COUR ISïi
MIDDELBURGSCHE
Dingsdag1
jfltoDücattc
NIEUWSTIJDINGEN.
(Ötfoot-ïmttanje..
Jrattfetrijfe.
26 Februarij 1833.
--- ..i
ilcbcirlatffeett..
De StaatsraadGOUVERNEUR van de Provincie ZEELAND, brengt
bij deze ter kennis van de belanghebbenden dat door het Departement
der Opper-Houtvesterij voor de Noordelijke Provinciën, met overleg van
Hun Ed. Groot-Achtbaren de Gedeputeerde Staten der Provincie is
bepaald r
i. Dat de Jagt op Ganzen en Eendvogels in de Provincie, op den I
Maart aanstaande, zal gesloten zijn, terwijl die op Watersnippen tot den
i April daaraanvolgende zal worden opengelaten met dien verstande
dat deze laatste wat de Publieke Jagt aanbelangt, alleenlijk geopend blijft
op het Waterlangs de Stranden en Oevers van Waterplassen en op lage
Moerassige Landen en bepaaldelijk is gesloten in en langs Bosschen
alsmede op Bouw- en Weilanden tot het gewone Jagtveld beboorende.
a. Dat de Visscherij in de Provincie van den 15 Maart aanstaande
tot en met den 31 Mei daaraanvolgende, zal gesloten zijn, na welk tijd
stip dezelve op de gewone wijze weder zal mogen worden uitgeoefend;
terwijl de Visschers van beroep de door hen vóór den aanvang der slui
ting gevangen Visch tot op den 1 April aanstaande zullen mogen ver-
koopen.
Dat van deze sluiting is uitgezonderd de Paling visscherij welke ech
ter, gedurende den gesloten Vischtijdniet anders dan met Fuiken,
Trommels of Aalkorven zal kunnen worden uitgeoefend vermogende
nogtans die Vischtuigen alleenlijk ddar te worden gebezigd, alwaar het
gebruik derzelve niet volgens de Policie-reglementen is verboden.
Zullende een iederdie zich eenige pvertredingen tegen voorzegde
bepalingen mogt veroorloven, tot de straffen, bij de wetten bepaald
worden vervolgd.
En zalten einde niemand hiervan eenige onwetenheid voorwende
deze worden afgekondigd en aangeplaktwaar zulks gewoon is te
geschieden mitsgaders in het Provinciaal Blad geplaatst.
Middelbnrg, den 23 Februarij 1833.
De Staatsraad Gouverneur voornoemd
VAN VREDENBURCII.
FRANKFORT den 19 februarij. Het Pruissische kabinet heeft voor
de zaken van de Porte den heer Meyer naar Konstantinopel afgezonden.
De eerste naar Ibrahim-pschsi afgevaardigde Turksche commissaris is al
daar terug gekomen met het antwoord, dat hij zich niet kon verbinden
om van verdere krijgsbewegingen af te zien, maar dat hij vooreerst te
Konieh zou blijven staanzijne voorposten bevinden zich niet verder dan
Ak-Scher. Waarschijnlijk wacht hij nadere bevelen van den onder-ko
ning, zijn vader. Men wacht te Konstantinopel tijding van de aankomst
van den Russischen generaal Murawtefm Halil-pachz te Alexandrie. Se
dert hun vertrek zijn er nog geene depechés van hen aangekomen.
Sedert eenige dagen loopt hier het geruchtdat de Pruissische
politie eene staatkundige zamenzwering zoude zijn op het spoor geko
men, die in onderscheidene Duitsche staten hare takken heeft, en dat
de bondsvergadering zoude zijn tiitgenoodigd om maatregelen te nemen
ten einde de verdere ontdekking van die zamenspanning te bevorderen.
LONDEN den 10 februarij. In het huis der lords is de bill ter be
teugeling van de woelingen in Ierland ook voor de tweede maal zonder
tegenstand gelezen. Gisteren is dezelve terstond in comité onderzocht,
en, behoudens eenige wijzigingen van ondergeschikt belang, doorgegaan.
Morgen zal dezelve denkelijk voor de derde en laatste maal gelezen wor
den. De zaak zal dus in het huis der lords zoo spoedig mogelijk haar
beslag hebben gekregen.
In de zitting van het huis der gemeenten van den 18 is de genoemde
bill, ofschoon dezelve nog niet voor die vergadering aanhangig was door
den heer O'Connell ter spraak gebragt, en, in weerwil van de ministers,
behandeld. Geroemde afgevaardigde heeft zich op nieuw hevig beklaagd
over de onderdrukking van Ierland door Engeland, en de onregtvaardig-
beid en de heillooze gevolgen van de voorgestelde maatregelen met leven
dige kleuren geschetst. Aan het slot zijner redevoering, welke wederom
van 's mans buitengewone bekwaamheid getuigde smeekte hij op eene
allezins welsprekende en treffende wijze de vergaderingdat zij de bill
mogt afwijzen.
