MIDBELBÏJ11GSCIIE
C.OÜRANT.
N°. i41.
Zaiurdag
rer,T.u>
24 November 1832.
infclie«üe.
nieuwstijdingen!
Jran&srij fc.
9.i
^Xc&evlanbstt.
Burgemeester en wethouders der stad middelburg,
gezien de circulaire van den Heer Staatsraad Gouverneur dezer
Provincie, van den 21 November 1832 A No. 13073 iste Afdeeling,
Provinciaal Blad no. 131);
Roepen bij deze op, alle zich in deze Gemeente ophoudende Verlof
gangers van eenig Wapenkorps hoe ook genaamd Officieren of minde
ren geene uitgezonderd hetzij dezelve ten gevolge van algemeene
hetzij van bijzondere beschikkingen, zich in hunne haardsteden bevin
den, en derhalve ook die, welke van de Schutterijen met bepaald of
onbepaald verlof in deze Gemeente zijn achtergeblevenof van de Korp
sen waartoe zij behooren herwaarts zijn gezonden en gelasten tevens,
genoemde Militairen en Schutters, om zich dadelijk te begeveh, die,
welke tot de Korpsen van het permanente Leger behooren naar de Depóts
derzelve en die, van de Mobiele Zeeuvvsche Schutterij deel makende,
naar de Vesting Vlmingenzullende de Officieren met den meesten spoed
regtstreeks naar de Korpsen moeten terug keeren tot welke zij behooren.
En opdat niemand hiervan onwetendheid voorwende zal deze worden
gedruktafgekondigd en aangeplaktmitsgaders in dezer Stads.Courant
geplaatst.
Gedaan ten Ilaadhuize der Stad Middelburg, den 22 November 1832.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
LANTSHEER, L. P.
Ter ordonnatie van Hun Ed. Achtbaren,
VAN P A N II U Y S.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MIDDELBURG
verwittigen bij deze een iegelijk dien zulks zonde mogen aangaan dat
op Maandag den 26 November aanstaande, des middags ten twaalf uren,
ten Stadhuize, in 't openbaar zal worden overgegaan tot de Verpachting
der GRAS-ETTING van den Dijk en den Bodem der Oude Irnealsme
de van de VISSCHERIJ genaamd de Mannez.ee en Catsmans Boogaard
buiten de Vlissmgsche Poort; alles voor den tijd van zeven jaren in
gaande met den 1 Jnnuarij 1833, en waarvan de conditiën drie dagen te
voren op de Stedelijke Secretarie ter lezing zuilen liggen.
Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 8 November 1832.
Burgemeesters en Wethouders voornoemd
LANTSHEER, L. P.
Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtbaren
VA N P A N H U Y S.
PARIJS den 19 november. De wetgevende kamers zijn heden met de
gewone plegtigheid en met de volgende aanspraakdoor den koning
geopend
Mijne beeren de pairs en afgevaardigden
„Ik wensch mijzelven geluk, na eene langdurige scheiding, uwe on
dersteuning en uwe voorlichting terug te vinden. Sedert de laatste zit
ting is het gouvernement aan zware beproevingen blootgesteld. Hetzel
ve heeft over de partijschap gezegevierd.
Bedrogen door den edelmoedigen geest onzer instellingen en ver
trouwende op onzen eerbied voor de waarborgen der openbare vrijheid
heeft men de kracht en sterkte eener wettige en gematigde staatkunde
miskend. In de hoofdstad in naam der republiekin de westelijke de
partementen in naam der contra-revolutie heeft men met de wapens
in de hand, getracht de bestaande orde van zaken omver te werpen. Bei
de echter, de republiek en de contra-reVolutiezijn overwonnen.
„De gebeurtenissen van den 5 en 6 junij hebben de-kwade bedoe
lingen en tevens de onmagt van hen die de regeringloosheid trachten
te bevorderen aan den dag gebragt. Het is gebleken hoe gevaarlijk de
staatkunde zoude zijn die de verwoestende hartstogten zoude sparen in
plaats van dezelve te bedwingen. De grondwettige monarchie heeft hare
ware vrienden en verdedigers gevonden in de bevolking der hoofdstad
in de kloekmoedigheid der nationale garde en in den moed en trouw van
het leger die gezamenlijk de pogingen der onruststokers hebben te
keer gegaan.
