N°. 77. MIÖDELBURGSCHE CO U R m vZuSSM 4 M rp Donderdag 27 Juni) 1833. klaars chittuingctt. NIEUWSTIJDINGEN. 2DuitöchlAttb. ÜIcbcirlAtibett. De ondergeteekende, ONTVANGER der Directe Belastingen verzoekt bij deze alle belastingschuldigen om onverwijld ten zijnen Kantore, aan te zuiveren de vier eerste maanden der Belasting op het Personeel en het Patentregt van het loopende jaar, mitsgaders de vervallen of des ver kiezende meer termijnen der C,rondtasten van 1833, ten einde kosten der vervolgingen voor te komen. Middelburg, den 19 Jnnij 1833. De Ontvanger voornoemd afwezig, S. W. PRAAG, Commies. De ondergeteekende, COLLECTEUR van het Stedelijk Middel der LANTAARN-BRANDSPUIT- en NACHTWACHT-GELDEN brengt bij deze ten laatsten male ter kennis van de zoodanigen dër In- en Óp- gezetenen dezer Stad en Ambachtwelke tot heden nalatig zijn gebleven hunne verschuldigde termijnen van aanslag in genoemde Belasting over de dienst van 183a of vroeger, te voldoen, dat, wanneer dezelve niet vóór of uiterlijk op den 28 dezer maandten zijnen Kantore zijn over- gebragt, tegen de nalatigen in dezen, onverwijld na genoemd tijdstip, de maatregelen van executie zullen worden te baat genomen welke ten opzigte der Schutters-belasting zijn in het werk gesteld. Middelburg, den 22 Junij 1833. DE TROIJE,Nz. BURGEMEESTER en ASSESSOREN van BIERVLIET brengen ter kennis van de Belanghebbenden, dat er dit jaar geene KERMIS zal gehouden worden. Biervliet, den 24 Junij 1833. Burgemeester en Assessoren voornoemd, •V - D. BA E R T. Ter ordonnantie van dezelve De Secretaris, J. de BATS. FRANKFORT den 21 junijDe zittingen van de bondsvergadering zijn sedert de terugkomst van den graaf von Munch Bellinghausen aange vangen. De personen die bij het laatste oproer gevat zijn zullen waar schijnlijk naar eene bondsvesting overgebragt en voor eene bijzondere commissie te regt gesteld worden. Het plan, hetwelk er voor eenigen tijd bestaan heeft, om de on derhandelingen over de Nederlandsche zaken te Berlijn te openen schijnt Opgegeven te zijn. Sommige lieden spreken van een algemeen congres Waarop deze zaak een hoofdpunt uitmaken zou. Anderen die beteron- derrigt schijnen, zeggen, dat prins Talleyrandwelke volgens hen Lon den niet verlaten zal, betoogd heeft, dat er geen geschikter plaats voor de Nederlandsche zaken is als Londenwaar men geheel en al met haren aard en eigenschappen bekend is. In hoeverre dit als een voorwendsel van eene der mogendheden aan te merken isop dat de draad van die onderhandelingen niet aan de handen van dien staatsman ontglippedie daarbij gelijktijdig de Fransche en Engelsche staatkunde kan leiden, is geheel onzekermaar men zegtdat Holland er in bewiliigt en daar Pruissen naar het einde van die geschillen haakt en denkelijk met betrek king tot de Noordsche mogendheden in de meeste gevallen-het initiatief zal netnen zoo verwacht mendat de conferentien te Londen weldra zullen aanvangen. Daar deze geruchten plaats hebben na dat prins Fre- derik der Nederlanden te Berlijn aangekomen is, wiens komst aldaar wël- ligt met de'staatkundige aangelegenheden in verband staat, zoo wordt er eenig geloof aan geslagen. Hoewel de Belgische kwestie sedert de laatste overeenkomst veel van haar belang voor de algemeene lotgevallen van Europa heeft verloren, zoo beschouwt men haar toch nog immer in zulk een stand, dat alle de punten op nieuw in geschil zonden kun nen worden gebragtzoodra eene, of andere gebeurtenis in Europa plaats vond, die den vrede tusschen de voornaamste mogendheden onzeker maak te, Men vindt daarom nog lieden, die zich voorstellen, dat de oranje vaan nog wel eenmaal weder te Brussel wapperen zal; die voor gewis houden dat het beste gedeelte van Belgie niet afkeerig van eene her- eeniging met Holland zijn zou, en die zelfs voor den nieuwen koning eene schadeloosstelling uitdenken als hij den troon mogt verliezen. Maar dergelijke bespiegelingen zijn zoo gewaagddat men ze naauwelijks durft herhalen, indien men bij beide de volken geene voorteekenen waarneemt, die aan de mogelijkheid van iets dergelijks zouden doen gelooven en daar nog niemand met behoorlijke kennis van zaken de nuttigheid van dit punt aan eene bedaarde en onpartijdige overweging onderworpen heeft zoo zijn althans de gemoederen daarvoor zeker nog niet gestemd. 