0m t I N°. 5. MIDDELBURGSCHE COÜ Zaturdag 11 Jam MEUWSTIJ DINGEN. 23uit0clilAtih, ilebcrlaiibcti. FRANKFORT den 4 januariUit Warschau schrijft men, dat naar de tegenwoordige ligting van troepen welke volgens vroegere bepa lingen plaats heeft, de geheele recrutering in het koningrijk Polen niet meer dan 3700 man bedragen zal. Hieruit blükt, dat die ligting der halve niets anders dan eene gewone conscriptie is, zoo als voorheen be- volen werden, en zelfs tot de geringsten behoort, daar van de duizend inwoners slechts één wordt opgevraagd. De berigten uit Griekenland zijn zeer gunstig, en doen verwachten dat de zaken aldaar spoedig op een bestendigen voet geplaatst zullen zijn. Te Weenen hebben verscheidene der eerste handelhuizen vrij aan- zionj.ji,,, Avneditien tjiaar Griekenland ondernomen voornamelijk bestaan de in voorwerpen vim eerste behoeften, welke door de beginnende be schaving verlangd Worden. Ook de regering toont zich zeer genegen de betrekking met dien nieuwen staat te bevorderen en heeft een ambtenaar naar Napoli gezondenom inet het Grieksche bestuur schikkingen te maken tot het regelen van het postwezen en de briefwisseling met de Oostenrijksche staten. *s GRAVENHAGE den 7 januarij. Met den eersten julij aanstaande zal het geheel beheer der betonningen liebakingen en verlichtingen on der het bestuur van het departement van marine overgaan. Inmiddels zal dat gedeelte, hetwelk nog niet daaronder behoort, op den thans plaats hebbenden voet verblijven. Door Z. M. is aan den gezagvoerder van het Fransche loggerschip PEstafettcte CalaisP. A. Mesbard, eene gouden medaille geschon ken ter waarde van 25 ducaten, voor de door hem en zijn scheepsvolk betoonde menschlievende hulp bij het stranden van het Nederlandsche schip PAugnstekapitein Remkesvan Suriname naar Amsterdam; terwijl aan de bij die gelegenheid hulp verleend hebbende matrozen eene gelde lijke belooning is toegestaan. Vroeger is ook gemelddat aan den heer Jacques, commissaris der marine te Calais. als een blijk van 's Konings bijzondere tevredenheid over de door hem aan de Nederlandsche scheep vaart bewezene diensteneene gouden medaille is verleendversierd met een toepasselijk opschrift. Bij een besluit van den 30 december heeft Z. M.op de daartoe ge dane voordragt van den minister van binnenlandsche zaken, goedgevon den te bepalen, dat, met wijziging van art. 18 van de instructie der schoolopzieners en commissien van onderwijs, de drie gewone jaarlijk- sche vergaderingen dier commissien voortaan zullen kunnen gehouden worden als volgt:-die van het voorjaar, hetzij in de paaschweekhet zij in de week daarop volgende; die van den zomer, tusschen den 15 jnnij en den 15 augustus, en die van het najaar, hetzij in de eerste erf in de tweede volle week van october. Volgens het laatste rivierberigt van Keulen is de Rhijn op den 5 dezer wederom 9 duim gewassen zoodat die rivier 27 voet 6 duim aan de peilschaal aldaar teekende. Onze rivieren zijn, volgens de heden ingekomen berigten langzaam wassende met eenige duimen. De dijken en waterkeeringen langs den Rhijn en Lek hebben geene verdere schaden geleden en worden aanhoudend voorzien. Algemeen blij ken de Rhijndijken, die uit goede specie bestaan en meestal ook op eenen beteren grondslag leggen, minder geëxponeerd te zijn dan de Waaldijken, hetgeen men als eene bijzonder gunstige omstandigheid beschouwtdaar de Rhijndijken, in betrekking tot den waterstand lager zijn dan die langs de Waal. Ten aanzien van laatstgemelde dijken wordt nog gemeld, dat de dijks. verzakkingen onder Ocliten niet merkbaar zijn veranderd dat daarentegen de scheur in gezegden dijk onder Eclueld 14 el is verlengd, en thans ongeveer 36 ellen lang is. Ook de kruin aan de binnenzijde des dijks is eenigermate verzwakt; terwijl tevens eenige oprijzing van den grond achter den dijk is bespeurd. Dit gebrek schijnt derhalve van eenen bedenkelijken aard te gaan wor den en niet minder zorgelijk te zijn, dan de gezegde hooger op be staande dijksverzakkingen onder Ochten. Ook in de kruin aan den Waal dijk onder Opijnen zijn scheuren ontdekt, waarvan de oorzaak nog niet stellig bekend is. Onder Herwijnen heeft eene