N°. 86.
MIDDELBUBGSCHE
COUEAN
Donderdag
10 Julij 1832.
publicatie.
NIEUWSTIJDINGEN.
Beftettbm aftuig.
aanbesteding.
SÜgcmccue iücbctrlattböcltc fïtaAt;scftap)Uj.
©r00t-33rittati)6.
Heberlattbitt.
De Uitgevers dezer Courant achten het noodig het Publiek te berigten dat den 1o dezer ingevoerd is de nieuwe wet op de Registratie Over
schrijving en het Zegelvan 16 Junij 11en dat hierdoor vervalt de verpligting om de Advertentien op Zegel te schrijvenmaar dat het
Zegelregt voor iedere Advertentieen bij elke plaatsingzal moeten worden voldaan
Burgemeester en wethouders der stad middelburg
Hoofdplaats der Provincie Zeeland, brengen bij deze ter kennis van
een iegelijk dien zulks zonde mogen aangaan, dat, ter voldoening aan art
36 der Wet van den 21 Mei 1819 Staatsblad no. 34), voor den ophef
van het regt van Patent, op den 20 dezer en volgende dagen, aan de
Huizen der Ingezetenen, eene omschrijving zal worden gedaan, tot ze
kerheid dat alle Pacentpligcige Personen van het vereischce Patent zijn
voorzien.
Wordende mitsdien een iegelijk aangemaandom ten dezen opzigce de
noodige opgave te doen aan de Beambten, welke, van wege de Admini.
stratie der Lands Directe en Plaatselijke Belastingen, tot deze omschrij
ving zijn gemagtigd.
Gedaan ten Raadbuize der Stad Middelburg, den 16 Julij 1832.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
B IJ L E V E L D.
Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtbaren,
VAN PANHUYS, Secretaris.
De HOUTVESTER in het tweede Jagt-DistrictProvincie Zeeland
ontwaard hebbende, dat meest alle de privative of gereserveerde Jag-
ten in voornoemd District niet behoorlijk zijn afgepaald overeenkomstig
Art. 16 der Wet op de Jagt en Visscherij, van 11 Julij 1814, en dat
het gevolg daarvan zoude kunnen zijn dat de Eigenaren of Huurders
van voorschrevene gereserveerde Jagten het effect der reserve kwamen te
verliezen brengt bij deze ter kennisse van de belanghebbende Eigena
ren en Huurders van privative Jagten
i°. Dat, ingeval zij eenig effect der reserve willen genieten, de Jagten
zullen moeten zijn afgepaald, op den voet en wijze zoo als zulks bij
meergemeld Art. 16 der Wet van 11 Julij 1814 is voorgeschreven
2°. Dat de Jagt-palen bij dat artikel bedoeld volgens besluit van
den Heer Gouverneur van dit Gewest, van 24 Augustus daaraanvolgende,
in der tijd ter kennisse van de belanghebbenden gebragtop geen verde
ren afstand dan op die van 200 Roeden QRijnlandsch") van eikanderen
zullen mogen worden geplaatst;
En 30. Dat, ingeval aan deze bepalingen niet zal zijn voldaan, door
of van wege de Houtvesterij geene surveillance op de privative Jagten
zal kunnen worden gehouden.
Middelburg, den ia Julij 1832. De Houtvester voornoemd,
J. F. BIJLEVELD.
ADMINISTRATIE DER DOMEINEN, WEGEN, VAARTEN enz.
PROVINCIE ZEELAND. AGENTSCHAP MIDDELBURG.
Op Woensdag den 25 Julij 1832, des middags ten één uur, zal er,
ten overstaan van het Plaatselijk Bestuur van COLIJNSPLAAT en onder
voorzitting van den Heer Inspecteur der Domeinen in eene der zalen van
het Stadhuis aldaar, worden aanbesteed:
1°. Het maken van eenen nieuwen houten Spuiduiker in de Haven te
Colijnsp/aatbenevens het leggen van 40 vierkante ellen Rijzen
Stortebed het uitdiepen van den Spuiboezem het vernieuwen der
binnen Paalrei van het Noordelijk Havenhoofd met 42 Dennen Palen
a°. Het driejarig onderhoud der Domaniale Havenwerken te Colijns-
plaatmet het dagelijksche bewerken der Spuijingen;
Zoo als een en ander nader omschreven is in de Bestekkenwelke ter
lezing leggen in het lokaal van het Gouvernement te Middelburg; op de
Secretarie van het Plaatselijk Bestuur te Colijnsplaatten Kantore van de
Agenten van het Domein te Middelburg en te Neuzen, en op de gewone
publieke plaatsen.
