MIDDELBURGSCHE V COURANT. N". 129. Divgsdag JS1EÜWSTIJ DINGEN. (S tr<5 ot irittim j c. iücberlanbeti. 28 October 1831. IONDEN den 22 octohcr. Men verneemt met leedwezen dat verschei - Jdene aanzienlijke handelhuizen, zoo in deze hoofdstad als in andere plaatsen hunne betalingen geschorst hebben. De schuld van een der eersten wordt op tusschen de 60 en po duizend ponden sterling begroot. Het gisteren voortgezet onderzoek naar de oorzaken van den brand der parlements-huizen heeft eene wending gekregen die de algemeene nieuwsgierigheid naar den uitslag daarvan verdubbelt, daar namelijk ze kere heer Hall da verklaring heeft afgcleird dac hij donderdag avond ten .■.w. Uiui jüiiuuiiguiiiu, nat ruim honderd Engelsche mijlen van Lon den af ligtin verscheidene gezelschappen had hooren verhalendat het Huis der gemeenten tot den grond toe was afgebrand. Behelst die ver klaring waarheiddan zou zij het reeds bijna verdwenen vermoeden van opzettelijke brandstichting versterken. De commissie spaart geene moeite tot ontdekking der waarheid. Intusschen verdient het opmerking, dat genoemde getuige een der kagchel-fabriekantcn is, aan wien de levering van en het opzigt over de kagchels in de beide huizen was opgedragen. Te Ramsgate is gisteren een openbare maaltijd gegeven ter eere van den hertog van IVellingtondie door de aanzienlijksten der stad werd bijgewoond, en waarbij ook tegenwoordig waren kapitein Parievlietvan het Hollandsch koopvaardijschip de Factoryvan Rotterdam naar Bata via, dat ten gevolge van het ruwe weder in die haven binnengeloopen is', benevens ook de kapitein Bouwmeesterhet bevel voerende over een detachement troepen aan boord van dien bodem. De aanwezigheid dier gasten is door den hertog op eene zeer vleijende' wijze opgemerkt ge worden, daar hij zijn genoegen uitte, van, zoo als hij zich uitdrukte, een officier aan tafel te zien, in dienst van een souvereindie een bond genoot van Engeland was en voor wiens persoon on familie hijwegens hunne menigvuldige deugden, de grootste genegenheid betuigde. Hij ver klaarde dien souverein in omstandigheden gekend te hebbenin welke zijn bijstand van het uiterste belang voor Engeland wasen hij hoopte ernstig, dat weldra de redenen uit den weg geruimd mogten worden, die de oorzaak zijn van den onaangenamen toestand waarin beide landen jegens eikanderen thans verkeeren. De berigten uit Lissabon loopen tot den 11 dezer. Alles was er rustig en het leger betoonde eene zoo grootc verknochtheid aan het be stuur der koningin, dat dom Mij;nelzoo hij al pogingen mogt aanwen- ,den om zijn gezag te herkrijgenalthans op geen bijval van de militairen schijnt te kunnen hopen. 's GRAVENHAGE den 23 october. In de zitting van de Tweede Kamer der Scaten-Generaal van heden is ontvangen een koninklijk be sluit van gisteren gedagtcckcndwaarbij dc heer d'E'scury uit het den Koning aangeboden drietalbenoemd wordt tot voorzitter van de Kamer gedurende de tegenwoordige zittingwelke heer dadelijk zijne betrekking met eene aanspraak heeft aanvaard. Van wege Z. M. is ingekomen eene nieuwe voordragt van het eerste en tweede boek van het wetboek van koophandel. Door Zijne Exc. den minister van finantien isbij het aanbieden der begrootings-wetten over 1835, eene aanspraak gehouden, welker inhoud hoofdzakelijk hierop nederkonu Edel Mogende Ileeren, het tijdstip is weder daar, op hetwelk ik, ter vervulling onzer grondwettige pligtennamens den Koningaan U Edel Mog. de begrootings-wetten moet open leggen, door welke de dienst over 1835 kunnen verzekerd worden. Het is zoo, de staat kundige stand van zaken is nog weinig veranderden indien de overtui ging mogt zijn toegenomendatondanks alle aangewende pogingen de einding van de geschillen waarin Nederland reeds zoo lang gewik keld isnog niet is aangekomendan is tevens door de regering te meer erkend de behoefte0111 de binnenlandsche aangelegenheden zoodanig te regelen, dat het volk van Nederland steeds het meeste vertrouwen moge stellen in de regeringen daardoor de regering in staat stelthet hoofd in de hoogte te houden en de eer en waardigheid van