afschuiving van de bin- nenglooijing des dijks plaats gehad, ter lengte van 24 ellen. De afschni- ving blijkt echter zich te hebben bepaald tot de in de vorige jaren aatige- brngte verzwaringen, en niet tot het oude dijksligchaam te zijn doorgegaan. Te *s Hertogenbosch heeft zich, met goedkeuring van den gouverneur der provincie, eene commissie gevormd, om het lot der noodlijdenden in Noord-Braband, ten gevolge der overstroomingen aldaar, te verzachten. Dezelve heeft de volgende oproeping in het licht gegevenwaaraan door onze landgenootenwier weldadigheid zoo dikwijls luisterrijk is geble ken, voorzeker in ruime mate beantwoord zal worden: De veelvuldig gevallene regen en de hooge stand der rivieren, waardoor de uitwatering belet werd hadden reeds in veie gemeenten en polders in Noord-Braband eene aanzienlijke schade aangerigt toen de zelve later vergezeld gingen van aanhoudende en hevige stormen, waar aan de doorweekte dijken door aanhoudende inspanning der krachten van de bewoners, wel gedurende eenigen tijd met vrucht wederstand boden, doch waarvoor eenige derzelve eindelijk zijn bezweken; terwijl de overigen zoodanig door den slag der golven geleden hebben dat zij slechts weinig tegenstand meer kunnen bieden en van sommige zelfs de kruin bijna over de geheele lengte weggeslagen is. Met geringe uitzon dering is dit het geval met de dijken aan den Maaskanten in die van de gemeenten Empel en Alem zijn onderscheidene doorbrakenbetgeen ook aan de kade van den Vervoorne-polder nabij Werkendam en aan den zomerdijk, waardoor de gemeente GefFen beschermd werd, te beurt is gevallen. Het ongelukkige gevolg van dat alles is, dat niet alleen de gemeen ten aan of bij de rivieren gelegen maar zelfs de hooger liggende ge meenten en die welke in den omtrek der stad 's Hertogenbosch liggen geheel of gedeeltelijk overstroomd zijndat al het gezaaide verloren is geraakt; dat in die gemeenten, en vooral in die van Ojjen en Gd in liet gehucht Orthen een groot getal woningen en schuren zijn inj! stort of dreigen in te storten dat honderde huisgezinnen zich met de vlugt uit hunne woningen hebben moeten redden, en vele, behalve hun vee, ook hun huisraad, bouwgereedschappen en hunnen winter voorraad hebben verlorenen thans teti prooi der diepste armoede zijn. „Hoe diep ellendig deze toestand reeds op zich zelve is, en welke eene bij vorige overstroomingen nimmer gekende hoogte heeft bereikt, zoo is dezelve nog grooter, wanneer men bedenkt, dat juist diezelfde aaiüienlijke streek landsgedurende eene reeks van jaren aanhoudend met rampen te kampen heeft gehad, en dat de gemeente- en armenkassen ove het geheel te zeer uitgeput zijn om ietwes tot leniging daarvan te kinnen bijbrengen; en dit alles in een tijdstip, dat wij den winter nog pas zijn ingetreden, en het ongunstige weder en den stand der ri- vietm voor nog meerdere onheilen doen vreezen. „Bewogen met het lot dier ongelukkigenhebben de ondergeceeken- den onder goedkeuring en met voorkennis van den heere gouverneur deze1 provincie, en van den heere generaal-majoor provincialen Itoni- manlantopperbevelhebber der vesting 's Hertogenbosch zich vereenigd met het doel, om werkzaam te zijn tot verzachting van die rampen, en ian alle verdere, welke onverhoopt, gedurenden dezen winter, ook andire gedeelten van Noord-Braband mogten treffen, r Zij doen dit te gereederomdat zij vertrouwen op de bekende lief- dadgheid der bewoners van Oud-Nederland, welke, hoe ongunstig da tijd n ook warennimmer te vergeefs is ingeroepen geworden. Met dht oogmerk bezield, en door dat vertrouwen gesterkt, roe pende ondergeteekenden bij deze de liefdadigheid hunner landgenooten ten behoeve van de slagtoffers dier rampen in, en vciklaren zij zich be» reic tot het ontvangen van alle zoodanige liefdegaven en bijdragen, als weke men aan ieder hunner, of aan den heere F. van Lanschotwel ke tij hiertoe als thesaurier hebben verkozen tot dat menschenüevend» ein<e zal willen ter hand stellen of overmaken; zullende die giften met dambaarheid aangenomen en daarvan op de doelmatigste wijze gebruik ge makt worden; terwijl de ondergeteekenden, na afloop hunner opgeno- ineie taak, van die giften en derzelver aanwending, door middel van eetige algemeen gelezen wordende nieuwspapieren, verantwoording zul- lendoen." 