N\ 3o.
MIDDELBUBGSCHE
Befejettbmafctttg.
Jranfcrijfc,
Zaturdag
ifUturualc iHtlttic.
9 Maart 1833.
NIEUWSTIJDINGEN.
üUbéviatib&tt.
Ue MINISTER van FINANTI EN brengt bij deze ter kennisse van
het Publiek, met herinnering aan zijne bekendmaking van den 30
januarij jl. over hetzelfde onderwerp:
j°. Dat er voortaan op alle Postkantoren des Rijks gelegenheid zal
zijn tot het doen van geldverzendingen aan de gevangene krijgslieden
van de Land-en Zeemagtdie zich thans te St. Omer en elders in Frank
rijk bevinden en zulks door middel van post-wissels of assignatien op
den ten aanzien der binnenlandsche verzendingen van denzelfden aard ge
bruikelijker) voet.
20. Dat de brieven aan bgt adres der officieren, op welke de bepaling
ten aanzien van het frankeren der enkele brieven k 10 centen, van geene
toepassing is, evenwel tot aan de plaats der bestemming zullen kunnen
worden gefrankeerdtegen betaling van het port over den afstand welken,
de brieven in Frankrijk doorloopen, zonder bijvoeging van port of ver
schot ten behoeve der Nederlandsche schatkist; en
3°. Dat de brieven, kennelijk herkomstig van de gemelde krijgslieden,
welke voor derzelver betrekkingen hier te lande zijn bestemd, almede,
voor zoo verre dezelve niet gefrankeerd zijn slechts met het port aan het
Fransche Postkantoor verschuldigd zullen worden bezwaard.
Eindelijk worden de afzenders verwittigd, dat het voor hen van belang
is, om zich tot het voeren der bedoelde correspondentie van dun papier te
bedienen en in het algemeen hunne brieven zoo ligt mogelijk te ma.
ken, omdat bij het Fransche Postwezen een geheel andere en veel be-
zwarender maatstaf dan hier te landeten aanzien van het verhoogen der
briefporten naar het gewigt, wordt gevolgd.
's Gravenhage, den 27 Februarjj 1833. De Minister van Finantien
VAN TETS VAN GOÜDRIAAN.
KADASTER.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MIDDELBURG,
gezien een besluit van den Heer Staatsraad Gouverneur dezer Provincie-,
van den 23 februarij 1833 Provinciaal Blad no. 29), en gelet op de
bepalingen, vervat in Zr. Ms. besluit van den 7 januarij 1833 QStaats-
blad no. 1), te vinden in de Staats-Couranl van den 10 daaraanvolgen
de, houdende voorschriften ter executie van art. 4 der wet van den 2
januarij 1832 Staatsblad nó. 1), en van art. 5 der wet van den 31
december 1832 Staatsblad no. 65), betrekkelijk de door de belangheb
benden in te dienen reclamatienwegens abuizen in de Kadastrale ope.
ratien
Hebben goedgevonden:
I. Alle daarbij belanghebbende Ingezetenen dezer Gemeente aandachtig
temaken op welgemeld koninklijk besluit, van den 7 januarij dezes jaars,
en die genenwelke van de daarin vervatte vergunning tot het indienen
hunner bezwaren over abuizen in de Kadastrale operatien gebruik ver-
Jangen te makeh aan te bevelen, om zich naar de daarbij vastgestelde
voorschriften te gedragen met herinnering tevensdat de tijd van reclame
met den laatsten junij aanstaande zal zijn geëxpireerd alsmede datin
gevolge art. 5 van meergemeld besluit, „bij de reclames, welke ten
onderwerp hebben abuizen in de klassering, moet worden overgelegd:
Extractop ongezegeld papier, uit den Berceelsgewijzen Leggerwe
gens de goederen van den Reclamantwaaromtrent hij vermeent dat
abuizen zijn begaan," en dat voorts die reclames zullen moeten aan-
wijzen: „de perceelen van andere Eigenaars, in dezelfde Gemeente,
waarmede hij de zijne in vergelijking stelt."
2. Ter kennis van een ieder te brengen, dat de bovenvermelde Extracten
vit den Ferceetsgewijzen Legger dagelijks, ter Stedelijke Secretarie, van
des morgens Van negen tot twaalf uren aan de belanghebbenden zullen
worden afgegeven tegen betaling van twee en een halven Cent (2§) voor
ieder perceel in het af te geven extract vervat, indien op hetzelve tien
en meer perceelen moeten worden gebragt, en van vijf en twintig Cents 25)
voor ieder extract minder dan tien perceelen inhoudende; zullende deze
extracten echter tot geen ander einde dan tot staving eener reclamein
gevolge art. 5 van meergemeld koninklijk besluit van den 7 januarij 11.,
kunnen worden gebruikt.
