MIDDELBURGSCHE
O IJ
N". 129.
Zaturdag
NIEUWSTIJDINGEN.
Shiiteehlanb.
27 October 1832.
ücbeviattbttt-
FRANKFORT den ai october. Z. M. de keizer van Rusland is van
zijne reis naar Moscou en andere gewesten den 6 dezer te Peters-
bnrg terug gekeerd.
Graaf Pozzo di Borgo is van Weenen vertrokken, zich naar zijne
ambassade te Parijs begevende, en zal te Munchen eenige dagen toeven,
alwaar hij reeds aangekomen is.
Men schrijft uit Berlijn, dat er, na het vertrek van den legatieraad
von Dijnhofdie Z. M. te Töplitz ging opzoeken meer oorlogzuchtige
geruchten in omloop zijn geraakt. Men sprak van het mobiliseren van
twee geheele korpsen. Dit schijnt echter slechts op twee divisien be
trekking te hebben namelijk de 4de en 7dewelker manschap anders
eerst in het voorjaar aangevuld werd. In de kruidmagazijnen wordt druk
gearbeid; doch men kan dit aan den verbruikten voorraad bij gelegen
heid der groote manoeuvres toeschrijven. Evenwei is het zekerdat
prins Wilhelm's konings broeder, naar Keulen gaat, welke reis eenig
opzien baart, om dat zijn post aldaar opgeheven geweest is. Plet
Pruissisch hof verklaart zich zoo men zegtstellig tegen eiken maat
regel van dwang jegens den koning van Holland, en is het daarin met
Rusland en Oostenrijk eens.
Het Oostenrijksche hof blijft nog te Schönbrunn. De hertogin van
Angouleme en hare nicht bevinden zich op den burg te Weenen, van waar
zij dagelijks naar Schönbrunn rijden om met de koninklijke familie den
maaltijd te nemen zij houden echter het striktst incognito. Het schijnt
nog niet zekerof zij zich te Gratz of op eene andere plaats vestigen
zal.
Men verwacht den generaal Cubièret te Ancona terug. De Fran-
schen schijnen er gedurende den winter te zullen blijven. De flotille
komt in de haven. De Franschen doen van tijd tot tijd nog arrestatien
ofschoon de politie bij den pauselijken delegaat berust. Men gelooft, dat
zij zich moeite geven om de karabiniers weder te doen vertrekken.
LONDEN den 19 october. Men schijnt in de daad te hebben ge
meend dat Nederland voor een bloot dreigement van de zijde van het
Britsche ministerie zou hebben gezwicht; de aanspraak van Z. M. den
Koning der Nederlanden heeft deze dwaling doen vervallen. De kalmte
en waardigheid, met welke deze vorst zijn vertrouwen betuigt op den
moed en volharding zijner landgenootenin de handhaving van het goed
regt van den geboortegrond, heeft bij menig een, hier te lande, een
zeer diepen indruk gemaakt. Liedenals de schrijvers van den Timet
en dergelijkenhebben zich, wel is waar, nieuwe beleedigingen ver
oorloofd jegens een geslacht, waaraan de vrijheid van Europa, en die
van Groot-Erittanje in 't bijzonderzoo veel verpligt is dan het ont-
Breekt .ook het vrije Nederland niet aan voorspraak, en men mag zeggen
dar dezelve zich al luider en luider doet hooren. De bladen der partij
die krachtig arbeidt aan het behoud van orde, eigendom en zekerheid
■die de woelingen der revolutionairen in Frankrijk, der priesterpartij in
Belgie en der volks-opruijers in Ierland naauwkeurig gadeslaatver
manen eenstemmig den koning der Nederlanden geene schrede terug te
igaan.
Wij (dus luidt een dier bladen) verklaren onze oude en dappere ge
allieerden dat het hun pligt isvol te houdendat zij dit veilig
kunnen doen immers wat Engeland betreft. Lord Grey heeft den moed
niet, om, al ware het tot behoud van zijn dierbaar ambt, in ernst maat
regelen van bedwang bij der hand te nemen. Hij moge eenige schepen
Jiaar de Schelde zenden, om de Engelsche vlag te onteeren, vooreerst
door de onregcvaardigheid der zaak en ten ander door het vermoedelijk
mislukken der onderneming hij moge eenige graszoden van de Holland-
scbe batterijen afschieten, maar een ieder, met den staat des lands be
iend, weet, dat elke schelling schade ons op een pond kan komen te
«aan, en dat de moord (want moord zoude het zijn) van eiken Hollan
der ons tien wakkere zeelieden zouden kosten; en.wat zoude dit alles
baten, voorondersteld, dat het zonder het verlies der vloot konde afloo-
pen Het zoude ons met de verachting van elk weldenkend man in Eu
ropa overladen, doch geen indruk maken op den Nederlander. Zoude
Bet Britsche volle kunnen aanzien, dat een Britsch ministerie Engelsche
soldaten deed optrekken, om een geliefkoosd ontwerp der Fransche
staatkunde te helpen volvoeren en 0111 de dokken en arsenalen van Ant
werpen die gebouwd zijn geworden, ten einde Engeland te verdelgen
weder in handen der Franschen te spelen
Wij kunnen de schrijvers van den Timet verzekeren dat de koning
der Nederlanden met veel meer gerustheid zoo personelijk als staatkun
dig, onze vorderingen kan weigeren, dan lord Grey maatregelen bij de
hand nemen, om hem dezelve op te dringen."
