N-. 78. y A MIUDELBURGSCHE ^pifF COUBAN T. Dixgsdag 3l®C 1 Jülij 18344 Bij deze Courant behoort een Bijvoegsel.) De prijs dezer Courant is, in de drie maanden2 50 en franco per Post 2 j 75. De Advertentien worden berekend a 25 Cents de regel, met uitzondering der Huwelijks-, Geboorte- en Doodbekendmakingenwaarvan de prijs van 1 tot 6 regels is 1 50, en voor iederen regel daarboven 25 Cents. De abonncihcnten Voor de Cduraitt worden voor niet minder dan drie maan den aangenomen, en de betaling geschiedt comptant, of bij het einde yfett ieder vierendeel jaars. De inzending der Adverteritieit behoort te geschieden des morgens vóór 10 uren, indien men dezelve in,het eerst uit të geveri No; verkiest geplaatst te hebben* Dezelve moeten niet op zegel geschreven worden, alzoo alleen het regt van zegel wordt betaald. Op Donderdag den 3 Julij 1834 zullen, door de Centrale Directie des Eilands Walcherenonder nadere goedkeuring van het Departement Van Binnenlandsche Zaken en in tegenwoordigheid van den Inspecteur van den WaterstaatHoofd-Ingenieur in de Provincie Zeelandin het openbaar en met inbegrip der daaraan benoodigde materialen, worden aan besteed de hierna volgende werken als 1 I. De herstelling van het Noordwestelijke gedeelte van den Westka- pelschen Dijk tusschen de Paalhoofdenop Raai No 92 en 95 (Keizers en Kruishoofden). II. De herstelling van het weggeslagen gedeelte aan de Zee-einden van de Stakethoofden No 94 en 95. III. Het plaatsen van een nieuw Stakethoofd aan den Zuidelijken hoek van den Westkapelschen Dijk ter plaatse van het Zuidwaarts Hoofd. IV. Het vernieuwen van een gedeelte ontramponeerd Staketwerkaan de West-Watering, tusschen het zoogenaamd Nollen-en Groothoofd. V. Herstelling van het bovenste gedeelte Staket en Dijkprofilaan de Noord-westelijke zijde van het Bolwerkshoofd 'aan de Zuid-Wate ring. VI. De Brikbestorting van den onderzeeschen Oever van den Katten- Polder aan de Oost-Watering, benevens eenige voorziening aan den Oever op een ander gedeelte dezer Watering aan den hoekde zoogenaamde Val. En zal voorzeide besteding geschieden des namiddags ten 5 urenaan het Locaal der voornoemde Directie in de Abdij te Middelburg, eerst in genoemde Perccelenen daarna in massa bij inschrijving en opbod waarvan aanwijzing zal gedaan worden gedurende 3 dagen vóór en op den dag der bestedingen de Conditiën ter lezing liggen aan het Mini sterie van Binnenlandsche Zaken te 's Gravenhage ter Griflie van Wal cheren, in de Abdij te Middelburg, en bij den Commies der vijf Am bachten te Westkapelle; terwijl nadere informatien te bekomen zijn bij den Opper-Commies van het voorschreven Eiland. De Minister van Binnenlandsche Zaken VAN DOORN. fhifclicatic» BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MIDDELBURG, Hoofdplaats van de Provincie ZEELAND. Brengen ter kennisse van de ingeschrevenen voor de Schutterij van dit jaar, dat de Commissie, welke ingevolge art. 15 der wet van n April 1827, op de Schutterijen, voor dit jaar binnen deze Gemeente is za- mengesteld tot het onderzoeken van en beslissen omtrent de redenen van vrijstelling en uitsluiting, derzelver zitting zal beginnen op het Raad huis dezer Stad, op Woensdag den 9 julij aanstaande, des voormiddags ten half tien uren. Wordende overigens dezulkenwelke vermecnen redenen van vrijstel ling of uitsluiting aan de Commissie te kunnen voordragan, indachtig ge maakt, op de navolgende bepalingen van Z. M. besluit van 28 Junij 1828 dus luidende Art. 9. Geene vrijstelling of uitsluiting van den dienst zal mogen wor den verleend aan personenwelke in de art. 3 en 4 der wet niet wor den opgenoemd of die zich in de daarbij omschrevene gevallen niet be vinden. Art. 10. Aan personen die voorgeven met ziekten