N°. 70.
MIDDE LBURGSCHE
COURANT.
Donderdag:
12 Juny i83i.
53ckcubmafci»<j.
^chnttcrin iSc&cnbmaktng.
NIEUWSTIJDINGEN.
©troot-Smttaujc.
ilcbedattfem.
y
Burgemeester en wethouders der stad middelburg.
brengen bij deze ter kennisse van een iegelijk dien zulks zoude
mogen aangaan dat de KERMIS of JAARMARKT dezer Stad zal aan
vangen op Dingsdag den 22 Julij aanstaande, des middags ten 12 uten,
als wanneer dezelve door het spelen der klokken zal worden aangekon
digd en dat dezelve zal voortduren tot middernacht van den 5 Augustus
daaraanvolgende.
Dat geene Bedelaars, Dobbelspelers, Horoscooptrekkers, Loterijspe
lers Kwakzalvers of Draaiborden zullen worden toegelaten.
Dat de Kooplieden of Vertooners van openbare Vermakelijkheden hunne
Kramen en Tenten niet anders vermogen op te slaan dan op zoodanige
plaatsen als daartoe op hun verzoek, zullen worden aangewezen door
den Controleur der Plaatselijke Belastingen als belast met het toezigt
over de invordering van het Marktgeld, door wien deswegens de noodige
advertentien zullen worden gedaan.
En eindelijk, dat de zoodanigendie begeeren publieke Vertooningen
te doen of Bals en Vauxhalls te geven, hiertoe van Burgemeester en
Wethouders permissie zullen moeten verzoekenna alvorenseven als
de Kramers en Kooplieden ten Kantore van den Heer Ontvanger der
Directe Belastingen alhier, gevestigd in de lange Noordstraat, Lett. L.
No, 185 te hebben voldaan aan de verpligtingenwelke bij de bestaande
verordeningen op het Regt van Patent ten hunnen opzigte zijn voorge
schreven.
En zal deze worden afgekondigd en aangeplakten wijders in dezer
Stads-Courant geplaatst.
Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 5 Junij 1834.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
B IJ L E V E L D.
Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtbaren
VAN PANHUYS.
Loting voor. den jare 1834.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MIDDELBURG,
gelet op art. 11 van Zr. Ms. besluit van den 21 Maart 1828,
Brengen bij deze ter kennisse van alle degenen welke daarbij belang
hebben
1. Dat de Alphabetische Naamlijst van alle de Personen die aan de
Loting van dit jaar voor de Schutterij dezer Gemeente moeten deelne
men, ter inzage van een iegelijk zal liggen op het Raadhuis dezer Stad,
van heden tot en met Zaturdag den 21 dezer, (de Zondag uitgezonderd)
des voormiddags van 9 tot 12 uren, ten einde een ieder in staat zoude
zijn, om, ingeval hem op die Lijst eenige Personen of omstandigheden
mogten voorkomen die op dezelve nog zouden behooren te worden aan-
geteekend of daarvan moeten worden weggelaten zulks ter kennis te
brengen van de Commissie welke bij de Loting tegenwoordig zal zijn.
2. Dat de tijdwaarop voorschrevene Loting zal plaats hebben is
bepaald op Vrijdag den 27 dezer, des morgens ten io uren.
3. Dat de Loting zal plaats hebben op de Boven-Voorzaal van het
Raadhuis.
4. Dat almede bij de Loting zullen moeten tegenwoordig zijn ten
einde tot eene Naloting te worden toegelaten, alle Personen, vallende
inde jaren der Schutterij, welke uit andere Gemeentensedert de laatste
inschrijving, in deze Gemeente zijn komen inwonen, en buiten de ter
men van dienstpligtigheid zijn gebleven. Eti ten
5. Dat niemand tot de Loting zal worden toegelaten, dan de ingeschre
venen zelve, of derzelver Gevolmagtigdenten weiken einde zij zoo-
wel als derzelver Gemagtigden voorzien zullen moeten zijn van een
Oproepings-biljet, hetwelk ieder hunner van wege het Stedelijke Bestuur
zal worden te huis bezorgd.
En ten einde een iegelijk biervan kennis drage, zat deze worden ge
drukt, afgekondigd en aangeplaktmitsgaders in dezer Stads-Courant
geplaatst.
Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 9 Junij 1834.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
B IJ L E V E L D.
Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtbaren,
VAN PANHUYS.