„Ik heb het geluk gehad, dat mijne tegenwoordigheid de goede bur
gers heeft aangemoedigd en daardoor den opstand des te eerder is on
derdrukt. Men heeft gezien welken steun een grondwettig koning in
de natie vindtwanneer hij gedwongen is met de wapenen de kroon
te verdedigenwaartoe hij geroepen werd en de instellingen wier
handhaving hij heeft bezworen. a'
In de westelijke departementen hebben wij eenen opstand en eenige
afschuwelijke misdaden te betreuren. De massa der bevolking heeft daar
in geen deel genomen,- en daar, waar het oproer is uitgebarsten, is het
zelve even spoedig te keer gegaan. Dat dan de misdadige stokers van
den burger-oorlogdie zoo dikwerf reeds deze streken verwoestten, de
hoop opgeven, 0111 eene contra.revolutie te bewerken, die in uwe oogen,
even als in de mijne, onmogelijk is, wijl men ons immer vereenigd zal
vinden om dezelve te bestrijdengetrouw aan onze eeden en bereid
om in het lot van het vaderland te deelen.
Eene beslissende gebeurtenis heeft overigens zeer onlangs de laatste
hoop dezer partij in rook doen verdwijnen.
Mijne heeren beide in de hoofdstad en in de westeiijke departemen
ten heeft het bestuur in de bestaande wetgeving zijne veerkracht moe
ten vinden. Voor dergelijke misdaden moesten de verdedigers van orde
en vrijheid, in het gevaarvol oogenbllk, bij het bestuur de ondersteu
ning vinden, die hen onmisbaar was. Gij zult in overweging hebben
te nemenof de bestaande wetgeving ten dien aanzien niet moet wor
den herzien en aangevuld en door welke middelen de veiligheid van den
staat en de openbare vrijheid te gelijk kunnen worden gewaarborgd.
j, Door standvastig den weg der gematigdheid en billijkheid te bewan
delen blijven wij getrouw aan de beginselen onzer roemrijke omwente
ling. Ziedaar het stelsel, dat gij door uwe medewerking hebt goedge
keurd, en dat met zoo veci standvastigheid door den bedreven en moe
digen staatsman, wiens verlies wij betreuren, werd volgehouden,
Reeds doen zich wijd en zijd de gelukkige gevolgen dezer staat
kunde gevoelen. Het vertrouwen wint dagelijks velcl. Handel en nij
verheid beginnen wederom te bloeijen. De Voorzienigheid heeft onze
akkers mildelijk gezegend. De ziekte, die zoo vele slagtoffers heeft
weggeraapt, is van hier geweken, en bet een en ander doet ons op het
spoedig herstel van geleden verliezen vertrouwen.
„Buitenslands is de nationale voorspoed niet minder gewaarborgd, ik
mag mij met volkomen vertrouwen op de vredelievende gezindheid, en
op de herhaalde verzekering, die mij daarvan dagelijks gegeven wordt,
verlaten.
De naauwe vereeniging, die tusschen Frankrijk en Groot-Brictanje
gesloten is, zal voor beide natiën eene bron van welvaart en kracht,
voor Europa eenen nieuwen waarborg van vrede opleveren.
Eene enkele strijdvraag zoude nog ongerustheid kunnen inboezemen,
In weerwil van alle pogingen van het gouvernement, bleef het traktaat
van 15 november 1831 waardoor de scheiding tusschen Holland en Bel
gië werd tot stand gebragt, onuitgevoerd. De middelen tot eene min.
nelijke schikking waren uitgeput. Het doel was niet bereikt.
Ik heb gemeend dat een zoodanige staat van zaken niet met de waar
digheid en de belangen van Frankrijk was overeen te brengen. Het
oogenblik was gekomenom in de uitvoering der traktaten te voorzien
en de verbindtcnissenjegens BHgie aangegaante vervullen.
„De koning van Groot-Brittanje heeft in dit gevoelen gedeeld. On
ze vloten zijn aan den mond der Schelde vereenigd. Ons leger, dat
evenzeer in krijgstucht als in moed uitblinkt, bevindt zich thans reeds
ónder de muren van Antwerpen. Mijne beide zonen zijn In deszelfs
gelederen.
Door de vereeniging mijner beminde dochter met den koning der
Belgenheb ik den band tusschen de beide volken naauwer toegehaald.
De akte, waarbij dit huwelijk werd gesloten, zal u worden voorgelegd,
Ik heb aan mijne ministers gelast om u insgelijks het traktaat, op den
4 julij 1831 tusschen dit gouvernement en de vereenigde staten van
Noord-Amerika geslotenmede te deelen. Deze overeenkomst maakt een
einde aan de wederzijdsche klagten.
