jÊÜrbcrtimbcu. hij verlaten, en bij tegenspoed zou hij dus zeer in de engte kunnen komen. 'j Te Petersburg neemt de cliolern steeds toe. Des avonds van den '6 bedroeg het getal der daardoor aangetaste personen reeds 1230, waarvan, er 558 gestorven waren. In Moscou zijn ook nieuwe verschijnselen van de cholera oiitdekc, en in de gouvernementen van Cherson en Bes- sarabie, waar men dezelve sinds lang verdwenen achtte, is ze almede op nieuw uitgebroken. ,f LONDEN den 20 'julij. De eerste'ministergraaf Grey heeft aan, het hoogerhuis een brief van prins Leopold medegedeeld, waarbij hij ce kennen geefc, dat hij als souverein van Belgie, het inkomen, dat En geland hem bij zijn huwelijk heeft toegelegd niet zal ontvangen, en voor nemens is dit jaargeld zoodra zijne openstaande schulden betaald zonden zijn, in handen te geven van commissarissen, ten einde daaruit voor het onderhoud en het herstellen van het landgoed Claremont te zorgen, en alle de traktementenen pensioenen aan zijne bedienden, alsmede alle lief dadige giften, door hem of door wijlen zijne gemalin ingesteld te vol doen, zullende het overschot aan 's lands schatkist terug gegeven worden. Ook is de prins van voornemen- om- afstand te doen van het regement garde-dragonders waarvan bij kolönelis. In het hitis der gebeenten heeft lord Aithorpde kanselier van den Exchequer dezelfde kennis- t geving gedaan, die in beide huizen met bijzonder genoegen ontvangen is. Het- zoogenaamde evolutie-eskader.onder bevel van den admiraal Codringtonkruist aan den ingang van het kanaal. Een der linieschepen is, wegens hét breken van het spil, te Plymouth binnengevallen. 's GRAVENHAGE den 22 'julij. Z. Exc. de minister vftn financien d'oór den Koning daartoe gèmngtigd, heeft bekend gemaakt, dat het eerste' fournissement van to ten honderd, in de vrijwillige riegoiiatie hetwelk tiicetlijk 'op den 31 dezer loopehde maand bepaald was uit aanmerking, van de kortheid des tijds, tot den 6 aogtis'cus aanstaande ,s verlengd. Bij' koninklijk besluie van den 28 junij wordt bepaald dat, ten ge volge van art. 109 van het reglement voor de vaart op den Rijn, dit mee den 17 julij in werking- zal worden gebragten dat op hetzelfde tijdstip; de thans nog in werkfftg zijnde voörloopige reglementen vastgesteld bij besluit van den 10 september j 826 en 9 maart 1827 (Staatsbladen noj 61 en 9), zullen komen te vervallen. Gok zullen de thans op den Nej iferlintMihéu Rijn geheveii'wordende scheepvaart-regtergelijk mede dié der watertollennog op de Waal bestaande met gëztgd' tijdstip ophoui 'tfenen vervangen'worden door zoodanige regten, als in meergemelde overl een komst zijnbeptraid. .1 Dén 21 dezer is alhier door Z. Exc. dén baron van Pallandt "i'aft Kfppel,- minister van staat, 'belast mee de generale directie voor de zakeij der Hervormde kerk vergezeld van deri heer secretari: en adviseur Jans- sertsde zestiende vergadering van de algemeêne syncde der Nederland^ scfieflérvormde -kerk' ges-loten. AMSTERDAM den 22 jfflij. Van eené zeer respectable hand- wordt ons uit Lóndèn medegedeeld dat men aldaar wilde weten, dat lord Aber- crotrtbyals gezant-aan liet hof van Brussel benóémd was; dat Oosten rijk, zij tv vroeger principe getrouw, de staatkunde-vaa Engeland zal vol- gfcri -'ert zicll met Engeland" en Frankrijk vereenigenóm Rusland te dwin gen omtrent de Polen in eene gunstige schikking te konten. Op het con gres van Weencn deed Oostenrijk' reeds den voorslag óm haar gedeelte van Polen te' willen afstaan indien'inen Polen herstellen wilde. Gemelde drie staten zone/en het plan gevormd hebben alsdan den Prins van Oranje op den troon van" Polen te