jé'
MïDDELBURGSClIE ^8#jr C O ügÉ A T.
Donderdag JSfSSii 9 Mei 1833,
4$00$~<fï<tVe$t&Uoi Ü)Qi WAtt &0&XQC9
'S GRAVENIIAGE. PROVINCIE ZEELAND.
ij Mr. CORNELIS FELIX van MAANEN, Minister van Justitie,
als door Zijne Majesteit bij voortduring belast met de waarneming der
functien van Eersten President van het Hoog-Geregtshof te 'r Gravenkage
Bevelen uit krachte van de Wetdat de Assises in de Provincie Zee
landvoor het tweede vierendeel jaars van den jare 1833, zullen geo
pend worden te Middelburgop Maandag den 24Sten Jnnij eerstko
mende, des morgens ten tien uren, op den voet bepaald bij de artikelen
16, 17 eh 18 der Publicatie van den 11 December 1813.
Benoemen om dezelve te presideren den Heer Mr. Gerlof Jacob Jor-
densRaad in bovengemeld Hoog-Geregtshof
En gelastendat deze ter diligentie van den HeCr Procureur-Gene
raal zal worden bekend gemaakt en afgekondigd.
Aldus gedaan te 's Gravenhage, den 25 April 1833.
VAN MAANEN.
Van wege den Heer Eersten President:
De fungerende Eerste Griffier van het Hoog-Geregtshof
J. H. S P E I R M A N.
NIEUWSTIJDINGEN,
©root-ïarittanjc.
LONDEN den 4 mei. In de laatste zitting van het hoogerhuis heeft
lord Aberdeen het vroeger aangekondigd voorstel, omtrent de bezetting
van Algierster tafel gebragt. Zonder voor het oogenblik in eenige bij
zonderheden te treden, herhaalde hij hetgeen reeds in het vorige jaar door
hem gezegd werddat het Fransche gouvernement in deze niet getrouw
was gebleven aan de beloften en verpligtingen door hetzelve aangegaan.
Daar zulks elders was ontkend, wenschte hijzoo om zich te regtvaardi-
gen als in het algemeen belang, dat de ministers aan het huis zouden
mededeelen de briefwisseling, die in het jaar 1830 tusschen het ministe
rie van buitenlandsche zaken en 's konings gezant te Parijs werd gevoerd
voorts de officiële depecheswaarbij het Fransch gouvernement aan ge
noemden gezant deszelfs hedoelingen omtrent de bezetting van Algiers
deed kennen, en eindelijk de briefwisseling, waarin het voornemen van
den koning der Franschen werd te kennen gegeven, om alle de verbind,
tcnissen door het vorig bestuur aangegaan, na te komen.
Lord Grey stemde dadelijk in dit verlangen toe, doch wenschte alleen
dat de laatstgemelde stukken daarvan werden uitgezonderdomdat dezel
ve niet anders dan een verslag van een mondeling onderhoud met den
koning inhieldenen dus voor verkeerde uitlegging vatbaar konden zijn.
Lord Aberdeen hiermede genoegen nemendeWerd zijn voorstel zonder
tegenspraak aangenomen.
De zegepraaldoor de ministers omtrent het stelsel van belastingen
in het huis der gemeenten behaald, heeft, zoo als wel te voorzien was
de algemeene ontevredenheid opgewekt. Te Londen en elders worden
een aantal adressen geteekend, waarbij het parlement op nieuw wordt
verzocht, de belasting op de huizen en vensters af te schaffen. Te Bir-
minghatn is zoodra de beslissing van het huis der gemeenten niet bekend
geworden, of onmiddelijk heeft de staatkundige vereeniging aldaar eene
■openbare zitting gehoudende ministers aan het volk aangeklaagd en het
zelve nagenoeg tot openbaren weerstand bjj de invordering dier gehaatte
belasting vermaand. Deze omstandigheid meer andere finantiële bezwa-
renen de armoede die onder de mindere klasse heerschende is heeft
bij het publiek eene zekere vrees doen ontstaan en tot onderscheidene ge
ruchten aanleiding gegevenzoo als onder anderen heden verhaald werd
dat het ministerie besloten hadhet budget geheel te herzienen wel
met het doei om de belasting op huizen en vensters in te trekken en het
te kort, daaruit ontstaande, door andere middelen te dekken,
In het huis der gemeenten is gisteren eene langdurige discussie ont
staan, over een voorstel van den heer Cobbett, om door nieuwe veror-
■deningen de belastingen van het zegel en op de verkoopingen te vermin,
deren, immers meer gelijkelijk op de onderscheidene standen der maat
schappij te doen dragen. Ofschoon dit voorstel bijval vond, is hetzelve
met eene groote meerderheid verworpen, wijl de ministers verklaarden,
dat zij binnen kort eene bill over dit onderwerp meenden voor te dragen.