Nederland te handhaven. Men heeft dan ook getrachtditmaal niet zoo zeer de inkomsten naar de uitgaven op te voerenmaar veeleer omgekeerd de laatsten tot de eersten te beperkenen dus eene begrooting voor te dragen waarvan de uitgaven door de bestaande middelen niet alleen volkomen gedekt, maar zelfs.sommige lasten eenigzins verligt worden. De vorm der voorgedragene wetten stemt in met dien welke door U Edel Mog. in de afgeloopene zitting is verlangd, en de regering heeft gemeend, dat gelijke omstandigheden gelijke middelen zouden wettigen. Daarom behoeft dezelve geene bijzondere opmerkingen. Tot de zaken overgaande, zal ik drie algemeene beschouwingen doen voorafgaan. De eerste betreft de gedeeltelijke aflossing der 5 pet. effecten bij vroegere wetten bepaald. De regering heeft gemeend, die aflossing nog niet te moeten voordragen daar het grootboek niet geacht kan worden geslotenmaar veeleer vatbaar te zijn voor verwisselingen en onvermij delijke aanvullingenen dus aan den eencn kant eene schuldvernietiging zoude tot stand gebragt worden welke aan de andere zijde met eene schuldvermeerdering zoude gepaard gaan weshalve deze voordragt ge voegelijk tot een later tijdstip kan worden verschoven. De tweede betreft het syndikaat, hetwelk wordt belast met de beta ling der 5 pet. rentenwelke ultimo december dezes jaars verschijnen. De verpligtingdat Belgie eenmaal deze schuld zal moeten voldoen blijft bij de regering volstrekteljjk vastgesteld maar de weigering tot derzelvcr voorloopige voldoening zou strijden met het belang en het ge vestigd vertrouwen van Nederland en om dezelve af te doendoor het opleggen van nieuwe lasten aan de natie zou ondoelmatig zijn. Het blijft dus raadzaam om het syndikaat daarmede alsnog te belasten. De derde betreft het voorgedragene totaal der uitgaven, hetwelk negen en veertig en een half millioen is zijnde vier en een half millioen bene den de voordragtin de vorige zitting gedaanniettegenstaande de ver meerdering der renten door de sedert 1830 opgenomen kapitalen. Hierna gaat Z. Exc. over tot de beschouwing der sommen voor de verschillende hoofdstukken uitgetrokken en na alle de deelen van uit gaaf overzien te hebben, tot de beschouwing der middelen om die uitga ven te bestrijden. Zijne Exc. geeft te kennen, dat de hoofdsom der grondbelasting de zelfde was gebleven als het vorige jaarde opcenten daarentegen zijn van 12 op 7 teruggebragt. De hoofdsom zelf wordt over de gewesten omgeslagennaar de uitkomsten der kadastrale werkzaamhedenzooda nig echterdat de toepassing op die gewestenwelke daarbij behooreu verligt te wordenvoor het geheelen voor de zoodanigenwelker con tingenten zouden moeten worden verhoogd slechts voor de helft plaats jaaijuot lc gumoet ie komen aan ontstane bezwaren en ver- toogen omtrent eene algemeene toepassing van het kadaster. Ten opzigte van het personeel stelt de regering eene vermindering voor van 5 opcenten, en dezelve dus terug te brengen tot 25 opcenten, wenschende dat de omstandigheden zullen toelaten, om later deze aan vankelijke verligting verder uit te breiden. Van de patentende accijn- sen, met uitzondering van het gemaal en van het collectief zegel des wege, van het regt van registratie en verdere indirecte belastingen zul len even zoo vele opcenten geheven worden. Alle deze middelen gelijk ook de in- en uitgaande regten en de posterijen, beantwoorden volko men aan het doel en zullen het geheel der raming blijven wettigen. De uitkeering der Oost-Indische bezittingen was met één millioen vermeerderd. De wetten, betrekkelijk de interessen en de aflossing der schuld wa ren de weerklank van de bepalingen der vorige begrooting, en behoef den geene ontwikkeling. Z. Exc. nogmaals op de voldoening der 5 pet. renten met ultimo december aanstaande verschijnende, terugkomende, verklaarde, dat het niet tot zijne taak behoorde te onderzoekenhoe lang het syndikaac nog zal kunnen verpligt worden met de voldoening van dezelve; maar dat dit moest overgelaten worden aan eene toekomstwelke met ver- trouwen op den Almagtigen behoorde te worden te gemoed gegaanein