N°. a5.
MIDDELBURG SCIIE
C O U 11 A N
Donderdag1
27 Februarij 1834.
justificatie.
NIEUWSTIJDINGEN.
2Dutt£cfal«mb.
JVatifcrtjk.
Hctiedanbcti.
De STAATSRAAD, GOUVERNEUR van de Provincie ZEELAND,
brengt bij deze ter kennis van de belanghebbenden, dat door het
Departement der Opperhoutvesterij voor de Noordelijke Provinciën, met
overleg van Hun Edel Groot Achtb. de Gedeputeerde Staten der Pro
vincie is bepaald
I. Dat de Jagt op Ganzen en Eendvogels in de Provincie op den I
Maart aanstaande zal gesloten zijn terwijl die op Watersnippen tot den
I April daaraanvolgende zal worden open gelaten; met dien verstande,
dat deze laatstewat de publieke Jagt aanbelangt alleenlijk geopend
blijft op het Water, langs de Stranden en Oevers van Waterplassen en
op lage moerassige Landenen bepaaldelijk is gesloten in en langs Bos-
schen alsmede op Bouw- en Weilanden tot het gewone Jagtveld be-
haorende.
3. Dat de Fitscherij in de Provincie, van den 15 Maart aanstaande tot
en met den 31 Mei daaraanvolgende, zal gesloten zijn, na welk tijdstip
dezelve op de gewone wijze weder zal mogen worden uitgeoefend; ter
wijl de Visschers van beroep de door hen vóór den aanvang der slui
ting, gevangenen Vischtot op den 1 April aanstaande zullen mogen
yerkoopen.
Dat van deze sluiting is uitgezonderd de Paling.Visscherijwelke ech
ter gedurende den gesloten Vischtüd niet anders dan met Fuiken Trom
mels of Aalkorven zal kunnen worden uitgeoefend vermogende nogtans
die Vischtuigen alleenlijk dadr te worden gebezigd, alwaar het gebruik
derzelve niet volgens de Politie-reglementen is verboden.
Zullende een iederdie zich eenige overtredingen tegen voorzegde
bepalingen mogt veroorloven, tot de straffen bij de Wetten bepaald wor
den vervolgd.
En zal, ten einde niemand hiervan eenige onwetendheid voorwende,
deze worden afgekondigd en aangeplakt waar zulks gewoon is te ge
schieden mitsgaders in het Provinciaal, blad geplaatst.
Middelburg, den 25 Februarij 1834.
De Staatsraad, Gouverneur voornoemd,
VAN VREDENBURCH.
De ADMINISTRATEUR van 's Rijks Schatkist in ZEELAND adver
teert, dat van heden af, ten zijnen Kantore worden uitgetaald de Inte
ressen der Lijfrenten op één k twee Lijven, over het tweede half jaar
1833; alsmede de toegelegde Ferplaatsing- en Bureau-kosten benevens
de Huur van Localen aan de Ambtenaren bij het Kadaster.
Middelburg, den a6 Februarij 1834. De Administrateur voorn.,
P. P O U S.
De Provinciale Geneeskundige COMMISSIE van Onderzoek en Toevoor-
zigt 'n Zeelandresiderende te Middelburginformeert bij deze de
belanghebbenden dat zij hare gewone Vergadering houden zal op Don
derdag den Berden April 1834; en verzoekt tevens allen, welke als
dan verlangen te worden toegelaten tot het Heel-Verlos- of Artsenij-
mengkundig Examenof tot dat van Oog- of Tandmeester of Drogist
zich voor den 20 der aanstaande maand bij requestemet overlegging
van de noodige bewijzen te vervoegen bij den Heer J. R, de Kastij
President derzelve Commissie.
Middelburg, den 26 Februarij 1834.
De Provinciale Geneeskundige Commissie in Zeeland
Namens dezelve
Js. de MAN Jz.Secretaris.
FRANKFORT den 20 februarij. Uit Warschau meldt men dat de
vorst stadhouder, des avonds van den 12 februarij, van daar naar Pe
tersburg is vertrokken, en dat, gedurende zijne afwezigheid, de gene-
raai der kavallerie, baron Kreutzhet bevel over de active armee zal
voeren terwijl in den administrativen raad de luitenant-generaal Rau-
tenstrauch en in den staatsraad de generaal-adjudant en militaire gou
verneur Pankratjejfpresideren zullen.
De Oostenrijksche staats minister graaf van Buol Schauensteindie
gedurende verscheidene jaren den Duitschen bondsdag presideerdeis te
Weenenna eene lange ongesteldheid overleden.