PARIJS den 22 october. Men heeft heden depeches van den heer de
Tallcyrand ontvangen, volgens welke de overige leden der conferentie
hunne toestemming tot de dwangmiddelen, tegen den koning der Neder
landen te bezigen nog niet hadden gegeven. Voorts verhaalt men dat
de graaf Pozzo di Borgo voor eenige dagen in eenen confidentiëlen brief
te kermen heeft gegevendat het Russisch kabinet de goede verstand-
honding met Frankrijk niet wilde afbreken doch dat men tevens de
Fransche troepen niet dan met groot misnoegen de grenzen zoude zien
overtrekken, om de beslissing der conferentie aan Holland op te dringen.
Door het een en ander schijnt het ministerie even besluiteloos te blijven
het gerucht wil, dat de intogt op den 27 dezer bepaald is; het leger
wordt dagelijks versterkt, doch het vertrek van den maarschalk Cerard
is nog niet bepaald, en buiten diens tegenwoordigheid zullen de vijan
delijkheden voorzeker niet beginnen.
Aan den vice-admiraa! Ducrett de Villeneuve is gisteren, door den te
legraaf, bevel gezonden om het eskader zeilvaardig te houden, en het
Journal det Bcbats deelt zijnen lezers mede, dat men te Portsmouth ijve
rig aan de uitrusting der Engelsche vloot werkzaam is. Intusschen is
het overvloedig hekend dat de Engelsche marine en ook de onze niet
goo vele toebereidselen noodig heeftom eene scheepsmagc bijeen te
krijgen, die de Hollandsche havens zoude kunnen blokkeren, en men is
dus overtuigddat er andere redenen zijndie beide de gouvernementen
van dezen maatregel terug houden.
De minister van publiek onderwijs, de heer Guizotheeft den
koning voorgeslagen om het uitgeven van een tijdschrift, ten dienste der
lagere scholen, te magtigenwaarin alle stukken opgenomen moeten
worden, die tot het volks-onderwijs van Frankrijk behooren, tot het
lager onderwijs in de voornaamste beschaafde landen betrekking hebben,
alsmede een uittreksel uit de werken die over het onderwijs in het
licht verschijnen en de noodige raadgevingen ter bevordering van het
onderwijs door geheel Frankrijk en om met dit werk een hoogen amb
tenaar der universiteit, onder het toeverzigt van den koninklijken raad,,
te belasten. Die ambtenaar moet, zoo als de minister zich in zijne voor-
dragt uitdrukt, doordrongen zijn van de waarheid, dat, bij aldien de
instellingen de iocbestemming van een volk uitmaken, het de zeden zijn
die de nationale instellingen vormen, en dat de onwankelbaarste grond
zuil der maatschappelijke orde de zedelijke opvoeding der jeugd isook
moet hij begrijpendat de zeden naauw verbonden zijn met de godsdiens
tige gevoelens, en dat de werking van het geweten door geene andere kan
vervangen worden. De minister haak hierbij aan het voorbeeld van Hol
land Duitschland en Schotland, waar hij zegt, dat de meest bloeijende,
de meest doeltreffende scholen gevonden worden, en dat de godsdienst
zich met het lager onderwijs verbindt en daaraan den nuttigsten steun
verleent. De koning heeft zijne goedkeuring aan dit plan gehecht.
's GRAVENHAGE den 23 october. In de zitting van de Tweede Ka
mer der Staten-Generaal van heden heeft jonkheer mr. P. E. de la Court
benoemd tot lid der Kamer voor de provincie Noord-Brabandin banden
van den voorzitter, daartoe bij koninklijk besluit gemagtigd, de bij de
staatsregeling vereischte eeden afgelegd en zitting genomen.
De leden zijn door den president verzochtdaar hij de werkzaamhe
den der Kamer met de voorzitters der afdeelingen geregeld had, om op
morgen in de afdeelingen te willen bijeenkomenten einde te beraadsla
gen over het ontwerp van wet tot het beschikbaar stellen van de nog
overige som van 10,893,215 87, aangewezen bij de wet van 4 januarij
1832, voor de buitengewone behoeften van dit loopende jaar; waarna,
de vergadering is gescheiden en geconverteerd in comité-generaal, waar
in, naar men verneemt, het adres, in antwoord op 's Konings aanspraak
van den troonmet eenparige stemmen is gearresteerd.
