N°. i48. MIDDELBURGSCHE C O ft A N T» v. v^'v - V Donderdag Burgemeester en wethouders der stad middelburg herinneren bij deze een iegelijkwien zulks zoude mogen aangaan aan de in de Bekendmaking van den 25 September 1820 voorkomende Policie-Verordeninghoudendedat des avonds ntl en des morgens vóór Poortklokluiden de Abdij niet mag worden ingereden dan van den kant van het Koorkerkhofen niet mag worden uitgereden dan naar den kant der Balans. Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 8 December 1834. Burgemeester en Wethouders voornoemd, H. DU BUISSON BECIUS L. P. Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtbaren PASPOORT VAN GRIJPSKERKE. Lid van den Raad waarnemend Secretaris. De AGENT van den ALGEMEENEN RIJKS-KASSIER te Middel burg, adverteert, dat zijn Kantoor met den 16 dezer zal geplaatst zijn op den Dam, in deHuizinge Letter N. No. 19, en dat hetzelve zal ge opend zijn dagelijks (Zon- en Feestdagen uitgezonderd) van des voor middags 10 tot des namiddags 2 uren; Zullende de toegang tot het Kantoor aan de achterdeur, uitkomende in de Molstraat, zijn. Middelburg, den 10 December 1834. MIRANDOLLE. De ONTVANGER van de Centrale Directie des Eilands WALCHE REN maant bij deze de achterstallige Belastingschuldigen van de Wa ter- en Dijkpenningen over het loopende jaarten ernstigste aanoin hunne verschenen termijnen ten spoedigste, ten zijnen Kantorete komen vol doen zullende hij anderzins verpligt wezen de nalatigen hiertoe inge volge de wette noodzaken vermits de dienst van het Eiland eene naauwkeurige invordering noodzakelijk maakt. Middelburgden 26 November 1834. IS AAC LUTE YN, Adsistent. De COMMISSIE tot uitdeeling van SPIJS aan Minvermogenden te Middelburgzal, op Donderdag en Vrijdag den 11 en 12 December aanstaande, van elf tot één uur, in haar gewoon Lokaal, vaceren tot afgifte der Kaarten aan de Inteekenaren. Middelburg, 8 December 1834. Namens de Commissie voornoemd, H. du BUISSON BECIUS Secretaris. Middelburg, 10 December 1834. De COMMISSIE ter voorziening in den nood der Armen en Behoef- tigen heeft het genoegen dankbare melding te kunnen maken van de ont vangst der aan haar overgemaakte bijdragen, te weten: Den 2 dezer, van K. P. f 52. Den 9 dito, van J. C. f 52, van L. f 100 en van NN. twee Coupons RuslandNo. 283 6112442, it/so ieder; en hedenvan A. Z. 20. Namens de Commissie voornoemd DIRK APPEL, Secretaris. Bij den ondergeteekenden ten wiens huize de lijst der inteekening ten allen tijde is te bekomenzijn, in de collecte van II. Zondag-avond voor het Bijbel-Genootschapontvangen eene gift van twintig Gulden eene dito van vijf Gulden en nog eene dito van twee Gulden. JVIiddelburg9 December 1834. W. N. LAMBRECHTSEN Thesaurier. NIEUWSTIJDINGEN, fiolen. WARSCHAU den 38 november. Men weet, dat Z. M. de keizer van Rusland en koning van Polen, toen hoogstdezelve zich laatstelijk in onze nabijheid bevondweigerde om deze hoofdstad te bezoeken. Gisteren echter werd Warschau door de lang gewenschte komst van Z. M. verblijd. Van eene digt opeen gedrongene volksmenigte omge ven begaf zich de monarch naar de citadelbezigtigde dezelve en keerde vervolgens naar de paradeplaats terug, waar hoogstdezelve de aldaar geschaarde troepen in oogenschouw geliefde te nemen. Hierop ging de keizervergezeld van den veldmaarschalk prins van Warschau naar het kasteel, vereerde aldaar de gemalin van den stadhouder met een bezoeken begaf zich vervolgens naar het paleis Belvedere. De opgetogen ingezenen van Warschau omringden het rijtuig, waarmede de doorluchtige monarch zonder eene bedekking rondreed en vervulden de lucht met hun gejuich. Op Belvedere behaagde het Z. M. de gene raals den Russischen bisschop alsmede de katholijke bisschoppen en de leden van het bewind en den staatsraad te ontvangenen vertrok daarop 's avonds om 8 uren over Praga naar de Nieuw-Georgien-vesting (Modlin). De gansche stad was 's avonds verlicht. 