N". 58. MIDDELBURGSCIIE COURANT. JjVaufcrijk. Donderdag NIË ÜWSTIJD1NGEN. £3mt0chl«iftb. 15 Mei 1831. ilUbgirUiibcn. De COMMISSIE van LANDBOUW in ZEELAND brengc hiermede ter kennis van allen, die eenige verzoeken of voordragten mogten willen doen, of hierbij eenigzins belang hebben, dat zij hare gewone Vergadering zal houden in de Abdij te Middelburgop Woensdag den 4 Junij 1834 en volgende dagen, des voormiddags ten 10 uren. Middelburg, 1 Mei 1834. Op last der voorn. Commissie J. H. LIEBERT, Secretaris. FRANKFORT den 9 mei. In den Niirnberger Correspondent leest men het volgende artikel De laatste dagen hebben plotseling, aan de Europesche politiek een zeer beslissend karakter gegeven. Twee groote staatsverbonden staan tegen over elkander. Op de eene zijde ziet men Oostenrijk, Pruissenen Rusland naauvv vereenigd, om door het handhaven der bestaande orde van zaken, en vooral de uitoefening van het regtaan de revolution- naire propaganda en hare leerstellingen perk te stellen op de andere zijde hebben zich Engeland en Frankrijk verbonden om, de zoogenaam de vorderingen des tijds huldigende de beginselen eener wedergeboorte van alle maatschappelijke betrekkingen te begunstigen en hebben thans ook Spanje en Portugal in dit verbond opgenomen. Waarlijk eene merkwaardige verschijningde regeringen van Spanje en Portugal on der de vanen van het liberalistnus I Wat deze gebeurtenissen verder ba ren zullen is moeijelijk te voorzien. De drie oostelijke groote mo gendheden zullen dit vierdubbele verbond zeer bedaard aanzien en maat regelen van voorzorg nemen alleen voor het gevalwanneer het de re gering van Frankrijk niet meer gelukken zoude den hervormers perk te stellen, indien deze boven de haar welgevallige maat zouden pogen te hervormen. Spanje en Portugal bevatten insgelijks zoo vele kiemen van inwendige beroeringen, dat zij, die buitendien van slechts weinig be lang voor het overige Europa zijn geene eigenlijke beschouwing ver dienen en dat hun bondgenootschap vooreerst aan de beide westelijke groote mogendheden van geen groot nut zijn zal. Duitschland ligt te midden dezer twee verbonden; zal hetzelve onzijdig blijven, of insge lijks eene beslissende partij kiezen Wat zullen de overige Europe sche mogendheden doen? Zal Belgie het viervoudig verbond verster ken en welken invloed zal zulks op de Belgische aangelegenheden heb ben Men ziet welke gewigtige vragen zich opdoen en welke nieu we verwikkelingen de vorst der diplomaten te Londen heeft doen oprij zen. Intusschen kan het ook hier wederom de berg in barensnood zijn. Oorlog zal er niet ontstaan, en daarin zullen alle regeringen, afgezien van de verscheidenheid hunner zienswijze, eensgezind zijn, wij moeten ons tegen de republikeinsche partij verheffen. De verwachtingen der republikeinen zullen dus door het viervoudige verbond ook niet vervuld worden. Zwitserland zal in dezen zomer veel nadeel lijden door de vele partijendie in dat land heerschenen door de strengere maatregelen der naburige statenvermits vele reizigers daardoor van het bezoeken des lands worden afgehouden en de genomene maatregelen veeleer ge scherpt dan verzacht zulleji worden. Volgens Zwicsersche brieven wordt derhalve in vele kantons de wensch steeds meer algemeen dat men de naburige staten niet langer aanleiding tot het nemen van zoodanige maat- regelen zoude geven." Bij de Pruissiscbe armee hebben onder de mindere officiers-rangen talrijke bevorderingen plaats gehad. Berigten uit Berlijn maken gewag van onlusten, die te Lemberg in Gallicie zouden hebben plaats gehad en welke van vrij ernstigen aard schijnen geweest te zijn, doch waaromtrent geene bijzonderheden worden vermeld. Alleen wordt in die berigten gezegd, dat de nadruk kelijke nota'swelke reeds door de Oostenrijksche en Pruissische rege ringen aan het Zwitsersch Eedgenootschap waren ingezonden uit hoofde van het gebeurde te Lemberg, door nieuwe, en niet minder nadrukkelijke vertoogen zullen gevolgd worden. Eindelijk hebbenvolgens schrijven uit Bern, de Polen, in eene op den 29 april tot dat einde