plaatsen om daar door aaii Ruslandgenoegen te geven en de geleden verliezen van het huis van Oranje te herscellen terwijl de H.ollandselié-natie, welke zich zoo zeer aan dat huis verbon den acht geene reden van klagten zoudé hebben, vooral daar zij volgens fiaré et-gen begeerte van de Belgen -ontslagen was. (Handelsblad.') BREDA den' 2i'fulij. De werischcn van de ingezetenen dezer stad zijn ten iaatsten vervuld. Z. M. is, vergezeld van. Z. K. H. de Prins vnri Oranje en vérder gevolg heden op den middag alhier aangekomen en hééftna alvörens Z. IC. H. Prins Fredcrikaan deszelfs verblijf, te heb ben 'begroet, dadelijk de vestingwerken in oogenschouw genomen. Z.M. zal'ten huize van deri heer F. Tmssin de katerstraatgedurende hoogsc- deszelfs verblijf alhierhuisvesten. BREDA den 23 Nadat Z. M. onze geliefde Koning, met de beide Prinsen en de drie jónge Prinsen vergezeld van een luisterrijk ge volg van lioofd-olïïeleren én generaalsonder geleide van den opperkom- miihdnrit dezer Vestingkort 11a Hoógstdeszelfs aankomst de vestingwerken onzer stad in oogen'schoiiw had genomenheeft Hoogscdekelve daarop het geh'eele garnizoen zamengesteld uit dé stedelijke Zuid-Hollandsche en Gel dërséhé schutterijen Schuttêrij- en veldartillerie de mineurs enz. geïn specteerden vér vólgens dé ónderscheiden burgerlijke en militaire auto riteiten in plegtige audiëntie ontvangen, Z. M. en de overige vorstelijke péi'söfien hébben daarna bij Z. K. II. Prins Frederik het middagmaal ge bruikt, onder hetwelk het korps muzijkanten der afdeeling grenadiers, daartoe uit het Ginnekeii gekomen, voor de vorstelijke familie eenigc muzijkstulfTten hebben'liitgévóerdhebbende Z. M. daarna zijn nachtver blijf ten huize van deri' weied. heer F. Friss genomen. lieden morven ten 9 uren, zijnde Koning en de Prinsen gevolgd van tenen luiste/rijken staf, benevens een groot'getal officieren'van allerlei' rang, naar het kamp geredenten einde de aldaar vereenigde iste en ede divlsien. van het leger-onderscheiden batterijen rijdende- en veld artille riebenevens cenige regenienten kavallerie in oogenschouw te nemen. Het schoonc weder begunstigt bij uitstek-dezen feestdageene menigte in gezetenen onzer stad zijn dan ook dezen morgei) naar het nabujig kamp gegaan, ten einde dit prachtig militair schouwspel- bij te wonen. Op heden is aan de verschillende korpsen* van het garnizoen dezer ves ting, voorgelezen de navolgende Darosder, Z. M. de Koning mij hoogstdeszelfs bijzondere tevredenheid betuigd hebbende over da goede houding en orde der troepende bezetting dezer vesting uitmakende, bii gelegenheid der door Z. M, op heden ge houden inspectie, heeft, mij tevens do aajigename tank opgedragen zulks ter kennis van dezelve te brengen, gelijk ik de eer heb bij deze te-doen. Z. M. zich overtuigd houdende van den goeden geest, welke de troe pen-van dit garnizoen bezielt, durft zich dan ook vleijen dat zijzoo de gelegenheid zich daartoe aanbiedt', bewijzen zullen geven van hunnen moed en trouw, en dat, waar zij ook geroepen zullen worden, om de nationale eer onze vrijheid en de onafhankelijkheid van den oud vader- iandsclien bodem te helpen handhaven, zij zich den naam van echte Hol landers waardig zullen betoonen. De genetaal-majoor, opper-bevelhebber der vesting, (pet.) Wildeman. 