's Hertogenboschden 5 Januarij 1834. Jhr. Mr. P. E. de la Court. Majoor J. D. Barre, P. 11. van Fenema. F. C. Cordon. Jhr. IV. 11. van Thye Hannes. Fvan Lanschot. Mr. F., van Meeuwen. J. Menu. P. M. van Meurs. Mr. .7. B. van de Mortel. H. Palier. V. A. van Ryekevorse/. Mr. P. S. van Son. Jhr. Mr. F, XP'erheyen. J. T. Ver~ mculen. H. de IVijs. AMSTERDAM den 7 januarij. Gisteren hebben de vaderlandsche let teren wederom een groot verlies geleden door het afsterven van den wel- ed hooggel. heer Adam Simons, in leven hoogleeraar der vaderlandscha geschied- en letterkunde aan de hoogeschool te Utrecht. Hij overleed zeer plotseling ten huize van zijnen zoon in onze stad, MIDDELBURG den 10 januarij. Den 1 dezer bestond de Neder- laidsche zeemagt uit 76 bodems, te weten: 2 schepen van 84 stukken} 6 van 74 (waarvan 3 op stapel); I van 64 (kazemscliip)3 van 60 (vaarvan 2 op stapel); 16 van 44; 7 van 32; 12 van 28; 4 van 20; ic van 18 4 van 14; 1 van 12;.! van 9 en 2 van 8 stukkenbene» vais een exercitie-vaartuig, 2 stoombooten en 4 transportschepen. Op gisteren ontvingen wij een pallet Javasche couranten loopende vai den 7 september tot den 5 october jl.waaruit blijkt, dat men door eei Engelsch vaartuig; te Anjer aangekomen, het eerst herige van de op- hdfing van liet embargo op onze schepen heeft bekomen welke tijding dei 23 september, door de komst van het Nederlandsche brikschip Johan- r.t., te Batavia, was bevestigd geworden. Omtrent de militaire opera- tiai op de westkust van Sumatra wordt in de Javasche courant van den 1 seuember gemeld, dat na de aankomst aldaar der versterking onder den gaieraal-majoor titulair Riesz, benoemd commissaris te dier kust, mei» testond tot de hervatting der operatien was overgegaan en men op den 9 en 10 j»iIij de linie van Kamanwaar de meeste opstandelingen zich verzameld hadden met het gewenscht gevolg aangevallen en overmees- ted had. Het verlies door de onze bij die gelegenheid geleden had slechts 14 dooden en 36 gekwetsten bedragen, doch met bijzonder leed- wazen telt men onder de eersten den verdienstelijken majoor du Bus, die, tewijl hij aan liet hoofd zijner kolonne eenen derden aanval op den vijand, dted, door een kogel in het hoofd werd getroffen, waaraan hij kort dtarna overleéd. Berigten uit Palembang, tot den 20 julij, behelzen, dat de maatre- gtlen van den resident, ter bestrijding van de oorlogzuchtige voocnemens vai den vorst van Jambi, reeds gedeeltelijk met een gunstigen iqitsiag bdtroond zijn. I11 latere berigten uit Palembang tot den 10 augustus wirden deze gunstige berigten nader bevestigd. De vijand had den 20 juij een aanval op de door ons versterkte doessan Moeara Rawn's on dernomen, doch was inet verlies afgeslagen. Daarna zijn de dwangmid- döen van onze zijde voortgezet en de vijandelijke stellingen aan de mon- diig der rivier vermeesterd. De Palembangsche hoofden hebben iiCf» bi die gelegenheid zeer verdienstelijk gedragen, waarvoor hun van we- g< de regering beiooningen zijn toegekend. Volgens berigt van den nd- si;cent-r esïdexit Andriessevan 7 augustus, was de vorst van Jambi in vol» lei aftogt, en nagenoeg van het Palcmbangsch grondgebied verdreven. Te Batavia had men den 27 september over Padang berigten uit Ben- koelenhoudende, dat de adsistent-resident van Benkoelen Knoerle den 28 julij in de nabijheid dier plaats, door de bevolking der dess3 Tinjong, van liet leven was beroofd geworden, en dat die bevolking, door die van twee andere dessa's bijgestaan, tot in de nabijheid van de hoofdplaats Benkoelen was voortgeruktdoch spoedig door de bezet ting, niet behulp van de equipagien der schepen en der Europesche in gezetenen van daar verdreven waren. De bijzonderheden dezer voor vallen waren te Batavia nog nief genoegzaam bekend; intusschen wtsc men dat de commissaris-generaal eenige dagen na hec gebeurde te Ben koelen aangekomen xvasen dadelijk de vereisclue maatregelen had geno men, Z. Exe. heeft vervolgen# de reis naar Padang voortgezet, alwaar

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1834 | | pagina 1