N\ 79.
MIDDELBURG SCSIE
C O U R A
V
Zaturdaa:
2 Julij 1831.
A-s
Li%-
De prijs dezer Courant isin de drie maanden2 50en franco per Post f 2 75.
De Advcrtentien worden berekend a 25 Cents de regelmet uitzondering der Huwelijks- Geboorte- en Doodbekendmakin-
gen, waarvan de prijs, van 1 tot 6 regels, is 1 50, en voor iederen regel daarboven 25 Cents.
De abonnementen voor de Courant worden voor niet minder dan drie maanden aangenomen, en de betaling geschiedt comptant,
of bij het einde van ieder vierendeel jaars.
Voorts wordt verzochtdat de inzending der Advertcntienbehoorlijk op Formaat-Zegel geschrevendes morgens VOOR
TIEN UREN geschiedeindien men dezelve in het eerst uit te geven Nommer wil hebben geplaatstalsook 0111 van het
Papier der Zegels niets af te snijdendewijl geene Formaat-Zegels anders dan in derzelver geheel als voldoende mogen worden aan
genomen en bij de Administratie overgelegd.
JïUtttötcrie wat» ben mXatevziaat;Öatitmalc
jHLijttctitcib en ïvalmiicu.
Op Vrijdag den 8 julij 1831 des voormiddags oin elf uren, in het
Logement de Prins van Oranje, te GOES zullen de Dijks-directien van
den Zatid-Kraaijert-Polder en van de Wateringe van Borsselenten over
staan van den Ingenieur van den Waterstaat in het Eiland Zuid-Beveland
op nieuw trachten aan te besteden het Arbeidsloon tot Vernieuwing en
Reparatiegedurende den jare 1831 van eenige gedeelten der Rijsber
men aan de bovengemelde Polders.
De bestekken zullen ter lezing leggen voorden Zuid-Kraaijert-Polder,
in het Veerhuis op de Kaai aldaar, en voor de Wateringe van Borsselen,
initet Gemeentehuis te Borsselenen voor beide in het Bureau van den
Ingenieur van den Waterstaat te Coes.
Zullende twee dagen voor de besteding de noodige aanwijzing in loco
kunnen .verkregen worden, en nadere informatie te bekomen zijn bij
den Ingenieur en Dijks-directien voornoemd.
Zegt het voort.
NIEUWSTIJDINGEN.
LONDEN den a 8 junij. Prins Leopold heeft de Belgische kroon aan
genomen.
Hij heeft zijn besluit aan de Belgische deputatie voor haar vertrek ver
leden zondag bij dezen brief te kennen gegeven.
Mijne heeren! ik ben zeer gevoelig over het verlangen, waarvan het
congres van Belgie n de tolken heeft gemaakt.
Dit blijk van vertrouwen is des te vleijender voor mij, daar het van
mijnentwege niet was gevraagd.
Menschelijke lotsbestemmingen leveren geene edeler en nuttiger taak
op, dan die van geroepen te zijn om de onafhankelijkheid te handhavenen
de vrijdommen van eene natie te bevestigen. Eene zending van zoo hoog
belang alleen kan mij overhalen om eenen onafhankelijken toestand te ver
laten en mij te scheiden van een land, waaraan ik verbonden geweest
ben door de heiligste banden en herinneringen, en dat mij zoo menig blijk
van zijne welwillendheid en deelneming gegeven heeft.
„Ik neem dan, mijne heeren, het aanbod aan, dat gij mij doet, onder
dien verstande, dat het aan het congres der nationale vertegenwoordigers zal
vrijstaan om de maatregelen te nemen, die alleen den nieuwen staat kun
nen constituerenen dus daarvoor de erkenning der mogendheden van
Europa verzekeren. Hierdoor zal het congres mij in staat stellen om mij
geheel aan Belgie over te geven, en om aan zijne welvaart en voorspoed
de betrekkingen toe te wijden, die ik gevormd heb In landen, wier
vriendschap daarvoor van wezenlijk belang is, en om het, zooveel van
mijne medewerking afhangt, een onafhankelijk en gelukkig bestaan tè
verzekeren.
Den 26 junij 1831."
