N°. 41.
MIDDE LB LRGSCHE
COURANT.
Donderdag
NIEUWSTIJDINGEN.
S3nttödila»b.
Jffcatifesrijk.
1 April 1833.
ilebeirlatibett.
■watgastgvn»». .1
FRANKFORT den S9 maart. Brieven uit Berlijn melden, dat het
Pruissisqhe kabinet nog altijd werkzaam is, om eene minnelijke schik
king der Hollnndscb Belgische zaak te bevorderen. Dezelve zou gegrond
zijn op de onafhankelijkheid van Belgie, zonder de Hollatidsche belangen
te krenken. Stemt men in Londen daarmede overeenwil men Belgie
niet bovenmatig ten koste van Holland bevoordeelen dan is er, volgens
deze brieven geenszins aan zoodanige schikking te twijfelen.
Ook gewagen de berigten uit Berlijn nog steeds van de mogelijkheid
van een op handen zijnde congres, of ten minste eener verplaatsing der
conferentie. Men schijnt meer en meer in te zien, dat Londen de plaats
niet is, geschikt om tot eene algeheele vereffening van alle aanhangende
Europesche oneenighedan te komen,
Volgens te Triest ontvangene brieven uit Konstantinopel van den
27 februarij, zou de Russische minister, de heer van Buteniejfden
reis.effendi verklaard hebben, dat hij, bij het voorwaarts rukken der
Egyptische troepen naar Smirna de van Sebastopol gekomen vloot niet
terug zendennoch de door den sultan aangevraagde landingstroepen con-
tramanderen konbuiten nadere bevelen van zijnen meester. Een den
17 dezer te Triest, na eene vaart van 14 dagen, uit Konstantinopel aan.
gekomen koopvaardijschip, berigtons, dat de Russische vloot toen, den
3 maart, nog bij Bujukdere lag, en dat de admiraal verklaard zou heb
ben buiten bevel des keizersniet weder te kunnen vertrekken. Voorts
liepvolgens zeggen van den kapitein van dat koopvaardijschip te Kon
stantinopel bij zijn vertrek het geruchtdat eerstdaags 40,000 Russen te
Adrianopel stonden aan te komen, en tot derzelver ontvang reeds toebe-
reidselen gemaakt werden. Een ander koopvaardijschip hetwelk gezegd
wordt Konstantinopel den 5 dezer verlaten te hebben en voor eenige
dagen te Livorno moet aangekomen zijn, zou de tijding hebben aange-
bragtdat de Russische vloot in den Bosphorus door verscheidene andere
Russische oorlogschepen uit Sebastopol was versterkt geworden, dat
reeds 6000 man Russische troepen bij Konstantinopel ontscheept waren
dat zich nog 4000 man landingstroepen op de vloot bevonden en dat
noch de Russische vloot noch de Russische troepen wederom vertrekken
zouden, alvorens de sultan verklaard zou hebben dat alle verschil met den
pacha van Egypte toe zijne volkomene tevredenheid vereffend was.
Alle deze tijdingen vereischen ondertusschen nadere bevestiging.
Men wil, dat, volgens partikuliere brieven uit Smirna, van den 21
februarijniet alleen de Egyptische troepen die stad toen nog bezet hiel
den en er zelfs de souvereiniteits-regten uitoefenden, maar ook de
Egyptische vloot voor Smirna verschenen was, na alvorens het eiland
Scio in bezit genomen en er eenen gouverneur aangesteld te hebben.
De laatste berigten, over Korfu uit Griekenland ontvangen, beves-
tigen, dat de rust aldaar volkomen hersteld schijnten dat alle partijen
zich aan het gezag des konings hebben onderworpen.
LONDEN den 30 maart. Er heeft thans werkelijk eene gedeeltelij
ke verandering in het Britsche ministerie plaats gehad. Door de aftre
ding van |ord Durhamden schoonzoon van lord Greywas de betrek
king van bewaarder van het geheime zegel eene betrekking, waaraan
weinige werkzaamheden verknocht zijnmaar die echter steeds door een
kabinets-minister bekleed wordt, opengevallen. Lord Goderichthans
secretaris van staat voor de koloniën, is aan lord Durham opgevolgd,
en in zijn eigen, vooral in de tegenwoordige omstandigheden hoogstge-
wigtigen, post vervangen door den heer Stanleytot dusverre secretaris
van Ierland. In de plaats van den heer Stanley, is sir J. C. Hobhouse
thans secretaris van oorlog, benoemd. Deze laatste post, waaraan de
rang en staatkundige invloed van een kabinets-minister geenszins verbon
den isis aan sir Edward Ellice opgedragen. Over het geheel schijnt
deze wijziging van ministerie te hebben plaats gehad in den geest van
den Londenschen Courierdie sedert lang beweert, dat Engeland minis
ters behoeft, die aan de overdrevene nieuwigheidszucht van staatkundige
hervormers tegenstand weten te bieden.
