N*. 148. MIBBEUBURGSCHE COUR Dingsdag1 gewoon 11 December 1832. VERKOOPING VAN STRANDGOEDEREN. NIEUWSTIJDINGEN. ZBuitechUttb. ©rot» t-ïSvitt ati j c. ücbcrlaiibsm. De ADMINISTRATEUREN der iste Divisie van het Korps Mari niers (als daartoe geautoriseerd door den Raad van Administratie van voornoemd Korps): brengen mits deze ter kennisse der gegadigden, dat zij, op Maandag den 17 December 1832, des voormiddags ten 11 uren aan het Bureau en ten overstaan van den Piaatselijken Kommandant der Vesting Flissingenzullen overgaan tot de aanbesteding van: De leverantie van het benoodigde BROOD voor de aldaar in Garnizoen •liggende Mariniers, gedurende den jare 1833, ingaande den I Januarij en eindigende den 31 December van dat jaar. De conditiën en voorwaarden waarop de aanneming zal geschieden liggen van nu af ter lezing, zoo op het Bureau van bovengemelden Kom mandant, als op dat van den isten Luitenant Kwartiermeester van opge noemde Divisie. De Administrateuren voornoemd Op last van dezelven De iste Luitenant Kwartiermeester, KINDT, Van wege den Opper.Stranvonder bewesten de Schelde, zullen bij openbare Veiling worden verkocht Te VERE op Woensdag den 12 December 1832, des middags ten 12 uren, aan het Pakhuis op de zuidzijde der Haven bij de Brug Vier Fusten ROODE WIJN en Vijf dito WITTE WIJN. Te COL1JNSPLAATop Donderdag den 13 December 1832, des Voormiddags ten 10 uren: Één Okshoofd ROODE WIJN en Één dito WITTE WIJN. De COMMISSIE tot uitdeeling van SPIJS aan Minvermogenden te Middelburgs zal op Dingsdag en Woensdag den 11 en 12 December aanstaande, van elf tot één uur, in haar gewoon Lokaal, vaceren tot afgifte der Kaarten aan de Inteekenaren. Middelburg, den 27 november 1832. Namens de Commissie voornoemd H. nu BUISSON BECIUSSecretaris. Vergadering van het Middelburgsche Departement der Maatschappij Tot Nut van 't Algemeen op Woensdag den 12 December 1832, des avonds ten zes urenin het Museum Medioburgense. Jaardag van het DepartementUitreiking van Eereblijken. Ferkiezing van Leden voor de Spaarbank.Rekening van den Penningmeester. Foorlezing. Namens Bestuurders P. de MARET TAK Secretaris. VAN DEN RIJN den 5 december. De krijgstoerustingen van Pruis- sen zijn, volgens bijzondere brieven uit Berlijn, zoo volledig als aan merkelijk; ook de landweer is volkomen georganiseerd. Het Duitsch verbond maakt zich mede strijdvaardig. Men twijfelt geenzins of Pruis, sen Rusland en Oostenrijk zullen volkomen eenstemmig handelen. LONDEN den 5 december. Maandag heeft de koning eene raadsver gadering op het paleis van St. James gehouden waarin besloten is het tegenwoordig parlement te ontbinden en een nieuw op te roepen tegen den 29 jannarij aanstaande. Den 3 dezer heeft Z. M. twee besluiten genomen, waarbij het beruchte kabinets-besluit van den 6 november, betrekkelijk het embargo, gewijzigd wordt. In het eerste derzelve wordt bepaald dat het bedoel de besluit van 6 november niet toepasselijk is op de Britsche schepen, die binnen komen uit, of uitklaren naar de Nederlanclsche bezittingen in de Oost-of West-IndienAfrica of America en dat mitsdien alle Brit sche schepeneven als te vorenderwaarts of van daar mogen uitklaren of inklaren. Bij het tweede besluit wordt bepaald, dat de Nederland- sche schepen, welke aan bederf onderhevige goederen aan boord hebben, door de Britsche oorlogsvaartuigen niet zullen worden aangehouden en opgebragten dat de reeds aangehoudene onverwijld zullen worden vrij gelaten. De bestrijders van de staatkunde onzer ministers ten aanzien van Nederland, verheugen zich over dit besluit, hetwelk zij voordragen als een stap van terugkeer tot regtvaardigheidtot welken het ministerie gedwongen is geworden door de luide stem van den handelstand. Er loopteen gerucht, dat lord Grcy aan den koning der Nederlanden een brief geschreven heeft ten einde eene gelegenheid te vinden om aan het gevaar van een, oorlog te ontkomen, door aan te bieden van af te zien van het geschil over de vrije vaart