2Duii0c(tUnb. FRANKFORT den 5 december. Men spreekt te Berlijn van eene nieuwe bijeenkomst van den keizer van Rusland en den koning van Pruis- sen, tegen het aanstaande voorjaar, bij welke gelegenheid eene inspectie van Russische en Pruissische troepen bij Kalisch op de grenzen van Polenzou gehouden worden. ^frankrijk. PARIJS den 6 december. In de vergadering van gedeputeerden van heden heeft de heer Thiersminister van binnenlandsche zaken in eene redevoering welke meer dan twee uren heeft geduurd de gevoelens van het ministerie voor de kamer en de natie bloot gelegdwaarbij hij omtrent het beginsel der politiek van het ministerie, heeft verklaard, dat zij allen voorstanders waren van hetgeen men de omwenteling noemt, die van 1789 dagteekent en in 1830 haar beslag heeft gekre gen; doch dat zij zulks waren met mate en wijziging, zelfs zoo, dat zij niet schroomden zich de ministers van den tegenstand of eener be houdende staatkunde te noemen. Deze redevoering is met aandacht gehoord, doch dikwijls door de leden der oppositie afgebroken, De heer de Talleyrand is gisteren in deze hoofdstad aangekomen. 11 December 183E ilcbctlanbeu. MIDDELBURG den io december. Té Amsterdam is dén C dezêf overleden in den ouderdom van 54 jaren de wegens zijne diepe regts- kennis en geleerdheid in geheel Europa beroemde Amsterdamsche advo caatmr. J. D. Meijer, ridder der orde van den Nederlandschén Léenw; en van het Fransche legioen van eer, mét wélke laatste orde hij eerst zeer onlangs was begiftigd geworden. Uit 's Gravenhage den 5 dezer wordt gemeld: Dezer dagen heeft hier voor de correctionele regtbank eene zaait gediend die van de onbegrijpelijke onbeschaamdheid van den béruehteil Libry Bagnano getuigd heeft; een ambtenaar van hét departement van justitieop eene verregaande wijze dobr Libry Bagnano gelastérdhad zich tot hein begeven, om hem bewijzen voor zijne lasterlijke aantijgin gen af te vragen en schijnt bij die gelegenheiddoor nieuwe tergende béleedigingen van dén kant van Libry Bagnanoin drifc geraaktetl hem een glas naar het hoofd géworpen te hebbenwaaruit eene Ugtë verwonding is voortgevloeid. Libry Bagnano heeft niet geschroomd dadelijk eene aanklagt in te brengenen zich daardoör wederom open lijk alle die onaangehamé waarheden te zién voorhouden die bij zijn onlangs proces met den boekverkooper Lejeune zoo veel gerucht gemaakt hebbenf Libry heeft bij deze procedure andermaal de twee vonnissen van Fransche hoven moeten hooren voorlezenwaarbij hij achtervolge lijk eerst tot tijdeiijkenen déarna tot levenslangen dwangarbeid en brandmerk veroordeeld is J en ditmaal las hém zelfs de béklaagtie het proces-verbaal van ekeCutie voor, waaruit bleek, dat hij werkelijk dé straf van tepronkstelling en brandmerk ondergaan had. Bovendien deed de beklaagde opmerken, dat Libry sedert eénigen tijd de gewoonte had van zijdelings te kennen te geven dat hij met hooge ambtenaren hier té lande in betrekking stond en daarvan herhaaldelijk brieven oncving. Dit waren zeide de ambtenaar, zoo vele boosaardige verzinseléri van Libry die zich overigens wel zou wachten den eenigen brief te laten lezen dien de minister van justitie hem ooit geschreven had, namelijk, een marginaal antwoord op eén voorstelhetwelk Libry de onbeschaamde stoutheid had gehad aan den heer van Maanen te doeri en hétwélk tot niets minder strekte, dan om hem, Libry Bagnanoaan het hoofd van zes tot dat einde op vrije voéten gestelde rasphuis-boevennaar Brus sel te zenden, om vorst Leopolddóór sluipmoord, om het leven te brengen een voorstel dat natuurlijk door den Nederlandschen minister mee afschuw en verontwaardiging is van de hand gëwezen. De beklaag de is door de regtbank in eene boete van f 3 verwezen. Lt'brj Bagnano wil, zegt men te Amsterdam eenen Fratischen boekhandel beginnen." Den 5 dezer hebben te Brussel in den schouwburg, bij de ver tooning van Moltere's blijspel Tartufe groote ongeregeldheden plaats ge had daar de jeugdige toeschouwers met een vervaarlijk geweld alle toe spelingen ten nadeeie der geestelijkheid toejuichten. Dit niet alleen maar toen de woorden uitgesproken werden Wij leven onder eencn vorst, die een vijand is van bedrogvolgda op het handgaklop vnri cenige wei nigeneen verdooyend gefluit. Na de represencatie heefc de menigte nog op de plaats voor den schouwburg