En opdat niemand hiervan onkundig zij, zal deze worden gedrukt,
afgekondigd en aangeplakt, mitsgaders in dezer Stads-Courant geplaatst.
Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 4 Maart 1833.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
H. du BUISSON BECIUS 1. p.
Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtbaren,
VAN PANHUYS.
BEKEND MA KING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MIDDELBURG
Hoofdplaats der Provincie Zeelandbrengen bij deze ter kennisse van
»|le de genen, die daarbij eenig belang mogten hebben, dat de Tweede
Zitting van den Militie-Raad zal plaats hebben op Woensdag den 27
Maartdes morgens ten tien uren op het gewone Locaal in de Ab-
dij binnen deze Stad dat voor dezelve moeten compareren alle de in
dit jaar geloot hebbende Personenwelke vermeenen regt op vrijstelling
ce hebben.
Wordende mitsdien alle belanghebbenden bij deze aangemaand, om
zich op voorschreven plaats en uur voor den Militie-Raad te sisteren.
En opdat niemand hiervan onkundig blijve, zal deze worden gedrukt,
afgekondigd en aangeplakt, mitsgaders in dezer Stads-Courant geplaatst.
Gedaanten Raadhuize der Stad Middelburg, den 7 Maart 1833.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
H. DU BUISSON BECIUS I. p.
Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtbaren,
VAN PANHUYS.
DIRECTEUREN van het BIJBEL-GENOOTSCHAP, te Middel-
burg, maken bij deze bekend, dat de Avond-Godsdienstoefening op
Zondag den 17 dezer, in de Nieuwe Kerk; aan de belangen der Bij
belverspreiding zal worden toegewijd, bij welke gelegenheid eene toe
passelijke r«dé, door den Wel.Eerwj Heer A. I, Snouck Hurgronje, ge-
- V ■-*•
houden en tevens een kort verslag van den staat des Bijbel-Genootschap»
medegedeeld zal worden. Zij vertrouwen dat elk, die eenig belang In
deze gezegende zaak van onzen tijd steit, volgaarne deel aan deze pleg*
tigheid zal nemen.
Middelburg, den 8 Maart 1833.
DE SUPÊRVILLE, President.
G. WALLER, Secretaris,
PARIJS den 4 maart. Heden verspreidt zich het gerucht, dat het
gouvernement dë tijding ontvangen heeftdat de hertogin van Berry Zeef
ernstig ongesteld was geworden, zoodra zij had vernomen, dat harever.
"klaring van den 22 februarij door het bestuur was openbaar gemaakt.
Intusschen geeft de zwangerschap van deze vorstin aan de cfagbladea
der onderscheidene partijen gelegenheid tot het verspreiden van allerlei
gissingen en anecdotenwaarvan de een al dikwijls ongelooflijker ea
overdrevener is als de andere. De tijd zal eenmaal den sluijer wegnemen
die tot heden deze zoo veel geruchtmakende geschiedenis bedekt. Vol.
gens het Journal de Commerce zou het gouvernement zelf besloten heb-
ben om de hertogin, ter herstelling harer gezondheid, onder eene Zware
bedekking, naar hare familie te Napels te vervoeren; op deze wijze
zou hetzelve van deze doorluchtige gevangene ontlast Zijn en zich
weder uit eene moeijëlijkheid ontwikkeld hebben.
Onder de geruchten, die dagelijks verspreid worden, behoort thans,
dat de prins de Talleyrand geslaagd is om aan Frankrijk eene vergrooting
van grondgebied te bezorgen; dat de traktaten van 1815 ter zijde gescho.
ven zouden worden en het evenwigt van Europa op nieuwe grondslagen
zou worden gevestigd. Men voegt hier bij, dat de prins de Talleyrand
den post van president van het ministerie aanvaarden en de hertog Deca-
zes eene belangrijke buitenlandsche zending verkrijgen zou.
