N\ 5.
MIDDELBURGSCIIE
KANT.
Donderdag
c-2\
&X Y-X
GËWOsjy' -A
f Bï'ITi
X
12 Januarij 1C32.
BERIGT omtrent de inschrijving in het Groothoek der Nationale
Werkelijke Schuldrentende vijf ten honderdwaarvan de
oprigting vastgesteld is hij de wet van den 6 januari] 1832»
Staatsblad no. 9).
- 3,5°°
5,000
7,000
9,000
12,000
r>
- 35'°°°
ja
De MINISTER van FINANTIENin aanmerking nemende, dat,
ten einde te voorzien in de buitengewone behoeften des Rijks,
over den jare 183a, bij de wet van den 6 januarij 1832 (Staatsblad no. c>j
is vastgesteld eene heffing, bij wijze van Don Gratuitop de inkomsten,
in de volgende verhouding
ijpcc. van 300 tot onder de 500 inkomsten,
2£ - SOO n - 800
3 v> n 8°° n ',20° r>
4 - 1,200 - i ,7°°
5 n n 1,7°° 2,400
6 n 2,400 3,5°°
7
8
r>
y>
y>
y>
v>
r>
- 16,000
- 20,000
- 25,000
99 9 3°ï°00 99
99 - 35»°°°
99 40,000 yy
99 5°»00° 99
- 60,000
- 70,000
- 80,000
n - IOOjOOO yy
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
5,000
7,000
9,000
- 12,000
l6,000
- 20,000
- 25,000
- 30,000
- 40,000
- 50,000
- 60,000
- 70,000
yy - 80,000
yy 100,000
- 150,000
yy - 200,000
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
9 99
i°
12
*3
14
15
17 m
18
J9
20
21
22 -
23 - 150,000
24 - 200,000 en daarboven.
En daarboven op de bezittingen, in verhouding van
1 pet. van f 500 tot onder de 700 bezittingen.
2 700 - 1,000
3 5» 1,000 en daarboven.
Dat echter, om aan de ingezetenen den last van zoodanige heffing,
welke voorloopig voor vier tiende gedeelten bij de wet invorderbaar is
gesteld, zoo mogelijk te besparen, dezelve wet bevolen heeft, vooraf
de proef te nemen, of en in hoe verre de benoodigde gelden, door mid.
del eener Vrijwillige Leening, zouden kunnen verkregen worden.
Brengt ter kennisse van elk en een iegelijk, dat bij de Nederlandsche
Bank, bij alle de agenten van den Rijkskassier en bij de plaatselijke Be
sturenvan maandag den 16 januarij 1832 tot en met maandag den 30
Oozeive juaauüiuiieu geupeuU z.iju registers van inschrijving, tot deel
neming in het Grootboek der Nationale Werkelijke Schuld, rentende vijf
ten honderdalles volgens de bepalingenvervat in het eerste gedeelte
der aangehaalde wet hierna volgende.
's Gravenhage, den 7 januarij 1832.
De Minister voornoemd,
VAN TETS VAN GOUDRIAAN.
EXTRACT uit de wet Van den 6 januarij 1832 (Staatsblad uo, 9)
voor zoo veel de Vrijwillige Inschrijving betreft.
Wij WILLEMbij de gratie GodsKoning der NederlandenPrins
van Oranje-NassauGroot-Hertog van Luxemburgenz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut! doen te weten
Alzoo wij in overweging hebben genomen de noodzakelijkheid om
voor het aanstaande jaar 1832 te voorzien in de buitengewone behoef
ten welke het gevolg kunnen zijn van den voortdurenden staat van
oorlog
Dat eene belasting op de bezittingen en inkomstenbij wijze van
Don Gratuitdaartoe het meest gepast is voorgekomen
Dat het niettemin raadzaam is alvorens tot de heffing dier belasting
over te gaan, eene proeve te nemen of en in hoe verre in de gedachte
behoeften, door middel van eene Vrijwillige Leening, onder genot van
billijke renten zoude kunnen worden voorzien
En dat voor zoo veel die proeve niet geheel mogt gelukkener als
nog, doch op minder voordeelige voorwaarden voor de belastingschuldi
gen, eene gelegenheid zoude kunnen worden geopendom hun verschul
digde onder genot van renten bij te dragen
Zoo is het, dat wij, den Raad van State gehoord en met gemeen over
leg der Staten-Generaalhebben goedgevonden en verstaan, gelijk wij
goedvinden en verstaan bij deze vast te stellen de navolgende maatre
gelen
Bepalingen om door Vrijwillige Bijdragen in de behoeften van
het jaar 1832 te voorzien.