Het traktaatwaarbij prins Otto vanjBeijeren tot den troon van Grie
kenland werd geroepen, zal ter uwer kennisse worden gebragt. Ik zal
u de middelen vragen, om met mijne bondgenooten de leening, welkö
volstrekt onmisbaar is om den nieuwen staat te vestigen, te waarborgen,
Ik wensch dat onze grondwettige instellingen zoodra mogelijk vol
tallig worden gemaakt. De wetten bij art. 69 van het charter aangekon
digd zullen u in den loop dezer zitting worden voorgelegd. Gij zult te
beraadslagen hebben over de verantwoordelijkheid der ministers, over de
departementale en gemeente besturen over de inrigtingen van het open
baar onderwijs.
„Onderscheidene andere wetten van minder staatkundig gewigt, doch
belangrijk voor de natie zullen u worden aangeboden.
Het smart mij, dat ik niet reeds dadelijk de vermindering der open
bare lasten kan voordragen. Onze pligt jegens het vaderlanden de om
standighedenwaarin wij geplaatst zijn vorderen alsnog groote opoffe
ringen. Doch de aanstaande schikking der algemeene belangen van Eli»
ropa doet ons het einde van dezen toestand als nabij beschouwen. De
toekomst levert gunstige uitzigten op. Het openbaar crediet houdt stand,
en onderscheidene omstandigheden duiden aan dat de nationale rijkdom
steeds toeneemt. Nog eenige pogingenen de laatste sporen van on
rust, die onafscheidelijk zijn van eene groote omwenteling, zullen wor
den uitgewischt. Het gevoel van standvastigheid zal zich op nieuw bjj
de menigte vertoonen. De natie zal met vertrouwen de toekomst te ge-
moet zien en dan zal ook de dierbaarste mijner wenschen verwezenlijkt
worden, dat namelijk Frankrijk tot den hoogsten trap van voorspoed op.
klimme, en dat mijne pogingen tot dit doel hebben medegewerkt."
Deze aanspraak was, volgens de dagbladen onderscheiden e malen door
de toejuichingen der aanwezigen afgebroken intusschen is de pleg
tigheid merkelijk gestoorddoor eenen aanslag waarmede het leven
van den koning, op het oogenblik waarin hij zich naar de vergaderzaal
zou begevenis bedreigd. Zulks heeft plaats gehad op de Pont-Royal
door een jong mensch met een pistoolschot. De dader is gevat.
De beroemde dé Chateaubriand heeft zich gehaastom zijne djens-
ten, als verdediger der hertogin van Berry aan te bieden. Hij is te dien
einde den 12 uit Geneve naar Parijs op reis gegaan. De hertogin is
den 15 dezer op het kasteel van Blaye aangekomen.
PLOTTER DAM den 21 november. Wij vernemen met genoegen, dat
de handelstand hier ter stede een adres van dankbetuiging opgesteld heeft
aan de Engelsche kooplieden, zoo te Londen als elders, voorde belang,
stelling en genegenheid welke deze handelaren zoo openlijk betuigd
hebben bij den strijd, die het Britsche ministerie heeft aangevangen, en
hunnen afkeer tegen denzelven. Dit adres is op een groot vel perka
ment met eene bijzondere fraaije hand geschrevenen heeft tot onder
teekenaars al de eerste handelaren hier ter stede, met den heer A. van
Hobokenals president van de kamer van koophandelaan het hoofd.
VLI5SINGEN den 23 november. Alhier is volstrekt niets bekend van
hetgeen de Bredasche Courant heeft gemeld, betrekkelijk het gevecht van
Zr. Ms. brik de Vliegende Visch, met eene Fransche korvet,
voor de Goeree; men zoude het hier toch moeten weten, en er zijn
hoegenaamd noch bijzondere noch officiële tijdingen van aangekomen.
Het bataillon Znid-Hollandsche schutterij dat dezelfde courante
meldt als alhier tot versterking te zijn binnengetrokken, is van de Wil
lemstad naar BathLillo en Liefkenshoek gezonden, en dus niet in
deze vesting binnengerukt.
MIDDELBURG den 23 november. Door Z. M. zijn bij de afdeeling
schutterij in deze provincie benoemd: tot kapitein, de heer C. P. Sou-
tendam; tot isten luitenant, de heer .7. J. Slicher tot 2de luitenants,
de_heerenH. L. Maertens en C. E. H. Hombach,
Er is eene waarschuwing aan de jagerkorpsen der hoogescholen
gedaan, om zich in gereedheid tè houden, ten einde zich op de eerste
oproeping wederom bij het leger te kunnen vervoegen,
Tot regt verstand van *s Konings besluiten van den 17 dezer tot
oproeping van den 2den en 3«en ban der schutterijdientdat onder