N". 69.
MIDDE.LBURGSCÏ1E
Zaturdag
publicatie.
NIEUWSTIJDINGEN.
SOuiterftlAttb.
jftraiifcvijïu
ilehevlAti&en.
Burgemeester en wethouders der stad middelburg.
Gezien een besluit van den Heer StaatsraadGouverneur dezer
Provincie, van den 31 Mei 1833 Provinciaal Blad 110, 61) i
Brengen bij deze ter kennis van alle Ingezetenen, dat op den tienden
Junij aanstaandedoor de Rijks-Schatters, eenen aanvang zal worden ge
maakt met de algemeene opneming, van Regeringswege, van de Deu
ren, Penstérs en Haardstedenuitmakende de tweede en derde Grbnd-
slagen der Personele Belasting overeenkomstig het bepaalde bij Art. 28
5 der Wet van den 29 Maart 1833 Staatsblad no. 4).
En wordt tevens een ieder herinnerd aan Art. 33 2 der voorschre
ven Wet, volgens hetwelk een iegelijk verpligt is aan de Schatters, op
iederen Werkdag, van des morgens acht uren tot Zons-ondergangden
vrijen toegang tot de panden, bij hem bewoond, of tot de bij hem in
gebruik zijnde gedeelten van Gebouwen Vertrekken enz. te verlee-
nenter verrigting van den hun opgedragen arbeid, zoo mede om hen
de daartoe noodige aanwijzing te doen op verbeurte eener boete van
vijf-en twintig Gulden,
En opdat niemand hiervan onwetendheid voorwende zal deze worden
gedruktafgekondigd en aangeplaktmitsgaders in dezer Stads-Courant
geplaatst.
Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 4 Junij 1833.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
H. DU BUISSON BECIUS 1. p.
Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtbaren
VAN PANHUYS.
FRANKFORT den 2 junij. De post van Konstantinopel van den 10
mei is te Weenen aangekomendoch bü het afgaan van dit berigt waren
de brieven nog niet uitgegeven. Men verneemt, echter op geene offi
ciële wijze dat de sultan op het advies van den divan zijne inschik
kelijkheid voor Ibrahim-pacha zoo ver heeft gedreven, dat hij hem niet
alleen Adana afgestaanmaar ook het geheele district van Taurus in erf
pacht gegeven heeft. Dit zou door graaf Orlojf geenszins goedgekeurd
zijn, dewijl hierdoor meer toegegeven werd, dan de generaal Murawiejf,
namens den sultan, te Alexandrie last had gehad in te willigen, dat de
grondslag had moeten zijnwaarop het Russische kabinet alleen de on-
derhandelingen tusschen de Porte en Mehemed-Ali wilde gevoerd zien.
De graaf zou dus daartegen hebben geprotesteerd. Ondertusschen ver
dient dit alles nadere bevestiging.
De Allgemeine Zeitung deelt berigten van de Savooische grenzen
van den 18 mei mede, volgens welke de in de staten des konings van
Sardinië ontdekte zamenzwering door de clubs te Parijs en te Lyon was
beraamd, en met den intogt der Polen in Zwitserland en de oproerige
tooneelen te Frankfort in verband stond.
Uit Petersburg berigt men, dat de zich in de stad Wiatka bevin
dende gevangene staf- en opper-officieren van de vroegere Poolsche armee
op den eersten paaschdag van Z. Keiz. M. vergiffenis ontvangenen
vrijheid bekomen hebben om zich huiswaarts te mogen begeven; welk
gunstbewijs door hen allen met een gevoel der levendigste vreugd en
dankbaarheid aangenomen is.
Op den 20 der vorige maand heeft de bekende Kaspar Hauser
in het bijzijn eener talrijke gemeente, in de hoofdkerk van Anspach
zijne geloofsbelijdenis afgelegd.
PARIJS den 2 junij. Het Journal des Dêbats van heden behelst een
telegraphisch berigt, den 31 mei des avonds ten half-zes uren van T011-
lon afgezonden, aankondigende, dat de onder-koning van Egypte den
9 mei aan Ibrahim-pacha het bevel had gezonden, om onmiddellijk met
zijne geheele magt over den Taurus terug te trekken.
Het vijf-en-dertigste regement van linie wel bekend door de rol
die hetzelve voor meer dan een jaar te Grenoble gespeeld heeft, schijnt
zich met de overige troepen der bezetting van de hoofdstad niet wel te
verstaan. Reeds meermalen en gisteren nog is het tot een ernstigen strijd
gekomenwaarin een twintigtal manschappen zwaar gewond zijn en die
slechts met moeite door de hoofd-officieren der bezetting is gestuit.