op de Schelde indien de citadel van Antwerpen zou overgegeven zijn. Zoo zich dit bevestigt wordt die stap ook beschouwd als een blijk van de innige overtuiging, welke het ministerie heeft, dat de publieke-opinie zich verklaart tegen het Fransche stelsel van vijandelijkheden waarin het Engelsche kabinet zich heeft laten medeslepen. Er worden in Londen vele volksbijeenkomsten gehouden en er heerscbt veel onrust in de gemoederende hatelijke smaadredenen op Holland waarmede de ministeriele bladen aan hunnen verkropten spijt over de houding van Nederlands volk en Koning lucht geven worden bij alle weidenkenden met verachting ontvangen, en vrij algemeen ziet men den val van het Greysche ministerie te gemoet. De hertog van Port land is tot de Torry-partij overgegaan, hetwelk voor de ministerielet) een groot verlies is; deze staatsman heeft te kennen gegeven, dat hij nu ziet, dat het ministerie door vorst Talleyrand wordt om den tuin geleid. Het petitioneren tegen den Hollandschen oorlog gaat nog, door en vanwege de voornaamste edellieden en burgers van Groot Brittanjevoort; onder anderen ook in Leicester, Glasgow, te Canterbury in Kent, enz. In eene zamenkomst der vrienden van een, ministerielet) kandidaat te Huddersiield is een brief van lord Grey gelezen, waarin hij aan die kie zers, welke de vrees hadden laten blijken, dat men door zou gaan met de vijandelijkheden tegen Holland, schrijft, dat een der beginselen, waarop de ministers het bestuur der zaken aauvaard hadden, het behoud van den vrede was, en dat zij onveranderiijk besloten hebben den weff niet te verlaten, door hen ingeslagen; voorts de hoop uitende, dat de zaken nog met een' vrede zullen eindigen. De vloot bevindt zich, voor het grootste gedeelte, op de Engelsche kusten en wel op de hoogte van Northforeland. 'sGRAVENHAGE den 6 december. Gisteren avond ten 10 uren ia Z. K. H. de Prins van Oranje alhier uit het leger aangekomen. Naar men verneemt zal hoogstdezelve hier kortstondig verblijven. Eene groote menigte heeft den Prins bij zijne aankomst aan hoogs tdeszelfs paleis met geestdrift en luide toejuiching ontvangen. Men hoorde aldaar een wel gekleed man den Vorst toeroepenHoud volPrins wij zullen ook vol houden l eene uitboezemingwelke als de tolk van het gevoelen ider geheele natie kan worden aangemerkt. Heden is 's Prinsen verjaardag gevierd met het uitsteken van vlaggen, het spelen van het klokkenspel en het houden van parade. Des morgens was er dejeuner aan het paleis van Z. K. H. en dezen middag diner ten liove. Opoe parade zijn uitgedeeld de metalen kruissen aan de daartoe regc hebbende militairen. Heden nacht vertrekt Z. K. II. weder naar het leger. -— Na Je zitting van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van den <J dezer, is dezelve veranderd in comité-generaal, waarin Zijne Exc. da minister v;n buicenlandsche zaken, namens Z. M.eenige staatkundige mededeelirgen heeft gedaan. Voorafhad zich Zijne Exc. naar de Eerste Kamer begeven tot het doen van diezelfde mededeelingen, Men verneemt, dat deze mededeelingen zich bepaald hebben tot de briefwisseling tusschen den Nederlandschen gezant bij de conferentie, den heer baron van Zuylen van Nyevelt en den graaf Greyin de afgeloopen maanden tot de zaak van den heer Pescatore en den heer Thorn in Luxemburg. Uit genoemde briefwisseling is gebleken, dat de Nederlandsche regering niet alleen zich gezind heeft betoond om de onderhandelingen voort te zetten, maar ook nieuwe inwilligingen heeft aangeboden, met opzig; tot de tölregten op de Schelde en tot het transito over Limburg, Daaren- tegen isvan wege den Engelschen eersten ministeronder voorgeven dat het traktaat, door Prnissen opgemaakt, niet aan de conferentie was voorgelegd, en dat dit traktaat en de zoogenaamde wijzigingen, nader van den kant van Nederland voorgesteldslechts zonden dienen om den onzekeren toestand te verlengen alles verworpen en aangedrongen op de overgave der citadel van Antwerpen, als het eenig