hun de eer heeft aangedaan, hun den 16 dezer maand toe te zenden
hem de voldoening uit te drukken, die zij hebben ondervonden van te
zien, dat die nota ophelderingen van de Nederlandscheregering behels
de die eindelijk de hoop geven van tot de sluiting eener voorloopige
overeenkomst te geraken.
De ondergeteekenden door deze hoop geleid zullen bij het eerste
gedeelte der nota van den 16 mei niet stilstaan. Zulks zou toch alleen
tot eenen pennenstrijd aanleiding geven die geen nut zou hebben om
dat hij op den uitslag der onderhandeling geen' regtstreekschen invloed
zou uitoefenen, en aan den anderen kant niet zonder ongelegenheid zou
zijn, indien daardoor de redetwist over feiten vernieuwd werd, welke
men voortaan der vergetelheid moet wijden.
Het is 011 deze reden dat de ondergeteekenden zich thans bepalen tot
de overhandiging aan Zijne Exc. den heer DedelVan een ontwerp van
overeenkomst, hetwelk volgens zijne laatste voorstellen is opgesteld die
de ondergeteekenden bereid zijn aan te nemen.
De ondergeteekenden nemen deze gelegenheid waarom aan Zijne Exc.
den heer Dedel de verzekering hunner zeer bijzondere hoogachting te
hernieuwen,
Cget.) Tam.eyrand. Palmerston,
Ten gevolge dezer onderhandeling is op den 21 mei jl. te Londen tus-
schen jonkheer Salomon Dedel, 's Konings gevolmagtigde den prins van
Talleyrandgevolmagtigde van Z. M. den Koning der Franschen, en den
burggraaf Palmerstongevolmagtigde van Z. Groor-Brittannischen M.,
gesloten eene conventie en uitleggend artikel, waarvan de ratificatien den
29 mei te Londen zijn uitgewisseld, en van welke de Koning mij gelast
heeft een afschrift aan U Edel Mog. aan te bieden; zijnde dezelve van
den volgenden inhoud
OVEREENKOMST.
Hunne Majesteiten de Koning der Nederlanden Groothertog van Luxem
burg de Koning der Franschen en de Koning van het Vereenigd Ko-
n in gril k van Groot-Brittanje en Ierland, wenschende onderling debetrek
kingen te herstellen, gelijk dezelve vóór de maand november 1832 bestaan
hebbenhebben besloten te dien einde eene ovéreenkomst te treffen
en hebben tot hunne gevolmagtigden benoemd te weten
Zijne Majesteit de Koning der Nederlanden, Groothertog van Luxem
burg, jonkheer Salomon Dedel, kommandetir der orde van den Neder-
Iandschen Leeuw.
Zijne Majesteit de Koning der Franschen, de heer Charles Maurice de
Talleyrand-Périgordprins hertog de Talleyrandpair van Frankrijk, ara.
hassadeur extraordinair en minister gevolmagtigde van gezegde Zijne Ma
jesteit bij Zijne Brittaiuiische Majesteitgrootkruis van het legioen van
oer, ridder der orde van het Gulden Vlies, grootkruis der orde van Sc.
Stephanns van Hongarije, der orde van St. Andreas der orde van den
Zwarten Adelaar, enz., enz., enz.;
En Zijne Majesteit de Koning van het Vereenigd Koningrijk van Groot-
Brittanje en Ierland, den zeer honorabien Henri Jeanburggraaf Palmer-
stotibaron Templepair van Ierland, raad Zijner Brittannische JMafesteit
in zijn'geheimen rade, ridder-grootkruis van de zeer honorable Bath-orde,
lid van het parlement en deszelfs voornaamste secretaris van staat, heb
bende het departement van buitenlandsche zaken.