gehouden zamenkomst, besloten om aan de hun van regeringswege gedane aanmaning te voldoen paspoorten te nemen en het kanton te verlaten slechts vier derzelven zouden weiger achtig gebleven zijnen te kennen gegeven hebbendat zij liever het uiterste afwachten wilden dan zich vrijwillig te verwijderen en tegen deze dacht men dat den 5 dezer door den regeringsraad bij den grooten raad zou worden aangedrongen op écne onverwijlde gedwongen verwij dering. Volgens brieven uit Koppenhagen had het Deensche gouvernement niet aan het verlangen kunnen beantwoordenom ofbciele openbare me- dedeelingen te doen omtrent het voorgevallene met 's'konings behuwd zoon, prins Frederikdoch was daarvan echter aan het corps diplomatiek kennis gegeven. Van al de voorgeslagen plannen, tot verwijdering van gezegden prins, schijnt men de voorkeur te geven aan dat zijner aan stelling tot chef van een regement in Jutland. Zeker is het, dat zijne echtscheiding reeds werkelijk door den koning, als hoofd der kerk van Denemarken, heeft plaats gegrepenen weldra burgerlijk zal bekrachtigd worden. In een onzer bladen leest men het navolgende uit Memmingen van den I dezer gedagteekcnd berigt„De groote deelneming des publieks aan bet lot van den vermoorden raadselachtigen jongeling Kasper Hauser noopt mij u het volgende te melden, dat ik uit eene geloofwaardige bron ontvangen heb: Den 27 april, in den namiddag, reed een gendarm het bosch bij Lentkirch aan de Wurtembergsche grenzen door; hij ont waarde eenen in het bosch verborgen welgekleeden man, die in een al- leengesprek verdiept, en, naar het scheen, op zelfmoord bedacht was. Hij vernam onder anderen de woorden: „Ik ben de moordenaar van Kasper Hauserach, leefde hij nog!" Dit hoorendewil zich de gendarm van den man meester maken doch deze vlugtte met den groot sten spoed en was weldra uit het gezigt. De gendarm konde het signa lement van dezen man naauwkeurig opgeven en er moeten naar ik verneem de noodige maatregelen genomen zijn om hem meester jtè- worden," LONDEN den 11 mei. De Nederlandsche minister heeft eptj«3|§'ni«.; eene conferentie op het ministerie van buitenlandsche zaken Men zegt, dat de voornaamste houders der nieuwe 4 ten genoegen nemen met de voorgestelde vermindering van dfcn inWrap van 4 op 3| pet. Toen vrijdag over die reductie in het hui\djflügvj meenten werd gesproken, verklaarde lord Althorpde minister-seü&feiti van staat voor de financien, in antwoord op eene vraag van den heerflv Baringdat hij niet voornemens was eene leening te openen voor het betalen der West-Indische obligatien. Bij de marine heerscht veel drukte, en vooral op de werf van Plymouth, waar verscheidene schepen uitgerust worden en, zoo als het zeggen is, een eskader wordt zamengesteld om HH. MM. op een klei nen kruistogtdien hoogstdezelven in het begin van dezen zomer willen doen te vergezellen. Dit smaldeel schijnt echter vele lieden te groot tóe voor deze dienst, en men is niet vreemd aan het denkbeeld, dat de ministers dit speelreisje tot een voorwendsel gebruiken om de zeemagt op een geduchter voet te brengenten einde bij den verwikkelden toe stand der zaken van het Vasteland aan Groót-Brittanje een genoegzamea invloed te verzekeren. Gisteren namiddag werd verhaald, dat er van Madrid een expres se gekomen was met de tijding, dat de regentes van Spanje zwarigheid had gemaakt in het aannemen van zekere bepalingen van het traktaat, dat door Engeland en Frankrijk goedgekeurd was om de regeringen van Spanje en Portugal op te rigten. Het berigt, dat dom Carlos Portugal verlaten had en dom Miguel gezind was in eene schikking te komen had zich gisteren avond nog niet bevestigd. Ook waren de voorwaar den der Spaansche leening nog niet bekend. PARIJS den 10 mei. De kamer van afgevaardigden beeft zich de beide laatste dagen met het budget van het ministerie van openbaar on derwijs bezig houden. De meerderheid, waaraan zich ditmaal onder scheidene leden der oppositie aansloten heeft bij deze discussie volko men regt doen wedervaren aan den ijver en het beleid, waarmede de heer