In eene vorige zitting is men nogmaals doch onder eenen anderen vorm
teruggekomen tot de motie van den heer Attwood% om het geldstelsel te
herziendoch ook thans met geen beter gevolg. Daarentegen is een
voorstel van lord Althorpdat eene commissie zoude benoemd worden
om naar den toestand der armen in Ierland onderzoek te doenaange
nomen.
De klagten van den handelover het voortdurend embargo op de
Holtandsche schepenworden van dag tot dag luider. Onder anderen is
te Londen thans in omloop een verzoekschrift aan het lagerhuis, tegen
de door de Engelsche regering ten aanzien van den Nederlandschen han
del genomen maatregelen. Dit stuk, gedagteekend j mei, is van den
volgenden inhoud
„.De ondergeteekendenkooplieden, bankiers, klein.handelaarsscheeps
eigenaars en andere bewoners van de haven van Londen geven te kennen
Dat de ondergereekenden met diep leedwezen het leggen van een
embargo op de Nederlandsche schepen, in de maand november II., en de
daaruit voortgevloeide belemmering der Britsche scheepvaartin derzel-
ver gewoon verkeer met de Hollandsche havens, hebben ontwaard;
Dat de verzoekers begrepen hebbende, dat Zr. Ms. besluit in rade
en de daartoe beboorende maatregelen van eenen tijdelijken aard waren,
vermits verklaard werddat zij enkel met oogmerk om vijandelijkheden
te voorkomengenomen werdenzich ook geneigd gevoeldenom den
uitslag daarvan, die niet ver verwijderd kon zijn, af te wacluen;
Dat de verzoekers echter tot hur.ne smart bevinden, dat liet embar
go en deszelfs voortduring uitwerkselen heeft, die zij niet konden heb
ben verwacht, weshalve zij den wensch koesteren, om aan dit achtbare
huis de zeer bedenkelijke gevolgen bloot te leggendie voor den groo-
ten en kleinen handel en voor de scheepvaart van deze koningrijken, uit
de onzekerheid en schorsing in alle hunne handelsbetrekkingen, en uit
het vestigen van eene beslissende voorkeur van de scheepvaart en koop*
handel van andere latiden tot groot nadeel van de Britsche Voorla
spruiten
En dat de verzoekers daarom eerbiediglijk dit achtbaar htlij Jittee*
ken om hunnen toestand ten spoedigste in de meest ernstige overwe
ging te nemen, ten einde hun zoodanig eene verligting te verschaffen,
als door het huis in deszelfs wijsheid mogelijk zal worden geacht."
Volgens den Guardiandie dit stuk mededeelt, hadden vele der eer.
ste handelshuizen van de city dit verzoekschrift reeds onderteekend, ert
was er geen twijfel aanof nog zeer vele anderen zouden hetzelfde doen.
In overeenstemming met dit verzoekschrift, werd door den alderman
Thompsonin het huis der gemeenten, tegen gisteren een voorstel over dit
onderwerp aangekondigddoch, uithoofde der voortdurende ongesteldheid
van lord Palmerstonis hetzelve tot in de volgende week verschoven.
Dezelfde oorzaak heeft den heer Hume verhinderd eenige inlichtingen té
vragenomtrent de tusschenkorast van Rusland in de Turksche anngele-
genheden.
Nopens de onderhandelingen met Holland is van hier niets nieuw!
te melden; wordende dagelijks uit Holland nieuwe voorstellen gewacht.
De berigten uit Portugal luiden vrjj gunstig voor de zaak vat!
dom Pedro.
Jran&vijlt.
PARIJS den 3 mei. Bij gelegenheid van *s koning! naamdag heeft de
graaf Pozzo di Borgoaan het hoofd van het korps diplomatiek, Z. M.
geluk gewenscht, en onder anderen gezegd:
Een jaar geleden sire 1 werd Europa door eene groote ramp be»
zocht en door booze voorteekenen bedreigdde Voorzienigheid heeft het
bevrijd van de rampen die het leed, en de wijsheid van alle de souve-
reinen heeft het bewaard tegen die, welke het bedreigden. Dezelfde
oorzaken sire 1 zullen het blijven beschermendoor het behouden van
den vrede, dien het geniet, dat de eerste pligc der regeringen en de
eerste behoefte van alle volkeren is."
De koning heeft hierop geantwoordin het veste vertrouwen te zijn,
dat het gevoel van dien pligt en die behoefte, ondersteund door de wijs
heid van alle de souvereinen, de voortduring van den vrede zal verze
keren en het menschdom dien jaren Ung zal laten genieten.
