N°. 46.
MIDDE LBEIIG SCIIE
C O U R A N T.
#2
U
Donderdag
1? April 1831.
NIEUWSTIJDINGEN.
Jranfesrijfc,
ZEETIJDINGEN.
PARIJS den 12 april. De wet tegen de genootschappen is heden
uitgevaardigd.
Dezen morgen heeft zich alhier eenige beweging op het plein du
Chatelêt vertoond, doch door de tijdige tusschenkomst der politie had
zulks geen gevolg. Het gouvernement is echter op zijne hoede; de ge-
heele bezetting is in de kazernen geconsigneerd, en er zijn scherpe
patroonen uitgedeeld.
De prinsje Lignede marquizen van Overschie en Trazegnieswier
woningen te Brussel werden geplunderdzijn alhier aangekomen.
De telegraaf heeft gisteren geene nadere depeches uit Lyon over-
gebragt. Volgens sommigen zoude men zulks aan de bedekte lucht
volgens anderen aan het afbreken der communicatie te wijten hebben.
Hoe dit zij, men blijft ook bij het gouvernement in eene pijnlijke on
zekerheid, welke eerder is toegenomen, nadat men door een meer om
standig verslag van het gebeurde op den 9 dezer in staat is gesteld het
gewigt van den opstand te beoordeelen. Dit verslag, zoo als het door
het ministerieel avondblad wordt medegedeeld luidt aldus
Het gouvernement heeft dezen morgen (den 11) bij estafette, eene
depeche ontvangen nadere tijding van den 9 medebrengende dezelve
levert het droevigst tafereel op, daar er weer burgerbloed is vergoten,
doch geeft tevens de stelligste verzekering dat de goede orde en het ge
zag der wet zullen zegevieren.
Sinds onderscheidene dagen was het bestuur van het gevaar verwit
tigd. De onruststokers zich buiten staat ziende om in de hoofdstad de
openbare magtdoor de nationale garde en bezetting ondersteund, om
ver te werpen meenden zulks elders te beproeven en het ongelukkige
Lyon de eerste onzer fabrieksteden vestigde hunne noodlottige keuze.
De mntetillisten schenen weinig gezind te zijn om in dit ontwerp
mede te werken; het is nagenoeg bewezen, dat alleen de werklieden,
die tot staatkundige genootschappen behoorden aan dien opstand hebben
deel genomen.
Reeds den vorigen dag had de generaal Aymar alle beschikkingen
gemaakt. De geregtszaal was behoorlijk bewaakt; uit de omstreken was
er versterking van troepen ontboden.
De prefect had zich naar het Sc. Jans-plein begeven, om den staat
van zaken van nabij te beschouwen en zich met de bevelhebbers der
gewapende magt te verstaanOfschoon de regtbank reeds zitting had
genomen, was genoemd plein echter geheel ledig, hetwelk scheen aan
te duiden dat de opstandelingen het in massa wilden bezetten. Werke
lijk kwamen zij omstreeks elf uren opdagen. Een lm na er las eene pro
clamatie voor, en in ccn oogenblik waren er versperringen gemaakt.
De prefect 'gaf onmiddellijk bevel om dit met geweld te keeren. De ge-
neraal-majoor Bucfietdie het departement der Rbone onder den gene-
raai Aymar kommandeertstelde zich aan het hoofd der troepen. De
gendarmerieaangevoerd door den generaal Cannelen de infanterie ruk
ten met den grootsten ijver op de barrikaden aan en vermeesterden ze
ouder een levendig vuur. De prefect was overal tegenwoordig.
Overal zijn de opgeworpene verschansingen onmiddellijk weder inge
nomen doch er zijn dooden en vele gekwetsten gevallen aan de zijde
der troepen gewis niet de meeste.
De hevigste strijd is op het plein der prefectuur geleverd. In de
nieuwe zaal hadden de opstandelingen zich eene sterke positie gekozen.
Men is genoodzaakt geweest de palissaden door het kanon te vernielen
waarna de verdedigers de vlugt hebben genomen. Daarop is het plein
bezet doch heeft zich een hevig gevecht met klein geweer geopend
tusschen de troepen en de in'surgentenin de zoogenaamde galerij de
PArgue verschanstook daar heeft men geschut moeten aanvoeren en de
verschansing is ingenomen. Een huis vol scherpschutters is door spring-
bussen open geslagen men heeft een groot aantal gevangenen gemaakt
waaronder vele gekwdtsten.
