MIDDELBURÖSCHE
COUR
N°. 2.
ftabltcatmi.
Jfratifcirijfc.
Donderdag
3 Januarij
isvabasteir..
y^WSTIjmNGEN
(Öjroot-BvnUanjc-
fïcbcd,-tuben.
"V
r -, r
De StaatsraadGOUVERNEUR van de Provincie ZEELAND
Gehoord het rapport van den fungerenden Inspecteur van het Ka
daster houdendedat de Kadastrale Plans benevens de aanwijzende
Tafels en de Perceelsgewijze Leggersvan de Gemeenten Colijnsplaat
KatsCortgeen en H'issenkerkeaan derzelver respective Besturen zijn
verzonden.
Roept mits deze op al de Grond-Eigenaars, Pachters en Bestuurders
van Vaste Goederen in de voormelde Gemeenten gelegenwelker aan
slagen in de Grondbelasting, wegens verkoop of andere vervreemding,
verandering behooren te ondergaan om aan de Plaatselijke Besturen eene
naauwkeurige opgave der verkochte of op eene andere wijze overgegane
Perceelen in te leveren.
Deze opgaven, tot het opmaken van welke de hierboven vemelde bij
de Gemeente-Besturen nedergelegde stukken alle gemak aanbieden zul
lenbehalve de Letter en het Nummer van het Kadastrale Plan, de
soort en inhoudsgrootte der Perceelen ook eene aanwijzing moeten be
vatten van de Koopers Verkrijgers enz., en zullen aan meergemelde Be
sturen behooren te worden ingediend, van den 5 tot uiterlijk op den 15
Januarij aanstaande.
Wordende een ieder, dien zulks aangaat, aangemaand, om door eene
tijdige indiening van eene naauwkeurige opgave, zich tegen alle nadeel,
welke uit eene tegenovergestelde handelwijze in dezen zoude kunnen
voortvloeijenvrij te waren.
Middelburg, den 31 December 1832.
De Staatsraad, Gouverneur voornoemd,
VAN VREDENBURCH.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MIDDELBURG,
gelet op art. 51 en 52 der Wet van den 28 Junij 1822 Staatsblad no.
15)» °P het PERSONEEL, houdende:
Art. 51. Bij de invoering dezer Wet, en vervolgens jaarlijks, zal
er, tot berekening van het bedrag der Personele Belastingeene beschrij
ving geschieden aan de woningen der Ingezetenen dezelve zal voor de
eerste reis plaats hebben onmiddelijk nadat deze Wet verbindend zal zijn,
en vervolgens jaarlijks zoo vroegtijdig mogelijk
Art. 52. De hoofden der Gemeente-Besturen zullen, op aanvrage
der Ontvangers, bij openbare afkondiging aan de Ingezetenen, tenminste
acht dagen te vorenbekend maken den tijd wanneer de Beschrijvings-
BUjetten zullen worden rondgezonden en afgehaald."
Gezien den brief van den Ontvanger der Directe Belastingen dezer
Gemeente, van den 28 dezer maand, 110.116, houdende zoodanige aan
vrage
Maken bij deze aan de Inwoners dezer Gemeente bekenddat de Ont
vanger der Directe Belastingen voornoemd, aan derzelver wonjngenop
den 2 Januarij 1833, zal doen bezorgen een Beschrijvings-Biljethet
welk inhoudt eene korte schets van de Grondslagen der voornoemde Be
lasting, zijnde:
1°. De Huurwaarde;
20. De Deuren en Vensters
3°. De Haardsteden;
40. De Dienstboden
50. De Paarden.
Bij welk Biljet, waarin deszelfs verpligting jegens 's Rijks Schatkist,
in betrekking tot die Belasting, zal worden opgegeven, aan ieder Inge
zeten de noodige vragen dienaangaande ter beantwoording zullen zijn
voorgesteld, ten einde hij hetzelve met de meeste naauwkeurigheid
invulte.
Dat, acht dagen na de uitreiking van voormelde Biljetten, dezelve in
gevuld van de woningen der Ingezetenendoor of van wege den Ontvan
gerzullen worden afgehaald; staande het echter aan een ieder vrij de
invulling te doen verrigten en het Biljet, zijnentwege, te doen onder
teekenen door den Ontvanger of zijn gemagtigde.