Dewelke, na derzelver volmagtenwelke in goeden en vereischten
vorm zijn bevonden te hebben uitgewisseld hebben bepaald en onder,
teekend de navolgende artikelen
Art. 1. Dadelijk na de uitwisseling der ratificatien van de tegenwoor
dige overeenkomst, zullen Hunne Majesteiten de Koning der Franschen
en de Koning van het vereenigd koningrijk van Groot-Brittanje en Ierland
het embargo opheffen hetwelk hoogstdezelven gelegd hebben op de
schepen, vaartuigen en koopgoederen, toebehoorende aan de onderdanen
van Z. M. den Koning der Nederlanden, en zullen al de aangehoudene
vaartuigen met derzelver ladingen dadelijk worden ontslagen en aan der
zelver bijzondere eigenaren terug gegeven,
Gelijkerwijs zal Z. M. de Koning der Nederlanden de maatregelen her
roepen. in hoogstdeszelfs Staten, ten opzigte der Fransche en Engel-
sche vlag genomen.
2. Ten zelfden tijde zullen de Nederlandsche militairen, zoo die
welke tot de koninklijke zeeinagt als die, welke tot de koninklijke land-
magt hehoorenen thans in Frankrijk worden terug gehouden, in de
Staten van Z. M. den Koning der Nederlanden vvederkeeren mot wa
penenbagnadjewagens, paarden en andere voorwerpen, aan de korp
sen en aan de bijzondere personen toebehoorende.
3. Zoo lang de betrekkingen tusschen Holland en Belgie niet bij een
eindverdrag zullen geregeld zijn verbindt zich Zijne Nederlandsche Ma-
jesteic de vijandelijkheden tegen Belgie niet weder te hervatten, en de
Scheldevaart geheel vrij te laten.
4. Onverwijld na de uitwisseling der ratificatien van de tegenwoor-
dige overeenkomst, zal de vaart op de Maas voor den handel geopend
worden en tot dat een vast reglement te dien opzigte zal bepaald zijn,
zal deze vaart onderworpen zijn aan de beschikkingen der overeenkomst
op den 31 maart 1831 te Mentz, voor de Rijnvaart geteekendin zoo
verre deze beschikkingen op gezegde rivier toepasselijk zullen kunnen
zijn.
De gemeenschap tusschen de vesting Maastricht en de grenzen van
Noord.Brabanden tusschen de gezegde vesting en Duitschland zal vrij
en onbelemmerd zijn.
5. De hooge contracterende patijen verbinden zichzonder verwijl
zich te zullen bezig houden met het eindverdrag, hetwelk de betrek
kingen tusschen de Staten van Z. M. den Koning der Nederlanden
Groothertog van Luxemburg, en Belgie moet vestigen.
Hoogstdezelven zuilen de hoven van Oostenrijk Pruissen en Rus
land uitnoodigen tot hetzelve mede te werken.
6. De tegenwoordige overeenkomst zal bekrachtigd en de ratifica
tien zullen uitgewisseld worden te Londen binnen den tijd van tien da
gen of, zoo mogelijkspoediger.
Ten blijke waarvan de wederzijdsche gevolmagtigden dezelve geteekend
en met derzelver wapencachetten bezegeld hebben.
Gedaan te Londen, den 21 mei in het jaar onzes Heeren een duizend
acht honderd drie-en-dertig.
(ge/.) (L. S.) Dedel. (ger.) (L. S.) Talleyrand.
(ger.) (L. S.) Palmerston.
Ophelderend Artikel.
Tusschen de hooge contracterende partijen is overeengekomen dat de
bepaling nopens hec geheel ophouden der vijandelijkheden begrepen in
het 3de artikel der overeenkomst van heden tevens het groothertogdom
Luxemburg, en het voorloopig door de Belgische troepen bezette deel
van Limburg bevat. Het is mede verstaan d.it de Scheldevaarttot aan
het sluiten van het eindverdrag vermeld in het gezegde 3de artikel der
overeenkomst van heden plaats zal hebben zoodanig als dezelve bestond
vóór den 1 november 1832.
Hec tegenwoordig ophelderend artikel zal dezelfde kracht en waarde
hebben als of hetzelve woordelijk ware ingelascht in de overeenkomst van
lieden. Hetzelve zal bekrachtigd, en de ratificatien uitgewisseld worden
gelijktijdig met die der gezegde overeenkomst.
Ten blijke waarvan de wederzijdsche gevolmagtigden hetzelve hebben
geteekenden met derzelver wapencachetten bezegeld hebben.
Gedaan te Londen, den 21 mei, van het jaar onzes Heeren een dui.
zend acht honderd drie-en dertig.
