N\ 134- MIDDELBURGSCHE COURANT. Dingsdag- 2kkettbmAftitf0£tu ^Departement nnor bc safcen nan (ÜtorlntjL Ü3lanbjci5tcbi«0. 8 November 1831. NIEUWSTIJDINGEN. ïDnitedtJanb. (Öroöt-Btrtüatije. Burgemeester en wethouders der stad middelburg brengen ter kcnnisse van de In- en Opgezetenen dezer Gemeente, dat door den llaad, bij deszelfs resolutie van den 28 October jl.tot Afgevaardigden ter Kantonnale Vergadering van het Kadaster zijn benoemd de Ileeren Jonkheer Mr. J. G. SchorerLid van den Raad; Mr. A. van de GraftLid van den Raad, en IV. van UijeZetter, alle woonachtig binnen deze Stad. Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 7 November 1831. Burgemeester en Wethouders voornoemd L A N T S II E E IIL. P. Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtbaren, CATS, Loco-Secretarii. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MIDDELBURG, in Zeelandbrengen bij deze ter ltennisse van een iegelijk dien zulks zoude mogen aangaan, dat, ter voldoening aan art. 36 der Wet voor den ophef van het regt van Patent, op den 10 dezer en volgende dagen, aan de huizen der Ingezetenen eene opneming zal worden gedaan tot ze kerheid dat alle Patentpligtige personen van het vereischte Patent zijn voorzien. Wordende mitsdien een iegelijk aangemaand, om ten dezen opzigte de noodige opgave te doen aan de Beambten, welke, van wege de Admi nistratie der Lands Directe Belastingen en Plaatselijke Belastingen, tot deze opneming zijn gekwalificeerd. Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 7 November 1831. Burgemeester en Wethouders der Stad Middelburg, LANTSHEER, L. P. Ter ordonnantie vaii Hun Ed. Achtbaren, CATS, Loco-Secretarii. AANBESTEDING ten behoeve van de Garnizoetis Ziekenzaal te Middelburg Krachtens magciging van Zijne Exc. den Directeur-Generaal van Oor log en onder hoogstdeszelfs nadere goedkeuringzal de onderge- teekende, Adjunct-Inspecteur der iste klasse bij de Militaire Administratie in Oost-Indie, waarnemend Militaire Onder.Intendant der 2de klasse in de Provincie Zeeland belast met het toezigt over de Administratie der Garnizoetis Ziekenzaal te Middelburgs aan de minst-inschrijvenden aanbe steden de leverantie van de onderstaande LEVENSMIDDELEN en BRANDSTOFFEN voor genoemd Etablissement, voor den tijd van vier maanden aanvang nemende den eersten Januarij 1832 en eindigende den 30 April deszelven jaars als 1. Vleesch. 2. Wit- en Munitie-Brood. 3. Aardappelen en Wortelen. 4. Grove Gort en Rijst. 5. Zout, Boter, Bier-Azijn, Kaarsen, Groene Zeep en Lamp-Olie. 6. Bagger-Turf. 7. Steenkolen. 8. Roode Wijn en 9. Bier. De inschrijvingen moeten geschieden in Nederlandsche Maat en Ge- wigt, en vastgestelde prijzen, en de biljetten daartoe, op gezegeld pa pier geschrevenbezorgd worden in eene daartoe bestemde geslotene Bus in de genoemde Ziekenzaal, van heden af tot uiterlijk den 14 dezer, des voormiddags ten elf uren zullende op dat tijdstip de opening der biljetten aldaar plaats hebben en na dien geene biljetten meer aangeno men worden. Diegene, welke voor een of meer artikelen de minste Inschrijver zal bevonden worden te zijnen dien ten gevolge de provisionele toezegging der leverantie zal bekomen hebben zal het certificaat van de Plaatselijke Regering zijner woonplaatsdat hij voor de volledige uitvoering der aan neming waarop hij heeft ingeschreven volkomen gegoed mitsgaders dat zijne Borgen solvabel zijn, vóór den 22 dezer maand, moeten indienen ten Kantore van den ondergeteekenden op Seisdara Lett. Q. No. 21 alwaar de voorwaarden van heden af, dagelijks, van des voormiddags ten 9 tot des namiddags ten 1 uur, voor een ieder ter lezi :g leggen. Middelburg, den 6 November 1831. GORDON, Adiunct-Inspecteur. De ondergeteckendekapitein fungerende Militaire Onder-Intendant, belast met het toezigt over de Garnizoens-Ziekenzaal te Vlissingen