MIDDELIÏURGSCIIE
COURANT.
N°. 128.
25 Octofcer 1832.
fJufclicatie,
Donderdag
t t0fif ic-^Mbtcaa 1.
Zevende partij Denzelven.
NIEUWSTIJDINGEN.
djroot-Bvittrtwjc.
jSUbetrlattbett.
Burgemeester en wethouders der stad middelburg,
Gezien hebbende eene circulaire van den Heer Staatsraad, Gouver
neur dezer Provincie, van den 10 dezer, A. no. 11380 1. afd. {Provin
ciaal Blad no. 119);
Brengen bij deze ter kennis van een iegelijk dien zulks zoude mogen
aangaan, dat Z. M. bij besluit van 3 october 1832, no. 3, aan de
Leden van den eersten Ban der Schutterij welke bij de ligting van het
loopende jaar opgeroepen en reeds bij de Mobiele Schutterijen ingelijfd
zijnen wier korpsen zich bevinden in Vestingen in staat van belegof
Kantonnementen betrokken hebbenen dus verkeeren in de termen van
art. 8 van 's Konings besluit van den 29 November 1830 Staatsblad
no. 85), heeft gelieven toe te staanom alsnog, binnen twee maanden,
zich in gemelde dienst, overeenkomstig de bestaande verordeningen, te
doen vervangen.
En opdat niemand hiervan onkundig zij, zal deze worden gedrukt,
afgekondigd en aangeplakt en in dezer Stads-Courant geplaatst.
Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 11 October 1832.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
LANTSHEER, L. P.
Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtbaren,
VAN PANHUYS.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MIDDELBURG
verwittigen bij deze de Ingezetenen dezer Gemeente dat het Kohier
voor den ontvang der Lantaarn-Brandspuit- en Nachtwacht-Gelden over
het dienstjaar 1832, is gesteld in handen van den Heer Jean Louis de
Troije Nz als door den Raad dezer Stad tot Collecteur van dit middel
aangesteld; wordende een iegelijk bij deze aangemaand, om, bij het be
komen van het Biljet van aanslag, deszelfs verschuldigde te voldoen,
ten Kantore van gemelden Collecteur, in de VlissingschestraatLett. I.
No. 162, alwaar des Maandags, Donderdags en Vrijdags, tot de ont
vangst van dit middel, des namiddags van drie tot zes uren zal worden
gevacéerd.
E11 zal, ten einde een iegelijk hiervan kennis drage, deze worden af-
gekondigd en aangeplakt mitsgaders in dezer Stads-Courant geplaatst.
Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 18 October 1832.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
LANTSHEER, L. P.
Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtbaren
VAN PANHUYS.
ADMINISTRATIE DER DOMEINEN.
Provincie Zeeland. Agentschap Middelburg.
FE R P ACHTING.
De AGENT van het DOMEIN, District Middelburg, adverteert mits
deze, dat hij, als daartoe behoorlijk geautoriseerd, al of niet onder
voorzitting van den Heer Inspecteur der Domeinen in Zeeland, publiek,
onder nadere approbatie, zal presenteren te Verpachten, op Zaturdag den
tienden November achttien-honderd twee en-dertig, des middags ten twaalf
uren, in het Gemeentehuis te Haamstedeten overstaan van het Ge
meente-Bestuur aldaar: Het GRASGEWAS der Duinen en Waranden
van de voormalige Konijnenjagtin den Eilande van Schouwen liggende,
verdeeld in de navolgende Elf partijen als
Eerste partij, van de voormalige Konijnenjagt, laatst in pacht geweest bij
Bartel Boot.
Tweede partij, laatst in pacht geweest bij
Adrianus Bakker.
Derde partijlaatst in pacht geweest bij Adriaan Kortense.
Vierde partijLeendert Salomonse Blom.
Vijfde partijJan Blom.
Zesde partijLeendert Montfoort.
Achtste partijPieter Fokker en C. van Hullen.
Negende partij C. van Hullen.
Tiende partij, Pieter Fokker.
Elfde partijLeendert Bolle.
En zulks voor den tijd van vijf achtereenvolgende jarenin te gaan met
den dag der approbatie.
De Conditiën en Voorwaarden van gemelde Verpachting liggen ter
lezing ten Kantore van den Agent van het Domein voornoemd, in de
lange Noordstraat te MiddelburgWijk L. No. 132.