(get.) (L. S.) Dedel. (L* s0 Talleyrand.
ge(L. S.) Palmerston.
Dit staatsstuk. Edel Mog. Heeren! heft de maatregelen op, sedert
november door Frankrijk en Groot-Britcanie tegen Nederland aangewend
het bepaald tevens, dat er eene nicnoodiging zal geschieden aan de hoven
van Oostenrijk Pruissen en Rusland om mede te werken tot de defini-
tive onderhandeling, en er bestaat te meer grond om te verwachten dat
Nederland aldus eerlang eene eindelijke schikking op billijke voorwaarden
zal zien tot stand komen, naardien de regering redenen heeft om te ver
trouwen dat deze nitnoodiging gunstig zal worden opgenomen."
De minister geëindigd hebbende zegt de voorzitter dat hij Zijne Exc.
den minister verzochtom namens de aanwezige leden bij Z. M. wel de
tolk hunner erkentelijkheid te willen zijn over de gedane gewigtige mede-
deeling. Hij voegde er den wensch bij dat het gesloten traktaat door
dat van een eindverdrag spoedig moge worden achtervolgd naar hetwelk
aller wenschen zich uitstrekken! dat daarin Koningen Volk de belooning
mogen vinden voor de edele volhardingtot heden aan den dag gelegd
voor de offers bij offers aangebragt tot verdediging van den ons dierba
ren geboortegrond; dat daardoor de scaatsman, in de vergadering tegen
woordig het zegel der bestendiging op zijne onvermoeide pogingen moge
zien drukken, en dat hij, met allen, welke met hem ten algetneenen
nutte zijn werkzaam geweest, in de erkentelijkheid van tijdgenoot en
nakomeling mogen deelen
Daarop geeft de minister de medegedeelde stukken aan den voorzitter
over. Ên hiermede aan het oogmerk der bijeenkomst voldaan zijnde,
wordt de zitting opgeheven.
Volgens partikuliere berigten uit 's Gravenhage van den I dezer, heeft
de mededeeling, door Zijne Excell. den minister van buitenlandsche za
ken aan de beide Kamers gedaan, over het geheel eenen aangenamen
indruk gemaakt. De regering heeft, gelijk daarbij gezegd wordt, reden
om te vertrouwen dat de aan de hoven van OostenrijkPruissen en
Rusland te rigten nitnoodiging gunstig zal worden opgenomen. Hierme
de brengt men in verband de verklaring door den Heer Dedel, bij des-
zelfs nota van 19 mei gegeven dat de tot de meest spoedige afsluiting
van een definitief traktaat vereischte openingen, daaronder begrepen
de tot de onderhandeling betrekkelijke cijfers, door de Nederland
sche regering zullen worden te berde gebragt, zoodra de vijf mogend
heden vereenigd zullen zijn. Men verzekert dan ook, dat al het noodi-
ge tot een bepaald voorstel bereids bij de regering wordt voorbereid,
omnadat de bedoelde nitnoodiging beantwoord zal wezenonver
wijld aan de conferentie te Londen te worden voorgelegd.
Londen den 31 meiBij een bevel in rade, van den 29 dezer, is,
ten gevolge der ratificatie van het voorloopig verdrag door Z. M. den
Koning der Nederlanden, herroepen het besluit van den 6 november 11.,
waarbij het embargo op de Nederlandsche schepen was gelegd, en waarbij
aan Zr. Ms. schepen van oorlog was gelast al de koopvaardij, en oor.
logsschepen onder Nederlandsche vlag aan te houden en op te brengen
en is tevens aan alle zoodanige schepen, welke zich thans in de Engel,
sche havens bevindenvergund met derzelver ladingennaar de praats
van derzelver bestemming te vertrekken. Verder is door de admiraliteit
bevel gegeven, 0111 het vereenigd eskader, dat tegen Holland de dwang
maatregelen heefc helpen uitvoeren te ontbinden. Eene Engeische oor
logssloep is naar de Noordzee gezonden, om de kruisende schepen terug
te roepen.
TER DRUKS 6 RU VAN DE GEBROEDERS ABRAHAM».