De ADMINISTRATEUR van *s Rijks Schatkist in ZEELAND adver
teert, dat van af Maandag den 16 dezer, ten zünen Kantore en bij de
respectieve Ontvangers hunner Standplaatsen, de Traktementen aan's Rijks
Ambtenaren, over het 2de Kwartaal 1834, zullen worden uitbetaald.
Middelburg, den ia Junij 1834. De Administrateur voorn.,
P. P O U S.
Mön is voornemens, op Zaturdag den ei Jtinij 1834, ten Raadhuize
van OOST LURG aan te besteden bet maken en plaatsen van drie Nieuwe
Ramen in gemeld Raadhuisbenevens eenig verder Timmer-Metsel-
en Schilderwerk aan de Stads Gebouwenalles volgens bestek en voor
waardenter Secretarie ter lezing liggende.
LONDEN den 7 junij. Gisteren hebben de afgetredene ministers
hunne zegels aan den koning overgegeven; hebben de nieuw benoemden
den eed in handen van Z. M. afgelegd, en van hoogstdenzelven de ze
gels ontvangen.
Twee honderd dertig duizend belijders van de Engelsche episco
pale kerk, meest hoofden van huisgezinnen, hebben een adres aan Z. M.
aangeboden, waarbij zij de handhaving van de regten en voorregten der
bestaande kerk verzoeken. Een afschrift van dat verzoekschrift is door
eene deputatie aan den aartsbisschop van Canterbury aangeboden. Met
hetzelfde oogmerk worden er vergaderingen te ExeterBristol en op
audere plaatsen gehoudenen een aantal in dien geest gestelde verzoek
schriften is bij het parlement reeds ingekomen.
Lord Londonderry heeft in het hoogerhhis aan lord Crey eenigë
ophelderingen gevraagd wegens het traktaat met Portugal, waaromtrent
vele en vreemde geruchten in omloop zijn, zoo als onder anderen, dat
bij een artikel daarvan bepaald wordt, dat dom Pedroslechts gedurende
eenen' zekeren tijd aan het hoofd van het Portugesche bestuur kan blij
ven en hij dit artikel niet heeft willen ratificeren. De eerste minister
heeft dit alles voor sprookjes verklaard en gelegd dat bij de ratificatie
van wege Portugal bij toeval een verzuim had plaats gehad, dat vati
geen belang wasen waarbij geene der bepalingen van het traktaat wa.
ren verkort, doch het noodig gemaakt had de stukken ter verbetering
naar Portugal terug te zenden. Vóór het eind der zitting zou hij de
papieren ter tafel van het huis brengen; de ratificatien van Engeland
waren slechts provisioneel tot dat de misslag hersteld zou zijn.
Den vorigen avond heeft de marquis van Lansdowne in het patleüient
verzekerd, dat dom Miguel aan boord van een Engelsch oorlogsschip is.
Uit de laatste berigten van Lissabon blijkt, dat er een aanslag op
het leven van dom Pedro gedaan is. Naar Ramalhao, een koninklijk
lustslot bij Cintra, rijdende, zijn twee schoten op hem gelost en is eeti
kogel in ztjne koets gevlogen zonder hem te raken. De daders waren
niet bekend ook scheen men bet gebeurde geheim te willen houden.
Dom Pedro heeft eene amnestie uitgevaardigd voor alle staatkundigö
misdaden na den 31 julij 1826 gepleegd, mits de schuldigen zich bin
nen de tweemaal 24 uren na het publiekmaken van dit besluie, bij dö
publieke autoriteiten vrijwillig aanmelden om daarvan gebruik te maken;
Men verneemt, dat dom Miguel omtrent 17000 pond st. 's jaars ont
vangen zalen beloofd heeft zich niet meer met de zaken van Portugal
te bemoeijen noch naar het schier-eiland te zullen terug keeren.
LONDEN den 8 junij. In het huis der lords heeft vrijdag eene al
lerbelangrijkste beraadslaging plaats gehad. Bij gelegenheiddat de graaf
van Wiklow een afschrift vroeg van den last, aan de koninklijke com
missie tot onderzoek van den staat der kerk van Ierland gegevenwerd
door verscheidene lords en bisschoppen de vrees geuitdat het wezenlijke
doel van dien maatregel zijn zou, den eigendom of het inkomen der be
staande kerk te besnoeijen ten voordeele der Roomsch-Katholijke kerk
of der andere gezindheden dat den ondergang der Protestantsche kerk
in dat land ten gevolge zou hebben. De ministers Grey Lattsdowne en
Rrougham hebben voldoende aan het huis bewezen dat niets van dien aard
werd beoogd dat men eeniglijk door die commissie tot eene ware kennis
van den toestand der Iersche kerk, als mede van het godsdienstig en zedelijk
volks-onderwijs wilde geraken, en zoo erna ruimschoots in de behoef
ten der geestelijkheid voorzien te hebben, nog gelden overbleven, diö
doen strekken tot bevordering van de opvoeding des volks daarmede beant
woordende aan het ware doelwaartoe die inkomsten aan de kerk waren
verleend. De gevraagde papieren zullen aan de vergadering overgelegd
worden.