's HERTOGENBOSCII den 21 julij. Eergisteren is het leveren der materialen aanbesteed, welke gevorderd kunnen worden, om, door het afdammen van de oude Maas en de Donge, het land om Heusden te inun deren. MIDDELBURG den 25 julij. ïn ons vorig rio, is met weiqige w,oet» den geméld, dat ook in onze provincie de meest gepaste maatregelen fli;n genomen, 'ten einde zoo veel mogelijk tegen de overbrenging der cholera morbus naar deze gewesten te waken; tot geruststelling des publieks knri het niet onvoegzaam geacht worden dezelve nader op te geven 'Alle de zeegaten zijn met gewapende vaartuigen bezet -, om tegen dé overtreding der wetten op de quarantaine te waken en-te zorgen da-t geene verbodene communicatie met binnenvallende aan quarantaine ondei- worpene schépen plaats hebbe. In de onderscheidene steden en gemeen ten dezer provincie is wijders door de plaatselijke besturen achtervol gens Zr. Ms. besluit van den 6 julij, 110. 69, aan de ingezetenen teri stelligste verboden om daartoe geene bevoegdheid hebbende gestrandé goederen, personen of lijken aan te raken, op poene, van dadelijk iii quarantaine' re -worden gesteld -en na daaruit-ontslagen te zijn gestraft te worden volgens liet bepaalde-bij art. ,1 der wet vvan den 6 maart 1818; terwijl de besturen deraan zee gelegene sceden en gemeenten def provincie bepaaldelijk belast zijn met de zorg, om over de stca-néen tiyhuri ressorc een zorgvuldig toezigt te doen uitoefenen.en voorts ook door Z.Exc. den gouverneur dezer provincie, bii besluit van den16 julij II, (geïnsereerd in het Provinciaal Blad 110. 72) onderscheidene.voorschrif ten tot wering van gevaar bij strandingenz. gegeven zijn; hevattendé gezegd besluit onder anderen in het 3de lid, de navolgende bepalin gen als 1. De veldwachters en verdere polieie-bediendende beambten dgr strandvonderij en die der in. en uifgaande regten en accijnsen langs de kusten gestationeerd, zullen, vooral bij stormachtig weder<?n op de dagen die. den storm volgen, eene buitengewonewaakzaamheid uitoe fenen op de stranden toezien of iets op dezelve aanspoelt of. staat aan te spoelenen aan het plaatselijk bestuur daarvan dadelijk keqnjs. ge ventot welke kennisgeving een iederdie.schepen in,gevaar van stran ding of reeds gestrande schepen, goederen manschappen of ljjkgn,.niogc ontdekkeneveneens verpligt -is. 2. Dadelijk na dat de burgemeester of een der assessoren zullen.ver nomen hebben dat er eene stranding plaats heeftzullen zij .zich .onver wijld: derwaarts begeven. Bij liet stranden van een vaartuighetwelk nog in zijn geheel .is.jen Waarop zich nog manschap bevindt, zullen zij trachten aan hetzelve de noodige adsiscentie door de daartoe bevoegden, te doen verlee- nen, ten einde het weder in vlot water te brengen, echter zoo veel>imi»er. mogelijkzonder dat iemand zich aan boord, begevé indien men weet of redenen van vermoeden heeft dat er eenige ziekte, of be- smetting aan boord heerscht of geheerscht heeft, ten zij-de mogelijkheid bestond om hetzelve alleen door liet verleenen van hulp aan boojd we der vlot te krijgen, in welk geval zij zuilen toelaten- dat de noodige manschap aan boord ga, om die hulp te verleenen, en het schip naar de naaste reede onder quarantaine te brengen; pullende, zij in allen ge valle bij zoodanige stranding, een cordon om het vaartuig,doen. forme ren en doen waken dat niemand met de equipagie of de gene.die aan boord zijn eenige communicatie hebbedaartoe, de» uoo.ds dé hulp der schutterij of van de naastbij gelegene militaire- magt requif.erende kunnende, kunnende zij inmiddels al dadelijk de adsiscentie ..inroepen, hun ner ingezetenen die zich aan deze verpligting, niet zullen mogen ont trekken. Bij liet stranden van schipbreukelingen zullen zij dezelve -pp gelijke wijze doen omsingelen en zorgen dat die personen van allen omgang met of' van alle. betrekking, tot de inwoners der plaats en de verdere aanwezigen worden weerhoudenen dat gezegde schipbreukelingen, on der gewapend geleide op behoorlijken