MIDDELBURGSCIIE
COÜ B,: Ji N
N°. i5i.
Zalurdag
,:;'r
17 December 1831.
©«cnfcarc ïtcvfcoopttig a«n '5! lU)!i0 OTctructi
NIEUWSTIJDINGEN.
Jxau&trtjjfc.
;Öcbcrïattbcu.
te VLISSINGEN.
De VICE-ADMIRAAL Directeur en Kommnmlant der Marinein
het Hoofd-Departement van de Schelde, is voornemens, op Dings-
dag den 20 December aanstaande, des voormiddags ten 10 uren, op
*s Rijks Werven te Vlissingenin het openbaar aan den meestbiedenden
te verkoopen de 11a te noemenvoor 's Rijks dienst afgekeurde Góede
ren, als: eene partij Touwwerk, oude Vlaggen, Riemen, drie ligte
Scheeps-Ankersvijf IJzeren Water-Kisten zes Smids-Blaasbalgen eene
groote partij Brandhout, Schalen, afkomstig van gezaagde Houtwaren,
vier hoopen Spaanders, twee hoopen Mot, eenige vaten met Levens
middelen, bestaande in: Ilard-BroodTarwe-Mecl, Rijst, graauwe Erw
ten Gort. Sas°- K«ffij-.Boonen Katjan-voorts eene partij Kleeding-
stultken en andere goederen meeralles daags voor en op den dag der
Veiling, voor de daarbij gading hebbenden, op de voorz. Werven ter be-
zigtiging liggende.
Vlissingenden 8 December 1831.
De Vice-AdmiraalDirecteur en Kommandant voornoemd,
O. W. G O B I U S.
De ADMINISTRATEUR van 's Rijks Schatkist in ZEELAND adver
teertdat, te beginnen met maandag den 19 dezer, ten zijnen Kantore
zuilen worden uitberaald de tractementen aan de Ambtenaren bij 's Rijks
Marine; die van het Kadaster, Waarborg der Gouden en Zilveren Wer
ken en Roomsch-Katholijke Eeredienst; alle verschenen den laatsten De
cember 1831.
Middelburg, den 17 December 1831. De Administrateur voornoemd,
P. P O U S.
De Nederlandsche Israëlitische Godsdienstige SCHOOL-COMMISSIE
over het Ressort Middelburgvoornemens zijnde op Woensdag den 21
dezer, 's morgens ten 11 uren, in het Schoolgebouw des Instituuts van
Onderwijs Chesed Negnurimeen openbaar onderzoek der vorderingen
van de bij dat Gesticht geplaatste Leerlingen te houden, heeft de eerde
genen welke gezegd Instituut door bijdragen ondersteunen kennis te ge
ven, dat de gelegenheid voor hen is daargesteld om dit examen, des ver
kiezendebij te wonen.
Wijders neemt voornoemde Commissie de vrijheid ter kennis van het
algemeen te brengen, dat zij, ingevolge der daartoe van Hun Edel Acht
baren de Heeren Burgemeester en Wethouders dezer Stad bekomene mag-
tiging, eerstdaags, op de gewone wijze, de Inschrijvings-Biljetten voor
het jaar 1832 zullen rondzenden; vleijende de Commissie zich, door
luime bijdragen, wederom in staat te zullen worden gesteld om het
voorz. zoo nuttig Instituut, gedurende het aanstaande jaarin stand te
houden.
Middelburg, den 14 December 1831.
De Commissie voornoemd,
Namens dezelve
N. W. PRAAGLid en Secretaris.
■■iirwv'inTm—
LONDEN den 7 december. Heden is de ratificatie van het vredes-verdrag
doorvorst Lcopold van Brussel naar de onderscheidene hoven verzonden in
de verwachting, dat al de mogendheden het traktaat zullen ratificeren
zijn reeds de personen bestemdwelke als Belgische ambassadeurs naar
de vijf hoven zullen vertrekken.
Op de vraag van het Belgisch gouvernement, welken weg de conferen
tie zoude inslaanbijaldien Holland bleef weigeren toe te treden tot
het vredes traktaat, is aan den Belgischen gezant geantwoord, dat men
zich daarover niet konde uitlaten, alvorens de ratificatie van het traktaat
ook van de zijde van Rusland zoude ontvangen zijn. Wanneer die ratifi
catie zal zijn ingekomen zal lord Palmerston deze aangelegenheden in het
parlement ter tafel brengen.
In de omstreken van Birmingham duren de onlusten onder de kolen-
werkers steeds voort.
Volgens berigt uit Lissabon, van 27 november, bleef dom Miguel
de door het Britsche gouvernement geëischte voldoening voor de aange
dane beleedigingen weigeren, en werden de toebereidselen tot tegenweer
met den meesten ijver voortgezet.