Uit Berlijn schrijft men dat de Pruissische regering het voorne
men heeft met Beijeren en Holland eene overeenkomst aan te gaanten
doel hebbende het behoud en de verbetering der dijken. De gevaarlijke
overstroomingen van den Rhijn, welke aan sommige districten aanmerke
lijke schade hebben toegebiagtzouden tot dit plan aanleiding gegeven
hebben.
Aan de Fransche grenzen in Zwitserland worden thans vele zwarig
heden gemaakt bij het doorlaten van Poolsche vltigtelingen.
De regering van Sardinië heeft versterkingen naar de grenzen aan
de zijde van Frankrijk gezonden, ten einde te beletten, dat de uitgewe
kene Italianen andermaal een inval in Savoye doen. De gouverneur was
met de mobiele kolonne van Annecy naar Chambery terug gekeerd, daar
er van den kant van Geneve niets meer te vreezen was.
De generaal, die in Savoye bevel voert, heeft, bij eene dagorder,
aan zijne troepen de tevredenheid des konings betuigdZ. M. heeft aan
twee officieren, een fourier en drie soldaten van de afdeeling, welke
zich in het gevecht bij Pont-Beauvoisin onderscheiden hebbengouden
en zilveren medailles geschonken.
De Allg. Schiv. Zeitung berigt uit Geneve: Een reiziger, die
zich gedurende de jongste ongelukkige dagen te Geneve bevondver
zekert, dat men zich geen denkbeeld vormen kan van het lage gemeene
gepeupel, dat toen, benevens het toegeloopen graauw van alle natiën,
de straten onder schreeuwen, janken en zuipen vervulde. Het bestaan
der regering had aan een haar gehangenen was slechts eindelijk besten
digd geworden door de medewerking van allen die iets te verliezen heb
ben. Men twijfelt niet of het plan heeft bestaan om de regering omver
te storten, eu Geneve tot het brandpunt eener revolutionaire beweging
te maken."
Een parcikuliere brief uit Napoli geeft de instellingen en verbefe-
ringen op, welke het regentschap over Griekenland nog te maken heeft I
daartoe behoort dan, 1. de vorming eener nationale armee; 2. de inrig-
ting van eene kleine vloot (het eenige schip der regering, dat eene stoom
boot iskan niet gebruikt worden en de beste zeelieden gaan in dienst
der Porte of van Mehemed-Ali over j 3. de oprigting van scholen4.
het daarstellen van geregtshoven 5. het regelen der plaatselijke bestu
ren, en 6. het vaststellen van het tolstelsel. De oorzaak, dat er uog
vele gebreken in de regering bestaan ligt volgens dien brief daarin, dat
men alles wil inrigten op Beijerschen voet, zonder het bestaande nationale
in acht te nemen.
PARIJS den 21 februarij. De kamer heeft ook in het ontwerp ratj
wet, waarbij de staf der marine wordt georganiseerd, eenige wijzigingen
aangebragtonder anderen het getal der admiralen op twee vastgesteld,
Uit Madrid heeft men berigten van den 12 dezer, bepaaldelijk
meldende, dat de heer Aranalde, door don Joseph Imaz de Baquedano
als minister van finantien is opgevolgd, Laatstgemelde bekleedde dien
post in 1818. De courant van Madrid van den 8 bevat het decreet van
amnestie voor alle voormalige cortes en afgevaardigden. Binnen weini
ge dagen zag men het decreet ter bijeenroeping van de cortes te ge-
moet.
PARIJS den 22 februarij. Het schijnt dat er heden van Lyon geene
nadere berigten zijn, dan die welke gisteren door den telegraaf wer
den overgebragt. Men is dus nog steeds in de onzekerheid of de werk
lieden den arbeid weder zullen hebben opgenomen.
Ook hier heeft men eenige volksoploopenvooral op het plein der
beurs, waar de uitventers van vlugschriften post hebben gevat, opge
merkt. De policie is echter spoedig tusschen beide gekomenheefc
eenige der aanvoerders in hechtenis genomen, en de rust is hersteld.
Het Journal des Débats heden melding makende van de beraadsla
ging der Belgische kamers, over het wegvoeren van den heer Hanau in
Luxemburg, zegt, dat deze schennis van het Belgisch grondgebied in
derdaad vreemd moet schijnen en de onderhandelingen tusschen het gou
vernement van vorst Leopold en de Duitsche bondstaten merkelijk kan be-
moeijelijken. Dat de vertegenwoordiging zich daarover hoogst gevoelig
betoonde is niet te verwonderendoch men zal nadere inlichtingen moe
ten inwachten, en vooral moeten zien, of het gedrag van den bevelvoe-
renden officier door zijn gouvernement en door de bondsvergadering zal
worden goedgekeurd, om de zaak in allen deelc te kunnen beoordeelen.
