•publicatie.
Ülcbcrltiubsffltc fjaubcDlïlaatöcïiaypij.
NIEUWSTIJDINGEN.
worden naar de plaatsdaartoe door Beeren Burgenieesteren bepaald.
4. Het is wel uitdrukkelijk verboden detelve in de gotert of riolëftof Op de
Straten, kaaijeh pleinen of publieke plaatsen, of ook in de binnengrachten te werpen.
Met uitnoodiging om zich daaraan stiptelijk te gedragen, zullende bij
overtreding dier bepalingen of een derzelve tegen de delinqnanteli Proces-
Verbaal worden opgemaakten op hen worden toegepast de Straffen bij
art. 60 van hetzelve reglement bepaald.
En noodigen die genen der Ingezetenen welke goed Drinkwater
jnogten ontberen uit, om zich ter Stedelijke Griffie, dagelijks. Zon- en
Feestdagen uitgezonderd, te vervoegen, ten einde daarvan kennis te ge
venals wanneer daarin van Stadswege zal worden voorzien.
En opdat een ieder hiervan kennis drage, zal deze worden afgekon-
kundigd, aangeplakt en in dezer Stads-Courant geplaatst.
Gedaan te Middelburgden 4 Jnnij 1832.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
LANTSHEER, L. P.
Ter ordonnantie van Hun Edel Achtb.
C A T S Loco-Secretarii.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MIDDELBURG,
In Zeeland gelet op de circulaire van den Heer Gouverneur der Pro
vincie, van den ipMeijl., Provinciaal Blad no. 67) brengen ter ken-
nisse van eik en een iegelijk dien het zoude kunnen aangaan, dat, aan
gezien het gebruik vati onrijpe of groen geplukte Kruisbeziën (Beijets*)
bepaaldelijk geacht wordt van eenen zeer nadeeligen invloed te zijn, bij
de in naburige Landen heerschende Cholerade verkoop of invoer van
die Vrugc binnen deze Gemeente, gedurende dit Saisoen, zoo lang dezel
ve niet tot volkomen rijpheid zal gekomen zijnverboden isen dat alle
overtredingen tegen deze Plaatselijke verordening zullen gestraft worden
niet eene boete van ten minste 3,of twee dagen Gevangenisin
dien de overtreder dezelve boete niet kan betalen, en zal, ten aanziet)
van het vervolgen derzelve, in acht genomen worden het bepaalde bij
het Reglement van Algemeene Plaatselijke Policie gepubliceerd den 24
April 1820.
En opdat niemand hiervan onwetendheid voorwende zal deze wor
den gedrukt, afgekondigd en aangeplakt, mitsgaders in dezer Stads-Cou
rant geplaatst.
Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 28 Mei 1832.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
LANTSHEER, L. P.
Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtbaren,
C A T S Loco-Secrctarii
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MIDDELBURG,
Provincie Zeeland noodigen bij deze elk en een iegelijk uitdie ge
huwd of ongehuwd daartoe de geschiktheid mogt hebben en bereid
vaardig zijnom in het alhier in gereedheid gebragt wordende Lo
caal ter vrijwillige verpleging van Minvermogende In- en Opgezete
nen dezer Stad, die, bij aldien de Cholera binnen dezelve of der-
zelver Ambachten mogt kotnen uit te breken, eventueel door die ziekte
mogten worden aangetast, zich, tegen eene behoorlijke bezoldigingte
vestigen als Binnen-Vader of Directeur, om zich als zoodanig ter Ste
delijke Griffie aan te geven voor den 10 dezer maand, de6 morgens tus
schen 9 en 12 uren; terwijl gelijke uitnoodiging geschiedt aan die ge
nen, die zich als Vrouwelijke of Mannelijke Oppassers van de Zieken
in dat Locaal, zouden verlangen geplaatst te zien.
En opdat niemand hiervan onkundig blijve, zal deze worden afge
kondigd en in dezer Stads Courant geplaatst.
Gedaan te Middelburg, den 4 Junij 1832.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
LANTSHEER, L. P.
Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtbaren
CATS, Loco-Secretarii.
De ADMINISTRATEUR van 's Rijks Schatkist in ZEELAND adver
teert, dat, van heden af, ten zijnen Kantore kunnen worden afgehaald
de Bewijzen ter Inschrijving in het Grootboekh 5 pet.gequoteerd van
No. 49 a 5 6.
Middelburg, den 8 Junij 1832. De Administrateur voornoemd,
P. P O U S.
De DIRECTIE verwittigt de Stemgeregtigde Deelhebbers dat, in
gevolge het 91ste der artikelen van overeenkomst, de in de Vergadering
van Commissarissen goedgekeurde Balansover het Zevende Boekjaar
geëindigd zijnde met ultimo December 1831 van den 6 tot en met den
20 Junij aanstaande voor hen ter visie zal liggen ter Secretarie van de
Directie te Amsterdambij de Agenten der Maatschappij te Rotterdam
Dordrecht en Middelburgaan het Lokaal der Kamer van Koophandel en
Fabrieken te Leyden en op het Raadhuis der Stad 'r Gravenhage.