De jongste berigten uit Porto, van den 10 februarij, luiden zeer
ongnnstig voor de constitutionelen. De stad wordt hoe langer hoe meer
door de Miguellisten benaauwd en schijnt ten prooi te wezen aan gebrek
en zeer hooggaande ontevredenheid der troepen. In onze bladen, welke
de partij van dom Pedro voorstaan wordt deze hagchelijke toestand open
lijk erkend, met bijvoeging dat deze ongunstige tijdingen moeten strek
ken, om de menigte op grootere gebeurtenissen voor te bereiden.
Men verheugt zich hier dat de tijding van het heffen van een
tolregt op de Schelde niet bevestigd wordt. De ministeriële Courier
dringt aan op het ontruimen van Lillo en Liefkenshoek, als zijnde een
gereed middel om het embargo en de verdere dwangmiddelen terstond
te doen opheffen, en de geschillen verder af te doen. Onze handelstand
beklaagt zich steeds hevig over de dwangmiddelen tegen Holland.
PARIJS den 21 februarij. De Hollandsch-Belgische kwestie levert nog
altijd gro'ote moeijelijkheden op, welke, zoo zij al niet den algemeenen
vrede in gevaar brengen, ten minste bedenkelijk zijn. Die kwestie is
op nieuw zeer ingewikkeld geworden door de ware of ongegronde tij
ding omtrent het heffen van een tolregt op de Schelde. De minister de
Broglie heeft voor eenige dagen te dier zake eene conferentie gehad met
den Britschen gezant, en denzelven verklaard, dat, bijaldien die tijding
bevestigd mogt worden hij aan het Londensche bestuur zoude voorstel
len om een Engelsch en Fransch eskader naar de Hollandsche kusten
te zenden. Sedert heeft men echter, naar het schijnt, geruststellende
mededeelingen ontvangen, welke, zonder nog eene volkomene beslech
tingder geschillen tebelooveu, ten minste doen hopen, dat dezelve door
middel van onderhandelingen zullen afgedaan worden.
De gezanten van Oostenrijk en Pruissen zijn, zoo men zegt, zeer
ontevreden geweest, over de explicatien door den minister van buiten-
landsche zaken in de kamer van afgevaardigden gegeven, en zouden aan
het ministerie reeds gisteren eene nota hebben ingezondenwaarbij zjj
zich beklagen, over den hoogen toon door het gouvernement gevoerd,
te kennen gevende, dat de overige mogendheden, en bepaaldelijk de bei
de Rijken, die zij vertegenwoordigen, alleen door de wenschen om den
vrede te behouden, en niet door vrees van eenige vijandelijkheidna de
revolutie van ju lij zijn terug gehouden.
's GRAVENHAGE den 21 februarij. Meden heeft Zijne Exc. de mi
nister van financien met de centrale afdeeling van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal eene conferentie gehouden over de ontwerpen van wet,
omtrent de voorgedragen accijnsen op de brandstoffen. Men denkt, dat
derhalve die ontwerpen van wet binnen kort publiek in de Kamer behan
deld zullen worden.
Ér worden steeds menigvuldige kabinetsraden gehouden. De ge-
wigtige uit Londen in de laatste dagen ontvangen depeches moeten al
hier, naar men verzekert, een onderwerp van raadpleging uitmaken.
Er wordt met de formatie der reserve schutterijen steeds ernstig
door onze regering voortgegaan. Behalve dat de officieren voor de mees
te der bataillons reeds benoemd zijn, is ook reeds bepaald, aan welken
raad of korps de gemelde bataillons in administratie zullen worden toe
gevoegd. De eerste zestien bataillons zullen staan onder den raad van
administratie der stedelijke schutterijen; het 17de onder de 13de afdee
ling infanterie; 18de, algemeen depót der landmagt 110.33; ipde, 12de
afdeeling infanterie; 20ste, 2de afdeeling 21ste, 17de afdeeling 22ste,
9de afdeeling; 23ste, 14de afdeeling; 24ste, 5de afdeeling; 25ste, de
afdeeling grenadiers; 26ste, 10de afdeeling; 27ste en 28ste, 18de af
deeling, en 29ste8ste afdeeling.
Naar men verneemt zal men in de volgende week aan het strand te
Scheveningen eenige proeven nemen, met een stuk geschut i laPaixhans}
reeds zijn daartoe de noodige toebereidselen gemaakt.