Art. 1. Ter voorziening in de buitengewone behoeften van het Rijk,
die het gevolg mogten zijn van den voortdurenden staat van oorlog in
1832, mitsgaders tot intrekking en vernietiging van Schatkist-biljetten en
van de Obligatien, gesproten uit de betaling bij wijze van ieening, ren
tende 5 ten honderd, volgens de wet van den 22 november 1830 (Staats
blad no. 81 alsmede van de Recepissen en Obligatien, rentende 6 ten
honderd, daargesteld volgens de wetten van den 13 april 1831 'Staats
blad no. 9,) en van den 28 junij 1831 Staatsblad ito. 20,) zal er eene
vrijwillige inschrijving van het vereischte kapitaal plaats hebben, op een
aan te leggen tweede Grootboek voor Nationale Werkelijke Schuld. De
kapitalen, op hetzelve in te schrijven, zullen rente geven tegen vijf ten
honderd in het jaarbij halfjaren betaalbaar 1 april en 1 october elk jaar,
2. Het gezegde Grootboek zal, onder directie van commissarissen van
her tegenwoordig Grootboek der Nationale Schuld, gevestigd worden te
Amsterdameen dubbel daarvan zai gehouden worden bij de Algemeene
Rekenkamer te 's Gravenhage.
3. De bestaande bepalingen omtrent het Grootboek van de Nationale
Werkelijke Schuld, zullen in allen opzigte op het aan te leggen tweede
Grootboek toepasselijk zijn; doch zullen de eerste inschrijvingen, krach»
tens deze wer te doengeheel kosteloos plaats hebben.
4. Dientengevolge zullen, mede overeenkomstig de gemaakte tferorctö-
hingen, door administratie-kantorencertificaten op inschrijvingen vatl
Werkelijke Schuldrentende 5 ten honderd, kunnen worden uitgegeven.
5. liet kapitaal Werkelijke Schuldkrachtens de tegenwoordige wet
in het gezegde Grootboek in te schrijven, zal de som van honderd acht etl
dertig millioenen guldens niet mogen te boven gaan.
Bij gelegenheid van de beraadslagingen over de jnarlijksche begroöting
van Staatsbehoeften te beginnen met die over het jaar 1834, zal jaar*
lijks in overweging genomen wordenwelke som tot amortisatie van het
voorschreven kapitaal zal kunnen worden aangewezen en afgezonderd.
6. Er ziil worden geopend eene inschrijving tot deelneming in heC
Grootboek, ten gevolge van deze wet aan te leggen.
7. Deze deelneming zal kunnen bestaan uit negen en zestig düizend
aandeelen, elk van eene inschrijving van twee duizend guldens kapitaal
er zal ook voor halvevijfdetiende en twintigste gedeelten van zooda
nige inschrijvingen kunnen worden deelgenomen.
8. De inschrijvingen tot deelneming zullen plaats hebben bij de Neder
landsche Bank te Amsterdam en bij de agenten van den Rijks-kassier, lil
de steden en plaatsen waar dezelve gevestigd zijn en bij de plaatselijke
Besturenen zulks gedurende veertien dagénwelke zullen aanvangen
den achtsten dag na de afkondiging van deze wet.
De deelnemers welke geheel in gereed geld zullen fourneren zullen zich
daaromtrent bij het doen der inschrijving verklaren, ofwel gehouden zijn
zoodanige verklaring te doenten kantore waar de foumissementen moe
ten geschieden, binnen veertien dagen, nadat aan hen van het aannemen
hunner inschrijving is kennis gegeven. Bij gebreke van die verklaring
zullen alleen foumissementen in geld en in effecten vereenigd, op den voeC
van art. 11 dezer wet, §§2, 3 en 4, worden aangenomen,
Bijaldien de inschrijvingen het bepaalde getal mogteii te boven gaail
zullen die van den laatsten dag of dagen dat de inschrijving heeft opert
gestaan gehouden worden voor vervallen, en ten aanzien van dezulken,
welke gedaan zijn op den dag van welken inschrijvingen tot voltallignfa-
king van het getal zullen noodig wezen, eene verdeeiing, zoo na mo
gelijk pondspondsgewijzeworden gemaakt; zullende aan de deelnemers
welker inschrijvingen zijn aangenomen, daarvan een bewijs worden uit
gereikt op hetwelk de foumissementen zullen worden afgeschreven.
