MIDDELBURGSCHE
C O
N°. 62. -
Bfifccttbrnafcing.
Donderdag
24 Mei 183
NIEUWSTIJDINGEN.
ShiitschUwb.
(Öttoot-Biriüattjc,
jflebetrlattfren,
Burgemeester en wethouders der stad middelburg,
in Zeeland, daartoe bij circulaire van den Heer Gouverneur dezer
Provincie, van den 14 dezer, uitgenoodigdherinneren bij deze alle
belanghebbenden binnen deze Gemeente, aan de bepalingen der Wet van
den 8 November 1815, No. 36» Staatsblad 710. 5O vólgens welke al
le Schuldvorderingen, ten laste van het Rijk, binnen de zes maanden,
volgende op het jaar waarover dezelve loopenbehooren te zijn ingele
verd, aan het belanghebbende Departement, op poene van te worden ge
houden voor verjaard, en dat alzoo alle Rekeningen, Memorien of De-
claracien, ten laste van het Rijk, over den jare 1831, voor den 20
Junij dezes jaarsbij zoodanige AdministratienCollegien Autoriteiten
of Ambtenaren, als welke de orderc toe het doen van le-ernneien ofim-
derzins gegeven hebben, behooren te zijn ingediend, ten einde dezelve
in tijds bij de Departementen van het Algemeen Bestuur kunnen worden
overgebragt; zullende een ieder zichzelven te wijten hebben de schaden
welke hij, door het niet voldoen aan deze bepalingen, zoude komen
te lijden, en noodigen dienvolgens een ieder uit, om de indiening van i van
zoodanige eventuele Pretensien zoo spoedig mogelijk te bewerkstelligen.
En opdat niemand hiervan onkundig zijzal deze worden afgekondigd
en in dezer Stads-Courant geplaatst.
Gedaan te Middelburg, den 17 Mei 1832.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
LANTSIIEER, L. P.
Ter ordonnantie van Hun Ed, Achtbaren,
CATS, Loco-Secretarii.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MIDDELBURG,
in Zeeland;
Gezien de Wet van den 4 dezer, tot invoering van een Accijns op de
Zeep, (Staatsblad no. 13);
Gelet op art. 34 der evengenoemde Wet;
Willen bij deze elk en een iegelijk dien zulks zoude mogen aangaan
op den inhoud van dat artikel opmerkzaam maken, en dientengevolge
herinnerendat alle diegenen welke eenigen winkel of nering in zachte
Zeep uitoefenenverpligt zijn binnen den tijd van veertien dagenna
het in werking brengen van deze Wet, (welk tijdstip is geweest den 15
dezer maand eene schriftelijke opgave van de winkels en verdere ge
bouwen of bergplaatsen, met opgave van de wijk en het nommerover
te leggen ten Kantore van den Ontvanger van den Accijns op de Zeep
over de Gemeente van derzelver liggingop verbeurte van vijf-en-twin
tig Guldenvoor elk niet aldus aangegeven winkelgebouw of bergplaats.
Terwijl alle degenen die, 11a het in werking brengen der Wet, eenigen
wink»' -.o-intr in zachte mogten willen uitoefenen, zullen ver
pligt Zijn, voor die uitoefening,"gelijke opgave aan den Ontvanger te
doen op verbeurte van dezelfde boete.
En opdat een ieder hiermede bekend zij, zal deze worden afgekon
digd en in dezer Stads-Courant geplaatst.
Gedaan te Middelburg, den ai Mei 1832.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
LANTSHEER, L. P.
Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtbaren,
CATS, Loco-Secretarii
De ADMINISTRATEUR van 's Rijks Schatkist in ZEELAND adver-
teert, dat, van heden af, ten zijnen Kantore zullen kunnen worden af
gehaald de Bewijzen ter Inschrijving in het Grootboek der 5 pet. Nationale
Schuld, tegen inwisseling der door hem afgegevene Kwitantienvan
No. 13 k 32.
Middelburg, den 23 Mei 1832, De Administrateur voornoemd,
P. P O U S.
Errata. In de aankondiging van Burgemeester en Assessoren van
1St.Laurens C. a.wegens de Brigdamsche Kermis (zie ons vorig no.)
is de dag van het Ringrijden bepaald op den 3 Junij, dit moet
zijn den Negenden Junij aanstaande.