De troepen hebben overal de overhand behouden. Verschillende
gevechten hebben er plaats gehad op de bruggen, op het plein dei Ter-
reauxin de voorstad la Croix Rausseverscheidene uren heeft het ge
schut en geweervuur door de stad weergalmd. De troepen hebben eene
onverschrokkenheid aan den dag gelegd, die allen, welke, zoo men
zegt, op hen durfden rekenen, den moed zal benemen. De burgerlijke
en militaire autoriteiten hebben gewedijverd; het is bedroevend hen deze
lof te moeten gevendoch men moet ook hen vereeren die voor het
behoud der goede orde hun leven wagen,
Des middags ten vier uren had het gevecht opgehouden; hier en
daar hoorde men slechts, in de kleine straten van het midden der stad,
nog eenige geweerschoten. De troepen rustten uit.
Het gouvernement heeft sinds gisteren morgen geene telegrafische
depeche ontvangen men kan niet verder dan tot Sdmur met den tele
graaf werken.
De berigten uit de omliggende departementen vermelden dat het
te St. Etienb.eMacon Dyon en elders rustig was.
Men wacht morgen eene estafette met het verslag van hetgeen
gisteren is voorgevallen."
Dit verslag wordt door andere dagbladen nader toegelicht; onder an
deren voegt de Constituliotiel daarbij nog de volgende bijzonderheden
Het getal der werklieden, dat aan den strijd heeft deel genomen,
wordt op 7 J 8 duizend begroot; hun verlies is aanmerkelijk geweest.
Bij het vertrek der estafette hielden zij nog de wijk rondom het aarts-
bisschoplijk paleisbezeten werden ook daarin de huizen met schroot
bestookt.
Ofschoon de nationale gardeniet is georganiseerdhebben zich ech.
ter eenige burgers in hunne monteringbij de troepen aangesloten.
Te Limonestop twee uren afstands van Lyon, werd de telegraaf
vernield, die van Fourviëre verhinderde men insgelijks te werken, van
daar, dat men sinds den morgen van den 10 dezer geene nadere tijding
heeft. Destijds waren de opstandelingen uit de straks genoemde huizen
nog. niet verdreven, doch men meende voor het einde van den dag de
rust hersteld te zien,"
's GRAVENHAGE den 14 april. Heden middag ten ééii .uurj>4
HH. MM. de Koning en Koningin naar Amsterdam vertrokken.
Prins Frederik der Nederlanden zal heden namiddag mede naar de hoofd
stad op reis gaan terwijl Z. K. H. de Prins van Oranje eerst op morgen
deze Vorstelijke Personen derwaarts volgen zal.
De processen-verbaal der afdeelingen van de Tweede Kamer der
Staten-Generaalbevattende de aanmerkingen van gemelde afdeelingen op
de drie financiële ontwerpen van wet, den I dezer ingekomen, zijn
thans gedrukt en aan de leden rondgedeeld. De antwoorden van het gou
vernement op die bedenkingen zijn reeds ingekomen en zullen waar
schijnlijk in den loop dezer week mede worden rondgedeeld. De be
denkingen op het ontwerp ter voorziening in de volle rentebetaling der
nationale schuld, verschijnende den laatsten junij 1834, hebben, onder
anderen, aanleiding tot eenige aanmerkingen gegeven. Zoo is er inlich
ting verzochtom te wetenof de regering ten volle verzekerd is
dat het amortisatie-syndicaat, hetwelk reeds buiten staat is om aan zijne
verpligtingen ten aanzien der losrenten te voldoen, deze rentebetaling
zal kunnen presteren. In eene afdeeling heeft men de nuttigheid erkend
van te voorzien in de rentebetaling van dat gedeelte der schuld, waar
van de schatkist bij eene eventuele schikking zou kunnen worden out-
heven. Voorts hebben, bij deze gelegenheid, de meeste leden dier af
deeling hun verlangen te kennen gègevenvan door gepaste bezuiniging
en vooral door vermindering van het leger te velde, inzonderheid door
het naar huis zenden der schutterijen, de lasten, die de bevolking van
Nederland drukken, te gemoec te komen; zij zien, na de overeenkomst
van 24 mei 11., niet in, dat het gevaar zoo dringend zou zijn om zulke
bovenmatige opofferingen te vereisciien, die de schatkist geheel uitputten.
I11 eene andere afdeeling heeft men eenige aanmerkingen gemaakt op
de woorden en den vorm van dit ontwerp, en hebben zich eenige leden
verklaard tegen de toekoming der renten uiterlijk tot 5 pet. voor deze
betaling aan het amortisatie-syndicaat, welk ligchanm zij overigens met
genoegen in staat bespeurden tot het doen van dit voorschot. Deze ren
ten zouden echter een uitsluitenden last blijven van Noord-Nederland.
