c o u
H\ 34.
MIDÖELBUMGSCHE
"V:-Jj -
Dingsdag-
20 Maart 1832.
rrl^Wvv'.. -f;
^etrijfe beur f tUtcn en (öcvxrigtcu-
NIEUWSTIJDINGEN.
3Duit0cfoIanb.
JVftttkrtjfc.
/k-S. „.j-v
if i 4 Uk
;fe. -;v-. VO
"ïfp?
FDEPUTEERDE STATEN van ZEELAND in aanmerking ne.
VJT mende, dat, naar aanleiding van Zr. Ms., besluiten, van den 28 sep
tember 1819 Staatsblad no. 49), en van den 30 maart 1827 {Staats,
blad no. 13), jaarlijks een Herijk van al de Nederlandsche Maten en Ge-
wigten, welke in omloop zijngebragt en in den handel gebruikt worden
behoort plaats te hebben
{Fervolg en slotZie ons vorig No.
9. Dien onverminderd zullen de Burgemeesters der Gemeenten ten plat
ten Lande, naar aanleiding van art. 62 en 87 van het Reglement op het
Bestuur ten platten Landeten minste vier malen in het jaar, gelijke vi
sitatie doen.en zorgen., dat afschriften van de daarvan opgemaakte Pro
efessen-Verbaal, overeenkomstig laatstgemeld artikel, aan den Gouverneur
worden ingezonden. En worden Burgemeesters en Wethouders der Ste
den uitgenoodigd om de vereischte orders te stellen, dat gelijke opne
mingen door den Commissaris van Policie of het Lid van het Bestuur,
hetwelk met de Policie is belast, worden gedaan.
10. Het wordt aan alle op publiek gezag aangestelde of beëedigde
Landmeters, Wegers en Meters verboden, eenige certificaten, weeg- of
meetbrieven af te geven, waarin de maat of het gewigt anders dan in
de nieuwe alleen wettige benamingen is uitgedrukt; en zullen door de
zelve geene andere dan de wettig erkende Maten en Gewigten mogen
worden gebezigd.
11. Insgelijks wordt aan de Plaatselijke Besturen, Godshuizen of Arm
besturen en aan alle Ambtenaren en publieke Administratien verboden
«enige acten, plans, bestekken of beramingen te doen opmaken, aan te
nemen of daarop regard te slaanin welke de boeveelheden en afmetin
gen niet in de nieuwe maten of gewigten zijn opgegeven.
12. Aan alle Ambtenaren, publieke Administratien en Ingezetenen bin
nen deze |Provincie wordt bij dezen derzelver verpligting herinnerd om
de door hen gebezigd wordende maten en gewigten binnen den in art. 1
bepaalden termijn te doen herijken, bij gemis van welke formaliteit, de
door hen gebezigd wordende of in derzelver opene werkplaatsenmaga
zijnen of winkels bevonden wordende maten en gewigten in beslag kun
nen worden genomen, endegenen, die bevonden worden dezelve te heb-
bêti gebruiktof in hunne opene werkplaatsenmagazijnen of winkels
voorhanden te hebbenvolgens de bepalingen van Zr. Ms. besluit van
den 30 maart 1827 Staatsblad no. 13), zullen worden verwezen in eene
boete van 10 tot 100.
Aan dezelve worden tevens herinnerd de bepalingen van art. 14 van
Zr. Ms, beluit van den 18 december 1819 Staatsblad no. 57)volgens
Wélke alles, wat met de maten voor drooge waren, in dat besluit opge
geven, wordt gemeten, met den Strijkel behoorlijk moet worden nfge-
itrekenen dus allen, die van zoodanige maten gebruik maken, ook van
Strijkels voor dezelve behooren te zijn voorzienvan welke die voor de
hzlVe en voor de kwart Mudde ook moeten worden geijkt en geverifieerd
wordende de Plaatselijke Besturenalsmede de Arrondissements-ijkers aan
gemaand om voor de nakoming dezer verordeningen te waken, en daarop
bij hunne vlsitatien, voor zoo veel een ieder aangaat, te letten; terwijl
Van de bevinding te dezen in de bij art. 7 en 9 bedoelde Processen-Ver
baal of relazen speciale melding zal moeten worden gemaakt.
13» Alle Ambtenaren en publieke Administratien worden uitgenoodigd,
aan de nakoming van het tegenwoordig besluit de hand te houden; en
worden de Plaatselijke Besturen aangeschreven, om de Arrondissements
ijkers in de uitoefening hunner funcieti, zoo veel mogelijk, behulpzaam
te zijnen speciaalop derzelver aanvragedadelijk den Commissaris
van Policie, of d^ér waar zoodanig Ambtenaar niet aanwezig is, of ver
hinderd wordt de vereischte assistentie te verleenen, een Lid van het
Plaatselijk Bestuur te delegeren, om dezelve bij de door ben voorgeno-
mene visitatien van winkels en werkplaatsen te vergezellen.
