MIDDEL® U® GS CHE
C O
bmêi
ii,
f&è
N°. 22.
Donderdag
1840.
20 Februarij.
BESTUREN en ADMINISTRATIE*.
iüïcbcvlattbdcltc i$atibc I~itla.it öcïiajïjjij.
NI EUWSTIJ DINGEN.
Shiitsclilanb.
toonde hem dien, „"kSfe"
©fooi-fipittanje.
Xraaftrijfc.
fdclqie.
HtbcclanDcn.
De tialatigen in de voldoening hunner aanslagen het Ste
delijk Middel der Lantaren-Gelden enz., 1839, betreffende,
worden bij dezen laatstens aangemaand tot voldoening van
hetzelve, en zulks uiterlijk vóór het einde dezer maand,
ten einde de bij de Wet voorgeschrevene vervolgings-midde-
len voor te komen.
Middelburg, den 8 Februarij 1840.
De Collecteur van voorschreven Middel,
DE TROIJE Nz.
De DIRECTIE maakt bekend, dat door haar zullen ge
veild worden, te AMSTERDAMop Donderdag den 27 Fe
bruarij 1840:
37,650 Kranjangs en Kanassers). ctti/co i- j
1,208 ZakkenJava SUIKER, liggende
89 Kistenj aldaar'
4,238 Kranjangs en Kanass. Dito Dito, Iigg. te Dordrecht.
954 Dito Dito, Iigg. ie. Middelburg.
Waarvan de Noticien met de Veil-conditien in tijds zullen
worden uitgegeven.
Amsterdam, den 25 Jannarij 1840.
VAN DER HOUVEN, President.
KOOYDirecteur, fungerend Secretaris.
De COMMISSIE onder de Zinspreuk: LOON FOOR
WERKheeft besloten, een exemplaar van de Algemeene
Bepalingen voor hare Inrigting rond te zenden bij alle die
Ingezetenen, welke haar door inteekeningen of giften onder
steund hebben. Terwijl zij op deze wijze aan dezelven
een hlijk van hoogachting geeft, vertrouwt zij tevens dat deze
maatregel dienstig zijn zal, zoo wel ter juiste beoordeeling
harer handelingenals om de belangstelling in hare Inrigting
levendig te houden.
Mogt onverhoopt iemand der geregtigden geen exemplaar
ontvangendie gelieve zulks van een der Leden te vragen.
De Commissie voornoemd,
Namens dezelve,
A. M. CRAMER, President.
H. REKKER, Secretaris.
BERLIJN den 13 februarij. Sedert acht dagen bevindt
de vorst-bisschop van Breslau de heer von Sedlinskizich
alhier en woont de zittingen van den staatsraad geregeld bij.
Men zegt, dat andermaal over de wetten op de gemengde
huwelijken waarvan vroeger reeds zoo veel gesproken
werdwordt beraadslaagden dat men ten dien opzigte den
raad en het inzigt van den vorst-bisschop die der verstan
dige bedoeling der regering steeds getrouw gebleven isbij
zonder in aanmerking zou nemen. Men zou intusschen om
trent dat punt reeds veel met Oostenrijk hebben onderhan
deld daar men gaarne in deze wetgeving met die regering
zou willen overeenstemmen. Ook daartoe is de heer von
Sedlinski de regte man doordien zijn bisdom zich tot in
Oostenrijksch-Silezie uitstrekt.
Het door verschillende Duitsche dagbladen verspreidde
gerucht, dat de viering van het vierde eeuwfeest der boek
drukkunst in de Pruissische Staten zou verboden zijn is
van allen grond ontblootveel eer bestaat er hoopdat die
feestviering ook in deze hoofdstad zal worden veroorloofd
en men slechts het daarvoor ontworpen programma eenigzitts
wil veranderen.