's GRAVENHAGE den 23 junij. Vrijdag avond is Z. K. H. de Prins van Orknje uit het hoofdkwartier in deze residentie aangekomen. Heden avond keert Z. K. H. naar hetzelve terug. Men begon den 18 junij reeds te Antwerpen de goederen van den generaal Chasséwelke gedurende de kapitulatie in het arsenaal geborgen waren, naar een schip te brengen, dat bestemd isom dezelve naar Hol land te vervoeren. GORCUM'den 24 junij. De allezins vereerende receptie, welke een gedeelte van de in het vaderland teruggekeerde dappere verdedigers der cita del van Antwerpen, eergisteren, alhier genoten hebbenis te onderschei dend dan dat die niet zoude verdienen meer te worden bekend gemaakt. De stad was allerwegemet vlaggen en allerlei versierselen aan de huizenen gebouwen, in een alleraangenaamst aanzien gebragtwaaronder bijzonderlijk uitmuntten de triomfboog aan de waterpoort, met zinspe lende krijgs-atrrihuten en toepasselijke opschriften verfraaidde groen markt, welke met eerepoorten prijkte, en anderen schitterenden toestel, zoo het scheen gereed gemaakt om daar ter plaatse de heldhaftige strij ders luisterrijk te onthalen, waartoe dan ook de inscriptien waren dienen de; voorts het plein voor het raadhuis, op hetwelk prachtige pijramiden waren opgerigtvoor de illuminatie geschikten zeer vele andere pre- paratien in andere wijken der stad. Allerbijzonderst schoon was de inrig- ting op het exercitieveld, op hetwelk eene estrade van zeer graotéri omvang, en met tapijten belegd, was geplaatst; van den achtergrond van hetzelve ging een coiossale kolom op, met ter zijde opstekende vlaggen, op welke kolom de namen der plaatsen waren aangeduid alwaar de voor naamste gevechten van den tiehdaagschen veldtogt voorvielen, en op weikï' voetstuk was geschreven: aan de brave verdedigers der Citadel van Ant werpen Ter wederzijden van dezelve Was eene graftombe gevestigd met het opschrift: ook wij waren op de Citadel, symbolisch herinnérendë aan de gesneuvelde helden op dezelve, welke tombes zeer treffend dotir ievende treurwilligenwerden overschaduwd. Op kleinen afstand vobï dezelve zag men twee Griëksche drievoeten, op welke later het offervuur gebragt werd. Kortheidshalve de beschrijving van de ontscheping cfér dapperen dë begroeting door den generaal opperkomrnau.danten der stedelijke regër ring, zoo wel als de bijzonderheden van den stacelijken optogt, moetende achterlaten, om bet allermerkwaardigste der feestviering op het exerci* tieyeld te kunnen meldenbeginnen wij met te zeggen, dat op en vopr de"estrade de imposante handelingen; voornamelijk plaats hadden. In een grooten kring zag men, aan de eene zijde van de estrade, een aantal kinderen, van beide kunnen, tot een zangkoor vereenigd, terwijl aan de andere tijde het. korps officieren en de muzijkanten geplaatst waren,, zijnde de manschap der citadel kort achter dezelve geschaard. Voor de estrade varen, op eenigen afstand, stellagien geplaatst voor dames, aan welker zoet, op bekleede banken, eene commissie uit de stedelijke, re gering, en de generaal opperbevelhebber der vesting, benevens een tien tal jonge dames waren geplaatstalle in wit gewaad, en mejt bloemkran sen in de haren, van welke laatste de twee grootste, elk een krans, de eene van eikenloof en de andere van lauwerbladen hadden j terwijl de acht kleinere elk een zeer sierlijk bloemmandje aan een smaakvol gevlochten bloemengordelover den schouder hadden bevestigde Dé landeling begon door het optreden van den heer adjudant van den generaal opperbevelhebber, op de. estradewelke eene fraai opge stelde dagorder voorlas. Hierna trad de opperbevelhebber der vesting zelf open verwelkomde de dappere verdedigers op. eene allezins gepaste- Wijze; bij het einde van welke aanspraak de twee jonge dames met de. kransen werden opgeleid» en de hoofd officieren der dapperen geïnviteerd om de estrade te naderen, reikende nu de jonge dames, op eene zeer innemende wijze, hun de kransen toe. Deze