Amsterdam, 4 Juriij 1832.
G. SCHIMMELPENNINCK, Staatsraad, President.
DE CLERCQ, Directeurfungerend Secretaris.
MIDDELBURG den 8 junij. De Gouverneur van Zeeland heeft, bij
besluit van den 19 mei II., eene hoofd-commissie daargesteld, welke,
onder deszelfs voorzittingis belast met het oppertoezigt van alles wat
tot de cholera betrekking beeft; deze commissie, welke zich reeds heeft
geconstitueerd, staat in verband met de almede ter dier zake in de ove
rige steden, en, door vereeniging van nabij elkander gelegene plattelands
gemeenten, in alle de districten van deze provincie, aangestelde com-
missiën zij heeft ten oogmerkzoo wel de bevordering van de daarstel-
ling der voorbehoedings-maatregelen tegen voormelde ziekten als de
verzekering van de verzorging der eventuele zieken, bij aldien dezelve
opverhoopt binnen dit gewest mogt doordringen, en bestaat uit de vol
gende heeren
Jonkhr. A. C. van Citterslid der gedeputeerde Statenvice-president.
De heer J. R. de Vassij president der provinciale geneeskundige com
missie.
Jonkhr. B. de Jongeprofessor bij de provinciale geneeskundige school.
Mr. M. C. Paspoort.
Jonkhr. Mr. J. van Reigersberg Versluys.
Mr, S. de IVind.
Mr. A. P. van Deinse.
Den 30 mei 11. werd alhiermet bijzonder genoegendoor de com
missie van bestuur over de provinciale geneeskundige school, op de
gewone Wijze, gehouden het vijftiende halfjarige examen der leerlingen
bij dezelVö school ingeschreven, voor de ontleed-, heel», verlös- en
nrcsenijmehg-kundewelk examen weder bij vernieuwing blijken heeft
gegeven van de door de leerlingen gemaakt wordende vorderingen. Het
zelve werd afgenomen
Door den hoogleeraar jhr. B. de Jonge, in de Therapievan de jonge
lingen G. Borking en J. van Riel.
In de Pathologie en Materies Medicavan de jongelingen: G. Bor
king, J. van Riel, J. J. BourdeauA. de Wilde, P. J. Sistermans,
J. C. Lindhout, J. M. Vane en C. H. Jane.
Door den heer lector J. de Man Jz.in de OntleedkundeG. Bor
king J. van Riel, J. J. Bourdeau, P. J. Sistermans, A. de Wilde, J.
C. Lindhout, J. M. Vane, C. H. Jane, A. M. Arends, L. Bogaerc
J. Klap, J. W. Blankere, A. H. van Buren, D. HaartsenJ. F. van
der Velde, J. L. During, L. van den Abeele, P. J. Gillissen en L.
H. Leunis.
In de Physiologievan de jongelingen: G. Borking, J. van Riel, J. J,
Bourdeau, P. J. Sistermans, A. de Wilde, J. C. Lindhout, J. M. Va.
ne, C. H. Jane, A. M. Arends, L. BogaertJ. Klap, A. H. van Bu
ren J. W. Blankert en D. Haartsen.
In de Verloskundevan de mannelijke leerlingen: G. Borking, J. van
Riel, J. J. Bourdeau, P. J. Siscermans, A. de Wilde, J. C. Lindhout,
J. M. Vane en C. H. Jane.
En in de Verloskundevan de vrouwelijke leerlingen: M. Gunst, P.
J. van der SluisC. WasC. M. de Booy A. Verbeet en J. A. Willemse,
En door den heer lector .7. Priesterin de Kruid.Schei- en Artse-
nijmeng-kunde, behalve van de bovengenoemde leerlingen, ook nog van
de jongelingen: A. Tak, P. A. Winkelman P. J. HerklotsP. C. Pries
ter, J. C. Steijn, J. P. Plankeel, J. L. Bos, J. Boudewijnse H. J.
SerléS J. Hendrix en J. C. Frederiks.
Zijnde er, behalve de vermelde, zeven leerlingen tijdelijk afwezig ge
weest, uit hoofde van militaire dienst, en in den loop van het vorige
jaar weder onderscheidene als officieren van gezondheid bij de land- en
zeemagt geplaatst.
Overigens is ditmaal geen examen in de Theoretische en Practische
heelkunde gehouden, vermits dit onderwijs gedurende het laatste halfjaar
is geschorscht gewordendoor de langdurige ziekte en het opgevolgd
overlijden van den verdienstelijken heer .7. van Daaienlector in die
vakken, wiens gemis zoowel voor de provinciale school als voor de maat
schappij in het algemeen te betreuren is.