Guizot dit ministerie bestuurt, en inzonderheid de in eene vori ge zitting aangenomen wet over het lager-onderwijs in uitvoering heeft gebragt. Bij gelegenheid dat dezer dagen in de zitting der kamer van afge vaardigden onder anderen, ook gehandeld werd over de tegemoetko ming van gouvemementswege in de onkosten der schouwburgen heeft de heer Charlemagne zich zeer ernstig en ongunstig over den toestand van het Fransche tooneel uitgelaten. Terwijl de schouwspelen, zeide hij eene school der zeden moesten vormen waren zij thans voor het volk eene onuitputbare bron van zedebederf. Hij vroeg verder, of al die levendige voorstellingen van moord en rooverij zeer geschikt wareu om de zeden te verzachten en of de opvoering van overspel en allerlei onkuischheid den geest der jongelieden ten goede zou vormen. Zijne rede werd met belangstelling en onder herhaalde toejuiching van velen aangehoorden gaf aanleiding tot eene lange woordenwisseling tusscheu den minister Thiers en onderscheidene leden. De commissie van het hof der pairs, die met de instructie der aanklagt, uit de laatste onlusten voortvloeiende, is belast, heeft giste ren een twintigtal personen, die op bloot vermoeden waren in hechte nis genomenin vrijheid doen stellen. Men bevreemt zich over de gestrengheidwaarmede de minister van oorlog bij het leger de geringste verdenking, van de republikeinsche ge voelens te zijn toegedaan bestraft. Meer dan een vijftigtal onder-of ficieren zijn, zonder zich aan dadelijkheden te hebben schuldig gemaakt, en zonder eene regterlijke beslissing in te wachten, als misdadigers ge ketend naar Toulon vervoerdom van daar naar Algiers te vertrekken en bij zekere straf-divisien te worden ingelijfd. Men zegt, dat het getal der wevers en andere werklieden, die Lyon verlaten en naar Zwitserland verhuizen, zeer aauzienlijk is. UTRECHT den 10 mei. Na dat wij verscheidene dagen warm en droog weder gehad hadden begon de lucht gisteren avond te betrek ken en bemerkte men zware onweers-wolken. Een heilzame regen ver kwikte de aarde, doch tegen den nacht zag men verscheidene malen felle bliksemstralen. Tusschen 3 en. 4 uren sloeg ongelukkiglijk de bliksem in de stalling der lansiers, alhier in bezettingstaande op den stads-wal nabij de Tolsteegpoort. Oogenblikkelijk stond deze geheel van hout ver vaardigde stalling, lang 500 voeten, waarin 90 lansiers-paarden stonden-, in volle vlamen was er bijna aan geen blusschen te denkende wacht hebbende manschappen waren daarom al dadelijk bedacht, om eerst de paarden te redden, maar dit gelukte hun slechts gedeeltelijkalzoo deze dieren moeijelijk uit een brandend gebouw te redden zijn, als loopende steeds naar het licht der vlammen. Het grootste gedeelte, namelijk 60 paardenwerden gered doch de overige 30 zijn ongelukkiglijk in de vlammen omgekomen. Onder deze zijn één paard van den ridmeester Funter, één van den luitenant Geldermandrie van den luitenant de Bruin en 25 rijkspaarden. De geruchten dat ook eenige manschappen zouden omgekomen zijn, zijn gelukkiglijk niet bewaarheid; enkele lan siers zijn bij de redding der paarden ligtelijk gewond. De schade is be langrijkdaar, behalve de 30 fraaije paarden, de geheele stalling, veel paardentuig, de fourrage voor vier dagen eene hoeveelheid hooi en stroo en het stalgereedschap eene roof der vlammen zijn geworden. De hulp der brandspuiten is wel spoedig geweestdoch daar het geheele gebouw van hout was, hetwelk nog weinige dagen te voren was geteerd, en, als het warein vier hoeken iu den brand stondwas de blussching niec wel mogelijk. MIDDELBURG den 14 mei. Bij besluit van Z. M. zijn, in deze provincie, benoemd: tot burgemeester der gemeente Kerkwerve c. a. Johannes Gasten tot burgemeester der gemeente Waarde c. a.Jaco~ bus Piepers. Zr. Ms. brik de Snelheid, kommandant Ferguson is heden van de reede van Vlissingen naar zee gezeild. Den 10 dezer zijn van den Helder uitgezeild Zr. Ms. korvet dï Triton, kapitein van Sonen de brik de Panthèr, kapitefn-luite-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1834 | | pagina 1