%gm N°. 4- MIDDÉ LB CRG8GH E C O U R A N Donderdag" 9 Januarij 1834. fRibticatieti. ME U W8TIJDINGEN. (Öroot-Bjrittanje. jfiraufcrijk. £tcbcdanbeti. jURGEMEESTER en WETHOUDERS tier Stad MIDDELBURG, ontvangen hebbende eetie circulaire van den Heer Staatstaad, Gou verneur der Provincie Zeeland, van den 4 Januarij 1834, {Provinciaal Blad No. 2)waarbij de Stedelijke Besturen worden uitgenoodigd om de In- en Opgezetenen bekend te maken met de verpligtingenvoor de zelve voortvloeiende uit Zijner Majesteits besluit van den 26 December '833, Staatsblad No. 74), houdende voorloopige verordeningen toe verzekering van den Accijns op den Turf en de Steenkolen; Brengen bij deze ter kennis van alle belanghebbendendat het voor. schreven Koninklijk Besluit is van den navolgenden inhoud JVijWILLEM bij de gratie GodsKoning der Nederlanden Prins van OranjeNassau Groot -Hertog van Luxemburgs enz. enz. enz. Gezien art. 35 der wet van lieden Staatsblad no. 72), houdende een accijns ■op den Turf, en art. 8 der wet van heden Staatsblad no. j5)houdende een accijns op de Steenkolen Willendeonverminderd de nader door ons vast te stellen bepalingen omtrent den aanpeil, in die artikelen vermeld de noodige verordeningen daarslellcn, ter voorkoming van ontduiking van den accijns, door middel van buitengewone in- of -uitslagen van gezegde Brandstoffen Up de voordragt van onzen Minister tan Finantienvan den 24 dezer j Den Raad van State gehoord Hebben hesloten en besluiten Art. 1. Gedurende de maanden Januarij en Februarij i834 of zoo veel korter als de aanpeil zal zijn tot stand gebragt, zal gceu vervoer Van Turf boven eene boe veelheid van vijf tonnen, noch van Steenkolen, Kolengruis of Sindels, boven eene hoeveelheid van tachtig ponden of éêne mudde mogen plaats hebbentenzij voor zien van eene kwitantie van betaalden accijns, overeenkomstig de bovengemelde wet ten of van een gelei-biljet, op verbeurte ecner boete van honderd gulden, on verminderd eene gevangenis-straf hoogstens tot veertien dagen. De bovengemelde, kwitantie of gelei-biljet zal worden afgegeven door den ontvan ger der accijnsen op deze voorwerpen van belasting, ter plaatse van de allevering of uitslag der te vervoeren hoeveelheid. 2. Het gelei-biljet zal echter alleenlijk, doch kosteloos en vrij van zegelkunnen worden bekomen door Veenlieden, Schippers en in Turf of Steenkolen handel of neringdoende Personen, na gedane schriftelijke aangifte, houdende de namen van den afleveraar en ontbieder, derzclver woonplaats, of ligging van hel vaartuig, als mede de hoeveelheid en soort van den te vervoeren Turf of Steenkolen, overeenkom stig de wetten in het hoofd dezes gemeld, en nadat vooraf, door den aileveraar «en behoorlijke borgtogt, ten genoege van den Ontvanger van den accijns, voor het bedrag van denzelven gesteld, of wel hetzelve bedrag geconsigneerd zal zijn. 3. Ten gevolge van het in voege voorschreven verkregen gelei-biljet, zal de afle veraar voorloopig ten Kantore van den Ontvangervoor het verschuldigde beloop van den accijns worden gedebiteerd, en hetzelve, tegen intrekking van den borgtogt of teruggave van de geconsigneerde gelden moeten worden voldaan binnen zoodani- gen termijn als door ons, bij het nader vast te stellen reglement van aanpeil, zal worden bepaald tot de onmiddelijke aanzuivering van den verschuldigden acc^ns, we gens den aangegeven of bevonden voorraad van meergenoemde Brandstoffen. Onze Minister van Finantien is belast met de uitvoering van het tegenwoordig be sluit hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst. Gegeven te 's Gravenhageden a6 December des jaars i833en van onze Rege ring het een-en-twintigste. WILLEM. Van wege den Koning J. G. de Mev van Streeficeuk. Uitgegeven den dertigsten December i833. De Secretaris van Staat, J. G. DE Mey VAN StueeïKErk. En zal deze op de gebruikelijke wijze worden afgekondigd en aange plakt, mitsgaders in dezer Stads Courant geplaatst. Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 6 Januarij 1834. Burgemeester en Wethouders voornoemd, H. du BUISSON BEC1US, L. P. Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtb. VAN PANHUYS. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MIDDELBURG, gezien een besluit van Heeren Gedeputeerde Staten van Zeeland, van den 27 December 1833 Provinciaal Blad No. 134) Brengen bij deze ter kennis van alle belanghebbenden, een Koninklijk besluit van den 9 December 1833 Staatsblad No. 62), waarbij de ter mijn, tot invoering van het Nederlandsche Kantwerk, wordt uitgesteld tot op 1 Januarij 1835 zijnde van den navolgenden inhoud IVij WILLEM bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden Prins van Oranje-Nassau Groot-Hertog van Luxemburg enz. enz. enz. Gezien ons besluit van den 13 April 11. {Staatsblad No. 9)bepalende de invoering van het Nederlandsche Vaatwerkvoor den handel in het groot, op den i Januarij 1834; Gelet op de achtervolgens aan ons ingediende adressendoor onder scheidene BierbrouwersAzijnmakers en Handelaars in Sterke Dranken, inde provinciën Noord-BrabandGelderland Holland, Utrecht en Over ijssel, daarbij eenige bezwaren inbrengende tegen de verordeningen van het voornoemd Besluit, voor zoovee! hunne fabrijken betreft; Overwegende, dat de late indiening van vele dezer adressen, niet toe laat om, vóór het opgemelde tijdstip, de wijzigingen vast te stellen, welke., 11a het onderzoeken der onderhavige bezwaren, in ons voorschre ven besluit raadzaam inogten worden geoordeeld Op de rapporten van onzen Minister van Binnenlandsche Zakenvan den 11 November jl.No. 214, en van den 7 dezer, No. 47; Den Raad van State gehoord Hebben goedgevonden en verstaanhangende het voormelde onder zoek den termijn voor de invoering van het Nederlandsche Vaatwerk uit te stellen tot op den 1 Januarij 1835. En is onze Minister van Binnenlandsche Zaken belast met de uitvoe ring dezes, waarvan afschriften zullen worden gezonden aan onzen Mi nister van Financiënaan de Algemeene Rekenkamer en aan den Raad van State, tot informatie, en welke wijders in het Staatsblad zal wor den geplaatst. *s Gravenhage, den 9 December 1833. WILLEM. Van wege den Koning, J. G. de Mey van Streefkerk. Uitgegeven den veertienden December 1833. De Secretaris van Staat J. G. de Mey van Streefkerk. En zal deze op de gebruikelijke wijze worden afgekondigd en aange plakt mitsgaders in dezer Stads-Conrant geplaatst. Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 6 Januarij 1834. Burgemeester en Wethouders voornoemd, H. du BUISSON BECIUS, L. P. Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtbaren, V A N P A N II U Y S. LONDEN den 4 januarij. De prins de Talleyrand heeft laatstleden dingS. dag een prachtig maal aan de onderscheidene gezanten, waaronder de.bui tengewone Nederlandsche gevolmagtigdegegeven. Thans brengt hij eenige dagen, met den Russische» gezant, prins Lievenaan het paleis des koningste Brighton door. De ministeriele Globe vermeldtvolgens berigten van den 22 decem. bef uit Lissabondat zekere baron Ramefort op den 11 dier maand van Madrid met eene bijzondere zending naar het hoofdkwartier van dom Miguel vertrok. Aldaar aangekomen bood hij de bemiddeling van het Spaansche hof, in overeenstemming met het Engelsch kabinetdien vorst aanmaakte hem met de beginselen bekendwelke tot grondslag vati het vergelijk zouden strekken, en verzocht binnen 24 uren een beslis send antwoord. Dit antwoord was volstrekt weigerend, eri de onder handelaar vroeg dus, naar den inhoud zijner instructien zijn paspoort, en keerde over Aivas naar Spanjeterug. Dit belangrijk nieuws werd den 20 te Lissabon vernomen en men verwachtte dat het officieel door het gouvernements-blad zoude worden medegedeeld. Bijzondere berigten van dezelfde dagteekening vermelden nog, dat het dom Miguel gelukt was in Engeland onderscheidene vaartuigen aan tu köopen die zich weldra tot een eskader zouden vereenigenen in eene neutrale haven, waaronder Vlissingen genoemd werd, gewapend worden. Om het voornemen, dat met deze kostbare uitrusting verbon den moge zijn te verijdelen bad het bestuur van dom Pedro besloten