afstand, naar eene afgezonderd liggende daartoe in te ruimeneof.xiaar te stellene verblijfplaats worden overgebragcalwaar zij provisioneelzullen worden bewaard en b«waakt ter voorkoming dat zij met iemand in aanraking komen. Bij het stranden van lijken zullen zij zorgen dat dezelven door de be dienden der - strandvonderij of andere daartoe bevoegden met de meeste omzigtigheid en met inachtneming van de meest mogelijke voorzorgen zoo 11a mogelijk bij de plaats -der aanspoeling worden begraven en dat daarbij alle aanraking der lijken zoo veel doenlijk worde vermeden. Bij liet stranden van goederen zullen zij dezelve mede doen omsin gelen en alle aanraking derzelve, door wie ook, anders dan door de bedienden'der strandvondetij of andere speciale bevoegden die dezelve, met inachtneming van de noodige voorzigtigheidin veiligheid zullen stellen, zorgvuldig doen belettenzorgdragende dat de aangespoelde pa pieren of die welke de- schipbreukelingen afgeven j met tangen opgehaald of aangenomen en door den azijn worden gehaald; zij zullen zich dade lijk zoo veel mogelijk' verzekeren of de goederen uit besmette of ver dachte havens komen'en al of -niet behooren tot de zoodanigen welke gerekend worden als suspect en vatbaar te zijn -om de besmetting aan te brengen en voort te planten. En zullen geene suspecte of als zoodanig beschouwde goederendoor de-beambten der- strandvonderij óf andere daartoe -bevoegden mogen- wor den aangeraakt en opgehaald, anders als door middel-van houten of ijze ren werktuigen eu: daartoe-ook; geen ander dan geteerd touwerk mogen worden gebruikt. 3; Een ieder' die, zonder daartoe bevoegd te zijn, ds gestrande goe deren manschap of'lijken zal hebben-aangeraakthij zij veldwachter, militair-bediende der belastingof partikulier wie ook, zal dadelijk in quarantaine gesteld en gestraft worden overeenkomstig-de-bepaJingen van het hierboven aangehaalde besluit van den 6 dezer maand 110. 69. 4. De veldwachters en beambten, der policie, met de bewaking der stranden- belastzullen steeds zorg dragen om de honden en gndere die ren van de. gestrande goederen, manschap of lijken verwijderd te hou. denen zulke dieren dadelijk doodendie daarmede in aanraking ge weest zijn. 5. De visscherssloepen of vaartuigen die eenige goederen of manschap pen in zee inogten hebben opgevischt'of meteenig uit eene besmette of verdachte plaats komend schip in aanraking mogcen geweest zijn, of waar van édn of meer der manschap aan boord van zoodanig schip is geweest, zullen de gewone quarantaine-vlag dadelijk behooren te hjjsschen en zich In. geene gemeenschap mogen stellen,met de wal, alvorens door de amb tenaren, mot de dienst der quarantaine belast, ce zijn gevisiceerd en uit de quatantaine te zijn ontslagen. De besturen der steden en gemeentenalwaar zoodanige sloepen of vaartuigen mogcen gevonden worden, zullende equipagien met derzel- ver verpligting ten dezen bekend maken, en, in afwachting van nade re bepalingen, ieder in den zijnenzoodanige maatregelen nemen als strekken kunnen om de uitvoering van het hiervoren bèvolene te verze keren en het inkomen der in voorzegde gevallen verkeerende sloepen en vaartuigen in de haven, mitsgaders alle communicatie met dezelve, vóór dat dezelve van de quarantaine zullen zijn ontslagen, te beletten. 6. Terwijl alle de bij het 3de lid no. 2hiervoren vermelde voorzie ningen zullen worden in het werk gesteld, zal de burgemeester of de hem vervangene wethouder of assessor, van de plaats hebbende stran ding, voor zoo ver het 1 stedistrict betreftaan den gouverneur, en wat

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1831 | | pagina 2