digende Z. Exc. zijne aanspraak in dezer voege Zoo ben ik dan aan het einde mijner rede en heb ik mijne taak vol- bragtmaar welke zal nu de slotsom zijn van mijne overwegingen De- 2edat bij al de woelingen der volkenbij al het onregtdat gepleegd wordt, ons aanzien en onze waardigheid behouden zijn gebleven. Laat ons dan aan niets anders denken dan aan het heil des Vaderlandswant welk ander doel kan iemand onzer zich voor den geest stellen, dan hei geluk van dat land en dat volk welks naam en roem wij aan de nage slachten wenschen over te brengen. Laten wij ons dan met den Koning en de Natie verblijdendat wij te midden der omwentelingen van andere landen Zijn Staande gebleven niet alleen maar niets hebben verloren van de bestanddeelen van een vrij en onafhankelijk volk." Men wil, dat, ten gevolge van geopperde bedenkingen door een der heeren gouverneursdoor den minister van finantien is te kennen gegeven geworden, dat, krachtens de wet op het personeel;' de land lieden hunne belastingvrije paarden niet mogen gebruiken ten behoeve van aannemers van publieke werken, bij voorbeeld tot het vervoeren van aardspeciennoch tot het aanvoeren van bouwstoffen bij het opbouwen of herstellen van kerken en andere gebouwen niet behoorende aan de eigenaars der paardenzonder voorafgaande aangifte der paarden in de 5de klasse. MIDDELBURG den 27 october. Door den breeden kerkeraad der Mederduitsche Hervormde gemeente alhier, is uit het bekende twaalftal iredikantenhet volgende zes- en drietal gestemd Zestal: DD. J. Overmante SchiedamA. Slotenmakerte Maassluis; 'V. Ternooy Apelte Vlissingen G. Steen'tof, te Oude water J. Krot» te Willemstad en J. E. de Hoogtte Nederlangbroek. Drietal: DD. A. Slotenmaker, IH. Ternooy Abel en .7, Overman. - Ook hier ter stedeen wel in den tuin van het klein schuttershof, vindt men thans een dubbel gewaszijnde een zestal peeren. Men meldt ons uit Arnemuidcn den 25 dezer: Gisteren werden de stormvlagen herhaaldelijk door onweersbuijen tfgewisscldwaarvan de meescen zich slechts in de verte lieten hooren, ioch omstreeks half zeven uren trok zich boven dit plaatsje eene vrees- ielijke bui te zamen, die zwaar beladen en zeer laag hangende was, ko- nende uit het N. N. W. en naar het Z. Z. O. afdrijvende, welke in ha ren voorbij togt alhier drie allergeweldigste ontladingen heeft afgege ven waarvan eene eenen boomin eene weideeven beoosten de wal- icnheeft getroffenvan boven tot benedenter breedte van een palm en ter dikte van eenen halven palm, de bast en een gedeelte van hec liout heeft weggerukt, de spaanders in verschillende rigtitigen vier en meer ellen heeft verspreid, eene zwarte streep op den boom heeft na gelaten, doch geen spoor in den grond, noch ook eenig ander ongeluk feeft veroorzaakt." Er zijn geene nadere verontrustende tijdingenomtrent de scha lendoor de jongste stormvloeden, aan de zeeweringen dezer pro- incie toegebragtingekomen dan welke reeds zijn bekend. Ten aan ren van die, door den storm van den 17 en 18 dezer in het vijfde dis- riet veroorzaaktkunnen wij berigten dat ook de dijkagien aldaar veel ebben geleden, zoo zelfs dat op vele plaatsen de dijken rónd de Een- iragt en Huisens polders tot in derzelvcr kruin zijn weggeslagen en men eel vrees voor eene doorbraak had door buitengewone pogingen heeft ren echter zulks tegengegaan, en thans zijn de dijken zoo veel mogelijk egen oogenblikkelijke verdere schaden behoed. Men meent te wetendat door ons bestuur eene nieuwe verbale ota aan de drie Noordsche mogendheden is ingeleverdwaarin de loop er onderhandelingen nopens de geschilpunten met Belgie zou zijn nage- aan de handelwijze onzer regering verdedigd, en aangetoond dat zijvan are zijde, alle middelen had uitgeputom tot een gewenscht einde van aken te komenterwijl gemelde mogendheden zouden zijn uitgenoodigd m pogingen tewerk te stellen, ten einde eene hervatting van de zittin- en der conferentie te Londen en eene afdoening onzer zaken tot stand e brengen. Ook de Engelsche dagbladen gewagen van deze zaak.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1834 | | pagina 1