Al verkreeg dit van Belgie eenmaal zijn aandeel in de schuld terug, zoo
zou men op renten van renten wel nimmer mogen hopen. Tot het aan
gaan van zoodanige verbindtenis, ten behoeve van het amortisatie-syndi
caat, omtrent hetwelk met Belgie altijd eene verrekening zal plaacs moe
ten hebben, vond men alzoo géene aanleiding; men moest dus de aan
dacht der regering inroepen op bet voortdurend bezwaar hetwelk die
betaling blijft opleveren, terwijl het reeds sedert verscheidene jaren ge
bleken was, dat de gewone staats-inkomsten daartoe ontoereikende zijn»
daar het erkend is, dat een gedeelte dier sclurld niet ten laste van het
oude Nederland kan gebragt worden; het bezwaar dus, om voor ande
ren te betalen, kwam te sterker uit bij de volkomen overtuiging, dat
dit op den duur niet kan worden volgehouden niet dat men voor die
halfjaar de toetreding daarom zou weigeren, doch die leden vermeenden
verpligt te zijn een blik op de toekomst te werpen en aan te dringen op
de noodzakelijkheid van eene tijdelijke voorziening, tot wegneming van
dit bezwaar voor het vervolg. Over het geheel scheen het overigens aan
de leden dier afdeeling bedenkelijk, om aan het syndicaat, dat aan hec
Rijk der Nederlanden verantwoordelijk is en dat vele inkomsten mist,
zoo van de domeinen in Belgie gelegen als van de 13 opcenten van de
accijnsen in- en uitgaande regten en registratie, nieuwe verpligtingen
op te leggen terwijl men den tegenwoordige!) financièlen toestand dier
instellingen zoo weinig kende, en dus niet berekenen kon boe lang zij in
staat zal zijn de terugvordering der voorgeschoten geldsom uit te stel
len.
Zr. Ms. linieschip de Zeeuw, onder bevel van den kapitein
ter-zee Rijk, zal, naar men verneemt, omstreeks de helft van mei naar
Petersburg vertrekken, aan boord hebbende Z. K. H. Prins Willem Fre
derik Hendrik derden Zoon des Prinsen van Oranje.
MIDDELBURG den 16 april. Bij besluit van den 2 dezer fs de
militaire intendant der iste klasse van den Berg, door Z. M. belast
met het voeren der directie over de administrative dienst bij het leger te
velde en zal in het 2de groot militair kommando provisioneel worden
vervangen door den onder-intendant der iste klasse Engeringh.
Volgens de berigten uit Brussel tot den 14 hadden de roof- en
plundertooneelen aldaar zich sedert den 6 niet vernieuwd. Zaturdag den
12 was men nogtans zeer beducht, dat er den volgenden dag eene her
haling moest plaats hebben van de buitensporigheden van den vorigen
zondag, en het nu niet alleen bij plunderingen zou blijven, maar gelijk
de 's nachts aangeplakte scbandschriften hielden, dat er ook bloed moest
vergoten worden. Doch de rust is nergens gestoord geworden en heelt
men alzoo een bewijs gegeven, dat, wanneer men ernstig wil, de orde
en veiligheid tegen de pogingen der onruststokers zeer goed te hand
haven zijn.
Ten gevolge der huiszoekingen die in sommige Wijken van Brussel
worden gedaan, heeft men reeds een groot aantal bij de plundering ge
stolen voorwerpen teruggevondenzoo als bij voorbeeld eene fraaije
halsketen die aan mevrouw van 'Finck toebehoorde en 30,000 franken
waardig was. In een huisje in de Speldenstraat heeft men 40 stel gesto-
lene zilveren lepels en vorken gevonden.
Te Luik wordt steeds de goede orde op de lofwaardigste en kracht
dadigste wijs gehandhaafd.
Volgens de laatste berigten van Lissabon heeft de admiraal Napier
Valenca do Minho ingenomen, liet leger van dom Pedro zou een aan
val op Santarem wagen.
VLISSINGEN den 16 april. Gisteren en heden zijn alhier ter reede
gekomen
De Broederschap kapt. J. II. Bransvan Bremen naar Brussel bestemd,
met lood.
Naar .Antwerpen bestemd de Engelsche stoomboot Waterlookapt. J.
Scranaph van Londen, met stukgoederen en passagiersde Frouw Catha-
rina f kapt. J.Dereks, met gnrsc en haver Caiharina, kapt. j.1, Ileogeu