MIDDELB URGSCHE C O E A'JV T.'y>ifl!: Ji: 123. Zaturdag 14 October 1837. Dez ,4»» 1 f.t^l't De GEDEPUTEERDE STATEN der Provincie ZEELAND Brengen bij deze ter kennis van allen die zulks zoude mogen aangaan Dat de Provinciale Staten bij Hun-Ed. Groot-Achtb. resoliuie van deti 6 Juiij 1837, hebben gearresteerd, en door Zijne IVIajesteit, bij besluit van den i September jongstledenno. 8q. is goedgekeurd het navolgende REGLEMENT op de OVERZET-VEREN IN ZEELAND. Art. I. De overzet-veren binnen deze provincie zullen niet anders mogen worden bediend, dan volgens het, voor ieder veer, onder got»» keuring van Gedeputeerde Staten vast te stellen reglement. 2. De eigenareti der onderscheidene overzet-veren binuen deze pro vincie zullenieder voor het hem toebehoorende veerdoor tusschen- komst van het Plaatselijk Bestuur, en, indien dezelve hierin in gebreke blijven, de Plaatselijke, Besturen waaronder die veren behoorenbinnen drie maanden na de publicatie van dit reglement, aan Gedeputeerde Staten inzenden jo. Het tarief der overzet-geiden voor personen en goederen, om aan Zijner Majesteits goedkeuring te worden onderworpen. 2°. Een bijzonder reglement, waarbij, behalve de algemecne voor schriften aan de veerlieden te geven zal moeten worden bepaald a. De soort en grootte der vaartuigenwaarmede de veren respec- tivelijk zullen worden bediend b. Het getal personenh.ecwelk met iedere soort van vaartuig mag worden overgezet; c. Het getal manschappen, waarmede ieder vaartuig bij het over zetten moet worden bevaren. Welk reglement niet dan na door Gedeputeerde Staten te zijn goedge keurd ter executie zal mogen worden gelegd. 3. Niemand zal als veerschipper mogen worden aangesteld dan die den ouderdom van 25 jaren heeft bereikt, van een goed burgerlijk gedrag is, én als kundig schipper of stuurman bekend staat. 4. De knechts, welke bij het overzetten als schippers fungeren, zul len den ouderdom van 20 jaren moeten hebben bereiktterwijl de overige dienstdoende knechts of jongens niet jonger mogen zijn dan 16 jaren. 5. Indien de aard van het veer en de soort van vaartuigen in hetzelve gebezigd, of andere bijzondere omstandigheden, ten dezen eene uitzon dering noodzakelijk deden achten, wordt het aan Gedeputeerde Staten vrijgelatenhieromtrentna verhoor van de betrokkene Plaatselijke Be sturen dispensatie te verleenen. 6. De aanstelling der veerschippers en van de als schippers funge rende knechts geschiedt door de daartoe geregtigden, onder goedkeuring, van Gedeputeerde Staten. Indien de eigenaren der overzet-veren In gebreke blijven de noodige «anstellingen te doen, zal het Plaatselijk Bestuur voorloopig inde waar neming van het veer voorzien, en, na verloop van drie maanden na het ontstaan der vacature, de aanstelling onder goedkeuring als boven doen. 7. De veerschippers zijn verpligt hun veer in persoon te bedienen of door een of meer als fungerend schipper geagreëerde knechtste doen bedienen, zoodanig dat nimmer zal mogen worden overgezetdan door hén of een als fungerend schipper geagreëerde knecht. 8. De veerschippers zullen eenen bij de reglementen te bepalen borgtogt moeten stellenwaarop de door hen geVncurreerde boeten en zoo noodig, de kosten van herstel der vaartuigen zullen kunnen wor- den verhaald wordende aan Gedeputeerde Staten overgelaten om, in bijzondere omstandighedenden bedoelden borgtogt niet te doen vor mleren. 9. De veerschippers kunnen wegens wangedrag of herhaalde klagten over de bediening van hun veer, door de Plaatselijke Besturen in der- 'zelver bediening worden geschorstvoor den tijd niet te boven gaande ZM weken, en op derzelver voordragtdoor Gedeputeerde Staten wor- Tién Ontzet; 10. Behalve de invoege voorschreven aangestelde veerschippers, zal niemandzonder toestemming der geregtigden in een bestaand over zet-veer mogen varen of reizigers afhalen en overbrengen. 