Het standbeeld van, Napoleon dat bestemd isom op de gedenk
zuil der Place-Vendóme geplaatst te worden, is gisteren in de geschut
gieterij van het gouvernement, in tegenwoordigheid van den minister van
openbare werken en andere ambtenaren, met het beste gevolg gegoten.
Den 29 mei is in de kamer der afgevaardigden een voorstel van
een der leden aangenomenvolgens hetwelk voortaan geene gelden meer
uit 's lands schatkist zouden worden verschaft voor de bisschoppelijke en
metropoliraansche zetels, welke niet meer in het concordaat van 1803
begrepen zijn, en welke mogten komen te vaceren, tot dat eene bepaal
de overeenkomst het gevolg zal zijn van de onderhandelingen welke te
dien aanzien tusschen de Fransche legatie en het hof van Rome geslo
ten is.
De St. Simonisten hebben in deze hoofdstad afgedaan. De belang
stelling, welke,zij gedurende eenigen tijd hadden opgewekt, doch die
langzamerhand verflaauwd was, houdt thans geheel op. Zij zijn vervan
gen geworden door eene andere secte, waarvan de leden zich Fourieriens
noemen. De oorsprong van deze benaming is nog niet duidelijk, doch
dit weet men, dat deze lieden zich niet met godsdienstige aangelegenhe
den bezig houden, maar dat derzelver oogmerk zich bepaalt tot het op
sporen en daarstellen van middelen ter bevordering van de tijdelijke wel
vaart. Om dat doel te bereikenworden door hen maatschappijen of ver-
eenigingen opgerigt. Een der voornaamste hoofden van deze nieuwe
secte is zekeren Jules Lechevallierdie zoo het schijnt, vrij wel be
kend is met de Duitsche wijsbegeerte en de staathuishoudkundige leer
stellingen welke laatste hij in Frankrijk in praktijk wil brengen. Om
daartoe te geraken, staat hij naar het hoogleeraarsambt in het Collége de
France, hetwelk door den dood van den beroemden Lay is opengekomën.
Men denkt intusschen niet, dat hij zal verkoren worden, daar hij tot
hiertoe geene bewijzen van grondige kennis heeft gegeven, en hij boven
dien niet in den besten reuk staat door zijne voormalige betrekkingen tot
de St. Simonistenvan welke hij onlangs tot de Fourieriens is over
gegaan.
's GRAVF.NHAGE den 4 junij, Z. M.willende aan hen, die
zich, tijdens het beleg der citadel van Antwerpenin de maand decem
ber 1832, op die sterkte en onderhoorige forten, mitsgaders op de flo-
tille op de Schelde voor Antwerpenhebben bevondeneen openlijk be
wijs van aandenken verleenenheeft, bij besluit van den 31 mei 11.,
op voordragt van Z. Exc. den directeur-generaal van oorlog, deswege
vastgesteld de navolgende bepalingen
Art. 1. Aan allen, die zich tijdens het voorschreven beleg op de cita
del van Antwerpen en bijliggende forten, aan het Plaamsche Hoofd
BurghtZwijndrecht en Austruweelmitsgaders op onze flotille op de
Schelde voor Antwerpen hebben bevondenzal onzentwege eene bron
zen medaille worden uitgereikt.
2. Op de voorzijde dier medaille zal de meergenoemde sterkte in de
gedaante van eenen vijfhoek worden afgebeelden daarin de woorden
citadel van Antwerpen geplaatst, terwijl op de keerzijde, in eene»
lauwerkransvan boven gesloten en gedekt door ons gekroond naam -
cijfer, de woorden: December 1832, het tijdstip zullen herinneren,
gedurende hetwelk onze krijgsmagt zoo roemrijk een allerhevigst en al
toos gedenkwaardig beleg heeft uitgestaan.
3. De medaille zal worden gedragen aan een Nassausch blaauw lint,
zullende het lint nimmer zonder dezelve wordèn gedragen.
4. Het regt tot het dragen dezer medaille zal door een certificaat
door de daartoe bevoegde militaire autoriteit af te geven, worden ge
wettigd.
5. Dit eereteeken zal, dadelijk na de vervaardiging, worden uitge
reikt aan alle daarop regthebbendendie zich bereids weder hier te lan
de bevinden.
6. De vereischte maatregelen zullen worden genomen om het aan de
overige regthebbenden uit te deelen op het tijdstip, dat zij wederom den
vaderlandschen grond zullen betreden.
7. De bepalingen van ons besluit van 19 december des vorigen jaars
no. 72 het geval vermeldende, waarin de daarbij vermelde onderschei-
dings-teekenen zullen worden verbeurd en vervallen, worden mede op
het hierbij ingestelde versiersel toepasselijk verklaard.