Op den 21 januarij 11., toen het zoo vrecsselijk storm
de kwam een reizigerwiens rijtuig onderweg gebroken
was, te Kudersdorfnabij Frankfort aan den Oder, en klopte
aan het huis van een' inwoner aan daar in het dorp geen
voegzaam logement was. De nog kortelings gehuwde huis
vader ontving den reiziger gastvrij doch de man gevoelde
zich ongesteld en begaf zich vroegtijdig te bed. Des ande
ren daags morgens wilde de gastheer zijnen gast roepen om
te ontbijten doch vond hem overleden. Terstond gaf de
huisheer daarvan kennis aan de regering en ook aan den
zoon van den gestorvene, die in eene veertig mijlen van
Kudersdorf verwijderde landstad woonde, werwaarts zich de
vreemdeling had willen begeven. Op den tweeden dag na
zijn overlijden werd de vreemdeling op het dorps kerkhof
mlra" e beste'd* Daags daaraanvolgende kwam de zoon
dankt rpn(.M°SC e" "a den Sas^,eer vo°t de zorgen be
llij mar p e" den overledene had bewezen vroeg
mj naar eene som van .1. t
mdat hij ontdekte dat de vreemdeling dood was, in tegen
woordigheid zijner vrouw en huisgenooten deels -esloten
deels verzegeld had. Men doorzocht alles, doch de 0000
th. waren niet te vinden; alleenlijk vond men in de porte
feuille 1900 th. aan papier, welke som als bloot reisgeld
veel te groot voorkwam, en verdenking wekte. In stilte liet
de zoon des overledene policie-beambten uit Frankfort aan
den Oder komen, en deze lieten het lijk weder uitgraven,
en men vond aan hetzelve sporen van vergiftiging. De gast
heer nam een daartoe geschikt oogenblik waaren hing
zich in zijn vertrek op. Nu werd er gestrenge huiszoeking
gedaan, en men vond in de kleederen der 23jarige vrouw
van den huizeeene predikants-dochter, 2000 th.
FRANKFORT den 14 februarij. Bij besluit van den 10
dezer heeft de koning van Hanover de algemeene stenden-
vergadering van het koningrijk tegen den 19 maart weder bij
eengeroepenten einde te beraadsiag -n over een nieuw ont
werp van grondwethetwelk huw d*en einde zal worden
voorgelegd.
Naar men uit Rome, van den 3 schrijft, had de her
tog van Bordeaux den 1 dezer een afscheidsgehoor bij den
Paus gehaden dacht hij den 5 naar Florence te vertrekken.
Hij moet door den H. Vader zeer minzaam ontvangen zijn.
De kardinaal-staats-secretaris even als andere hooge geestelij
ken hadden den hertog hunne opwachting gemaakt. Veel
opspraak had te Rome verwekt eene poging tot moord op
een der meest geachte prelatendoch welke gelukkig ver
ijdeld was. In eene der zalen van de groote bibliotheek
van het Collegio Romano was voor eenige dagen brand
ontstaan waardoor omstreeks duizend boeken en eenige
handschriften vernield werden.
Het gerucht wint meer en meer veld, dat eene nieuwe
huwelijks-verbindtenis tusscben de huizen van Orleans en Sak-
sen-Coburg op het tapijt zou wezen naardien prins August
Louis Fictor van Saksen.Coburg kapitein bij de Oostersche
ka vallei ieen broeder van prinses Fictoria die aan den her
tog van Nemoers verloofd ismet prinses Clementine twee
de dochter van den koning der Franschen in het huwelijk
zou treden.
Officiële berigten uit Peters burg behelzen belangrijke
bijzonderheden omtrent den togt der Russen naar Chiwa. Ge
durende den marsch is een gedeelte dezer troepen den 30
decemberdoor den vijand in hunue verschansingen aangeval
len maar heeft dien met groot verlies teruggeslagenzon
der meer dan 5 man te verliezen. De laatste tijdingen liepen
tot den 6 januarij wanneer de expeditie de gunstigste voor-
uitzigten op een goeden uitslag had.
LONDEN den 15 februarij. In Ierlands hoofdstad Du
blin is de algemeene illuminatie, bij gt'.cgznheidvan bet hoo
ge huwelijk, allerprachtigst geweest, en het scheen of dien
dag de partijen welke dat land verdeelen hare onderlinge ge-
schillen voor de vreugde van het oogenblik vergeten hadden.
Gisteren zijn in de beide parlementshuizen adressen van
ge ukwensching aan de koningin hoogstderzelver gemaal en
r«rpm^ t,ëe "1° erbij gelegenheid van Hr. Ms. huwelijk,
munirin feW en" In het laSerhuis is daarna de wet op de
pa e corporatien in Ierland, met 149 tegen 14 stem-
e"«"- Si' P>» e andeten be-
ec ter het maken van eenige aanmerkingen voor
wanneer over de derde lezing zou worden beraadslaagd,
an nog meer gewigt in de tegenwoordige omstandigheden is
et es uiten vorigen dag in het lagerhuis doorgegaan.
