van H. M. de koningin
van Spanjebij het openen der vergadering van de cortes
heeft gisceren in het huis der lords tot eene hoogst belang
rijke woordenwisseling aanleiding gegeven. De marquis van
Londonderry beschouwde den toestand van Spanje als geens
zins zoo voordeelig als die aanspraak denzelven doet voor
komen en achtte den burgeroorlog in het schiereiland nog
op verre na niet geëindigd. Ilij beschouwde den generaal
Espartero geenszins als een groot veldheer, en beweerde
dat die bevelhebber zijnen rang en eerecitelen aan geheel an
dere oorzaken dan door zijne dapperheid op het slagveld
had te danken. Marotto noemde hij eenen verrader die het
gouvernement van koningin Isabella 11, even min getrouw
zou zijn als hij de zaak van don Carlos was geweestwel
ke gevoelens echter door de graaf van Clarendon en lord
Melbourne werden bestreden die den toestand van Spanje
als vee gunstiger beschouwden en beweerden, dat de over
een omst van Bergara veel tot het herstel der rust in Spanje
heefc bijgedragen.
Van ,Gib.ra.lc,ar sc',rÜft men, dat twee kruisers van
Abd-el-Kader bij kaap Gate zijn gezien en een Fransch en
een Spaansch schip hebben genomen. Het zijn gewapende
brigatijnen sterk bemand, voerende roode vlaggen. Op
verzoek van den Engelschen consul was de oorlogsbrik
PVasp naar Tanger gezonden. Al de consuls hielden zich
aldaar binnen hunne huizen, daar men het gerucht versprei
de dat de Arabieren zoude komen om naar Franschen te
zoeken, en het dus te vreezen was dac zij aile vreemdelin
gen voor Franschen zouden aanzien.
Blijkens de uit Nieuw-York ontvangene berigtenheb
ben de Noord-Amcrikaansche kooplieden en ingezetenen, te
Canton terstond op de krachtigste wijze geprotesteerd te°*en
de, in september j 1door de Bricsche gezagvoerders aan
gekondigde blokkade dier zeehaven, en daarbij het Britsche
bewind verantwoordelijk gesteld voor de nadeelendie zij
door dergelijken maatregel mogten komen te lijden.
PARIJS den 26 februarij. De combinatie, van welke de
hertog de Broglie de grooté drijver was, schijnt stellig mis
lukt te zijn. Aile zijne pogingen tot zamenstelling van een
nieuw ministerie moeten schipbreuk geleden hebben op de
moeijelijkheid om eene staatkundige toenadering tusschen
den maarschalk Soult en den heer Thiers te bewerken.
Terwijl de ministeriele crisis voorspelt van langen duur te
zullen zijn schijnt de heer Guizot zijne partij genomen te
hebben en alle aanspraak om daarbij in aanmerking te ko
men te hebben laten varen. Althans men verneemt, dat
deze geachte staatsman gisteren middag naar Londen is ver
trokken 0111 aldaar zijne betrekking als Fransch gezant te
aanvaarden.
Hec Journal des Débats van den 27 februarij vermeldt,
dat de heer Thiers bij het onderhoud 'twelk hij gisteren met
den koning gehad heeft 24 uren tijd van beraad verlangd heeft
zoo metopzigt tot zijne persoonlijke gesteldheid, als omtrent
de voorstellen die hij aan den koning konde doen. Heden
heeft men weinig naders vernomen. De hier Thiers bevond
zich heden middag op nieuw bij den koning, voorzeker om
Z. M. den uicslag zijner overwegingen mede te deeien.
In een der thans ontvangene bijzondere brieven uit
Algiers van den 15 februarij wordt gemeld, dat Abd-el-Kader
den bey van Medeah El- Bcrkani geheeten die tevens een
zijner beste generaals was, heeft doen verwurgen. De be
schuldiging', dat El-Berkani in den heiligen oorlog tegen
de Franschen niet dien ijver en geestdrift ten toon spreide
die men van een regtgeloovig Muzelman en marabut (priester)
veiwagteu mogtis het voorwendsel voor deze strafoefening
geweest. De waarheid schijnt echter te zijn dat de trouw
van dezen bey bij Abd-el-Kader zeer verdacht was en dat
hij zich met de inkomsten van zijn landschap persoonlijk
verrijkte. Men twijfelt echter of Abd-el-Kader door zulk
eene daad van dwinglandij niet te veel waagt; te meer daar
andere zijner bevelhebbers, zoo als de bey van Miliana,
nog vrij wat meer op hun geweten hebben.
Van de zijde der regering is thans de volgende tele-
graphische depeche openbaar gemaakt die den 25 februa
rij uit Baijonne door den daar bevel voerende generaal aan
den eersten minister maarschalk Soult is afgezonden.
