N\ i49- MIDDELBURGSCHE COÜR%pT,| Donderdag publicatie. Canbjötorm. NIEUWSTIJDINGEN. (Broot-ÏStfittanje. Jfctmfcrijïi. ilebetrlatiben. 13 December 1832. O Burgemeester en wethouders der stad middelburg; Gelet op de oproeping van den Landstorm door den Heer Staats raad Gouverneur dezer Provincie, van den 28 November laatstleden, en herzien derzelver publicatie van den 30 dierzelfde maand Brengen bij deze ter kennis van alle Ingezetenen dezer Gemeente, die, ingevolge 'sKonings besluit van den 23 November 1832 Staatsblad vo' 55) aan den Landstorm behooren deel te nemen, en zich nog niet op de daartoe bestemde Registers mogten hebben laten inschrijvendat hun daartoe gelegenheid zal worden gegeven ter Stedelijke Secretarie, dagelijks, van des morgens negen tot twaalf urente rekenen van Woens dag den elfden December aanstaande, tot en met Zaturdag den vijftien den daaraanvolgende, als wanneer de Registers van inschrijving zullen worden gesloten en de nalatigen ambtshalve in dezelve opgenomen. En verwittigen tevens èen ieder die zulks zoude mogen aangaan, dat door vrijwilligeonder Zr. Ms. toestemming opgerigtekorpsen, wier leden niet tot de inschrijving voor den Landstorm gehouden zijnalleen moeten verstaan worden zoodanige korpsen der Land- en Zeemagt, welke ook die uit hunnen aard en instelling tot de algemeene defensie des Rijks kunnen worden gebruikten geenzins die welke eene meer beperkte be stemming hebben en ten gevolge der bestaande omstandigheden plaat selijk zijn daargesteld. En opdat niemand hiervan onwetendheid voorwende zal deze wor den gedruktafgekondigd en aangeplakten in dezer Stads-Courant ge plaatst. Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburgden 10 December 1832. Burgemeester en Wethouders voornoemd, L A N T S H E E R L. P. Ter ordonnatie van Hun Ed. Achtbaren, VAN PANHUYS. LONDEN den 8 december. De Pruissische minister, baron Bulow heeft gisteren avond eene bijeenkomst met lord Palmerston op het bureau van buitenlandsche zaken gehad; ook heeft gisteren prins Lieven, de Russische gezantden Pruissischen minister een bezoek gegeven. Don derdag heeft prins de Talleyrand eene conferentie met lord Palmerston gehad. Eergisteren is het fregat de Vernon van vijftig stukken kapitein Collierop last van den vice-admiraa! sir Pulteney Malcolm om dadelijk huiswaarts te keerente Portsmouth binnengeloopen. Onder weg ont moette het een Nederl. schip [de Zeeuw")van Batavia naar Middelburg bestemd en gedeeltelijk met indigo bevrachthetwelk is aangehouden. Het grootst gedeelte van het eskader ligt in Duins en wacht bevel om naar Spithead te stevenen, daar men veronderstelt, dat men van wege Engeland geene verdere demonstratien met de zeemagt tegen Holland zal doen. PARIJS den 7 december. De opheffing van het embargo door het Engelsch gouvernementimmers voor zoodanige vaartuigen die goede ren aan bederf onderhevig aan boord hebben, heeft vooral na de discus- siendie voor een paar dagen over hetzelfde onderwerp bij de afgevaar digden plaats hadden, alhier vrij veel indruk gemaakt. Men houdt deze toegeeflijkheid voor een eersten stap van toenadering, die, zoo het schijnt, buiten voorkennis van het Fransch bestuur geschied zijnde, een nieuw bewijs oplevert dat de Engelsche staatkunde zich naar omstandigheden, maar niet naar verbindtenissen schikt. Ofschoon overigens de berigten die men van het leger heeft ontvangen, vrij gunstig zijn, en men geenen langdurigen weerstand van de citadel van Antwerpen te gemoet zietbe ginnen echter de onafhankelijke dagbladenten aanzien van het vroeger zoo dikwerf verguisde Holland, eenen gansch anderen toon aan te nemen. Onder anderen vindt men in de Ternps van heden de volgende zinsnede n De houding van Holland in dezen ongelijken strijd verdient niet minder lof dan de moed van ons jeugdig leger. Men hoort geene klag- ten, geene oproerige kreten, geene enkele stem zelfs, die zich door de opofferingen aan de natie opgelegd bezwaard vindt. De menigte ver- eenigt zich in de kerken tot gebeden, en gaat van daar zich aan het leger aansluiten. Een ieder draagt het