Bij een tweede besluit, onder dezelfde dagteekening, heeft Z. M,-
uit aanmerking datindiende bijzondere omstandigheden, welke het beleg
der citadel van Antwerpen voorafgegaan vergezeld en achtervolgd heb
ben, zoowel als het kloekmoedig en standvastig gedrag der genen, wel
ke tot hare verdediging hebben bijgedragen, aanleiding gaven, om daar
voor alsnog een afzonderlijk eereteeker, in te stellente dezer gelegen
heid hoogstdeszelfs aandacht heeft gevestigd op het wenschelijkeom
een meer algemeen onderscheidings-teeken voor volgende gebeurtenissen
van dien aard te bepalen, waardoor het al te zeer vermenigvuldigen van
bijzondere eereteekenen, op eene gepaste wijze, kan worden voorgeko
men, vastgesteld, dat voortaan een algemeen onderscheidings-teeken,
wanneer belangrijke gebeurtenissen of eervolle wapenfeiten plaats vinden
aan hen die daaraan deelnemen, en zich onberispelijk hebben gedragen,
zal kunnen worden geschonken; welk algemeen onderscheidings-teeken
zal bestaan in een gesp of plaat van brons van eene langwerpig vier
kante gedaante, tvaarop en relief in eenen lauwerkrans zoodenig kort op
schrift zal worden gesteld als de omstandighedenwaarvoor het dienen
of welke het aanduiden moetzullen komen te vorderen. De verdere arti
kelen van dat besluit houden bepalingen omtrent het dragen en toeken
nen van het onderscheidings-teeken.
's GRAVENHAGE den 5 junij. H. K. K. H. Mevrouw de Prinses
van Oranje is den 2 dezer te Dusseldorf aangekomen en heeftna den
nacht aldaar te hebben doorgebragtin den morgen van den 3 derzelver
reis naar het bad Liebenstein voortgezet.
Van den Helder wordt van den 3 dezer gemeld
Gisteren namiddag ten vijf uren is Z. K. H. Prins Frederik Hendrik
vergezeld door den kapitein-ter-zee Arrietisalhier op Willemsoord aan
gekomen. Hoogstdezelve heeft zich, vergezeld van den heer schout bij-
nacht opperbevelhebber en deszelfs staf, aan boord van Zr. Ms. korvet
Nehalennia begevenbij welke gelegenheid door al de ter reede en
in de haven van het Nieuwe Diep liggende schepen en vaartuigen van
oorlog is geparadeerd gewordenterwijlna hoogstdeszelfs aankomst aan
boord van gemelde korvetdoor al de ter reede liggende oorlogschepen
is gesalueerdwaarna de onderscheidene scheepsbevelhebbers aan Z. K. II.
voorgesteld zijn geworden.
Heden morgen vroegtijdig is opgemelde korvet (die door den kapitein
luitenant Geesteratitis wordt gekommandeerd) zeewaarts gestevend.
In de afdeelingen van de Tweede Kamer der Staten-Genernal is
eergisteren het onderzoek over de wijzigingen in de onderscheidene gedeel
ten van het burgerlijk wetboek voortgezet, en heeft men een aanvang
gemaakt met de overweging van de nieuwe redactie van de wet op de
suiker. Binnen eenige dagen worden de antwoorden der regering te ge-
moet gezien op de bedenkingen der leden, tegen het ontwerp van wcc
tot verdere beschikbaarstelling der oorlogsgeldenwaaromtrent welligt
eertsdaags de openbare beraadslagingen zullen plaats hebben.
In de zitting van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van heden
heeft de centrale afdeeling verslag gedaan op de zeventien ontwerpen van
wet tot wijziging van het derde boek van het burgerlijk wetboek, waar
over de beraadslagingen zijn bepaald geworden op aanstaanden vrijdag.,
den 7 dezerdes morgens ten 11 uren,
In deze zitt 'ng heeft de heer van Nes het woord gevraagd en hoofd
zakelijk gezegd, dat hij vernomen had,- dat, met ter zijde stelling van
eenige nog aanhangige ontwerpen van wet, de tegenwoordige zitting zou
worden verkort; dat hij wensclue, dat zijn voorstel daaronder niet mogt
worden begrepen, en dat hij dienvolgens den president verzocht, de
voorzitters der afdeelingen over de afdoening van zijn voorstel të willen
onderhouden. De president antwoordde hierop, dat de heer van Nes
hem was voorgekomendaar hij voornemens was de voorzitters der af
deelingen van de maand maart daartoe bij zich te verzoeken.