Nadere inlichtingen zijn te bekomen bij den Heer II. A. Tromp, Hoofd
opziener over de Wegen en Vaarten in het iste Ressort te Vlissingen.
PUBLIEKE VERPACHTING VAN TIENDEN
gelegen in het Eiland IValcherenover den jare en Oogst van 1832.
D. vanDEINSE, als daartoe gemagtigd is voornemensom, op de on-
dergemelde dagen en plaatsen, publiek aan de meestbiedenden te Verpach
ten de navolgende TIENDE-VRUCHTEN over den Jare en Oogst van
1832 als
Te VLISSINGEN ten overstaan van den Notaris Ab. van der Swaltne
en getuigen, op Dingsdag den 24 Julij 1832, des morgens ten 10 uren,
de Domaniale KOORN- en andere TIENDEN gelegen onder de juris
dictie der Gemeenten van KoudekerkeBekerke Melis-en Mariekerke,
Westkapelle, Zontelande Ritthem Oost- en Westzoulnirg, Bottinge,
Hoogelande en een gedeelte van Stad Middelburgs.Ambachten.
Te VEERE: ten overstaan van den Notaris IF. M. Snijder en getui
gen, op Zaturdng den 28 Julij 1832, des morgens ten 10 uren, de Do
maniale KOORN- en andere TIENDEN, gelegen onder de Jurisdictie
der Gemeenten van VeereKleverskerkeBrigdamme, St. Laurens, Ga-
pinge SerooskerkeVrouwenpolder, Oostkapelle Grijpskerke, Aagte-
kerke Domburg en een gedeelte van Stad Middelburgs.Ambachten.
De Conditiën en Voorwaardenop welke deze Verpachtingen zullen
plaats hebben, kunnen gelezen worden ten Kantore van de Notarissen
te FHssingen en Feerehier boven gemeld.
Wordende voorts een ieder gewaarschuwddat, bijaldien de Tienden
van vorige jaren onbetaald mogten zijn verbleven zijlieden niet als Pach
ters of Borgen zullen worden toegelaten, en dat de 10 prCt. onkosten
dadelijk bij de Verpachting zullen moeten worden voldaan.
LONDEN den 13 julij. In den Courier van den 11 dezer leest men
De vercegenwoordigens der vijf mogendheden zijn gisteren aan het
ministerie van buitenlandsche zaken bijeengekomen en hebben eene lange
conferentie gehouden over de jongste mededeeling der Nederlandsche
regering.
De uitslag dezer beraadslagingen was het besluit, om nogmaals een
voorstel aan genoemde regering te doenhetwelk de conferentie van
dien aard beschouwt te zijndat het de meeste kans oplevertom tot
eene voldoende en eindelijke schikking van dit moeijelijke vraagstuk te
geraken.
Men verneemt, dat de conferentie, getrouw aan hare jegens Belgie
aangegane verpligting, en overeenkomstig de verklaringen, door haar bij
herhaling in naam der vijf mogendheden gedaan, blijft aandringen op de
ontruiming van het Belgisch grondgebied door de Hollanders, als den
grondslag van alle nieuwe onderhandelingmaar aan den anderen kant
wordt aan den Koning der Nederlanden op verscheidene punten toegege
venwaardoor, zonder aan de vorderingen der Belgen in het wezenlijke
te kort te doenaan hem een goede grond zal opgeleverd worden om
het nieuwe voorstel der conferentie, hetwelk verklaard wordt finaal
en beslissend te zijn, aan te nemen. Mogt de Koning weigeren tot het
nieuwe voorstel toe te treden, dan zal aan alle onderhandeling een einde
gemaakt worden, en dan gelooft men dat Groot-Brittanje en Frankrijk
ten behoeve van Belgie zullen tusschen beiden komen.
Het is niet ongepast hierbij aan te merken, dat er geen genoegzame
tijd is verloopen, om de conferentie in staat te stellen, zich nopens de
gevoelens van koning Leopoldmet betrekking tot het onderhavige bij
zondere voorstel te verzekeren; men hoopt echter, dat hij daartegen niec
zal protesteren."