14. Dit besluit zal, door insertie in het Provinciaal blad, gebragt worden
ter kennisse van de Districts-CommissarissenBurgemeesters en Wethou
ders der Steden en Burgemeesters en Wethouders of Assessoren der Ge
meenten ten platten Lande, mitsgaders van de Arrondissements- en Ad
junct-ijkers tot informatie en narigt; en wijders in de binnen de Pro
vincie uitgegevene nieuwspapieren worden geïnsereerden door de zorg
der Plaatselijke Besturen worden afgekondigd en aangeplakt in al de Ste
den en Gemeenten dezer Provincie, ten welken einde een genoegzaam
aantal in plano gedrukte exemplaren van hetzelve aan voornoemde Bestu
ren zal worden toegezonden; zullende wijders exemplaren van dit besluit
Worden gezonden aan den Heer Procureur-Crimineelde Regtbanken van
Eersten Aanleg en Officieren bij dezelve, en aan de Vrederegters in de
Provincie Zeeland,
Middelburg, den 9 Maart 183a.
Gedeputeerde Staten voornoemd,
VAN VREDENBURCH.
Ter ordonnantie van dezelve,
VAN DER HEIM.
FRANKFORT den 12 maart. De cholera is te Praag en in andere
plaatsen van Bohemen waar zij vrij hevig woeddethans zeer sterk af
nemende, en allengs verdwijnende; maar men begint zich daarentegen
in het Beijersche over hare nadering zeer te verontrustendaar de plaag
zich in Bohemen steeds verder westwaarts openbaarten laatstelijk in eene
plaats, welke nog slechts 8 uren van de Beijersche grenzen verwijderd
is.
Uit Italië schrijft men, dat de Pauselijke bezetting van Ancona
op bevel van den Heiligen Vader, die stad geheel ontruimd en zich
.naar Osimo teruggetrokken heefc, van vvaar zij een gezondheids-kordon
om Ancona vormen moet uit hoofde een der schepen waarmede de
Fransche troepen daarheen gekomen zijn als verdacht moet beschouwd
worden. De beide Pauselijke in Ancona gekommandeerd hebbende be
velhebbers, de kolonel Lazarini en de prins Ruspoli waren naar Rome j
ontboden om zich wegens hun gedrag te verantwoorden.
7 lm de italiaansche grenzen deelt de Algemeine Zeitung het vol.
gende berigcvan 3 maart, mede: De generaal Cubières is spoedig na het
bezetten van Ancona aldaar over Rome aangekomenen heeft er de
Fransche troepen geïnspecteerd. Zoo men verneemtmoet hij den ka
pitein Galm zijn misnoegen hebben te kennen gegeven over het gedrag
aan hetwelk zich de Fransche marine bij de ontscheping had schuldig
gemaakt, doch overigens in het bezetten der stad en citadel niets beris
pelijks hebben gevonden, wat dan toereikend bewijst, dat de Fransche
expeditie door deze bezetting getrouwelijk naar de van het Fransche
ministerie bekomene instructien gehandeld heeft, waarover men tot heÜert
in twijfel stond. De graaf de St. Aulaire was nog altijd te Rome, zag
echter geenen zijner ambtgenooten en scheen iedere aanraking met het
diplomatieke ligchaam te willen vermijden, tot de eerste nadeelige indruk
zoude voorbijgegaan zijn, welken het onverwacht in bezit nemen van
Ancona had te weeg gebragt. Men weet intusschen nog niet of de H.
Vader, die tegen het gebeurde, als eene schennis van het regt der vol
keren en eene aanranding op zijne waardigheid plegtig heeft geDrotes.
teerd niet op zijn eerst genomen besluit terug komen en op het afrei
zen van den heer de St. Aulaire aandringen zal. Tot dusverre hebbeil
de vreemde gezanten verhinderd dat het tot zulk eenen uitersten stap
kwame, door welken de zwarigheden, waarin zich de mogendheden be
vinden, slechts vermeerderd, en het in der minne vereffenen der zaak
merkelijk moeijelijker zonde worden gemaakt; De Paus is eeti rtlan vart
veel karakter, en zal niet voorbarig handelen; hij zal, om zijne billijke
voorstellingen te doen ingang vinden den weg van goedheid Inslaan
en de hem toegevoegde krenking vergeten; maar hij heeft ook vasteHjk
besloten van zijne souvereiniteits-regten geen haar breedte te wijken, en
dezelven van geene zijde te laten kwetsen. Hij zal woord houden en
het voorbeeld van Pius VII volgen, want, even als die kerkvoogd, i$
hij van het heilige van zijn ambt doordrongen; en gelooft den koningen
ten voorbeeld te dienen door het Goddelijke regt der Vorsten stand
vastig voor te staan en door zich in de volkomenheid zijner magt geen»
afbreuk te laten doen. Hij zal dezelfde standvastigheid aan den dag leg
gen als de Koning van Holland, en even zoo manmoedig al het tegerl
hem uitbarstende ongeluk dragen. Van de Zwitsersche troepen, welke
hem de Koning van Napels zenden wilde, heeft hij bereids afgezien
vermits hij oordeelt dat die monarch dezelven meer kon noodig hebben
dan hij zeif. Ook wil hij de te Ancona geslotene militaire conventie in
geen geval erkennen.