Espartero is den 19 te Muniesa aangekomen, al het
beiegerings geschut is daar vereenigd. Bij zijne aankomst is
er wanorde onder de bezetting van Segura ontstaan en
er was den 20 eenige hoop op eene kapiculatie." Segura
is eene der sterke vestingendie Cabrera in Arragon in
houdt. Zij ligt nagenoeg in het midden tusschen Saragossa
en Ternel. Het was reeds voor lang bekend dat de generaal
Espartero zijne krijgsverrigtingen met den aan val op dit punt
hetwelk, ais meer westelijk gelegen, van het overige door
Cabrera bezette gebied afgesneden is, beginnen zou.
Op het tooneel van Lucca (in Italië) is onlangs eene
der voorstellingen van het zangspel Lucia di Lammermoor
zeer tragisch afgeloopen. Tusschen twee der acteurs bestond
eene vijandschap die hen zelfs reeds eenmaal vervoerd had
tot een tweegevechthetwelk niet dan met veel moeitenog
tijdig genoeg om het bloedvergieten te voorkomen gestuit
was geworden. I11 het tweede bedrijf moesten'juist deze
beide ongelukkiglijk een tweegevecht voorstellen. Zij trek
ken de degens en schermen eenige oogenblikken op de ge
wone tooneelwijze maar hun bloed allengs aan het koken
rakendevergeten zij dac het thans enkel spel moet wezen
en zonder dat hec publiek nog iets in hec minst vermoede,
vechten zij reeds in de daad met eene driftdie hun de luid
ste toejuichingen verwerft. Maar eensklaps geeft de Edgard
van Ravenswoodeen gilen stort hijgeheel en al doorboord
dood op den grond.. De moordenaar is terstond in hechtenis
genomen; en het tooneelgezelschapeen afkeer hebbende
van eene verbintenis, waarin het zulk eenen gruwel had zieu
gebeuren, is dea volgenden dag uit een gegaan.
BRUSSEL den 27 februarij. Naar men meldt, neetnc
de heer Falck steeds toe in becerschap, en zal hij eerlang
geheel hersteld zijn. De menigte, welke zich dagelijks naar
zijn hotel heefc begeven getuigt van de algeineene belang
stelling in 's mans welzijn.
De Commerce Beige berigc, dat H.M.de koningin der
Franschen, alsook HH. KK. HH. de hertogen van Orleans
van Nemours en van Monpensierrnad. Adelaïde en dé
prinses Clementine heden alhier zijn aangekomen, ten einde
eenige dagen in deze hoofdstad te verblijven, omvervolgens,
vergezeld van de prinses Victoria en den hercog haren va
der naar Parijs terug te keeren. Men voegt er bij dac
de hertog van Aumaie vierde zoon des konings, die, zoo
als men weetde rijke erfgenaam van den hercog van Bour-
bon-Condé is, zich verbonden heefc, aan zijnen broeder,
den hertog van Nemours, de dotatie van 500,000 fr.door
de kamer der Fransche afgevaardigden geweigerd uit zijne
eigen gelden te schenken. Het genoemde dagblad verklaarc
deze daadzaken van welonderrigce personen vernomen te
hebben.
- Volgens hec dagblad Éclair zouden de heeren Fal-
lon en Liedtsleden der Utrechtsche commissie welke
zich binnen weinige dagen naar hare bestemming zal bege
ven vervangen worden door de heeren Ch. de Erouckere
directeur der munten van Cailliedirecteur der registratie
te Arlon.
aDcbcïi A1I&CI1.
's GRAVF.NHAGE den 28 februarij. Naar men ver-
neemczal Z. M. de Koning binnen weinige dagen (men
spreekt van aanstaanden maandag of dingsdag) naar Amster
dam vertrekken. Men houdt zich aan het hof druk bezig
met hec maken van de noodige toebereidselen tot deze zoo
spoedig opgekomene reize.
ARNHEM den 28 februarijEergis teren en gisteren is
alhier een gedeeice der goederen en wel die cot den opper
last hebben behoord der onder Millingen gezonken stoomboot
de stad Keulen, in het rijks-entrepót opgeslagen. Er zullen
experts worden benoemd oin de waarde dezer goederen te be
palen. Het overige gedeelte der lading is voor geene lossing
vatbaarzoo lang er geene middelen aanwezig zijn om de
boot te kunnen ligten. Naar wij vernemen zullen die weldra
ter voornoemde plaatse worden aangebragt.
IJZENDIJKE den 27 februarij. Heden had alhier het
volgende ongeluk plaats. Vier kinderen begaven zich al
spelende op het ijs onzer stads gracht, en ofschoon genoeg
zame sterkte hebbende, bevond zich in hetzelve een zooge
naamd windgat, alwaar zich bijna geen, of wel zeer zwak
ijs vertoonde. Een dier kinderen en wel hec vierjarig knaapje
van den smid Aldeweireldthad het ongeluk daarin te val
len de drie overige te weinig besef hebbende om hulo te
roepen bleven op den dam schreijende staan toen eindelijk
een an er jongentje uit de stad daar voorbij passecde en
den d:enkeling met den dood zag,.worstelen-* deze liep^spoe-
tig terug en vertelde dit aan den timmerman C. Mallet, welke
eeist mei een ladder toesnelde, doch daarmede geen kans
tot redding ziende, dadelijk eene lange lat ging halenwaar-