9. De foumissementen zullen moeten geschieden in vier gelijke termij
nen elk ten bedrage van één vierde der inschrijvingen, te weten;
den 1 februarij 1832.
i den 15 april 1832.
I den 15 julij 1832 en
den 15 october 1832.
Het zal nogtans aan de deelnemers vrijstaan om de betaling van een of
meer termijnen te vervroegen.
10. De foumissementen, in het voorgaande artikel gemeld, zullen ge
schieden te Amsterdam bij de Nederlandsche Bank of bij de agenten van
den Rijks.kassierin welker distrikten de inschrijvingen hebben plaats
gevonden.
11. De gezegde foumissementen zullen gedaan worden in de volgende
evenredigheid voor elk geheel aandeel.
i°. In gereed geld alleen met zeventien honderd guldens.
2°. In obligatien rentende vijf ten honderd, gesproten uit de beta
ling bij wege van Leening, volgens de wet van den 22 november 1830
(Staatsblad 110. 81), tot een kapitaal van ƒ1000, met eene bijlage in
geld van ƒ800.
3°. I11 schatkist-biljetten, bij de evengeitielde Wet daargesteld, tot
een kapitaal van ƒ1000, met eene bijlage in geld van ƒ600.
40. In recepissen of obligatiendaargesteld volgens de wetten van den
13 april 1831 (Staatsblad no. 9) en van den 28 junij 1831 (Staatsblad
no. 20), tot een kapitaal van ƒ1000, met eene bijlage in geld van
ƒ650.
Zullende gelijke evenredigheden worden in acht genomen ten aanzien
van de foumissementen van gedeelten van aandeelen en zullen de four-
nissementen van onderscheidene inschrijvingen vereenigd kunnen plaats
hebben, mits het aandeelin obligatien, schatkist-biljetten en recepis
sen te fourneren de voormelde evenredigheden niet te boven ga
de renten op de te fourneren obligatien, recepissen en schatkist-biljet
ten sedert den laatsten verschijndag te goed zullen tot den laatsten der
maand, voorafgaande aan die, in welke het foumissemenc geschiedt,
aangenomen worden als gereed geld.
12. Bij de fournissementen zullen worden afgegeven recepissen in blan
coten bedrage voor eiken aan te zuiveren termijn of één vierde gedeelte
op een geheel aandeel van500.
hall - 250.
vijfde 100.
tiende 50.
twintigste 25.
Deze recepissen zullen, elk op zich zelve of met anderen vereenigd,
regt geven tot het bekomen van inschrijvingen in het bij art. 1 vermel
de Grootboek van Werkelijke Schuld, rentende vijf ten honderd, doch
volgens de bestaande verordeningen alleen voor ronde sommen van hon
derd guldens en daarboven, met honderd guldens opklimmende.
De rente op de recepissen zal ingaan met den eersten dag der maand
in welke het foumissement is gedaanen zal bij het bewerkstelligen der
inschrijvingen in het Grootboek worden afgegeven een certificaat voor
de rente, verschenen den laatsten maart of laatsten september, welke is
voorafgegaan aan het tijdstip der inschrijving. Deze rente-certificnten
zullen dadelijk te Amsterdam bij de Nederlandsche Bank voldaan wor
den.
13. Behalve de recepissen in het vorig artikel omschreven zal aati
de deelnemers te hunnen name worden afgegeven een certificaatten be
drage van de som in gereeden gelde gefourneerdom bun bij de uitvoe
ring van de verpligte geldheffingbij het tweede gedeelte dezer wet ver
meld zoodanig te dienen als hierna zal worden bepaald.
Wanneer in naam van anderen of voor meer dan één persoon is deel
genomen, zal er binnen veertien dagen nadat aan de schrijvers van bec
aannemen hunner inschrijving is kennis gegeven, gelegenheid gegeven
worden tot splitsing oi op naamstelling der inschrijvingen voor den aan
vang der fournissementende certificaten zullen alle moeten afgegeven