De Agent van het Domein voornoemd,
Bij afwezigheid van denzelven,
J. H. HÖLSCHER.
OPENBARE VERKOOPING.
De OPPER-STR AND VONDER beoosten de Schelde, Provincie Zee-
tand, als daartoe behoorlijk geautoriseerd, zal, ten overstaan van den
Heer Burgemeester der Stad Zierikzee in het openbaar veilen en ver-
koopen: het te Zierikzee liggend Amerikaansche BRIKSCHIP, genaamd
Elder Brewstergroot l66||Tonnen, met deszelfs INVENTARIS, be
staande in Ankers, Kabels, Zeilen, Touwwerk enz., enz.; daags voor
de Verkooping te bezigtigen.
Deze Verkooping zal plaats vinden te ZIERIKZEE, op FFoensdag den
31 October 1832, des voormiddags 0111 9 uren, eerst in perceelen en
daarna in massa.
Gedaan te Zierikzee, den 15 October 1832.
De Opper-Strandvonder voornoemd,
W. D. d e J O N G E.
LONDEN den 19 october. Het avondblad zegt, dat eene lange en
welgescbrevene nota, zoo als alie de stukken van het Nederlandsch mini
sterie va» buitenlandsche zaken zijn, door den heer baron van Zuylen van
Nyevelt aan de conferentie is ter hand gesteldin antwoord op het 70ste
protocol, en dat eene andere nota, tot wederlegging der laatste voor
stellen, aan lord l'almerston overhandigd is. Hierin zou het Nederlandsch
kabinet verklaren geneigd te wezen om de zaak zoo doenlijk tot eene
minnelijke schikking te brengen, dat, wat men ook moge zeggen, altijd
zijn onveranderlijk pogen geweest zon zijn.
De aanspraak, waarmede de koning der Nederlanden de zitting der sta-
ren-generaal geopend heeftschijnc hier vrij veel indruk gemaakt tè heb
ben en wordt door de verschillende nieuwspapieren beoordeeld in den
zini der partijen, tot welke zij behooren. Een dezer, dat zich de be
langen van Holland aantrekt, verklaart, dat de aanspraak volkomen aan
zjjne; verwachting beantwoordten de gevoelens daarin vervatmet eene
welsprekendheid geuit zijn eigen aan hen die voor eene regtvaardige
zaak strijden en een magtigen vijand hebben.
Omtrent het nemen van maatregelen, om Holland te dringen, heeft men
niets naders. Gisteren moest dit puntzoo men verhaalde in een ka
binetsraad behandeld worden.
De Russische en Fransche ambassadeursde Pruissische minister
en de Oostenrijksche minister, baron van PFessembergzijn heden na»
middag op het bureau van buitenlandsche zaken te zamen gekomen, om
eene conferentie met den burggraaf Palmerston te hebben.
Volgens tijdingen uit Portugal zouden de troepen van dom Miguel
op den 30 september en den volgenden dag van voor Porto afgetrokken
zijn.
Van Vigo schrijfr men den 3 dat des avonds van den 19 het smaldeel
van dom Miguel in de baai ten anker gekomen was, zoo als men voorgaf
om eenige geleden haverij te herstellen. De schepen van dom Pedro kwa
men den 2 in het gezigt en blokkeerden den 3 de twee ingangen van
de haven.
De Spaansche minister, de ridder Zea Bermudes is nog niet naar
het vasteland overgestoken en wacht een conrier van Madrid met ver
dere instmctien van koning Ferdinandalvorens de reis aan te nemen.
Het gouvernement heeft order gegeven om het besluit van den raad,
van 2 november 1831 omtrent de slaven.bevolkingdat onlangs zoo
veel misnoegen in de West-Indische koloniën veroorzaakt heeft, niet
ten uitvoer te leggen, dewijl beide huizen van het parlement eene com
missie hebben benoemd, om onderzoek te doen naar den staat der West-
Indische zaken,
MIDDELBURG den 24 october. Eergisteren is de Tweede Kamer der
Staten-Generaal in comité vergaderd geweestten einde het rapport ha-
rer commissie, belast met het ontwerpen van een adres, in antwoord op
's Konings aanspraak van den troon, te hooren. Daarna zijn de respec-
tive afdeelingen bijeen gekomen. Morgen ten één uur zal er eene pu
blieke zitting zijnwaarin de heer de la Cour, benoemd tot lid der Ka
mer voor de provincie Noord-Braband zitting zal nemen. Na de pu
blieke zitting is er comité-generaal.