Dat de Ingezetenen, welke bij de beschrijving geen Biljet zullen heb
ben ontvangen, volgens art. 62 der wet, verpiigt zijn, binnen acht da
gen, naden tijd tot de ophaling .vastgesteldof uiterlijk op den 7 April,
een Biljet ten Kantore des Ontvangers te doen afhalen, en behoorlijk
ingevuld terug te bezorgen
Dat de nalatigheid in de invulling binnen den bepaalden termijn, als
ook onnaauwkeurigheid of valschheid in dezelveten gevolge zullen
hebben de toepassing der boeten en poenaliteiten bij art. 63 en 64,
mitsgaders van art. 85 tot 88 der wet, vastgesteld.
Terwijl eindelijk tot narigt der Ingezetenen met betrekking tot de
berekening van hunnen aanslag in de Deuren en Venstersaan hen wordt
medegedeeld, dat de bevolking van het geagglomereerde gedeelte dezer
Gemeente, de Stad Middelburg uitmakende, bedraagt een aantal van
13,814 zielen.
Wordende een iegelijk micsdezen aangemaand zich ten stiptste naar de
bovenstaande bepalingen te gedragen, ten einde zoo veel hem betreft de
orde en naauwkeurigheid in de beschrijving van voormelde Belasting te
volgen, en zich voor schade te wachten.
Ên opdat niemand hieromtrent onwetenheid voorwende, zal deze wor
den afgekondigd en aangeplakt, alom waar zulks te doen gebruikelijk is,
mitsgaders in dezer Stads Courant geplaatst, terwijl een afschrift zal
worden medegedeeld aan den Ontvanger der Directe Belastingen, tot
deszelfs informatien.
Gedaanten Rnadhuizeder Stad Middelburg, den 31 December 1832.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
B IJ LEVELT),
Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtbaren,
VAN PANHUYS.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MIDDELBURG
brengen bij deze ter kennis van alle Ingezetenen dezer Cemeetue, dat
Zijne Exc. de Vice-Admiraal Opper-bevelhebber der Vesting Vlissingen en
onderhoorige Forten in het belang van de zekerheid en veiligheid der
Vesting, het toezigt omtrent het binnenkomen en doorreizen van alle
vreemden, met den 1 Januarij aaustaande, heeft opgedrageu aan de Wacht-
Kommandanten aan de ingangen der Vesting geplaatst, en dat mitsdien,'*;
te rekenen van gemeld tijdstip, de Inwoners van het eerste District, ten
einde binnen gemelde Vesting toegelaten te wordenzullen moeten zijn
voorzien van eene Veiligheids-kaart dewelke dagelijks Zon- en Feest
dagen uitgezonderd, des voormiddags van negen tot elf uren, voor da
Ingezetenen van Middelburg, kostelooster Stedelijke Secretarie zullen
verkrijgbaar zijn, en gedurende een geheel jaar kunnen worden gebruikt.
En zal deze worden gedeuktafgekondigd en aangeplaktmitsgaders
in dezer Scads-Courant geplaatst.
Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 31 December 1338,
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
B IJ L E V E L D.
Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtbaren
VAN PANHUYS.
LONDEN den 29 decemberDe komst van den Russischen gezant,
graaf Pozzo di Borgoalhier, geefc aanleiding tot velerlei gissingen.
Zeker schijnt het, dat zijne zending van het hoogste belang is.
Sedert woensdag beeft graaf Grey menigvuldige bijeenkomsten met de
Russische, Oostenrijksche en Pruissische gezanten gehad. Men wil,
dat de graaf zich na den val der citadel veel moeite geeft om bij min
zaam verdrag een einde aan de Ilollandsche en Belgische geschillen te
maken.
Dingsdag hebben prins de Talleyrand en de andere ministers der confe
rentie op het bureau van buitenlandsche zaken bijeenkomsten met lord
Palmerston gehad. Dien dag hadden zij depeches uit de Nederlanden
ontvangen.
PARIJS den 29 december. Het gouvernement heeft de tijding ontvan
gen dat de koning der Nederlanden de overgave der beide forten Lillo
en Liefkenshoek heeft geweigerd. Of dit ten gevolge zal hebben dat
bet Noorderleger geheel of voor een gedeelte in Belgie zal achterblijven
is thans de vraag, die echter, naar den inhoud der laatst ontvangen®
Engelsche dagbladen ontkennend zoude moeten beantwoord worden.