11. Indien echter bij het in art. 2 bedoelde reglement is bepaald, <iat de veerschipper slechts op bepaalde dagen zal overzetten zal het aan ieder vrijstaan op de andere dagenwaarop de veerschipper niet vaart, over te,zetten zoo de veerschipper zulks niet verkiest te doen of afwezig is. 12. De veerschuiten zullen aan de binnenzijde, bij het roer, de na- «nen van de gemeenten of plaatsen tusschen welke het veer bestaat, ni zwarte olieverwmet letters ter grootte van ten minste 50 strepen op eenen witten grond moeten voerenen zoo er meer dan eene schuit in het veer wordt gebezigd zullen dezelve daarenboven met een volg nummer onderscheiden worden. 13. De veerschuiten zullen jaarlijks in de maand Mei, ten koste der veerschippers, door een of meer voor ieder district, door Gedepu teerde Staten aan te wijzen scheeps-timmerlieden worden onderzocht die van hunne bevinding proces-verbaal zullen opmaken volgens daar van door Gedeputeerde Staten te geven modelhetwelk aan het Plaat selijk Bestuur zal worden ingezonden. 14. Indien de vaartuigen en het daartoe behoorende want en zeilen •n behoorlijke orde worden bevondenzal hiervan door den keurder een bewijs in duplo worden afgegevenwaarvan een bij betj Plaatselijk "estuur zal blijven berusten en het andere door hetzelve aan den schipper zal worden uitgereikt. 15- Indien de vaartuigen geacht worden herstelling noodig te heb- "^ij zal de keurder dezelve bepaaldelijk in het proces-verbaal opge- J'f) en het Plaatsetijk Bestuur den veerschipper gelasten, dezelve mnen eene maand te doen bewerkstelligen en bij nalatigheid daarin f" koste van den veerschipper doen voorzien inmiddels zorgende dat et net gebrekkige vaartuig niet worde overgezet, en dat in de dienst 0..". noodig door een ander geschikt vaartuig worde e dubbele Courant wordt voor den ^e-wonen prijs uitgebleven. ^ootïicn. 16. Na de gedane herstel.ii.g zal het vaartuig andermaal moeten worden onderzocht, en in orde bevonden zijnde, door den keurder daarvan het in art. 14 bedoelde bewijs in duplo worden afgegeven. 17. Geene vaartuigen zullen Li eenig overzet-veer mogen worden gebezigd, welke niet in voege voorschreven zijn gemerkt en gekeurd met uitzondering van die, welke krachtens het slot van art. 15 tijde-' lijk in dienst worden gesteld. 18. De veerschippers mogen geene meerdere vracht vorderen dan bij- het tarief voor ieder veer is bepaalden zijn verpligt des gevorderd quitaiitie van het betaalde te gevenwanneer dubbele of driemaal vracht is gevorderd. 19. De veerschippers moeten dadelijk, wanneer zich reizigers aan- meWenvertrekken en zijn verpligt indien wind tij of jjsgang zulks verhinderen des gevorderd daarvan aan de reizigers eene schriftelijke verklaring te geven. 20; Zij mogen op geene andere plaatsen dan aan de veerplaats aan leggen tenzij bij onmogelijkheid of met toestemming der reizigers indien bij de afvaart de onmogelijkheid te voorzien is moeten zij de reizigers daarvan vooraf waarschuwen. 21. Wanneer zij de reizigers aan schorren of .slikken aanzetten, zul len zij dezelve, des gevorderd, tot aan den naastbij gelegen dijk of gebaanden weg moeten geleiden, 22. Zij zullen de reizigers met bescheidenheid moeten behandelen, en dezelve, mitsgaders derzelver bagagie. aan en van boord helpen, en voor de vrachtgoederen behoorlijk zorg dragen. 23. Wanneer de veerschipper vertrokken iszal de veerschipper van de overzijde aankomendeverpligt zijn de bij het veer aanwezige reizigers dadelijk over te zetten, en zulks tegen uitkeering der hal ve vracht aan den schipper van het veer, of zoodanig bedrag van dezelveals bij het bijzonder reglement inogt zijn bepaald. 84. De toegangen naar de veren en de plaatsen, waar de veerschui ten af- en aanvaren zullen steeds in goede order moeten onde; houden worden. 