plegtige verrigtingen wer den vergezeld en afgewisseld met hartverheffende koorzangen, en de fraai- je muzljlt van het korps muzijkanten der schutterij te Dordrecht, welk laatste expresselijktot opluistering van dit feest, door den heer gene- raal opperkommandant uitgenoodigd en derwaarts gekomen;,was. Vervolgens werden de 8 andere jonge jtufvrouwenmet de bloemmand- jes, opgeleid, en plaatsten deze zich ter zijde van den heer opperkom- ïnandaut, terwijl de twee eerst opgetredene, jonge dames,,zich achter de:ópgérigte en nu ontstokene outers plaatsten, en zich, gereed maakten. Ombi) het defileren der dappere verdedigers van de citadelkort langs do estrade, den wierook te plengen voor dezelve, die tevens dan ook ter nagedachtenis van de roemvol gesneuvelden opklom, Weldra nu be gon het défilé, en nu zag mende offers branden en dë zoo wél verdien de verdedigers palm en rozen voor derzelver schreden strooijen: een en ander op eene wijze die zulk eenen gevoeligen indruk maakte op elk en een iegelijk, wien het aan geen edel hart ontbrak, dat bij velen de tra nen inde oogen blonken, en zelfs de stoutste krijgsliedenaldaar tegen woordig', die niet wederhouden konden. Wij eindigen ons verhaal met er bij te voegen, dat deze en de vol gende dag, verdér, allezins doeltreffend en in de beste stemming en or de is doorgebrngtzeer ter eere der helden, en tevens ook yweerend voor hem wiens vaderlandsch gevoel dit alles zoo creffend.had verordend. Op heden vertrekken uit deze stad van de zatujdag aangeko mene en tot de bezetting der citadel van Antwerpen behoord hebbende troepen nagenoeg 18 officieren en 600 onderofficieren en manschappen van de ,2de en 9de afdeelingen infanterie, naar Utrecht, om zich verder van daar naar Amersfoort te begeven terwijl zich de artilleristen., een gedeelte der 3de en 6de bataillons artillerie nationale militie-uitmakende, ten getale van ruim 350 man, naar .Delft moeten hegeven. i ARNHEM den 24 junij. Gisteren avond ten half-zeven uren hadden wij het genoegen, hier met een tjalk te zien aankomen de iste konipag- nie van het 3de bataillon der 1 ode afdeeling onzer Antwerpsche citadel- verdedigers en lieden nog andere schepen alsmede eene .stoomboot. Na de aankomst van al de overige vair Middelburg naar hier vertrokken man. schappen, zal de feestelijke receptie plaats hebben, waartoe gisteren reeds alles gereed was. 7 e/; MIDDELBURG den 26 junij. Heden morgen ten 7 uren is van hier, met eene stoomboot en twaalf beurtschepen, naar Arnhem ver trokken, het laatste gedeelte, onzer uit Frankrijk teruggekeerde krijgsLie- den bestaande uit de beide flank bataillons der 7de en 9de afdeeling alsmede een detachement mineurs en sappeurs, te zamen uitmakende 36 officieren en 1270 onder-officieten en manschappen ;„,biiiy^jë .er. njjg ziek in het hospitaal achter 65 manschappentot onderscheidene körpsèrt van die tróepen behoorende. Z. Exc. de heër luitenant generaal de Koek en de heer plaatselijke kommandant majoor Ravenswaren bij de inscheping tegenwoordig, en hebben van deze troepen met vele blijken van voldoening afscheid geno men. Reeds in den vroegen morgen ontving gemelde heer generaal eëne serenade door het hoorn muzijk dezer bataillons. Zeer groot was ook nu weder, even als 11. vrijdag en znturdag, het aantal ingezetenen welke zich op de kaaijen en havendijken had ge schaard, en met wederzijdsche hartelijkheid werden, bij het vertrek, tic afscheidsgroeten elkander toegeroepen, terwijl de horens de vaderland- sche liederen deden hooren. Het strekt ons voorts tot eene aangename voldoening, te kunnen mel den dat, volgens informatie, door den heer kommandant dér laatst bin nen deze stad gehuisveste troepen, aan den heer burgemeester de meest, mogelijke erkentenis is betuigd namens alle de. alhier doorgetrokkene officieren en manschappen, wegens de regt broederlijke en gulle onc- I vangst door ieder hunner van de ingezetenen dezer stad genoten heb- 1 bende ook deze troepen door hun aihier gehouden gedrag zich één zoc- nige ontvangst volkomen waardiggetoond. j

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1833 | | pagina 1