zijne bijen vat des noods de wapenen op. Het is geen toornmaar eene kloeke beradenheid en stand vastige gehechtheid aan het Vaderland. Wij vereeren dien tegenstand en moeten erkennen dat dezelve met gematigdheid gepaard gaat. De koning van Holland heeft het ergerlijk voorbeeld der kabinetten van Parijs en Londen niet nagevolgd. Hij be strijdt onze vloot en ons leger, maar niet onzen handel. De vorst van een der kleinste volken stelt er eer in om het barbaarsch en verjaard volkenregt door de beschaafdste natiën weder in het leven geroe pen af te schaffen hij overlaadt zijne vijanden met schande. Het is gewis door een gevoel van schaamte dat het raadsbesluit van den 3 dezer is ter wereld gekomen, waarbij de koning van Engeland gelast de Hol- landsche schepen, wier lading aan bederf onderhevig is, vrij te geven. Het Fransch gouvernement behoort nu althans het eerste te zijn, ommeer volkomen regt re laten wedervaren en het geheele embargo op te heffen." Een buitengewoon courier heeft aan de Russische legatie depeches overgebragtdie, zoo men zegt, een volkomen manifest van de Noord- sche mogendheden zouden inhouden. 'sGRAVENHAGE den 9 december. Gisteren middag is alhier een courier uit Berlijn aangekomen de tijding overbrengende, dat II. K. H. Prinses Albert van Pruissen den 4, van eenen dooden zoon bevallen is. Mevrouw de Prinses bevond zich, tijdens het vertrek van den courier, naar de omstandigheden zeer welvarende. Bij het leger is de verjaardag van Z. K. H. den Prins Veldmaar schalk insgelijks met algemeene geestdrift gevierd. Het ontwerp van wet, betrekkelijk de woelingen van kwalijkgezin- den 11. donderdag aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal aangeboden - fe verschilt aanmerkelijk van de thans bestaande wet over dat zelfde onder- werp, als wordende, bij het tegenwoordigede geregtelijke vervolgin- gen op dat stukaan de gewone regters en de algemeene voorschriften der wet overgelaten. Bij den directeur-generaal van oorlog is ten dienste van het Vader land ontvangen, van eene dame welke verkiest onbekend te blijvenvoor de ongelukkige gekwetsten in dezen oorlog, een bankbiljet groot duizend gulden. officiële rapporten bij het departement van marine ingekomen blijkt, dat, door de zorg van den schout-bij-nacht van der Stratenzich bevindende aan boord van het jagt de Juno te Hellevoetsluisen door de vaardige hulp van de stoomboot de Batavier, zich in 's Rijks dienst en onder de bevelen van gemelden schotit-bij-nacht bevindendeop den 7 dezer, in het gezigt der blokkerende kruissers twee rijk geladen Ne derlandsche koopvaardijschepen behouden in de haven van Hellevoetslui» binnengekomen en alzoo voor den handel bewaard gebleven zijn. De Brusselsche Courrier behelst een verhaalhetwelk uit den mond van een adjudant van den generaal Sebastiani zou zijn voortgekomen en volgens hetwelk eene Nederlandsche korvet den 6 dezer op de Schel de door eene Fransche batterij in brand was geschoten en geheel wal afgebrand zonder dat men iets van dit schip had kunnen redden. Dit verhaal is geheel verzonnen. Volgens tijdingen van den 8 van de vloot op de Beneden-Schelde is zelfs geen enkel schip daarvan beschadigd. Sommige onzer schepen waren toen steeds bezig, om de Franschen het aanleggen van werken op den Schelde-dijk te beletten en de wapening van bet fort Frederik Hendrik tegen te gaan. Bijzondere berigten uit de stad Antwerpen, van den 8 gedagteekend en te s Gravenhage ontvangen, houden in, dat dien dag, zoo,wel van den kant der Franschen als van de verdedigers der citadel, allerhevigst geschoten was. De laatsten hadden weder verscheidene uitvallen tot in de Fransche loopgraven gedaan en het geweervuur had zich onophon- delijk met het gebulder van het geschut vermengd. De menigvuldige ge- kwesten die in Antwerpen werden binnengebragtbewezen, dat het vuur der Hollanders goed bediend werd. „Ik heb," zegt een der berigtgé- versdoor verscheidene Fransche officieren de verdediging hoor en bewonderen." Dezelfde berigtgever zegt opgemerkt te hebbendat de grachten der stad Antwerpen nagenoeg geheel droog