Sedert eenige dagen heeft men wederom veel gesproken van nieuwe
dwangmiddelen tegen Holland, en van eene derde Fransche expeditie in
Belgie, ten einde de Hollanders tot het ontruimen van den Belgischen
bodem te noodzakendoch thans zegt mendat hieromtrent niets stel.
ligs beslist is. Er moeten wel nota's tusschen het Engelsche en Fran»
sche kabinet over deze zaak gewisseld zijn, maar men schijnt het nog
niet eens te wezen. Men wil, dat lord Palmerston zich niet gaarne we.
der door eene conventie als bij de eerste expeditie zou verbindenen
tevensbeducht is om de meerderheid, die hij in het parlement heeft,
doch welke door de oppositie van O'Connell zeer aan het wankelen zou
gebragt zijn, te vermoeijen, weshalve hij zich niet geneigd had getoond
de aanzoeken van Frankrijk in te willigen, zoo dat de prins de Talley
rand in een zijner laatste brieven moet geschreven hebben, dat het hem
moeite zou kosten om het Engelsch ministerie tot nieuwe vjjandeUjkbe-
den tegen Holland te bewegen.
De Belgische gezant Lehon heeft dezer dagen zeer drukke bijeen,
komsten met den minister de Broglie en ook met den Pruissischen ge.
zant van Werther gehad waaruit onderscheidene gissingen omtrent het
lot van Belgie ontstaan.
's GRAVENHAGE den 6 maartDe Staats-Courant van heden be
helst het volgende
Er zijn thans weder regtstreeksche berlgten uit St. Omer van den
25 februarij ontvangen, waarbij uitgewerkte opgaven wegens den toestand
der Nederlandsche krijgs. en zeelieden gevoegd zijn, die aldaarte Be-
thune en te Aire gevangen worden gehouden. Uit een en ander blijkt
in vele bijzonderheden, dat de voeding onzer landgenooten aldaar thans
niets te wenschen overlaat; dat hunne huisvesting en ligging over het
geheel goed is geregelden dat slechts aan sommige kleedingstukken nog
behoefte heerschtewaarin echter weldra zou worden voorzien. Behal
ve zeer enkele manschappen die sedert de aankomst der bezetting van
de citadel van Antwerpen in Frankrijk door de kinkerziekte zijn aange
tast, zijn zij tot nu toe van kwaadaardige ziekten bevrijd gebleven. Op.
de lijst der zieken vindt men geenen enkelen officier, en ook het aantal
der onder-officieren en soldaten, die als ziek zijn opgegeven, is van
niet veel belang. Onze zeelieden, die in bet eerst de gevolgen der
door hen doorgestane vermoeienissen en ontberingen nog meer schijnen
ontwaard te hebben, dan de landmagt, zijn thans, zoo wel als de sol-
daten geheel daarvan bekomen.
De brieven van den generaal baron C'aasséte gelijk met deze opga
ven ontvangen, bevestigen hetgeen reeds in partikuliere berigten, door
sómmige onzer bladen opgenomen, was gemeld, dat namelijk onze land
genooten aan die gevangene onder-officieren en soldaten, waarop zij be
trekking hebben te ruime persoonlijke toezendingen van geld doen. Def
generaal eerbiedigt, zoo zeer als iemandhet echt-vaderlandsche begin,
sel waaruit deze toezendingen voortspruiten; maar hij meent niet te mo
gen verzwijgen, dat krijgslieden, die sedert lang ten minste aan geene
ruimte gewoon waren, thans, nu zij geene dienstpligt te verrigten heb
ben, bij het in handen krijgen van te veel geld, al ligt verleid kunnen
worden, om daarvan een min doelmatig gebruik te maken. Indien onze
soldaten en zeelieden, bij hunne eerste aankomst in Frankrijk, niet da
delijk zoodanig eene verzorging vonden als waarop zij aanspraak konden
makenen hun toestand dus natuurlijk bij hunne betrekkingen groote
deelneming wekte, dan kan de generaal toch de stellige verzekering ge
ven, dat in hunne behoeften thans, groocendeels ook ten gevolge van
de aanzienlijke giften voor de verdedigers der citadel in het algemeen ,-
door onze landgenooten met onbezwekene milddadigheid verstrektbe
hoorlijk en ten volle voorzien wordt. De waardige opperbevelhebber,
die in dezen niets anders dan het wezenlijk welzijn zijner onderhoorigen
bedoelt, waarschuwt tevens tegen het toezenden van coupons aan sol-
daten en onder-officieren, daar deze niet zelden, bij het inwisselen van
dit papier, in banden van woekeraars geraken; terwijl het overigens
van Zelf spreekt, dat de generaal geenszins de giften aan zijne ouder,
hoörigen in het algemeen heeft willen afkeuren, maar integendeel,-voor
hetgeen tot dusverre daaromtreut is geschied, hoogu erkentelijk is.