Met 182 tegen 272 en dus met de meerderheid van 1 o stem
menis toen namelijk het voorstel van den heer Merries
goedgekeurddat de staat der inkomsten en uitgaven van
verscheidene takken van financieel bestuurgedurende het vo
rig jaar 1839, en de raming daarvan voor het loopend jaar,
met name dien der geconsolideerde fondsen, aan het huis
voorgelegd zouden worden. De heer Merries toonde in het
breede aan hoe gedurende de drie laatste jaren een te kort
bestaan had, dat 1111 reeds tot 2 inillioen 678,000 p. st. was
opgeloopen en hoe het te vreezen stond dat het geheel te
kort, bij het slot van 1840, bijna 6 millioen p. st. bedra
gen zou vooral wanneer men de mindere opbrengst der brief
porten in aanmerking nam. De kanselier van den exchequer
de heer Baringheeft te vergeefs getracht de finantiele
maatregelen der ministers te verdedigen.
Volgens berigten uit Oost-Indie hebben de Engelsche
troepen aldaar eene nieuwe, maar bloedige zegepraal bevoch
ten. Ten gevolge der vroegere gebeurtenissen in dat gewest
was tot de onttrooning van Mehrab khan van Khelatdie
zich hoogst vijandig jegens de Engelschen betoond had, be
sloten. Een korps van 1200 man heeft, den 13 november,
khelat en de citadel stormenderhand ingenomen in de verdedi
ging van welke laatste de khan en zijne voornaamste krijgs
oversten, met het zwaard in de hand, gesneuveld zijn, ter
wijl zijne troepen een zwaar verlies in dooden hebben gele
den. Van de zijde der aanvallers zijn 138 man gesneuveld
of gekwetst.
De togt der Russen naar Chiwa, van welken men alge
meen geloofde dat hij zich tot Bokarah en Herat zou uit
strekken maakte de bevelhebbers der Engelsche troepen op
versterking der regementen bedacht.
Omstreeks het midden van november heeft te Madras
een verschrikkelijke orkaan gewoed waardoor bijna 20,000
menschen omgekomen en 60 ter reede liggende schepen ver
gaan zijn.
De nadere berigten die men thans wegens de jongste
gebeurtenissen in China heeft, bewijzen dat de vijandelijkhe
den die aan den mond der rivier van Canton tusschen twee
Engelsche oorlogschepen en eene geheele vloot van Chine-
sche oorlogsjonken hebben plaats gehad, van eenen ernstigen
aard zijn geweest. Men berekent dat 900 Chinezen door het
kanonvuur der Engelsche schepen gedood of gekwetst zijn
geworden. Er heerschte onder de Engelschen ten gevolge
van dit gevecht, veel ongerustheid over bet lot van sommi
gen hunner landgenootendie zich in de magt der Chinezen
bevonden.
PARIJS den 15 februarij. Sedert eenige dagen vindt men
in ouze voornaamste bladen artikelen, die aan het bestaan
van eene verkoeling tusschen den Russischen gezant en ons
ministerie doen gelooven.
Uit Metz schrijft men, dat aldaar iaatsten tijd
eenige militaire voorzorgen genomen zijn, die, zoo men
meent, het voorkomen eener nieuwe poging tot stoornis der
rust van de zijde van Lodewijk Bonaparte ten doel hebben.
Men wil, doch dit klinkt vrij onwaarschijnlijk, dat die prins'
thans in Duitschland bij de Fransche grenzen rondzwerft.
Uit Mas-de-las-Matas het hoofdkwartier van Espar-
teroin Arrngon schrijft men van den 2 dezer: De her
stelling van Cabrera is thans niet twijfelachtig meer. Heden
wordt, zoo als uit eene overal en ook hier verspreidde pro
clamatie blijkt, in al de aan zijn gezag onderworpene steden
en plaatsen een Te Deum gezongen. De klokken worden ge
luid, en men kondigt allerlei openbare vermakelijkheden aan.
Daaronder behoort een stierengevecht, waarbij, zoo men
zegt, Cabreradie voor een uitmuntend matador doorgaat,
voornemens is als zijne gezondheid dit toelaatin persoon
te strijden. Men maakt zich de tegenwoordige werkeloos
heid van de troepen der koningin ten nutte, om op alle
punten, waar later krijgsverrigtingen moeten plaats hebben
magazijnen van levensmiddelen op te rigten."