schromelijk geraas en getier te gen de geestelijken aangeheven en eerst na de aankomst der militairen is de rust hersteld'geworden. De troepen zijn den ganschen nacht on der de wapenen geweest. Ook den 6 heeft er groote opschudding in den schouwburg plaat», gehad. Te Gent is het niet veel beter. Door de Belgische dagbladen is dezer dagen gemélddat de minister de Meulenaerein de zitting der vertegenwoordigers van den 1 dezer op eene aanvrage van den heer Dumortierom ophelderingwegens dé maatregelen welke het Belgisch bestuur nemen zoude tegen de krach tiger aangenomene houding van Holland, heeft geantwoorddat htm ko ning in zoodanig gevalde medewerking der kamer zoude inroepen.- Het Belgisch dagblad l'Industrie maakt te dezer zake de volgende aan merkingen onder den titel van V" T r V ■p' \v 1Iluit»1t. VERLEGENHEID VAN HET BELGISCH GOUVERNEMENT, Het antwoord door het ministerie van buitenlandsche takenin de zitting def- kamer van afgevaardigden van den 1 dezer, op de aanvrage van den heer J)umor- tier gegeven, is alles behalve voldoende. Verre van de ongerustheid der natieovef hel onzekere van eenen oorlog met Holland, tc verdrijven, heeft hetzelve bijzonder gestrekt om die te vermeerderen. De verlegenheid van ons gouvernement blijkt juist uit deszells pogen oin die te verbergen en men bemerkt duidelijk dat de schrik nog groot er is in het veld der gezagvoerders, dan in dat der burgerlijke aanhangers van het koningschap der barrikaden. Te vergeefs had de iiatiohale vertegenwoordi ging, gedurende veertien dagen, eene overlegde stilzwijgendheid in acht genomen, ten einde alzoo gerustheid en kalmte over den tegenwoordigen toestand van België te vertoonen dit stilzwijgen deed maar te meer haren angst en de moeilijkheid vail haren toestand verraden; men zag, dat zij geslingerd door de vrees om ontmoedi ging, bekommering en ongenoegen te doen ontstaan, het geschilpunt niet durfde aan roeren. Een vrij levendig gemor dwong haar intusschén om zich te verklaren; doch hiertoe kwam zij eerst nadat zij hare maatregelen genomen hadonl liet kwaad té vermijden dat zij met regt dnchtle Tot dat einde werd besloten, dat er eene.een voudige aanvrage aan den minister van buitenlandsche zaken zou worden gedaan; dat er geeneriei tegenwerping opzijn antwoord, hoedanig dat ook wezen mogtzoude vol gen, en dat er dadeiijk eene andere zaak op Het tapijt zou worden gdbragt, ten ein de de aandacht der vergadering cii der tribunen af te leiden. Dit zijn de ware beweegredenen van het gemeene comedie-spel geweesthetwelk in de zitting van den 1 dezer, onder de ongen der natie is vertoond; eene nieuwe manoeuvre onzer priester-regering, die, tiende dat hun het gezag stond tc ontsnap pen hetzelveten minste nog eeflige oogenblikkendoor middel van logên en be drog zoeken te behouden. a Het is de aandacht niet ontgaan hoedanig onze afgevaardigden zich t>ij deze gele genheid gehaast hebben om maar te eindigen: het scheen of zij op glueijende kolen stonden. Niet een hunner is opgestaan om die uitleggingen te vragenwelke het gewigt der zake gebiedend vorderde; zoo vreesden zij allen, dat deze verklaringen van dien aard zouden zijn, dat de toestand des lands zich in deszclfs treurige naakt heid zoude vertoonen. Wat zijn de zaken veranderd! Toen onze gcdeputeeideit van de hulp van Frankrijk en Engeland verzekerd waren, daverde de spreekplaats onophoudelijk van hun getier over de noodzakelijkheid om met Holland eens af te rekenen met een aan vermetelheid grenzend vertrouwen op de magt en tus- schenkomst van vreemden, dreigden zij op eene brutale wijze, om den strijd te zul-< len eindigeh; thans, bevreesd en lafhartig, gevoelen zij slechts hunne omnagt,.en pogen die tc verbergen. a De zoo korte aanspraak van den minister van buitenlandsche zaken heeft eene waarheid ontdekt, die uien reeds vermoedde: te weten, dat üelgie niet meer dan op zich ïelrc moet vertrouwen. Want hoedanig anders, bij eene tegenoverstaande stel— „ling, het zeggen van onzen minister verklaard: Indien Holland zijne wapening

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1834 | | pagina 1