De begrooting van de gewone Staats-uitgaven voor den jare 1833
beloopt eene som van f 49,385,849:26 en de opbrengst van alle du
middelen is begroot op ƒ49,402,685 94. Tot goedmaking van de uit
gaven zullen worden gebezigd de Rijks directe belastingen de accijnsen
en de registratie, en de verdere indirecte belastingen op het zegel, de
griSe, de hypotheken en de successien, zoo als deze nog worden ge
heven. De grondlasten tot 8,426,177 hoofdsom in hoofdsom, met 20
opcenten benevens 2 opcenten voor kwade postenwaarvan drie vier
den over de provinciën zal worden omgeslagenterwijl het overige een
vierde door de belastingschuldigen zal worden gedragen naar de verkre
gen uitkomsten van het kadaster over de gezamenlijke provinciën. De
belasting op het personeelmet 75 opcenten zoo lang zij naar de be
staande wet zal worden geheven deze opcenten zullen op 30 worden
verminderd van het tijdstip af, dat eene nieuwe wet op deze belasting
ingevoerd zal worden. Het patentregt met 50 opcenten en voor de ei
genaars van binnenschepen met 25 opcenten alles over de vier eerste
maanden des janrs; zullende deze onderscheiden opcenten op 25 worden
bepaald met den aanvang van 1 mei 1833. De accijnsenvermeerderd
met die op den turf, de steenkolen, het brandhout en het gemaal, met
25 opcenten, uitgezonderd het gemaal. Het regt van registratie en ver
dere indirecte belastingen met 25 opcenten. De regten op den in-, uit
en doorvoer enz. Het regt op de gouden en zilveren werken en de
opbrengst der posterijen en der loterij. De opbrengst der domeinen van
Z. K, H. Prins Frederik. De opbrengst van te verkoopeu goederen, en
eene uickeering van een millioen tweemaal honderd duizend gulden uit
de geldmiddelen van de overzeesche bezittingenten behoeve van de.
schatkist te doen.
Bij de accijnsen op de brandstofFen is het eerste artikel van het ont
werp omtrent den accijns op den turf, overeenkomstig het eerste arti
kel van het laatst vorige ontwerp artikelen 2 3- en 4 bevatten de nieu
we Massificatie van den turf en vervangen het 2de artikel van het vroe
gere ontwerp.
De accijns op de steenkolen, van buiten het Rijk wordende ingevoerd,
zal bedragen: op gruis of maatkolen en sintels of einders vier gulden van
elke zeeton of tien mudden en op grove sehaalkolen zeven gulden van
elke duizend ponden. De accijns zal dadelijk bij den invoer, boven en
behalve het inkomend regtzijn verschuldigd. Aan fabriekentrafieken
en takken van nijverheid en werkzaamheid zal vrijdom van den accijns
wegens een gedeelte van de hoeveelheid steenkolen, ten dienste daarvan
benoodigd, worden verleend. Deze vrijdommen bepalen zich tot Is -fa
en van den verschutdigden accijns, en zijn alie, ten getale van 55, bij
het ontwerp opgenoemd.
De accijns op het brandhout zal bedragen tien ten honderd van de
waarde. Als brandhout wordt beschouwd en als zoodanig aan den accijns
onderworpen, alle hout hoegenaamd, ten zij zoodanig gezaagd, dat hec
kennelijk tot werkhout bestemd is; ook zijn aan den accijns onderwor.
pen alle takkebossenrijzen, mot, spaanders en alle brandhout, afkom
stig van de slooping van gebouwen, schepen of vaartuigen. Van den
accijns worden vrijgesteld zaagsel en krullen. De accijns zal enkel ver
schuldigd zijn dadelijk bij den invoerin eenige der voornaamste steden
en besloten plaatsen, binnen ieder der onderscheiden provinciën gelegen
en bij het ontwerp opgenoemd. Ter vervanging vau dezen accyns op