of gebreken behebt zijnzal geene vrijstelling worden verleend op vertoon van attesten maar zullen de zoodanigen worden onderzocht door den Genees- en Heelkundige bij de Commissie. Hij die buiten staat is voor de Com missie te verschijnenzal in zijne woning moeten worden onderzocht. Art. 11. De onvoorwaardelijke vrijstelling, op grond van ziekte of ge breken zal alleenlijk mogen worden verleend op grond van de zooda nige welke in het reglement op het onderzoek der manschappen bij onze beschikking van den 15 Januarij 1821 no. 59 vastgesteld, worden op genoemd als voor den dienst volstrekt buiten staat oi een volstrekt of betrekkelijk onvermogen tot den dienst daarstellende naar welke laatste de Commissie vooral met bijzondere oplettendheid onderzoek zal doen zij die bij Nommerver wisseling in dienst tredenmoeten in alle opzigten gezond zijn en vrij van alle gebreken. Art. 12. Als Geestelijken bij de onderscheidene gezindheden, en als Studenten inde godgeleerdheid, zullen allééu worden vrijgesteld die ge nen welke als zoodanig volgens de verordeningen op het stuk der Nati- onale-Militieregt op vrijstelling van dezen dienst hebben. Ter bekoming van deze vrijstelling, zullen dezelfde bewijzen moeten worden overgelegd welke voor de vrijstelling van den dienst der Nati- onale-Militie worden gevorderd. Art. 13. De onvoorwaardelijke vrijstellingen vermeld in art. 3 der wet sub lit. egh, k, l en m, zullen alleenlijk mogen worden Verleend, ingeval de belanghebbenden de volgende bewijsstukken overleggen als e. De Hoogleeraren en Lectoren aan de Hooge Scholen Athene» en Seminariahet besluit of de acte van aanstelling of benoeming als zoodanig. g. De uit den dienst van den Staat te Land of ter zee, eervol ontsla gene of gepensioneerde Officierenhet eervol ontslag of de acte van pensioen. h. De Officieren, eervol uit de Schutterij ontslagen wegens verande ring van woonplaats het besluit van ontslag. Je. De broeder van hemdie reeds in persoon en voor zich zelve bij de Schutterij dient; behalve een schriftelijk bewijs van dezen dienst, door den Kommandant der Schutterij af te geven, een schriftelijk bewijs van het Plaatselijk Bestuurdat de dienende broe der met hem bij zijne ouders inwoont. Die aangesteld zijn voor den dienst den uacht- of brandwachten en der brandspuiten; een schriftelijk bewijs deswege van het PlaktSèa lijk Bestuur. m. De lijf- of huisbediendeneen certificaat van den Persoon bij tlréi- ken zij als zoodanig dienstbaar zijngecertificeerd door het Plaat selijk Bestuur. Zij die voortdurend uit Armenkassen bedeeld of in de Aritieii Gestich ten opgevoed en onderhouden worden; eene schriftelijke en dbör het Plaatselijk Bestuur gecertificeerde verklaring van Bestuurders der Gestich ten, houdende, waarin de bedeeling bestaat, eri sedert wanneer en op welke tijdstippen dezelve genoten is. Art. 16. Die genen welke voor de Commissie van onderzoek niet opa komen zullen gehouden worden geene redenen van vrijstelling te hebben envoor zoo verre zij dienstpligtige nommers getrokken hebbende niet vallen in de termen van art. 3 der wet, sub a, b, c, én m en van art. 4zullen zij bij de Schutterij worden ingelijfdblijvende het hun evenwel vrij om hunne redenen tot vrijstelling in een volgend jaar te doen gelden. En eindelijkdat zij welke vermeenèn mogtenop grönd van art* 86 der wet, aanspraak te kunnen maken op finaal ontslag, derzelvër reclames bij de Commissie moeten doen gelden, met overlegging vaneen Extract uit het Stamboek der Schutterij waarbij zij hebben gediend/ En opdat niemand hiervan onkundig zijzal deze worden gedrukt afgekondigd en aangeplaktmitsgaders in dezer Stads Courant geplaatst/ Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 27 Junij 1834. Burgemeester