Op de aanspraak van de kamer der gedeputeerden heeft Z. M. gezegd j
Gij weetdat in mijn hart en mijne grondbeginselen de belangen de!
lands nooit van de mijne afgescheiden zijn geweest. Gij weetdat voor
mij de belangen der natie altijd de ware, de eenige belangen van den
troon geweest zijn. Enkel door hare innige vereeniging kunnen zij el
kander bijstaan en de plaats innemen die haar toekomt en die zij moe
ten bekleeden. Dit is de leus van mijn gansche levenen daaraan zal
ik zoo lang ik «dem haal getrouw blijven; ook bedank ik u, mij haar
herinnerd te hebben. Ik stel veel belang in uwe werkzaamhedenen zie
met genoegen dat gij u met het openbaar onderwijs bezig houdt. Daarin
is het beste middel te vinden om de natie tot dien hoogen trap van wel.
vaart op te voeren, waarvoor zij vatbaar is, en dien ik mij zoo ge.
iukkig zou rekenen haar te zien bereiken. Alleen door het verspreiden
van verlichting kan men het volk zijne ware belangen doen kennen en
de natie behoeden tegen alle begoochelingen die haar in het verderf
zouden storten. Ik dank u voor de gevoelens, die gij mij ter gelegen,
heid van mijnen feestdag betuigt, en voor de trouwe medewerking die
gij op nieuw mij toezegt."
Aan de bezending uit het hof van cassatie, die den koning toewensch-
tedat het monarchaal beginseldoor oproerige pogingen zoo geweldig
aangetast en voor het oogenblik door bedriegelijke theorien verduisterd,
allengs zijn natuurlijken invloed op de gemoederen der Franschen mogt
hernemenheeft Z. M. ten antwoord gegevendat het hem toescheen
dat die gevaarlijke theorien dagelijks haren invloed verliezenen het ge
tal van de genen, die zich daardoor laten wegslepen, aanmerkelijk ver
mindert.
In de zitting der kamer van gedeputeerden van den 29 aprilals
mede in die van den 30is de wet op liet lager onderwijsdie zoo
als men weet, grootendeels op den leest is geschoeid van hetgeen des
wege in het koningrijk der Nederlanden bestaat, behandeld en aangeno
men. De daaromtrent gemaakte tegenwerpingen zijn van weinig belang
geweest, en geene enkele stem heeft zicb voor de zoogenaamde vrijheid
van onderwijs, die door de Belgische oproerkraaijers in der tijd werd
voorgestaanverheven.
Volgens den Constitutionel zouden de drie Noordsche mogendheden
het voorstel van den Koning der Nederlanden, om de onderhandelingen
over de Belgische aangelegenheden gemeenschappelijk weder op te vat
ten geheel van de hand hebben gewezenverklarende dat de conferen
tie eenmaal ontbonden zijnde, niet kon worden hersteld, en dat zü ge
noemden vorst slechts konden aanradenaan de voorwaarden door Frank
rijk en Engeland aangeboden, zijne goedkeuring te geven. Le Temps
daarentegen vermeent dat het antwoord der drie hoven hoofdzakelijk in
houdt dat men bereid is omin overeenstemming met Frankrijk en En
geland, de bemiddeling weder op te nemen, doch zulks niet eerder, dan
nadat de dwangmaatregelen jegens Holland zullen zijn geschorst, omdat
men niet wil geacht worden daaraan eenig deel te hebben.
iUcbetrUtiben.
MIDDELBURG den 8 mei. Volgens berigten uit 's Gravenhage,
van den 5 dezerwilde men aldaardat er over nadere instructienaan
den heer Dedel toe te zenden, wordt beraadslaagd.
Gedurende de maand april zijn te Antwerpen binnengekomen 95
schepen, waaronder 9 Engelsche, 1 Fransch en 2 Belgische, die waar
schijnlijk eerst te Ostende binnengeloopen en van daar door de binnen
wateren naar Antwerpen zijn gesleept. Voorts telt men onder de inge-
komene schepen 6 Amerikanen, 26 Deenen en 21 Hanoveranenterwijl
alle de overige mede in de Noord-Duitscbe, Russische, Zweedsche of
Noorweegsche havens te huis behooren. Uit Antwerpen zijn gedurende
dezelfde maand uitgezeild 78 schepen, waaronder 37 in ballast.
In de haven van Ostende, alwaar thans naar evenredigheid veel groo-
tere handels levendigheid heerscht dan te Anrwerpen zijn in de maand
april binnengekomen 99 schepen, te weten: 32 Belgische, 8 Fransche,
TE IN DE
W BEVELSCHRIFT.
1 ,1 1 r V