De Standard beweert, dat de tegenwoordige wijziging van het minis
terie door eene meer afdoende zal worden achtervolgddat lord Grey
door dit blad den steun van de bewegings-partij genoemd, als eersten
minister zal aftreden, en dat sommige der bekwaamste staatslieden uit de
zoogenaamde behoudende partij in het ministerie zullen worden geroepen.
Eergisteren heeft onze minister van buitenlandsehe zakenbehalve
met de Fransche en Belgische gezanten, ook met den Nederlandschen
bijzonder gevolmagtigdeeenigen tijd werkzaam geweest.
I11 de zitting van het lagerhuis van den 27 is de wet tot beteuge
ling der onlusten in Ierland op nieuw in comité overwogen, en de der
de lezing daarvan op vrijdag den 29 vastgesteldals wanneer de minis
ters zich vleiden, dat deze wet haar vol beslag zou erlangen.
Berigten uit Porto, van den 11, luiden vrij gunstig ten aanzien
van het leger van dom Pedro.
PARIJS den 30 maart. De bijzondere berigten die men alhier uit
Londen over den staat der Belgische onderhandelingen ontvangen heeft,
bevestigen alle, dat er tusschen het Engelsch ministerie en den heer de
Talleyrand eenig verschil van gevoelen bestaat over de middelen welke
door beide mogendheden zouden worden aangewendindien de hernieuw
de pogingen om tot eene schikking te geraken met geen gewensclu ge
volg bekroond worden. Het Londensch kabinet schijnt geheel afkeerig
te zijn geworden van nieuwe dwangmaatregelen, waarop door den Fran-
schen gezant aldus te vergeefs wordt aangedrongen. Ten gevolge der
laatst onrvangene depeches heeft de heer Lehon alhier drukke conferen-
tien met den minister van buitenlandsehe zaken gehad.
De drie Belgische commissarissen, die eenigen tijd alhier doorbrag-
ten, om overeen traktaat van koophandel te onderhandelen, zijn giste
ren naar Brussel teruggekeerd. Het gouvernement zoude voornemens
zijn, om na het einde der zitting eene commissie te benoemen, die met
de herziening van het tarief der douanen zoude belast zijn.
Het fregat la Syrèneden vice-admiraal Ducrest de Villeneuve aan
boord hebbende, is den 25 dezer ter reede van Cherburg aangekomen,
en dadelijk in de haven gehaaldom de geledene schade te herstellen.
De korvetten la Nayade en la Créole zouden daarentegen eerstdaags naar
Duins vertrekken.
De linieschepen le Suffren en la Duquesne zijn den 23 dezer van
Brest naar de Levant, en het fregat la Melpomène naar Lissabon ver
trokken.
's GRAVENHAGE den 31 maart. De Eerste Kamer der Staren-Ge
neraal heeft, in hare zitting van vrijdag, de ontwerpen van wer nopens
het gemaal en het personeel aangenomen. Beide die wetten moeten met
1 mei aanstaande in werking gebragc worden. De wet op het gemaal
ziet reeds het licht. Ook heeft gemelde Kamer zich vereenigd met de
zeventien ontwerpen van wet houdende wijzigingen en verbeteringen in
de zeventien eerste titels van het 2de boek des burgerlijken wetboeks.
Heden hebben, op hoog bevel, in al de kerken, de gebeden aan
gevangen voor de bewaring en voorspoedige verlossing van H. K. H.
Prinses Frederik der Nederlanden.
Naar men verneemt, zal de oudste zoon van Z. K. H. den Prins van
Oranje, aanstaanden donderdag zijne geloofsbelijdenis, in tegenwoordig
heid der Koninklijke Familie, afleggen. Z. K, H. de Prins van Oranje
wordt tegen dien dag alhier verwacht.
Uit de Bataviasche couranten tot den 6 november blijktdat Zijne
Exc. de gouverneur generaal van Nederlandsch Indie, den 29 october,
in goeden welstand, van zijne inspectie-reis in de nieuwe residentien
Banjoemaas en Bageleen, te Buitenzorg is teruggekomen.
AMSTERDAM den 31 maart. Naar men verneemt zal eerstdaags, en
wel woensdag na Paschen deze hoofdstad vereerd worden met de te
genwoordigheid van onzen geëerbiedigden Koning.
DORDRECHT den 1 april. Eergisteren zijn deze stad gepasseerd
9 mortier-booten, onder kommando van den kapitein-luitenant ter zee
Zwaanshals, komende van 's iands werf te Rotterdam, en bestemd naar
de Schelde.