Bij besluit van den 20 dezer wordt, voor het tegenwoordige, Bui
ten werking gesteld dat van den 4 mei 1831 QStaattblad no. f a), nopens
de regcen op den invoer in 's Rijks overzeesche bizittingen van vreemde
katoenen lijnwaden, die, uit havens van het moederland, met eigen
schepen worden aangebragt.
's GRAVENHAGE den 24 october. Gisteren morgen ten 11 uren is
er een buitengewone raad van ministers gehouden, en weinige uren daarna
is de Nederlandsche kabinets-courier Genot van hier naar Londen vertrok
ken met depeches voor den Neder-landschen ambassadeur aldaar, welke
men met eenigen grond vermoedtdat het antwoord zullen bevatten van
onze regering op de jongste voorstellenhaar door de conferentie ge
daan wier ontvangst de minister van buitenlandsche zaken bereids aan
de Kamers had aangekondigd weinige dagen geleden toen op nieuw door
Z. Exc.namens de regering, aan haar eenige staatkundige mededeeliu-
gen zijn gedaan.
Z. K. H. de Prins van Oranje is den 22 dezer van Bergen-op-
Zootn naar de citadel van Antwerpen vertrokkenom aldaar de troepen
in oogenschonw te nemen, van waar de Veldmaarschalk zich onmiddel
lijk met hetzelfde oogmerk naar de vloot begeven zou. Z. K. H. is gis
teren in het hoofdkwartier terug gekomen.
AMSTERDAM den 24 october.. Extract uit een brief van 's Gra-
venhage23 october: Men kan het er bijna stellig voor houden, dat
Fransche krijgsbenden Beigie gaan bezetten, en :zich gedeeltelijk m de
vestingen zullen nestelen. Er wordt voorzien, dat de Noordsche mo
gendheden zich daartegen bij Nota^t zullen verzetten het kabinet ■der
Tuilerien zal dezelven alsdan, om tijd te winnen, beleefdelijk beant
woorden, ten einde het ministerie zoo doende bij de opening der kamers
in de gelegenheid zou wezen iets te kunnen vertellen, en zich alsdan in
te rigten naar de meerderheiddie hoogstwaarschijnlijk oorlogzuchtig zal
wezen. Ondertusschen is ons leger op alles voorbereid. De vijand zal
niet alleen dappere verdedigers des vaderlands te bestrijden hebben; maar
de inundatie-werken zijn ook zoodanig ingerigten wordt daaraan nog
bij voortduring gewerktdat binnen weinige uren, uitgezonderd de groo
te wegeneen zeer aanzienlijk gedeelte der provincie Noord-Braband on
der water kan worden gezet. Omtrent bet naderen der Engelsche en
Fransche vloten wordt weinig meer gesproken, en gelooft men, dat,
zoo zij gecombineerd mogten uitzeilenhet zich eenvoudig bij vertoo-
ningeu zou bepalen."
ROTTERDAM den 24 october. Sedert eenige dagen bespeurt men met
genoegen, dat de vreesselijke geesel van den Aziatischen braakloop, deze
stad nagenoeg heeft verlaten. Wij kunnen de Voorzienigheid niet genoeg
dankbaar zijn, wanneer wij in aanmerking nemen, de verwoesting welke
deze ziekte in andere landen gemaakt heeft, in verhouding met ons Va
derland. Hoewel ons harde slagen in het verlies onzer medeburgers ge
troffen hebben, en de braakloop, voornamelijk in haie laatste woede, me
nig gezin in rouw heefc gedompeld, is ons verlies echter gering, wan
neer men hetzelve bij Warschau, Weenen, Parijs en Berlijn vergelijkt.
Men moet ook volmondig bekennen, dat onze geneeskundigen geen moei
te of ongemak ontzien hebben, om de lijdende menschbeid ter hulp te
komendag en nacht vond men hun hiertoe bereid eere zij hun daar
voor coegebragt. Te wenscben blijft het nu, dat, hoezeer de ziekte on
ze stad heeft verlatenmen in het oog zal houdendat zij zich op an
dere plaatsen voor eene tweede maal vertoond heeft, en men dus
nog de hospitalen enz. vooreerst niet zal afschaffen, noch het systema
van matigheid zal uit het oog verliezen, daar wij het hieraan misschien,
kunnen toeschrijven, dat de braakloop hier niet zoo hevig als in andere
landen gewoed heeft.
MIDDELBURG den 26 october. De Staats-Courant van heden be
helst het antwoord op 's Konings aanspraak, den 23 bij de Kamers mrt