middel tot verdere negotiatien. Hierop is door den Nederlandschen gezant met waardigheid geantwoord doch van deze briefwisseling is niet meer dan de eerste brief, die van den heer van Zuylen van Nyeveltpubliek gemaakt. Daarbij is echter nog gevoegd de correspondentie tusschen den Nederland schen zaakgelastigde, jonkheer Dedelen graaf Palmerston rakende het aanhouden der Nederlandsche schepen. De graaf heeft zich alleen gere fereerd aan het besluit in rade, en de heer Dedel heeft tegen alle scha de geprotesteerd. Uit het medegedeelde omtrent de zaak van de heeren Pescatore en Thorn blijkt ontegenzeggelijk, dat het Duitscbe bondgenootschap volkomen regc heeft laten wedervaren aan de Nederlandsche zaak en dat de Belgen aan alle de gedane vorderingen, dezelfde die door de Nederlandsche regering in mei reeds gedaan waren, hebben moeten toegeven alvorens de heer Thorn in vrijheid is gesteld. Aan de Staten-Generaal zijn door de regering overgelegd de reke ningen wegens de ontvangsten en uitgaven gedurende het jaar 1831. Daaruit blijkt, dat de ontvangsten beloopen hebben f 107,293,287 94, de uitgaven 103,<526.145 97§, weshalve er een overschot van 3,667,141 965 gebleven is. Onder de ontvangsten zijn begrepen aan liefdegiften ten behoeve van het vaderland 225,230 79. 's GRAVENHAGE den 8 december. Er zijn heden alhier regtstreek- scne berigten uit het kasteel van Antwerpen aangekomen die tot den 6 des avonds ten zeven uren loopen doch nog niet kunnen aangemerkt worden als een geregeld verslag der militaire verrigtingen bij de verdedi ging dier sterkte. Intusschen verheugen wij ons te kunnen melden, dac die berigten over het algemeen zeer gunstig zijn. Zij houden hoofdzakelijk in, dat, niettegenstaande de belegeraars toen reeds meer dan twee etmalen lang het kasteel en deszelfs buitenwerken uit eene hoeveelheid werp- en ander geschut hadden bestookt, hetwelk, volgens deskundigenbij zoodanig eene belegering zeker nimmer zoo talrijk is aangebragt, de daardoor veroorzaakte schade echter minder be langrijk isdan men zou kunnen verwachten. Enkele gebouwen in de citadel, die bij den aanvang van het beleg, toen de bezetting de bom vrije lokalen betrokken heeft, ontruimd zijn, zijn door de belegeraarsin brand geschoten. Bij het afzenden van het berigt maakte de brand van een dier gebouwen veel vertooning. Aan den anderen kant heeft men op de citadel kunnen bespeurendat het bestendig goed bestuurde vuur uit bet geschut en het klein geweer der onzen, de werken en batte rijen der belegeraars niet slechts aanmerkelijk beschadigd heeft, maar hun ook een aanzienlijk verlies van manschap heeft toegebragt. Tot nu toe was nog geen officier op bet kasteel gesneuveld. Bij de zeeinagt onder den kapitein-ter-zee Koopman die door de pro- jectilen, welke over de citadel heen zijn gevlogen, eenigermatp.. aan de tuignadje geleden heeft, is slechts één officier, namelijk de luitenant der tweede klasse G. .7. Middelberghen zijn twee matroozen gekwetst. Niemand der marine was tot nu toe gesneuveld. Alle de kanonneer, booten hebben thans op de bij Burgbt overstroomde landen post gevat waarheen zij door de stoomboot Chassé gesleept zijn. De kolonel Gumoëns en de kapitein der artillerie van Rapparddie onlangs eene bestemming naar de citadel erlangd hadden, en op de Schel de waren aangekomen toen de gemeenschap langs die rivier reeds be- moeijelijkt werd bevinden zich thans behouden op die sterkte. Een der hoofd-officieren op de citadel heeft bij zijn rapport het vol gend in haast gescheven briefje gevoegd Alle de hoofd officieren op de citadel, als ook de andere heeren officieren, zijn bijzonder welvarend slechts zeer weinig geblesseerden; de werken van het kasteel hebben door het geweldige vuur des vijnnds natuurlijk geleden. Het garnizoen en de marine zijn met de beste I geestdrift bezield." Rcgtstreeksehe berigtenden 6 december van Zr, Ms, fregat E ;r«.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1832 | | pagina 1