BRUSSEL den 15 februarij. Prins Ferdinand xan Sak-
sen-Cobnrg en deszelfs dochter, prinses Fictoriazijn den
14 dezer alhier gearriveerd, en den volgenden dag heeft de
baron de Bussierrein plegtige audiëntie, de hand dier vor
stin voor den hertog van Nemours gevraagd.
Een onzer bladen meldtdat het bataillon grenadiers
hetwelk in de stallen van het paleis des Prinsen van Oranje
te Brussel kazerneerde, dezelve verlaten heeftdat ook het
artillerie-park t welk op het binnenplein stondvervoerd
wasde in die stallen gemaakte zijduren waren weder toegemet-
seldenz. Dit alles was geschied, aangezien de Prins van
Oranje zijn verlangen had te kennen gegeven, dat zijn palels
weder in den vorigen stand, zoo als het in 1830 was, her
steld werd.
In twee der Belgische bladen, den Luikschen Politique
en den Brusselschen Indépendantvindt men hevige artike
len tegen het algemeene verlangen, dat zich thans in de
westelijke provinciën van Belgie openbaart, om het Vlaamsch
weder als landtaal ingevoerd te zien. Met de uiterste min
achting spreken die bladen van het Vlaamsch hetwelk zij
voor eene soort van boeren -patois uitkrijten. Zij meenen
dat de Walen in Luikerland daar met evenveel regt de in
voering van hunnen tongval als landtaal zouden kunnen vor
deren, als de Vlamingen die van het Vlaamsch. Indien
men dan zeggen deze bladen met zoo vele woorden vol
strekt eene officiële taal wil hebben dan ware het duizend
maal beter, om in plaats van een tongval dien niemand meer
gebruikt, het Hoilandsch daarvoor te kiezen, hetwelk niets
anders is dan het meer beschaafde oude Vlaamsch."
sGRAVENHAGE den 15 februarij. Dezer dagen heefc
Z. Exc. de directeur van oorlog de navolgende circulaire
aan de gouverneurs der provinciën gezonden
Het heeft Z. M. behaagd mij te magtigen, om dadelijk,
nadat de door hoogstdenzelve bevolen egalisatie der vrij
willigers bedoeld bij mijne aanschrijving van den 5 dezer
no. 19, zal zijn tot stand gebragt, de vereischte bevelen
uit te vaardigen, dat alle de miliciens van de ligtingen van
1838 en 1839, thans in active dienst bij de korpsen infan
terie, onverwijld in het genot van groot verlof worden ge
steld.
Dien ten gevolge heb ik goedgevonden te bepalen
1. Dat, zoodra de egalisatie der vrijwilligers, invoege
als bij mijne hic-voren aangehaalde depeche voorgeschreven
zal hebben plaats gehad, de veld-bataiilons op de hoogst-
mogelijke sterkte en ten minste op die van 250 260 vrij
willig aangeworven soldaten zal worden gebragt.
2. Dat alle de vrijwillig aangeworven soldaten die bij
de school.compagnien zijn gedetacheerd met uitzondering
van de vrijwilligers, dingende naar den rang van officier,
naar hunne respectieve compagnien zullen worden terugge
zonden, ten einde daarbij weder dienst te doen,
3. Dat daarna alie de miliciens van de ligtingen van 1838
en 1839. de zonder loting ingelijfden alleen uitgezonderd
in het genot van groot verlof zullen worden gesteld.
4. Dat, wanneer het, in het een of ander garnizoen in
verhouding tot de aliernoodwendigste behoefte van de dienst
niet mogelijk mogt worden geacht, alle de miliciens'der twee
genoemde ligtingen dadelijk en gelijktijdig met groot verlof
te zenden, alsdan voorloopig zooveel miliciens der laatst-
gemelde hgting onder de wapenen zullen mogen worden ge
houden als volstrekt noodzakelijk zal worden bevonden,
in welk geval de plaatsvervangers daarvoor allereerst zullen
moeten worden gedesigncerd.
5. Dat de bij mijne aanschrijving van den 20 januarij 11.
no. 19, gegeven voorschriften, opzigteliik bet vertrek met
groot verlof van een gedeelte der miliciens van 1838, voor