In de op den 5 dezer gehoudene zitting van de Tweede Kamer
der Scaten-Generaalzijn de beraadslagingen geopend over de vier ont
werpen van wethoudende wijzigingen in de vier eerste titels van het
eerste boek des Burgerlijken Wetboeksen werden dezelve, nadat nog door
sommige leden tegen enkele punten bedenkingen waren ingebragcdie ech
ter zonder gevolg bleven alle aangenomente weten het eerste ont
werp met 38 stemmen tegen 1 stem, het tweede met eenparigheid, het
derde met 38 tegen 2 stemmen, en het vierde met eenparigheid.
Bij Koninklijk besluit van den 30 mei worden nadere bepalingen
omtrent den doortogt van landverhuizende personen vastgesteld, zoo als,
dat de verordeningen van het besluit van den 28 februarij 1828 (Staats
blad 110. 3), omtrent den doortogt van landverhuizende personen, ook
van toepassing zullen zijn op alle hoegenaamde vreemdelingen die zich
uit hun land verwijderen, om, over Nederland, naar Amerika te vertrek
kenonverschillig of zij afzonderlijk dan wel troepsgewijze naar de Ne-
derlandsche grenzen afreizen en gezamenlijk dan wel individueel eene
overeenkomst met reeders of bevrachters van schepen aangaan tot hun
ne overbrenging naar de plaats hunner bestemming, en dat de akte van
borgtogt, bedoeld bij art. 2, litt. d, van voormeld besluit, steeds zal
behooren te zijn voorzien van eene verklaring van het stedelijk of plaat
selijk bestuur onder hetwelk de borgen behoorenten opzigte der soli
diteit van het Nederlandsche handelhuis, hetwelk zich tot borg heeft ge
steld.
Ten gevolge der bij de regering ontvangene berigtennopens de
voortdurende verbreiding der cholera in onderscheidene gedeelten van
Frankrijk, is bepaalddat, bij aanvulling van vroegere verordeninge*i
de Fransche kust, van de rivier de Seine af tot aan de rivier de Loire
als besmet zal worden beschouwd, en dat dus de schepen, komende van
aan die kust gelegene plaatsen, bij hunne aankomst in onze havens aan
de vastgestelde quarantaine zullen worden onderworpen.
Den 3 dezer is te Groningen, in den ouderdom van 70 jaren,
overleden de hooggeleerde heer E. J. Thomassen ii Tlittessitikridder der
orde van den Nederlandschen leeuw, lid der iste klasse van het konink
lijk Nederlandsch instituutpresident van de provinciale geneeskundige
commissie, enz., en sedert het jaar 1794 hoogleeraar in de geneeskun
de aan die hoogeschool.
Den 2 dezer is te Amsterdam des namiddags omstreeks half vijf
uren, is, in den Rotterdammer beurtman, gevoerd door schipper Je/les
liggende in het Damrak, bij de Papenbrug aldaar, die met laden bezig
was, bij het inhijschen van eene zware kist het touw gebroken, en de zoon
van den schipper, Jurriaan .Telles, oud 28 jaren, onder de kist geraakt,
zoo dat hem het boofd daardoor genoegzaam verplet is geworden. De
lijder is naar het gasthuis vervoerd en 's avonds tegen 9 uren overleden.
De Belgische bladen spreken van een «53ste protocol, van den 31
mei, dat zeer belangrijk zoude zijn. Het schijnt, melden zij, onaan
nemelijke voorwaarden te behelzen op welke Koning Willem toestemt
om met Belgie te onderhandelen dit protocol doet tevens de wijze
kennen op welke deze voorwaarden door de conferentie zijn ontvangen:
l> Belgie zou afzien van de vaart op de binnen-wateren en aan Hol
land het tor- en loods-regt op de Schelde toekennen.
2. Belgie zon afzien van de daarstelling van een weg of kanaal, wel
ke Ilollandsch Limburg zou doorsnijden.
3. liet deel der schuld ten laste van Belgie zou worden gekapitali
seerd en Holland in het bezit der citadel van Antwerpen blijven,
tot na de volkomen volbrenging van dit deel des traktaats.
4. De likwidatie van het syndicaat zou met gelijke kansen voor de
beide partijen geschieden het verlies indien er bestond zon zoo wel
als de winst gedeeld worden.
5. Onafhankelijk van het aan Holland toegewezen grondgebiedzou
deze het kanaal van Maastricht naar 's Bosch in zijne geheele uitgestrekt
heid verkrijgen, alsmede de aangrenzende dorpen, te weten 51 5a
Belgische gemeenten.
6. En eindelijk zou de Luxemburger kwestie onbeslecht blijvenen
dezelve, hetzij voor de ruiling, hetzij voor een gedeeltelijken afstand,
het voorwerp van een volgend traktaat uitmaken.
De zelfde bladen voegen er voorts bij dat de conferentie hare onte
vredenheid over deze voorstellen in hetzelfde protocol zou betuigd,
en dan Hollandschen plenepotentiarissen in bedenking hebben gegeven
of dezelve aan hunne nota van 4 mei beantwoorden en of de
voorgestelde middelen doelmatig zouden zijnom tot eene eindelijke
(Zie verder het Bijvoegsel