25. Indien bijzondere eigenaren van veren hierin nalatig mogten zijnzullen zij door Gedeputeerde Staten hiertoe worden aangeschre venen indien hieraan aiet wordt voldaan, op derzelver last door het Bestuur der plaats, waar het veer gevestigd is, ten koste der eigenaren, daarin worden voorzien. Zullende de in dier voege te makene kosten echter in geen geval, het bedrag van tvee jaren pacht of revenu van het veer kunnen te boven gaan. 26. Wanneer daaromtrent bij de bijzondere reglementen geene of geene andere bepalingen zijn gemaaktzal Bij storm, en na zons-ondergang tot een uur vóór zons-opgang, de vragtbij de tarieven bepaaldworden verdubbeldworden de als stormweder aangemerkt, wanneer de molens welke zigthaai^ ztjn met gereefde zeilen malen, en bij ontstentenis van dezelve, of wanneer die siil staanter beslissing van het hoofd des Plaat selijk Bestuursin geval van verschil. b. Bij ijsgangde vracht driemaal gevorderd mogen worden. c. Nimmer meer dan driemaal de vracht mogen gevorderd worden terwijl de veerman, bij zwaren storm of ijsgang, niet kan verpligt worden om over te zetten, wanneer hij zulks gevaarlijk acht, des noods ter beslissing van het hoofd van het Plaatselijk Bestuur. d. De vracht voor het vertrek moeten betaald worden en in alle geval geen dubbele of driemaal vracht mogen gevorderd worden zoo de veerschipper den reiziger, voor het vertrek, daarvan niet heeft verwittigd. e. Voor kinderen beneden vier jaren niets en voor kinderen van vier tot tvaalf jaren halve vracht betaald worden. f. Wanneer de vracLtgelden naar het meerder of minder getal perso nen zijn getarifeerdde medegaande brievenmaal voor een per soon worden gerekend en zullen militairen en kinderen welke halve vracht betalen als halve personen bij de berekening der vrachten worden aangemerkt. g. De overvaart van armen en behoeftigen moeten worden bewerk stelligd op vertoon van een bon van het Bestuur hunner woon plaats, door hetwelk de vracht, op aanvrage van het Bestuur der plaats van waar de overvaart is geschied, zal moeten worden vol daan. Door de Besturen gezorgd worden datonvermogendenwelke van geene zoodanige bons zijn voorzien worden overgezet, het geen gratiz door de veerschippers zal moeten geschieden, zoodra andere reizigers of de brievenpost moeten worden overgezet, be houdens terugvordering van de vrachtten behoeve van den schipper, van het Bestuur der woonplaats door dat der overvaart. Onder de vracht begrepen zijnhet aan boord brengen en aan wal zetten der bagagie mits niet meer dan 25 gg voor ieder reiziger wegende. 27. Een exemplaar van dit reglementzal aan lederen veerschipper bij zijne aanstelling door het Plaatselijk Bestuur, te zijnen koste, wor den uitgereikten in het veerhuismet een exemplaar van het bijzon der voor ieder veer vastgestelde reglement, en het laatste bewijs van keuring moeten voorhanden zijn, en aan de reizigers, die zulks verlan gen, ter inzage moeten worden gegeven; terwijl het voor ieder veer vastgestelde tarief in het veerhuis gedrukt of duidelijk geschreven voor ieder zigtbaar aangeplakt, zal moeten worden gehouden; zullende voorts in ieder veerhuiseen door het hoofd van het Plaatselijk Bestuur geparapheerd register moeten voorhanden zijn, waarin de reizigers de klagtenwelke zij omtrent de bediening van het veer mogten hebben zullen kunnen aanteekenen, waartoe hun pen en inkt zal moeten wor den verstrekt. Dit register zal telken drie maanden aan het hoofd van het Plaatselijk Bestuur moeten worden vertoond. 28. De overtredingen en Verzuimen van de bepalingen van dit regle ment, zullen worden gestraft als volgt: De overtredingen van art. 7 en 10 met eene boete van ƒ50, of ze- ven dagen gevangenis; van art. 17 eri 18, onverminderd de teruggave van het te veel gevorderde, met eene boete van /as, of vier dagen gevangenis; van art, 19, 20, 21 en 27 met eene boete van ƒ15, of %'.r'

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1837 | | pagina 1