BREDA den 1 april. Van de grenzen nabij Eindhoven schrijft men
van eergisteren ons het volgende
Den 27 maart werd aan onze grenzenin het Belgische dorp Neer-
pelt, door vijf jagers van het beruchte korps van Capiaumonteene gru
weldaad gepleegd welke ieder mensch met ontzetting en afgrijzen ver
vult. In dien zelfden nacht, was aldaar bij een voornaam koopman in
horlogien en galanterie-waren een der jagers (welke te voren bij hem in
gekwartierd was geweest) op deszelfs verzoek nachtverblijf vergund en
op de vriendschappelijkste wijs verpleegd geworden. Toen alles des
nachts in rust was, opende deze onmensch de huisdeur voor vier zijner
kameradenweldra werden zijn gastheerdiens huisvrouw en huisgenoo-
ten door dit geboefte geslagenklemmen in den mond gezet en gekne
veld, en deszelfs jeugdige dochter mishandeld, eene hand afgekapt en
vermoord waarna de booswichten alles plunderden en zich met den buit
wegpakten. Het dorpsbestuur van deze gruwzame feiten onderrigt, bad
den goeden inval, hiervan berigt aan onze militaire autoriteit af te zen
den; weldra ook kwamen de vijf booswichten zich als deserteurs bij onze
voorposten aanmeldenzij werden terstond gearresteerd en onder goede
bedekking gisteren hier binnen gebragt. Men zegt dat men meer dan 40
horlogienonderscheidene bijouterien en voor meer dan 400 guldens aan
geld bij hen gevonden heeft. Na den nacht alhier te hebben doorgebragt
zijn zij heden morgen, wel gekneveld en met een goed eskorte, naar's Her
togenbosch opgezonden. De kareis waren van een goed maar onbe
schaamd en vermetel voorkomen.
Den 22 II. is op dezelfde wijs een deserteur, zijnde een kerkroover,
bij wien onderscheidene zilveren platen en andere kerksieraden gevonden
zijn, van Eindhoven naar 's Hertogenbosch opgezonden.
Te Slooten is op den 27 der vorige maand een hevige brand uit
gebarsten ten huize van den veehouder Jacob Slip, in de Spiering-hor-
nér-polder, met het ongelukkig gevolg dat, van de negen stuks hoornvee,
acht inde vlammen zijn omgekomen, zoo mede een kalf, pink en paard.
Slechts een koebeest overgehouden hebbende, is dit huisgezin in de
grootste behoefte gedompeld, en kan met het meeste regt aan de mildda
digheid van alle weldenkenden worden aanbevolen.
MIDDELBURG den 3 april. Van St. Omer den 22 maart wordt ge
meld
Neêrlands krijgslieden moeten tegenwoordig alhier en in de omstre
ken hunne kazernes of verblijfplaatsen houden, omdat er eenige ongere
geldheden tusschen sommige hunner en de Fransche artillerie hebben
plaats gehad. Daardoor haken zij al meer en meer naar het oogenblik
om naar het Vaderland weder te keeren. Zij hopen ten minste dat, nu
men den weg der onderhandelingen weder schijnt te zijn ingeslagen, hun
verblijf in Frankrijk niet even zoo lang als op de citadel worde gerekt.
De Fransche regering schijnt intusschen niet vreemd van het denkbeeld,
om de Nederlandsche krijgslieden uit te lokken voor de zaak van dom
Pedro de wapenen op te vatten."
De Belgische Conrrier deelt berigten mede uit Londen, omtrent de
thans plaats hebbende onderhandelingen aldaar, welke bij zegt hem vau
eene zijde te komenvan waar hij maar zelden onnaauwkeurig was in
gelicht geweest. Luidens deze berigten had de heer Dedel, na de af
zending der couriers naar de drie Noordsche hoven om nadere instruc-
tien, eene bijeenkomst met prins Talleyrand en lord Palmerston gehad,
in welke de Hollandsche gevolmagtigde met meer aandrang dan te voren
verzocht werd, de grondslagen, waarop hij volmagt had te onderhande
len, bloot te leggen. De heer Dedel zou daarop hebben verklaard,
dat hij in volmagt had de onderhandelingen op den voet van het Pruis-
sisch thema op nieuw te openen, doch niet verder te gaan, welke de
voornemens van Frankrijk en Engeland ook mogten wezen. Op deze
verklaring van den heer Dedel had, volgens den Courrierhet gerucht
zich te Londen verspreiddat deszelfs zending weinig gevolg zou
hebben.
Volgens een ander berigt van den Courrier voor 't welk hij echter
minder in staat, zou Engelands voornemen zijn om maar eenige schepen
in de Noordzee te houden en de Hollandsche vaartuigen bij oogluiking
ongemoeid te laten en zulks in de hoop van door dezen maatregel de
relatien met Holland weldra weder hersteld te zien.