Een ministerieel blad betoogt, dat de conferentie, onder zoo moeije-
lijke omstandigheden, eene buitengewone wijsheid, beleid en gematigd
heid aan den dag heeft gelegd, door de zaken tot deze uitkomst te ge
leiden en zoo lang een oorlog vermijd te hebben. Ondertusschen durft
het nog niet verzekerendat deze schikking aan alle partijen zal vol
doen, daar het te bezien staan zal, of de Belgen genoegen zullen nemen
met minder dan zij geëisebt hebben zonder schadevergoeding te willen
gevenof dat de koning der Nederlanden aan zijne ongetrouwe onderda
nen zal alstaan, wat de conferentie reeds ten zijnen voordeele heeft be
slist. Prins Leopold aanvaardt de kroon alleen op voorwaarden, dat het
congres zoodanige maatregelen zal in het werk stellen, als geschikt zijn
om den nieuwen staat te constitueren en de erkenning van Europa te
verkrijgen, en de maatregelen, waarvan deze erkenning afhangt, zijn het
aannemen van de protocollentegen wier aanneming en het congres en
de regering van Belgie hebben geprotesteerd. Luxemburg, Limburg en
de linker-oever der Schelde zijn begrepen in het grondgebied, dat door
hunne constitutie als Belgie wordt beschreven en de onschendbaarheid
van dat grondgebied moet de nieuwe koning zweren te zullen verdedi
gen alvorens hij den troon beklimmen kan. Om dit punt nu te schikken
is er druk onderhandeld tusschen het Belgisch gouvernement en de con
ferentie en de Belgische gevolmagtigden hebben zich beter met de con
ferentie verstaan, dan ooit te voren gedacht was, en hebben Londen
verlaten met het vooruitzigt, dat het congres hnnne handelingen zal
goedkeuren. Of dit zoo zijn zal, dat nog te betwijfelen staat, zal de
vergadering van het congres van den 30 dezer of 1 julij toonen.
Doch, zoo al de Belgen hiermede genoegen nemen en door geldelijke
opoffering willen verkrijgenwat zij reeds hun eigendom waanden heeft
men toch ook de toestemming van den Koning der Nederlanden daartoe
noodigen zijne twee gezanten te Londen hebben verklaardgeene vol-
magt te hebben om in eene geldelijke schadevergoeding te bewilligen.
Derhalve is een lid der conferentiede baron IVessenberggezant van
Oostenrijk, zondag naar 's Gravenhnge gezonden, om Z. M. kennis te
geven van den uitslag der onderhandelingen en aan te houden op hoogst-
deszelfs toestemming in die schikking, op den afstand van Luxemburg
en op de bekrachtiging van de verheffing van prins Leopold tot de souve-
reiniteit van een grondgebied dat hij zweren kan te zullen handhaven met
inwilliging van alle partijen en behoudens den vrede van Europa.
Onder de aanmerkingendoor den graaf van Aberdeen dezer dagen
in het huis der lords over het gedrag der tegering ten opzigte derbuiten-
landsche politiek gemaakt, behoorde ook menige bedenking omtrent de
wijze, waarop zij jegens Holland en Belgie heeft gehandeld. Hij ver
klaarde, dat dewijl de ministers het regt der Belgen erkennen om hun
ne eigene zaken te regelen het niet ongepast zou geweest zijn ook
eenigzins te letten op de onbetwistbare regten van den Koning der Ne
derlanden Engelands bondgenoot. Niets verdiende, naar zijn oordeel
meer de belangstelling van het huis der lords en van Engeland dan de
toestand van Holland. Wanneer hij het godsdienstig, nijver en vrü volk
van dat land zich rondom zijnen souverein zag scharen, de grootste op
offeringen voor de zaak van zijnen Koningzagdoen en daden bedrijven,
naauwelijks zonder voorbeeld in Hollands geschiedenis die zoo rijk in
daden van waren heldenmoed is, dan mogt hij wel zeggen, dat het de
bewondering en belangstelling van het parlement verdiende en aanspraak
maken kon op de ondersteuning van Zr. Ms. ministers.
Gisteren ochtend is don Pedro te Londen aangekomen. Lord Pal-
merston heeft namens den koning den doorluchtigen vreemdeling verwel
komd.
Te Newtownbarryin Ierland is het dezer dagen ter zake van
het opbrengen van de tienden aan de geestelijkheid, tusschen de landlie
den en de geregtsdienaars tot een bloedig gevecht gekomen, waarbij in
de 30 personen omgekomen of doodelijk gewond zijn en een zestigtal
ligtere wonden bekomen heeft.
Eene aanvraag van den kant van het gouvernementheden morgen
aan Lloyds aangeplaktnaar 0000 ton gekoperde scheepsruimte om
gedurende zes maanden, als geregelde transportschepen te dienen, me'-
it%r>
vj:"
URGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MIDDELBURGHoofdplaats
van de Provincie Zeeland
Brengen ter kennisse van de Ingeschrevenen voor de Schutterijvan dit jaar
dat de Commissie, welke ingevolge Art. lö der Wet van n April 1827, op de
Schutterijen voor dit jaar binnen deze Gemeente is zamengesteld tot het onder-
*oeken van en heslissen omtrent de redenen van vrijstelling en uitsluiting, derzelver
xhting aal heginuen op het Raadhuis dezer Stad, op Maandag den tl Julij aau-
ataande, des voormiddags ten tien uren.