eenige zijner oorlogschepen naar de Engeische kusten af te zenden, en aldaar op de Miguellisten te doen kruissen. Werkelijk verneemt mén heden alhier, dat het linieschip de dom Pedro voor twee dagen op de reede van Duiiis is aangekomen. Uit een echt stuk blijkt, dat de bevolking van de republiek der Véreenigde Staten, in den jare 1770 maar 1,500,000 zielen bedragen de, in 1800 tot 5,319,790, en in 1830 tot 12,856,154 geklommen is. PARIJS den 4 januarij. In de zitting der kamer van afgevaardigden zijn, den 2 dezer, de beraadslagingen over het, door hare commissie opgestelde, antwoord op 's konings aanspraak begonnen. Dit opstel is niet onbelangrijk, en geenszins geheel en al een weerklank op 'skonings woorden. In de eerste plaats is daarin eene zinsnede gebragt over de voortdurende buitensporighedenwaardoor de westelijke departementen (de Vendée) worden geteisterd wordende 's konings bestuur aangemaand om de aanhangers van het gevallen koninklijk huis aldaar met alle kracht te keer te gaan. Vervolgens wordt in het opstel een zeer duidelijke wenk gegevendat de ministers de uitgaven voor hunne departementen naauwgezet behooren te regelen, naar hetgeen daarvoor bij de begroo- tingen is toegestaan een gezegdehetwelk waarschijnlijk op de 20 of 30 millioen franken doelt, die, zoo raeli zegt, door den maarschalk Soult te veel zijn uitgegeven. Ten aanzien der Belgische zaak willen de opstellers van het antwoord aan den koning gezegd hebben: De naauwe verbindtenis van uwe regering met Groot-Brittanje het belang der volken en de vermoeijenisdie men daaromtrent overal gevoelt, geven ons reden om er op te rekenen, dat de al te lang han gende gebleven zaken van België spoedig tot een definitief einde zullen geraken." Eindelijk vindt men in dit ontwerp van antwoord eene zinsnede over de door den koning der Fransehen aangewende moeite tot het doen ein digen van den strijd in het Ottomannische Rijk. De beraadslaging over dit adres wordt op heden nog voortgezet. Het adres van de kamer der pairs zijnde een volmaakte weerklank van de aanspraak des konings is reeds gisteren aan Z. M. aangeboden. Hetzelve is met weinige en vrij onbeduidende woorden beantwoord. De vredelievende toon, waarop de Russische gezant onzen ko ning, namens het geheele corps.diplomatiqueop den 1 dezer beeft ge complimenteerd, en het daarop, in denzelfden geest, door Z. M. gege ven antwoord heeft alhier eenen aangenamen indruk gemaakt en gunstig op de effecten gewerkt. De berigten van de Spaansche grenzen, zelfs die, welke door da zuidelijke dagbladen, bet ministerie toegedaan, worden medegedeeld komen alle daarin overeen, dat de partij van don Carlos thans van alle zijden het hoofd schijnt op te steken zoodat de troepen der koningin niet in staat zijn hen te bedwingen en door gedurig heen en weder trekken worden afgemat. *s GRAVENHAGE den 5 januarij, Z. K. H. Prins Frederik beeft, sedert hoogstdeszelfs terugkomst in de residentie het interim van het opperbevel over het leger aanvaarden worden door hoogstdenzelven alle stukken als zoodanig geteekend. GRONINGEN den 2 januarij. Volgens op beden ingekomene berig. ten zijn de zeeweringen ter weerzijden van Delfzijl en te Termunter- zijlop onderscheidene plaatsen, zoo wel als de havenwerken te Delf zijl, door de stormwinden, welke in den nacht tusschen den laatsten december en eersten januarij met buitengewoon geweld gewoed hebben aanmerkelijk geteisterd en is daaraan groote schade toegebragt. Tot dus verre heeft echter nergens eenig gevaar van doorbraak bestaan en wortic dadelijk alles aangewend, wat strekken kan, om het defefete, zooveel doenlijk te herstellen en, bij opvolgende stormvloeden, grootere ram pen voor te komen. Opzigtelijk de gesteldheid van onderscheidene gedeelten des platten lands dezer provincie, welke geheel geïnundeerd zijn of overlast van het water hebben zijn de berigten bij voortduring allertreurigst. Het kerspel Bellingevvoldc woidt al uicer en meer overstroomd. Niet-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1834 | | pagina 1