en Wethouders voornoemd B IJ L E V E L D. Ter ordonnantie van dezelven, VAN PANHUIS. MEU WSTIJ Ó1NGEN. SJuitsdtlattb. FRANKFORT dert 25 junij. Uit Weenen den 16 junij meidt men dat al de conferentie-ministers de terugreis uit die stad hadden aange nomen. De zittingen der conferentie waren door den vorst von Metter- nich met eene zeer merkwaardige redevoering besloten/ Voorts verze kert men, dat bij de beraadslagingen eene voorbeeldelooze eenstemmig heid geheerscht heeft. Hadden wij (aldus drukt zich de schrijver van een in een zeer geacht Duitsch dagblad medegedeelden brief uic Weenen uit), aan de volken van Duitschland eenen raad te geven dan zouden wij hun toeroepenVertrouwt op uwe regeringenzij zullen de afzonderlijke belangen met die van het algemeen vereenigenrust en eendragtden zekersten weg tot bekoming eener welbegrepene vrijheid handhaven want de raadgevers der vorsten die wij hier van nabij ge zien hebbenzijn onbevooroordeelde weldenkende mannenvol van liefde voor het vaderland, op desze'lfs gë'iük bedacht, en huime hooge roeping waardig." Men verzekert, dat de graaf von Miinch-Bcllinghausen die tot dus verre als afgevaardigde van Oostenrijk met het voorzitterschap in de bonds-vergadering bekleed is geweest, door den keizer tot vice-staats- kanselier aangesteld is. Als deszelfs opvolger alhier wordt genoemd de heer von Wagemanuthans opper-hofregter van Bohemen en voorheen president van de. door de bönds-vergadering aangestelde centrale com missie. Uit Zurich den 21 junij meldt men, dat de deputatie, die den koning van Sardinië begroet heeftuit Chambèry was teruggekeerd.- De beide afgevaardigden hadden kostbare snuifdoozen ontvangen. Om trent hetgeen zij verrigt- hadden was nog niets bekend gemaakt. Er loopt een gerucht, dat de Russische, Oostenrijksche en Pruis sische gezanten bevel zouden ontvangen hebben Zwitserland te verlaten. Bijzondere brieven, te SChalfhausen uit het Badensche aangekomen zeg gen dat er bevelen aan de grenzen zijn ontvangenom geenerlei koop waren meer in de Duitsche Bondstaten töe te laten/ ja zelfs den door voer haar Rusland en Pruissen te beletten. Men schrijft uit Ahrweiler, van den 19 dezer i De wijngaarden staan hier en in het geheele Ahrdal In vollen bloeien zijn in de bij zonder gunstig gelegen plaatsen ten gevolge van de tegenwoordig voor den wijnstok zoo uitermate voordeelige weersgesteldheid reeds volko men uitgebloeid. De wijnbergen hebben zulk een gezond aanzienals men in vele jaren niet beter heeft opgemerkt, hetgeen aan den laatst- vorigen zoo buitengemeen zachten winter moet worden toegeschreven in welken de ranken niet het minste van de hun gewoonlijk schadende koude'hebben geleden. ©roöt-ïj eiltau\c. LONDEN den 25 junij. D® koning is hersteld van zijne onpasselijk heid en heeft gisteren met de koningin een muziekfeest in de Westmun ster-abdij bijgewoond, In het hoogerhuis is, op voordragt van den graaf van Malmesburfy. de billwaarbij aan de Joden dezelfde burgerlijke regten worden toege staan, die de overige onderdanen van Z. M, ^önieten met 130 tegen 38 stemmen verworpen. Men schijnt het plan te hebbenom de werkzaaamheden aan den Tunnel te hervatten althans eergisteren heeft eene commissie uit de be langhebbenden vergezeld van den ingenieur Bruneioen onderhoud met lord Althorp hierover gehad; De brieven uit Lissabon van den 9 dezer behelzen bijzonderhede» omtrent het vertrek der beide pretendenten uit Portugal. Dom Miag.fi schijnt bij zijne aankomst te Sines in den morgen van den 1 dezqr |ér naauwernood aan de woede des volks ontsnapt te zijn, dat hem mea 1 steenen wierp, zoo dat een der paarden van zijn gevolg gekwetst raak-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1834 | | pagina 1