In zijn nommer van heden spreekt de Courier van stellige berigten
uit Brussel, volgens welke vorst Leopold weigeren zoude in nieuwe on
derhandelingen te treden up een anderen grondslag dan de ontruiming van
het Belgisch grondgebiedmaar dat hijverondersteld dat die ontrui-
ming vooraf plaats had, zich niet wilde onttrekken aan onderhandelin
gen gegrond op het beginsel van wederkeerige toegeeflijkheid.
LONDEN den 15 julij. Men verzekert, dat hier berigten ontvangen
zijn omtrent een opstand in Litthauen. In alle de bosschen moet een
partijgangers-oorlog tegen de Russen gevoerd worden, en in bet bosch
van Swietokryz zou een detachement kozakken door de oproerigen ge
heel in stukken gehouwen zijn.
's GRAVENHAGE den 16 julij. Bij de 11 zieken, die te Scheve-
ningen vrijdag morgen onder geneeskundige behandeling bleven, zijn tot
zaturdag morgen nog 6 zieken gekomen, terwijl 1 hersteld is en 2 over
leden zijn, zoodat toen nog 14 zieken overbleven, waarbij tot zondag
morgen nog 4 zieken zijn gekomenzijnde voorts nog 3 hersteld en s
overleden, blijvende er toen 13 zieken overig; van gisteren tot heden
morgen (maandag), zijn bijgekomen 13 zieken, overleden 5, hersteld
2, onder behandeling gebleven 19,
De bovenstaande mededeeling levert het droevig bewijs op dat de ziek
te er nog verre van af is om vermindering of verzachting te ondergaan;
wij achten ons verpligt dit te doen opmerken, en evenzeer om niet te
verzwijgen, dat de cholera zich sedert 11. vrijdag avond ook in deze
residentie geopenbaard, eenige op onderscheidene punten der stad woon
achtige ingezetenen aangetast, en gisteren 2 daarvan heeft doen be
zwijken. Staats-Courant.
Hetgeen dezer dagen is gemeld, nopens een vaartuig rnet talk ge
laden dat door eenige Scheveningsche visschers in zee zou zijn ont
dekt is niec van allen grond ontbloot. Wat er echter van dit geval
waarheid is, kan men nog niet met zekerheid zeggen; doch het is te ver
moeden dat er door hun eenen ongeoorloofden handel in visch is ge
dreven geworden. De politie is bezig het gebeurde te onderzoeken
en men zegtdat er heden reeds eenige Scheveningers daarover verhoord
zullen worden, Ook heeft men bevonden dat er in de vorige maand,
door verschillende Scheveningsche vrouwen, vet en talk was verkocht,
en dat er door eenige goud geld was gewisseld geworden.
Door HH. MM. den Koning en de Koningin is, ten behoeve der
door de omstandigheden noodlijdenden te Scheveningen, aan burgemees
ter en wethouders dezer residentie ingezonden eene gift van 1000.
Men verneemt, dat de ltollecte, welke heden alhier, ten behoeve
der noodlijdende Scheveningers, aan de huizen der ingezetenen is gedaan
met de vrijwillige giften, eene som van 10611 heeft opgebragr.
Z. M. heeft bij besluit van den 10 dezer, op het Loo genomen,
met uitbreiding van hoogstdeszelfs besluit van den 28 februarij 1828
bepaald dat voortaan geene vergunningen aati landverhuizers voor den
doortogt door Nederland zullen worden verleend dan voor zoo verre
het blijken zal, dat de schepen, voor bun vervoer bestemd werkelijk
in eene Nederlandsche haven zijn of zullen worden ingeklaard en aldaar
voor het onderhoud van die landverhuizers uitgerust.
MIDDELBURG den 18 julij. Een alhier ontvangen brief uit Maas
tricht, van den heer luitenant IFiessnergedagteeketid den 8 dezer, ver
meldt eene soortgelijke ontmoeting met de Belgen als kort te voren den
heeren IFiegand en Verschuur was wedervaren. Gemelde officier de reis
uit Gelderland naar die vesting, over Aken, genomen hebbende, had zich
van een Pruisisch pas voorzien, hem door den kolonel Lazaras, welke
aldaar zoo veel als consul is, ter hand gesteld. Van Aken vertrokken
met een ander Hollnndsch officier, wiens naam in den brief niet wordt
vermeld, doch die vrouw en kinderen bij zich had, waren Zij bij twee
detachementen der Belgen gelukkig doorgekomendoch bij een derde
detachement, op een uur afscands van Maastricht, genaderd, werd de