FRANKFORT den 18 mei. Te Ancona zijn, ten gevolge van het op-
ligten van een bijzonder persoon door de politie, welke hem aan de
Pauselijke karabiniêrs overleverde, waardoor hij naar Osimo vervoerd is,
onlusten ontstaan, waarbij de kommaudant der karabiniêrs, Ovigo, die
Zich met eene pistoot verweerde, gevaar geloopen heeft zijn leven te trouw ,jer
verliezen. De Pauselijke troepen zijn door de Franschen belet géworden j -,onjer de
Itlinnra IfOZPrnPtl fP VPflnfPn ar% nrnr/Jon n!e niivalnnro /-»»■. A au r/M-
hunne kazernen te verlaten en worden als gijzelaars gehouden tot de op
geligte persoon weder te Ancona terug gebragt zal zijn. Deze gebeur
tenis heeft zoo wel elders als te Ancona vernieuwde aanleiding tot haat
jegens de troepen van den Paus gegeven. De Oostenrijkers, die reeds
bezig waren de legatien te verlaten hebben volgens brieven uit Boiogna,
weder tegenbevel ontvangen.
LONDEN den 20 mei. Het ministerie van lord Grey blijft bestaan.
De koning heeft eergisteren de voorwaarden aangenomen, die graaf Grey
en lord Brougham Z. M. hebben voorgelegd. Gisteren avond heeft de
graaf in het huis der lords verklaard, dat de koning hem voimagt gege
ven heeft om de hervormingswet te doen doorgaan. Daarop heeft lord
Harewood gezegd, dat in dat geval alle tegenstand van het huis overbo
dig was, en hij voor zich zou ophouden met zich tegen de wet te ver
zetten. Maandag moet het huis weder in comité over de bill vergaderen.
In het huis der gemeenten heeft lord Althorp aangekondigddat Zr. Ms.
ministers behoorlijke schikking gemaakt hebben om den hervormings
maatregel te doen aannemenen dat zij derhalve hunne posten blijven be
houden.
Welke de voorwaarden zijnwaarin de koning heeft toegestemd, weel
men nog niet; doch vrij algemeen gelooft men, dat, zoo van de oppo
sitie bij de lords geen genoegzaam getal leden zich voor de ministers
verklaarten er dus eene vermeerdering van pairs noodig isgraaf Grey
gemagtigd is nieuwe pairs aan te stellen.
Het is nu zeker, dat de hertog van IVellitigton bedankt heeft voor defl
last, hem opgedragen, om een nieuw ministerie zamen te stellen,
's GRAVENHAGE den 14 mei. Heden ochtend ten half tiert ttrötl
is H. M. de Koningin naar het Loo vertrokken. Aanstaanden woensdag
zal H. K. H. de Prinses van Oranje haar zomerpaleis te Soestdijk gaart
betrekken.
De conferentie van de centrale afdeeliüg der Tweede Kamer van dö
Staten-Generaal met Zijne Exc. den minister van finantien, over de ont
werpen van wet, wegens den accijns op de brandstoffen, welke lieden
ten twee uren zou plaatshebben, is tot morgen ten twaalf uren uitgesteld.
Volgens berigten uit Zwitserland heeft de gevolmagtigde ministéf
Z. M. den koning, de heer Reinholdden 18 der vorige maand agtl
de Zwitsersche regering den brief gezonden, waarl?ij hij vari zijn gezant
schap wordt terüg geroepen.
BREDA den 21 mei. HH. KK. IIH. de Prinsen hebben eetgistcrejl
zaturdag de troepen, uitmakende de 2de divisie van het leger te vei-
de, onder bevel van Z. K. H. den Prins van Sr.xen-lVeimarop de hei
de nabij Oirschot in oogénschouw genomen. Heden zullen HH. KK. HH.
de legerschouwing voortzettende, de 3de divisie infanterie benevens del
2de brigade kavallerie, in de nabijheid van Eindhoven, en morgen del
4de of reserve-divisie van het leger inspecteren. Naar men verneem^
zullen de Trinsen Zich daarna, over Bergen-op-Zoom, naar de Schelde,
de 'citadel en Zeeuwsch-Viaanderen begeven, om ook aldaar de krijgj.
magt van den Staat in oogénschouw te nemen.
Uit 's Bosch meldt men, dat 11. zaturdag aldaar, aan de heereil
officieren en verdere manschappen aan het hoofdkwartier geattacheerd
de metalen kruissen uitgereikt zijn; dezelve zouden ook, meende mep,
dien dag of zeer spoedig aan die van de onderscheidene divisien worden
uitgedeeld. Volgens aldaar loopende geruchten zou het groote hoofd,
kwartier des legers, met den 15 iunü van's Bosch naar Tilburg verlegd
worden.