zal, onder nadere approbatie van het Departement van Oorlog, bij inschrijvings biljetten aanbestedende leverantien der onderstaande artikelen en wel bepaaldelijk voor de maanden Januarij, Februarij, Maart en April 183a, als: RUNDVLEESCII, WIT- en MUNUTIE BROOD, STEENKO LEN. KAARSSEN BOTER ZOUT, grove GORT, RIJST GROE NE ZEEP, AZIJN, LAMPOLIE, WIJN, AARDAPPELEN en MID DAG-GROENTEN. De voorwaarden van aanbesteding, waarin alles breedvoeriger is om schreven, zullen ter lezing leggen in de woning van bovengenoemdeti fungerende Onder-Intendant, op dennieuwen Dijk no. i10 te Vlissingen op den 8,9, 10 en u dezer, des voormiddags van 10 tot 12 uren. De biljetten kunnen voor en uiterlijk op den 12 dezer, tot voormid dag 11 uren, bezorgd worden op het Bureau van gemeld Etablissement; zullende op gezegden dag en uur de Bus geopend worden. De Kapitein voornoemd, KRIESFELD. Vergadering van het Middelburgsche Departement der Maatschappij Tot Nut van 't Algemeen, op Woensdag den 9 November 1831, des avonds ten zes urenin het Museum Medioburgense. Voorlezing en Bijdrage. Namens Bestuurders, P. de MARET TAKSecretaris. FRANKFORT den 2 november. Men leest in een der Dtiitsche bla den dat volgens geruchtentwee der Pruissische legerkorpsen welke tot de opgebroken cordons hebben behoord naar de westelijke provin ciën zullen trekkenwaardoor het aantal der in dezelve vereenigde troe pen (zonder de landweer) op 125,000 man zoude worden gebragt en dat het opperbevel over dezelve aan den generaal Müjjling den wapen broeder van wijlen den beroemden Gneisenauzal worden opgedragen. In de vesting Zamosc, welke, gelijk gemeld is, hare poorten voor de Russische troepen geopend heeft, en welker garnizoen uit 4200 man bostondis een aanzienlijk artillerie-park gevonden. De hoofdstad Warschau heeft door het aanvoeren van kanonnen op onderscheidene punten der stad en door kleine bivonacs met vooruitge zette posten, een oorlogzuchtig aanzien gekregen. Overigens Iaat de krijgs tucht der talrijke Russische troepen en de goede verstandhouding derzel- ve met de ingezetenen niets te wenschen over. LONDEN den 1 november. Uit het 50ste protocol, hetwelk de Ti mes van gisteren in dczelfs geheel mededeelt, blijkt, dat het op drin gend aanzoek van de Londensche conferentie is, dat er onmiddellijk, op de kusten van Hollandeene Engelsche zeemagt gestationeerd wordt ten einde door derzelver tegenwoordigheid te verhinderen, dat de vijan delijkheden tegen Belgie door den Koning der Nederlanden hervat wor den. I11 het geval van niet hervatting, heeft gezegde vloot uitdrukke- lijken last van werkeloos te moeten blijven. Men leest in een onzer bladendatdaar er laatstelijk veel En- gelsch kapitaal in Nederlandsche schuld is gestoken, het voor de houders daarvan niet onverschillig isop welke wijze in de rente-betaling zal worden voorzien; dat men willens is geweest, om aan het bewind van Holland de ontvangst van de Belgische bijdrage over te latenen het zelve als dan alleen met de geheele rente-betaling te belastendoch dat men naderhand het meer geraden heeft geoordeeld0111 dat gedeelte der schuld, 't welk ten laste van Belgie moest komen, geheel Belgisch te verklaren en alzoo te Brussel te vestigen. Nog nergens zijn de onlusten, welke in sommige Engelsche plaat sen, ten gevolge van het verwerpen der hervormings-wet door de lords, zijn voorgevallen, van een zoo ernstigen aard geweest, als die, welke den 30 october te Bristol hebben plaats gehaden waaromtrent de Lon densche dagbladen van den 1 dezer breedvoerige berigten mededeelen. Het blijkt daaruitdat die onlusten voornamelijk zijn uitgebarsten ten ge volge van de aankomst te Bristol van sir Charles IVetherell, een der al lerhevigste tegenstanders van de hervormings-wet in het lagerhuis, die naar Bristol gekomen was, om aldaar de assises te