Overigens bevestigt het zich meer en meer,1 dat de onderhandelingen over
de beslissing der Belgische kwestie niec te Londen maar te Frankfort,
en meer bepaald nog, tusschen de gezanten van Frankrijk en Pruissen
zullen worden gevoerd. Reeds heefc de bondsvergadering aan het mini
sterie een protest doen overhandigen tegen de schending van derzelver
grondgebied, door de troepen, die, zich naar Belgie begevende, Arloa
en andere plaatsen van het groot-hertogdom zijn doorgetrokken.
De hertogen van Orleans en Nemours zijn uit Belgie alhier terug
gekeerd.
's GRAVENHAGE den 30 december. De Eerste Kamer der Scaten-
Generaal heeft zich vereenigd met de begrcotings-wettenals ook met
het ontwerp van wet omtrent de schuld voor 1833, en met die omtrent
de grondbelasting de militie en de schutterij.
Van Zr. Ms. vloot op de Schelde wordt gemeld, dat aldaar inden
loop van den 29 de tijding is aangebragt, dat de kolonel de Gumoëns
van den generalen staf, aan de wonden, die hij den 22 op de citadel
van Antwerpen bekomen hadoverleden is. Er zijn maatregelen geno
men om het lijk van dezen hoogstverdienstelijken krijgsman, die zich,
toen het beleg reeds begonnen was, vrijwillig naar de citadel heeft be
geven, met eene stoomboot, naar het land voor hetwelk hij zijn leven
heeft opgeofferd, te vervoeren.
MIDDELBURG den 2 januarij. Eergisteren schonden de Belgenon»
grondgebied, door gewapenderhand eene doorgraving te willen dempen,
welke, eenigen tijd geleden, even boven de gemeente St. Kruis, door
ons gemaakt was. Zoodra de luitenant Verburg hiervan kennis kreeg
begaf hij zich met eenige manschappen en een detachement Middelburg-
sche schutterij, onder bevel van den luitenant van Deinsederwaarts.
De vijand, misschien niet onbekend met het getal der te St. Kruis ge
legerde troepen, stond met grooter rnagt hen af te wachten, doch werd
bitter te leur gesteld, toen hij ondervond dat de onzen, zonder zich
aan Zijne overmagt te storen, hem met moed aanvielen, en, na een
gevecht van twee urennaar zijne stellingen terugdreven. Onder het
gevecht zag men den vijand twee der zijnen wegdragen; een onzer schut
ters ontving, bij deze gelegenheid, eene ligte wond aan het hoofd.
Men stelde zich voor om gemelde doorgraving den volgenden dag
weder te gaan herstellen waartoe een detachement schutters en militie
reeds den noodigen last had ontvangen.
Uit het gebeurde kunnen de Belgen wederom leeren dat zij hunne
tegenwoordige bestemming niet moeten overschrijden, te weten, dat,
wanneer het op snoeven, schelden en plunderen aankomt, zij. met het
volste regt, op den eersten rang aanspraak kunnen maken; dat daaren
tegen indien er niet uit huizen en kelders moet geschoten maar in
hec open veld gestreden worden zij raadzamer handelen van aan een
hunner buren dezen pose op te dragen.
In bet Ancwerpsche Journal du Commerce leest men, onder dagtee-
kening van den 29 december
Dezen ochtendten zes uren is een gedeelte van de bezetting der
citadel, uit 2500 man bestaande, onder geleide van Fransche soldaten,
op weg gegaan om zich naar Duinkerken te begeven,
De kolonel Koopman bevindt zich altijd te Bercbem. Sedert giste
ren avond is het bijzonder toezigt, dat omtrent hem gehouden werd,
minder gestreng; hij kan thans elk ontvangen wie hij wil, en heefe
eene betere woning betrokken.
De zeelieden, die zich na het vernielen der Hollandscbe kanonneer-
booten naar hec Vlaamsche.hoofd begeven hadden zijn dezen ochtend
naar de citadel overgebragc,
Het is liet vaandel der 10de afdeeling, en geenszins de grootc vlag
der citadel of de admiraals-vlagdac als zegeteeken naar Parijs is opge
zonden. De groote vlag en alle de andere Hollandscbe vlaggen zijn,
voor het vertrek van den kolonel Koopman van hec Viaamsche-hoofd
Verbrand geworden,"