De cholera vermindert nog geenszins te Sunderland, en heeft zich
ook in de omstreken, als Newcastle en Houghton-le-Spring vertoond.
PARIJS den 7 december. Een brief uit Lyon van den 4 luidt aldus:
Onze stad is steeds treurig en in verslagenheid; de prins heefter zich
in persoon van kunnen overtuigen. Wij hebben thans 40,000 man in
deze plaats vereenigd, de mobiele nationale garde daaronder gerekend.
Al die manschap kan niet gevoegelijk onder dak worden gebragten een
deel der ruiterij bivouakkeert in den modder.
De prins en de maarschalk schijnen door mindere gestrengheid be
zield dan men het in den beginne heeft doen voorkomen. De prefect
Dumolard moet heden van den maarschalk zijn ontslag vragenook de
generaal Roguet schijnt door een ander te zullen worden vervangen.
Twee kompagnien van de nationale garde van Lyon en eene kom-
pagnie artillerie, welke met de troepen zijn uitgetrokken, hebben ver
zocht, niet ontbonden te worden. Tot nog toe is aan dit verzoek vol.
daan."
Men schijnt willens te zijn, om de St. Simonisten, welke zich,
bij hunne godsdienstige oefeningenbezig houden met de werklieden de
beginselen hunner staatkundige en zedekundige gevoelens in te planten,
deze praktijken te verbieden, en om hunne vergaderplaats te.sluiten,
De leden van het corps diplomatique hebben veelvuldige zamen-
komsten. Het ministerie schijnt zeer voldaan over de tijdingen, die het
van de vreemde hoven ontvangt men zegt dat de graaf Pozzo di Borgo
van den keizer van Rusland volmagt heeft ontvangen, om over de ver
mindering van den militairen staat der mogendheden te handelen.
De hertog van Rovigo staat op zijn vertrek naar Algiers.
'sGRAVENHAGE den 13 december. Gisteren heeft Z. Exc. demi.
nister van buitenlandsche zaken aan de Staten-Generaalin comité-gene
raal vergaderd, namens den Koning, opnieuw eene mededeeling gedaan
betrekkelijk de staatkundige aangelegenheden des Rijks. Omtrent den in
houd dier mededeeling is niets met zekerheid bekend doch men ver-
haait dat dezelve bestaan beeft in bet laatste antwoord van wege den
Koning, aan de conferentie van Londen gegeven, betrekkelijk de 24ar.
tikeien van het vredes-traktaattusschen Holland en Belgie te sluiten.
In liet antwoord daarop zou elk artikel onderzocht en de redenen om
wikkeld zijn, waarom de Koning hetzelve al of niet kan aannemen.
De slotsom echter zon zijn dat Z. M. de gezamenlijke artikelen zoa
als zij waren, niet kon aannemen, maar in nadere onderhandelingen
wenschte te treden omtrent de bepalingen wegens de schuld de grenzen
Luxemburg en de vaart der Belgen op de wateren van Holland. De Ko
ning zou tevens zijn gevoelen omtrent al deze aangelegenheden bepaalde
lijk te kennen hebben gegeven.
Het schijnen voorts opgemelde antwoorden geweest te zijn, welka
voor eenige dagen ook naar de hoven van Petersburg Berlijn en Weeneu
gezonden zijn ten einde die hoven terug te houden van bet hechten
hunner bekrachtiging aan het door de in conferentie vereenigde gevol-
magtigden der vijf hoven met Belgie op 15 november 11. gesloten trak
taat, of wel als protest daartegen te dienen.
Wijders zou de minister nog medegedeeld hebben eene nota van de
Duitsche bondsvergadering aan onze regering waarin de Koning verzochc
zou zijn geworden, deszelfs besluit ten aanzien van de aanneming of wei
gering der 24 artikelen, aan de bondsvergadering vóór den 15 december
kenbaar te maken. De minister zou tevens het antwoord onzer regering
op die uitnoodiging medegedeeld hebben.
Na dat de minister van buitenlandsche zaken de vergaderzaal van da
Tweede Kamer der Staten-Generaal verlaten had, werd aan de leden dier
Kamer ook nog medegedeeld dat eene nieuwe redactie ontvangen was
van het ontwerp van wet omtrent de grondbelasting.