openen. Dezelve was eenige dagen vroeger te Bath aangekomen, en gedurende zijn verblijf al daar waren er reeds zoo vele blijken bespeurd van de gistingdie zoo wel daar als te Bristol, onder het gemeen heerschte, dat men hem her haaldelijk en ten stelligste afgeraden had 0111 zich naar laatstgenoemde stad te begeven. De heer IVetherell echter, welke tot diegenen behoort, die beweren dat de kunstmatig opgewekte belangstelling der menigte, voor het tot stand brengen der hervorming, sints lang vervlogen is, had zich niet laten bewegen om van zijn voornemen af te zien en was werkelijk den 29 naar Bristol vertrokken, alwaar men inmiddels zooveel mogelijk maatregelen genomen hadom stoornis der openbare rust te verhoeden. Deze hadden echter niet het gewenscht gevolg. Reeds bij het binnen, komen der stad werd sir Charles door eene ontelbare menigte ontvangen, die hem met allerlei beschimpingen overlaadde, zijn rijtuig met steenen en vuilnis wierp en tegen welker aanvallen op zijnen persoon hij slechts met moeite door de politie beveiligd werd. Met behulp van deze bereikte hij het raadhuis, en vervolgens het geregtshof, alwaar hij, onder het aanhoudend gejoel van eenen onstuimigen volkshoop de assises opende, en daarna naar het raadhuis terugkeerde. Naauwlijks was hij hier weder aangekomen, of de woede van het graauw barstte los, en het begon het raadhuis te bestormen, zoodat de heer IVetherell genoodzaakt was, over de daken van de naburige huizen te klimmen zich te vermommen en aldus de stad te verlaten. Inmiddels werden de vensters van het raad huis ingeslagen, de hekken voor hetzelve afgebroken, en de ijzeren sta ven daarvan door het gemeen, voor een goed deel uit matrozen bestaan de, gebezigd om de deuren open te lonpentoen eene kleine afdeeling dragonders verscheen die het graauw uiteen wilde jagen. Zij geraakte met hetzelve slaags er hadden gedurende den nacht op verschillende plaatsen bloedige gevechten plaats waarin van beide kanten vele lieden het leven verloren, en de dragonders moesten eindelijk in den morgeu van den 30 het veld ruimen. Middelerwijl zette het meer en meer ver bitterde graauw, gedurende den nacht van zaturdag en den geheelen zon dag, het werk der verwoesting voort. Het raadhuis werd geplunderd en daarna in de asch gelegd. D' ie gevangenissen werden opengeloopen de gevangenen bevrijden de gebouwen in brand gestoken. Het Tol huis, het huis van den burgemeester en het bisschoppelijk paleis werden geplunderden insgelijks in brand gestoken. Na de vermeestering van het tolhuis werd de verwarring hoe langer hoe grooter. Aldaar had men namelijk onder andere goederen die vernield werden eene zeer groote hoeveelheid wijn en sterke dranken gevonden, waarin het graauw zich zoodanig te buiten ging, dat de straten met dronken volk bezaaid waren, en dat bij den brand van dat huis een twintigtal plunderaars, die zich wegens dronkenschap niet konden verwijderen in de vlammen omkwa men. Door den drank verhit, ging de woedende hoop, die door het naar de stad stroomend landvolk meer en tncer aangroeide met vernieuw den ijver aan het plunderen en branden: eene geheele rij van 31 huizen in de koningir.ne-straat werd een voor een geplunderd en in brand ge stokenen de ingezetenen, zelfs vrouwen en kinderen, werden gruwe lijk mishandeld. De brandspuitendie tot blussching van den brand werden aangevoerdwerden vernielden de toegangen der stad door ge wapende hoopen bezet, om het binnenrukken van krijgsvolk te beletten. In den morgen van den 31 kwamen er echter sterke afdeelingen krijgs volk aan die met geweld in de stad doordrongen en 11a eenige rei zen op het graauw geschoten te hebben, waarbij omstreeks 80 personen neergeveld werdener in slaagden om aanvankelijk de rust te herstel-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1831 | | pagina 1