Bij het gouvernemenc is tijding ontvangendat het bestuur van
Portugal, handelende in naam en ten behoeve van dona Mariabesloten
heeft de eilanden van Madera en Porto Santo in staat van blokkade te
stellen.
In de jongst ontvangene Nieuw-Yorksche dagbladen leest men het
volgende
Wij ontvangen zoo even het berigt eener zonderlinge operatiewelke
doctor Mott aan eenen kleermaker uit Essex-street heeft doen ondergaan,
namelijk het uithalen eener slang uit de maag van een mensch. Deze
persoon heet Frederik IViiliams. Ongeveer acluien maanden geleden
terwijl hij zich te Jamaica bevond, dronk hij water nit eene bron
waarin hij, onder aan, onderscheidene kleine slangen opmerkte, die een
of twee duim lang waren. Zes maanden daarna begon hij eene romme
ling in zijne maag te ontwaren, en na verloop van eenige dagen scheen
het onderste gedeelte van dit ingewand eene ongewone ontwikkeling aan
te nemen. Te gelijker tijd werd zijn eetlust zoo groot, dat hij genood
zaakt was ten minste vier of vijf malen eiken dag sterk te eten. Deze
toestand duurde eenige weken lang voorttot dat hij zich eensdaags de
omstandigheid der bron herinnerde, aan welke hij in Jamaica gedronken had.
Doctor Mott werd geroepen en stelde voorde slang uit te snijden
doch iViiliams wilde zich aan deze operatie niet wagen. Men trachtte
toen de slang den mond te doen uitkomen, en ging daarbij op de vol
gende wijze te werk. Drie dagen lang moest de lijder zich van alle ge
bruik van spijze onthouden; gedurende dien tijd waakte de geneesheer
bij hem met de grootste zorg. Toen men aan de bewegingen der slang
opmerken koude, dat zij trachten zonde naar buiten te komen, werd
IVilliatns op een bed geplaatst, met den mond open. Men plaatste bij
zijnen mond een schoteltje met warme melk. Eensklaps worden de ge
laatstrekken van iVilliams somber, ep hij scheen te zullen stikken; de
slang stak haren kop uit den mond en proefde van de melk. Het' scho
teltje werd toen langzamerhand teruggetrokkenen de slang kwam al na
der bij de melk. Terstond greep een der aanwezigen de slang meü zijne
hand en trok dezelve geheel uit het ligchaam des lijders. Men doodde
dezelve en de geneesheer bewaarde ze als eene buitengewone zeldzaam,
heid. Dit dier had zich in het ligchaam van JVilUams ongemeen sterk
ontwikkeld, want het was zes voet vijf dnim lang.
Dit voorval zal zeker eene les zijn, voor hen die zonder voor
zorg hunnen dorst aan eene bron zouden willen gaan lesschen."
UTRECHT den 6 junij. De 40ste verjaardagdat de hoogleeraar
J. Heringa Ez. alhier het hoogleeraar-ambt aanvaardde, was niet alleen
voor zijne leerlingen, die hem als een' vader beminnen, maar voor de
geheele hoogeschool een ware feestdag, daar dezelve het als een geluk
beschouwt, een man als Heringa, die zoo veel nuts gesticht, zoo veel
goeds gedaan, zoo veel roem verworven heeft, eenen zoo geruimen tijd
te hebben mogen behouden. Niet zonder reden steit dan onze hooge
school ook den meesten prijs op het bezit van den waardigen manen
hoopt nog lang op hem ce mogen blijven roemen. Het groot getal stu
denten, die gisteren avond deel aan de serenade namen, getuigt van der
zelver liefde en hoogachting voor hunnen leermeester. Dezelve werd
gegeven voor het oude Kasteel van Antwerpen alwaar voor 40 jaren het
i feestmaal heeft plaatsgehad, 11a de redevoering van professor Heriii'ga