PARIJS den 10 maart. De zittingen van de kamer der afgevaar
digden van gisteren en heden zijn meer dan gewoon onstuimig geweest,
en die van den laatsten dag is met een tooneel van wanorde en verwaf-
r'ng geëindig. waarvan men, zoo als de Parijssche bladen zeiven erkeri-
"eu onder de regering der Bourbons geen denkbeeld had. Op dien dag
moest namelijk het reeds sedert lang aanhangige voorstel van den heef
halverte over het Pantheon, of de begraafplaats der groote mannen, be-
nandeld worden. Na eenige brommende redevoeringen over datgene
wat de heer Natout de oprigting van nieuwe altaren voor de detigd en
den roem noemde werd tot groot ongenoegen der tegenpartij eene wij
ziging in de wet gebragt, die de strekking had, om bij voorraad aan geeri
gestorvene de eer der begrafenis in de gewezene kerk der H. Genoveva
te vergunnen, maar daarmede nog een of twee jaren te wachten. De
hierdoor reeds opgëwondene gemoederen geraakten in geweldige gisting,
roen het er op aankwam, om te bepalen, wie dan bij voorraad als de
eer van het Pantheon waardig zoude worden aangewezen. Oorspronke
lijk waren daartoe alleen drie leden der voormalige tegenpartij, Fop, Mar
nuel en Benjamin-Constantalsmede, de door zijne deelneming aan meni
ge menschlievende instelling beroemde, LarochefoUcauld-Liancourt voorge
steld, maar nu toonde de generaal Bugeaud zich verbitterd, dat zich geetl
enkele krijgsman onder dit viertal bevond. Hij drong met drift aanom
Ney daarbij te voegenanderen spraken van Moreau en Pichegruweder
anderen schreeuwden, dat deze laatsten in geen geval in aanmerlting
kwamen maar dat men dan liever Marceati onder de groote mannen moesc
opnemen. De heer Charles de Lameth ijverde voor zijne gewezene ambt
genooten in cie nationale vergadering, Baillj en Barnavealsmede voor
den stichter van een gasthuis te Parijs, Beaujon. De heer Remusat zeide,
dat Frankrijk, sedert de omwenteling van 1789, slechts één enkel groot
man had voortgebragt, en deze was Napoleon. De voorzitter, die onder
zoo veel geschreeuw en gedruisch de beraadslaging niet behoorlijk kon
leiden, stond te dier zake aan allerlei verguizing van den kant der tegen
partij ten doel. Hij verliet eindelijk met een goed aantal leden de zaal
en 1111 wilde de nog hierover meer in het harnas gejaagde tegenpartij den
heer Dupont op den voorzittersstoel verheffen. De bedienden der kamer
haastten zich echter de lichten uit te doen, en onder een honend gefluit
van de gaanderijen verlieten de leden in wanorde de zaal.
- Uit Mainz meldt men van den 7 dezer: Laatstleden maapdag
liep de openbare rust gevaarvan op het groote gemaskerde bal in den
schouwburg gestoord te worden. Twintig of dertig stemmen uit de ijan-
wezige menigte gaven luide hunne begeerte te keppendat de muzijkan-
ten den Marseillaanschen marsch zouden spelen. Aan dit verlangen werd
niet voldaan; en toen hetzelve met toenemende hevigheid nogmaals uit
gedrukt werdkwam de politie tusschen beideen trachtte de schreeu
wers tot orde te brengen, doch te vergeefs. Het orchest zag zich ein
delijk genoodzaakt de hier zeer geliefkoosde wijs te spelen, en no.
vielen honderde van stemmen in, en begeleidden de muzijk met de woor
den van dit gezang. De aanvankelijke weigering had intusschen eenen
kwaden indruk nagelaten, die uit het gedurig herhaalde, luidruchtige
geschreeuw: „Weg met de Aristokraten 1" bleek. Daarbij is het echter
gelukkig gebleven, zonder dat er dadelijkheden hebben plaats gehad."
In eenen brief uit Romevan 11 maart, leest men hetgeen volgt:
De Paus heeft een nieuw protest tegen het bezetten van Ancona
uitgevaardigd, met verklaring, dat hij aan zijne troepen bevel heeft ge
geven die stad te verlaten en dat hij zijnen legaat, monsignor Fabrigi
heeft teruggeroepen. Ook heeft de Paus bevel gegeven tot het afnemen
van zijne vaandelsjnsignia en Pauselijke wapens van op alle publiek»
gebouwen, om te doen blijken dat hijzelfs niet oogluikende, deFrap-,