waren, hetgeen hij met het ont werp der Franschen in verband bragtomna het vernielen eener sluis of beer, het water uit de grachten der citadel, ten minste gedurende de eb, te doen afloopen. Een aantal bommen en kogels waren den 7, uit de Fransche batterijen aan de zijde van Kiel, in het St. Andries- kwartier en andere gedeelten van Antwerpen gevallen. Verscheidene ingezerenen waren daarrlnnr gedood of gewonu. De toestand der landliedenniet slechts in den onraiddellijken omtrek van Antwerpen maar tot aan de Noord Nederlandsche grenzen toe, is, volgens deze berigten, zeer treurig. Langs de Schelde hadden zij hunne kruiwagensspaden en andere werktuigen voor den landbouw aan de Franschen moeten afgevenom bij den arbeid aan verschansingen op de dijken gebruikc te worden. Het gebrek hetwelk in het Fransche leger aan sommige benoodigdheden en vooral ook aan vleesch heerschte had de Fransche bevelhebbers er toegebragt, om in de dorpen requisitien van korenstroo en beesten te laten doen. De eigenaars werdennaar eenen door de Franschen willikeurig vastgestelden prijs, met bons be taald. Een en ander veroorzaakte veel onvergenoegdheid. Op de Nederlandsche voorposten aan de zijde van Breda en Bergen- op-Zoom, heeft men den 8, van 's morgens 9 tot 's namiddags 4 uren, in de rigting van Antwerpen, zeer sterk hooren schieten, en tegen den middag zag men van dien kant een dikken rook opgaan. Gedurende den nacht van zaturdag op zondag is het vuur veel minder sterk gehoord geworden. De Antwerpsche bladen, die den 8 des avonds geschreven zijn, geven eenig berigt van het gebeurde op dien dag, doch behelzeneven min als de bovenstaande tijdingen, een geregeld verslag der krijgsverrig- tingen. Zij erkennendat de grond den geheelen dag van het vuur uit het zwaar geschut gedreund heeftdat uit de mortier-batterijen der ci tadel een geweldig vuur op de lunette Montebello is gemaakt; en dat de belegeraars bij het terugdrijven der verschillende uitvallen uit de citadel veel volks verloren hebben. Aan den anderen kant beweren zij, dat in verschillende gehouwen in de citadel, en met name in eenen stal met koebeesten, door de vijandelijke bommen, brand ontstaan is, en dat de mortier.batterijen der Franschen nader bij de sterkte gebragt worden; hetgeen echter de Fransche artilleristen aan grootere gevaren blootstelde. In de berigten uit het Fransche hoofdkwartierdie door het Antwerp sche Handelsblad worden medegedeeld, leest men onder anderen: Men moet erkennen, dat de Fransche soldaten tegenstanders hebben, die zich moedig verdedigenhun geschut wordt geenszins zoo slecht be diend als men het heeft willen doen voorkomenhunne soldaten zjfn dapper en hunne officieren wel onderrigt; de vermeestering der citadel in het ongunstigste jaargetijde zal, - vooral nu men haar alleen van den sterksten kant aantast, waar zij door twee voorwerken verdedigd wordt, waarvan het eene (de lunecte\Kiel) wegens den lagen grond aan den Schelde.kant niet genaakbaar is, een hoogst roemrijk wapenfeit zijn. Eene onzer batterijen, welker vuur verkeerd gerigt werd, heeft gis teren omstreeks dertig 24ponders in de stad, en zelfs in zeer afgelege ne wijken daarvan geschoten. Door een dier kogels is een mandie in de Dominikanerstraat bij zijn vuur zat, gedood, door een ander is eene vrouw gekwetst. Evenzeer zijn verscheidene bommen in de stad geval, lenmaar men kent het aantal der daardoor getroffene personen nog niet. Een man is in de Lepelstraat door de uitbarsting eener bom gekwetst. Deze ongelukkige voorvallen zullen zich niet weder opdoenzij zijn daaraan toe te schrijven, dat de projectiles verder gevlogen zijn, dan het doel waarop zij gerigt waren. De Hollanders maken weinig gebruik van zeer zwaar geschutdaar de ondervinding htm geleerd heeft dat dit te ligt gedemonteerd wordt. Hun vuur komt voort uit eenige stukken der geblindeerde batterijen en uit veldstukken die zij nu op het eene dan op het andere punt plaat sen en, na daaruit vuur gegeven te hebben, terug halen, Voorts wer.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1832 | | pagina 1