Onder dagteekening van den 13 schrijft men nog uit Madrid, dac
de aartsbisschop van Toledo is gelast dadelijk het koningrijk te verla
ten en zich naar Rome te begeven.
MIDDELBURG den 26 februarij. Zoo als bekend is Zijn, voof
het laatste uiteengaan der Staten. Generaalaan dezelve, van regerings
wege onderworpen de wijzigingen in de zes eerste titels van het eer
ste boek van het wetboek van koophandel, welke, in april aanstaande,
een onderwerp der beraadslagingen zullen uitmaken. Bij die wijzigin
gen is door de regering het beginsel behouden dat de naainlooze
maatschappijen van allerlei aard die opgerigt zijn of opgerigt mogten
worden, aan een toezigt der hooge regering zullen ondetworpen blij
ven. Dit beginsel is daarop, in een adres door aanzienlijke kooplieden
van Amsterdam bestreden; zoodat de regering zich in de noodzakelijk
heid heeft gevonden om reeds bij den aanvang der raadplegingen hare
wijze van zien op dat gewigtige punt kenbaar te maken en te ontwik
kelen. Te dien einde heeft de regering aan de leden der Tweede Ka
mer thans eene uitgebreide memorie toegezonden, waarin de noodzake
lijkheid van dat toezigt op de namelooze maatschappijen op menigvul
dige gronden, wordt betoogd, zonder welk toezigt men vreezen zou,
dat deze maatschappijen zoo wel ten nadeela der deelhebbers als der in
gezetenen in .het algemeen verstrekken zouden.
Door Z. M. is, in het belang der Nederlandsche scheepvaart en
commercie op de havens van Portugal, welke het gezag van 11. M.
donna Maria erkennen, de voorloopige toelating geautoriseerd van den
heer Luisz Car/o Rebello als consul-generaal van Portugal voor de be
doelde havens.
In het jaar 1832 is het driemastschip de Eerstelingkapitein Hor-
nemandoor een dertigtal reeders en kooplieden te Rotterdam, voor de
walvischvangst uitgerust en naar de Zuidzee gezonden. Dit schipin
de maand september van genoemd jaar uitgezeild, is thans met eene
vangst van 7 visschen aldaar teruggekeerd.
De uitkomst van deze onderneming, de eerste van dien aard, welke
sedert langen tijd door bijzondere personen in dit koningrijk is gedaan
heeft niet ten volle beantwoord aan de verwachtingen die men daarvan
had gekoesterd alzoo de kapiteindoor het berigt van de dwangmaatre
gelen van Engeland en Frankrijk ten aanzien onzer schepen, genoopt
was gewordenom de voor de walvischvangst geschikte streken te ver.
laten en naar onze Oost-Indische bezittingen de wijk te nemen. In-
tusschen levert de aanvankelijk verkregen uitkomst een bewijs op, dac
met volharding deze tak van koophandel, die elders eene zoo groote uiti
breiding heeft erlangd, ook bij ons weder eenen gewenschten bloei zal
kunnen bereiken. P.it
De Belgische bladen behelzen thans den brief, door den Belgischen
kommandant van de provincie LuxemburgThaboraan den generaal
Dumoulinop het berigt van de arrestatie van den heer Hanau, geschre
ven, Na zich daarin over het gebeurde beklaagd te hebben, zegt bü
tegen die daad van geweld uit al zijn vermogen te protesteren, en een
bepaald antwoord te verlangen omtrent de reden daarvanen ook in
hoeverre het Belgische gouvernement op de schikking in 1831 tusschen
den generaal Goethals en den prins van Hessen-Homburg betreffende
de grens van den strategischen omtrek geslotenrekenen konterwijl
hij ten slotte de onmiddelijke in vrijheid stelling van den voornoemden
Belgischen ambtenaar vordert. Of de generaal Dumoulin dit schrijven
j beantwoord heeft, en in welken vorm, schijnt, ofschoon de Belgische
bladen reeds van voorwaarden gesproken hebben op welke de>: loslating
zoude plaats hebben niet stellig gebleken. Het dagblag van Arlon ver'-
t meldt, dat er den 17 eene estafette van Luxemburg naar Frankfort, vef-