Met verwondering ziet men sedert eenige dagen verscheidene Bel
gen in de residentie, waaronder men met name den heer Couvreur van
Maldechemuit Geut, en anderen uit Brussel opmerkt; men meent, dat
hunne komst alhier in betrekking staat met zeker plan van vereeniging,
te Brussel uitgedacht, en hetwelk door gansch Belgie uitgebreide zijtak
ken hebben zou. Ook meldt men nog, dat de ambassadeurs der vijf
mogendheden zich uitlaten, als hadden hunne hoven stellig beslotenotn
bij de 24 artikelen te volhardeneenigen voegen er zelfs bijdat zijl
ons des noods tot de aanneming zullen dwingen. Het antwoord van Z. M.
moet niettemin stellig weigerend zijn.
NIJMEGEN den 13 december. HH. KK. HH. Prins Alhert van*
Pruissen en hoogstdeszelfs Gemalin, Prinses Marianne der Nederlanden,
kwamen 11. zondag morgen, ten 10 uren met eenen aanzienlijken hof
stoet, van 'sHage, alhier aan. Z. K. H. de kroonprins der Nederlan
den, die even te voren, alleen van eenen adjudant vergezeld, te paard
alhier uit 's Bosch was aangekomen ontving hoogstdeszelfs zwager en
zuster op de stoep van het logement de Plaats Roijaalmet eene vreug
de en hartelijkheidwelke men schaars in het gewone burgerlijke leven
alzoo kan opmerken.
Dadelijk na hoogstderzelver aankomst hadden de civile en militaire au
toriteiten de eer hunne opwachting bij HH. KK. HII. te maken. Na
het gebruik van een dejeuné ten half 12 uren, stapten deze hooge per
sonen weder in het rijtuig, om hunne reize naar Berlijn te vervolgen,
en hierbij had het rocrendste tooneel van scheiding plaats. Weenende
stortten Vorst en Vorstin zich herhaalde malen in elkanders armen, 011
hunne onophoudelijke omhelzingen persten menige traan ook uit de
oogen der genen, die getuigen waren van de goede harmonie, welke
zoo zeldzaam aan de hoven gevonden wordt.
Na het vertrek der vorstelijke personen stapte ook Z. K. II. de kroon
prins te paard, om, na het bezigtigen onzer vestingwerken waaraan men
toen, gelijk nog dagelijks, ijverig bezig was, naar 's Bosch terug tekee-
ren alwaar Z. K. H. des avonds aangekomen is.
In den afgeloopen nacht, ten één uur, passeerde alhier een cou-
rierkomende van Berlijn en gaande naar 's Hage.
MIDDELBURG den 16 december. Volgens berigten uit Belgie klimt
aldaar de ontevredenheid met den dag, en er is geen onderling vertrouwen
meer. Vorst Leopold schijnt zwaarmoedig en leeft afgezonderd en stil.
Ten gevolge der armoede en lediggang hebben er te Brussel en Gent
vele diefstallen plaats. De heer le llon is weder naar Parijs vertrok
ken.
Met volgende is een uittreksel uit eenen partikulieren brief uit
Antwerpen van den 6 dezer
Aangaande onze stads.aangelegenheden kan ik u stellig berigtendat
het Brusselsch gouvernement den geest die hier heersclu niet vertrouwt;
van daar de menigvuldige verhakkingenversperringen en doorgravingen
in de meeste straten, welke niet kunnen bevolen zijn om de Hollanders
het bezit onzer stad te betwisten, want eene enkele opeisching der stad
door Chasséna 3 uren beraads, met bedreiging van bombardement na
het einde dezer tijdsbepaling, zou genoegzaam zijn, om den inwoners
juist door dat aantal batrikades te noodzaken, elk verdrag aan te nemen,
vermits bij het ontstaan van brand door het bombardement er aan geen
blusscheii te denken zou zijn, daar niet eene brandspuit zich in de mo
gelijkheid bevinden zou, al de belemmeringen in de straten over te ko
men, en wij dus aan vernieling zouden zijn blootgesteld, Zonder eenig
middel tot afwending van zulk eene geduchte ramp; daarenboven beefc
ieder inwoner, die nog eenige bezitting heeft, op het denkbeeld van
brand, welke zoo ligt in eene volkrijke stad kan ontstaan, vermits de
zelve niet te blusschen zoude zijn. Voegt gij hu hier nog den dwang bij,
d:e eene stad door de in staat van beleg-verklaring dulden moet, en da
aigenieene ellende die onder de mindere klasse heerscht, bij het gemis
aan allen handel, dan zult gij 11 nog slechts een flaauw denkbeeld kun
nen vormen van de vernedering die ons treft. Ook levert de verplaat
sing der voornaamste handelhuizen naar Amsterdam, Rotterdam en Ham
burgeen droevig uitzigt voor onze handelstad in de toekomst op; voor
al heefc de scheiding van het huis van Bisschop Basteijns en PI, J. de,
Cockwelke laatste zich te Rotterdam gevestigd heeft, alhier algemeen