MIDDELBURG den 03 mei. Thans Is het 60ste protocol van da
conferentie bekend gemaaktstrekkende om de gevolmagtigden van Z. M»
den Koning der Nederlanden te verzoeken, aan den groot-hertog hef
vaste vertrouwen kennelijk te maken, waarin de conferentie verkeertdat
Z. M.de arrestatie van den heer Thorn welke door hoogstdenzelven niet
is bevolenniet zal goedkeuren, en dat deze alzoo in vrijheid zal wordetl
gesteld; terwijl de conferentie van den anderen kant hetzelfde verzoek
doet ten aanzien van die personen, welke, tot de bende van Tomaat
behoord hebbende, in der tijd door de Belgen zijn gevangen genomen,
Van Brussel den 20 dezer wordt gemeld:
De zamensteliing van een geheel nieuw ministerie in Belgie, waar
toe eerst bepaaldelijk besloten wasschijnt vrij veel moeijelijkbeden tö
ontmoeten. De tegenwoordige ministers hunne demissie gegeven hebben
de, heeft men sedert verscheidene combinatiën doch te vergeefs zoeken
daar te stellen. De heer de Clercq is reeds tweemalen bij den koning
geroepen, naar men voor stellig houdt, voor eene conferentie betrekke
lijk de vorming van een ministerie. Tot heden is er echter nog niets
beslist, behalve, naar men verzekert, de aftreding van den heer Raikew
minister van justitie, terwijl er gezegd wordt dat de heer de Meulenaere
op aandrang van den koning zeiven de buitenlandsche zaken zou blij.
ven behouden. De grootste raceijelijkheid was iemand te vinden voorden
post van binnenlandsche zaken. Men wil," zegt de Courrierden
heer de Theux er in laten blijven, omdat hij goed katholijk is," maar
het dunkt hem beter dat men een goed administrateur zocht.
Naar men verzekert heeft de heer van de IFeyer uit Londen brie
ven van de lords Grey en Palmerston medegebragt eene goedkeuring over
zijn jongst gedrag inhoudende. Deze brieven zijn direct aan ons gou
vernement en men zegt zelfs aan den koning gerigt. Men merkt op
dat de heer van de IFeyer beter had gedaan clan deze brieven mede te
brengen, van de conferentie de vervulling der 24 artikelen te vorderen."
In de Brusselsche Emancipation leest men eenen breedvoerigen
brief uit Londen van den 15 mei, in weiken de loop der onderhandelingen
aldaar over de Russische bekrachtigingen de moeijelijke toestand, waarin
de gezant van de IFeyer daardoor gewikkeld was, beschreven worden.
Men verhaalt daarin, dat graaf Orlojfzelfs ten liove, den gezant van de
IFeyer niet heeft willen kennen, maar dat lord Palmerston en vorst Talley*
randten minste uitwendig, veel achting voor hem hebben doen blijken.
Voorts spreekt men in dien brief van eene nota van den Belgischen minister
dt Meulenaere, die aan de conferentie, onder dagteekening van den u mei,
was ingediend, cn waarbij de Belgische regering een beroep op de goede
der mogendheden deed. Bij dit stuk zoude vorst Leopold verder,
mogelijkheid van nieuwe onderhandelingen over zekere bepa
lingen van het verdrag van 15 november uit te sluiten, de opening dier
onderhandelingen geheel afhankelijk maken van sommige bepalingen van
het verdrag, die aan geene tegenspraak onderhevig zijn, met name ven d<j
ontruiming van het Belgische grondgebied (het kasteel van Antwerpen).
Nog vermeldt F Emancipation het volgendeDe aankomst van eenen
courier bij het departement van buitenlandsche zaken, en komende van
Londen, heeft eenige waarde doen hechten aan een gerucht, dat, name
lijk, vaneen 61ste protocol, den koning van Holland de ontruiming der
citadel van Antwerpen voorschrijvende, hetwelk bij het gouvernement
zoude aangekomen zijn. Wij moeten verklaren dat dit gerucht van grond
is ontbloot. Er kan geene nieuwe bijeenkomst der conferentie plaats
grijpen, vóór de werkelijke herstelling van het Engelsche ministerie,"
De Courrier Beige behelst liet volgende artikel
Wij kunnen verzekeren dat erzelfs vóór het adres van de ka
mer der vertegenwoordigers naar Londen eene directe nota van ons ka
binet was gezonden geworden om de conferentie te doen weten dat de
Russische ratificatie en .de protocollen 110. 58 en 59 door koning Leopold
nimmer in een* anderen zin begrepen noch aangenomen zonden worden
dan den volgendenAlle niet gereserveerde bepalingen moeten voofaf en