ROTTERDAM den 22 februarij. In verschillende couranten heeft
men een berigt gelezen omtrent eene bijeenkomst van scheepsreeders
die in 's Ilage zou gehouden zijn, ósn aan de regering eenige schade
loosstelling te vragen voor de verliezen, welke ten gevolge van het em
bargo geleden worden. Wij zijn gemagtigd ten stelligste te verklaren,
dat dit berigt geheel bezijden de waarheid is, en dat noch door de Am-
sterdamsche noch door de Rotterdamsche reeders iets dergelijks is gedaan.
MIDDELBURG den 25 februarij. Den 2! dezer is de Schelde opge
zeild Zr. Ms. korvet Proskrpine en den 23 Zr. Ms. fregat Eutil-
dice; ook is de stoomboot de Beurs van Amsterdam den 21 de Schelde
opgevaren. Zr. Ms. bombardeer-korvet Medusa is 11. zaturdag uit de
dok te Vlissingeti gehaald, om naar de Schelde te vertrekken de stoom
boot Suriname zal heden insgelijks die dok verlaten, mede bestemd
om gemelde rivier op te varen.
Een detachement kolonialen, komende van Harderwijk, is, tot
versterking van het garnizoen, te Vlissingen binnengemarcheerd.
De Belgische bladen behelzen de nota, welke, onder dagteekening
van den 14, te Londen den Nederlandschen minister is overhandigd. In
dezelve worden de bepalingen van het ontwerp van overeenkomst van
den 2 januarij andermaal verdedigd eene overeenkomstwelke van de
zijde van Frankrijk en Engeland is voorgesteld als voorwaarde van het
ontslaan der Hollandsche gevangenen en van het opheffen van het em
bargo. Men beklaagt zich wijders in dit stuk, dat, in stede van dit
voorstel aan te nemen, de Nederlandsche minister den 9 januarij een te
gen voorstel heeft ingediendwaarvan de inhoud aan de Fransche en En-
gelsche ambassadeurs onaannemelijk is voorgekomenen stelt als begin
sel dat de betaling van het jaarlijksch aandeel van ƒ8,400,000 in de ge
meenschappelijke schuld van Belgie niet kan worden gevergd zoo lang
dit land niet in het bezit is gesteld van al de handels-voordeelensprui
tende uit het traktaat der 24 artikelen, en zoo lang de koning en groot
hertog de grenzen van Luxemburg niet heeft erkend.
De beide gezanten verklaren, dat, daar zij alzoo wanhoopten aan het
sluiten van eene voorloopige overeenkomst, zij den Nederlandschen ge
zant een bepaald verdrag hebben voorgeslagen, en hem hebben te ken
nen gegevendatbijaldien men zich over de vaart op de Schelde en het
amortisatie-fonds konde verstaan een dergelijk traktaat geene zwarigheid
zoude ontmoeten doch dat de laatstgenoemde gezant hun heeft te ken
nen gegeven, dat hij geenen last had, dan om met de vijf mogendheden in
conferentie vereenigd te onderhandelen en te sluitenhoewel hij den 9
nog een ontwerp had ingeleverd, ondanks het uiteen gaan van de confe
rentie, doordien de Russische gevolmagtigde zich aan dezelve had ont
trokken.
De gezanten verklaren voorts, dat zij daarop op nieuw een voortoo-
pig traktaat hebben voorgesteldgelijk aan dat van 2 januarijdoch in
houdende daarenboven de erkentenis van de onzijdigheid van Belgie
doch darde heer van Zuylen van Nyeveld heeft geantwoord hetzelve niet
te kunnen aannemen dat zij een tweede ontwerp hebben ingediend
't welk hetzelfde lot heeft ondergaan, en een derde waarbij Lillo en Lief
kenshoek, in het voorloopig bezit van Nederland zouden blijven, doch
een wapenstilstand werd tot stand gebragtmet de vaart op de Maas eti
op de Schelde, zoodanig als die in november werd in acht genomen,
maar dat de Nederlandsche gezant den 5 februarij II. een tegen-ontwerp
heeft ingeleverd, 'twelk weder door de beide gezanten onaannemelijk is
geoordeelden waarbij van het heffen van regten op de Schelde even
als in 1814, werd gewaagd.
De nota eindigt aldus: „De ondergeteekenden hebben thans alle mid
delen uitgeputstrekkende om eenig verdrag, hetzij voorloopig, hetzij
bepaaldtot stand te brengen. Zij oordeelen het aan zich zeivenen
aan hunne regeringen verpligt te zijn, te verklaren, dat zij de verantwoor
delijkheid voor al de gevolgen, welke het niet gelukken van deze wel
gemeende pogingen tot het treffen van een vredelievend vergelijk kunnen
hebben, voor rekening laten van den Hollandschen gezant en zijn gou
vernement."
De Belgische nieuwsschrijvers meenen daaruit te moeten opmaken, dat
de gevankelijk weggevoerde Hollandsche soldaten vooreerst nog zullea