Wordende overigens indachtig gemaakt, detulken welke vermeencn redenen van
vrijstelling of uitsluiting aan de Commissie te kunnen voordragen op de navolgende
lepalingen van Zr. Ms. besluit van 28 Junij 1828, dus luidende
Art. 9. Geene vrijstelling of uitsluiting van de dienst zal mogen worden verleend
aan personen welke in de Art. 3 en 4 der Wet niet worden opgenoemdoi die
aich in de daarbij omschrcvenc gevallen niet bevinden.
Art. 10. Aan personen, die voorgeven met ziekten of gebreken behebt te zijn, zal
geene vrijstelling worden verleend op vertoon van attesten maar zullen de zooda-
nigen worden onderzocht door den Gcnees- en Heelkundigen bij de Commissie. Hij
die buiten slaat is voor de Commissie te verschijnenzal in zijne woning moeten
worden onderzocht.
Art. n. De onvoorwaardelijke vrijstelling, op grond van ziekte of gebreken, zal
alleenlijk mogen worden verleend op grond van de zoodanige welke in het Regle
ment op het onderzoek der manschappen, bij onze beschikking van den ió Januari)
1821, no. 5gvastgesteld, worden opgenoemd als voor de dienst volstrekt buiten
slaat, of een volstrekt of betrekkelijk onvermogen tot de dienst daarstellende naar
welke laatste de Commissie vooral met bijzondere oplettendheid onderzoek zal doen.
Zij die bij Nommer-verwisseling in dienst treden moeten in alle opzigten gezond
en vrij van alle gebreken.
Art. 12. Als Geestelijken bij de onderscheidene Gezindhedenen als Studenten in
de Godgeleerdheidzullen alléén worden vrijgesteld diegenen, welke als zoodanig,
volgens de verordeningen op het stuk der Nationale Militieregt op de vrijstelling
van deze dienst hebben.
Ter bekoming van deze vrijstelling zullen dezelfde bewijzen moeten worden overge-
legd, welke voot de vrijstelling van de dienst der Nationale Militie worden gevorderd.
Ar. i3. De onvoorwaardelijke vrijstellingenvermeld in Art. 3 der Wetsub litt.
e. g. h. k. I. en m.zullen alleenlijk mogen worden verleend ingeval de belangheb
benden de volgende bewijsstukken overleggen, als:
e. De Hoogleeraren en Lectoren aan de LloogescholcnAtbeneae en Seminaria:
het besluit of de acte van aanstelling of benoeming als zoodanig.
g. Dc uit de dienst van den Staat te Lande of ter Zee eervol ontslagene of gepen
sioneerde Officierenhet eervol ontslag of de acte van pensioen.
jt. De Officieren eervol uit de Schutterij ontslagen wegens verandering van woon
plaats bet besluit van ontslag.
I. De broeder van hemdie reeds in persoon en voor zichzelven bij de Schutterij
dient: behalve een schriftelijk bewijs van deze dienst, door den Kominandaiit
der Schutterij afgegeven, een schriftelijk bewijs van bet Plaatselijk Bestuur,
dat de dienende ^broeder met hem bij zijne ouders inwoont.
J. Die aangesteld zijn voor de dienst der Nacht- of Brandwachten en der Brand
spuiten een schriftelijke bewijs deswege van het Plaatselijk Bestuur.
m. De Lijf- of Huisbediendeneen certificaat van den persoon bij welken zij als
zoodanig dienstbaar zijn, gecertificeerd door het Plaatselijk Bestuur.
Zij die voortdurend uit Armenkassen bedeeldof in de Armen-Gesticliten opge
voed en onderhouden worden eene schriftelijke en door het Plaatselijk Bestuur ge
certificeerde verklaring van Bestuurders der Gestichtenhoudende waarin de be-
deelirig beslaat, en sedert wanneer en op welke tijdstippen dezelve genoten is.
Art. 16. Diegenen welke voor de Commissie van onderzoek niet opkomen zullen
gehouden worden geene redenen van vrijstelling te hebben envoor zoo verre zij
dieustpligtige nommers getrokken hebbende, niet vallen in de termen van Art. 3
der Wetsub. a 3, cen jn en van Art. 4zullen zij bij de Schutterij wor
den ingelijfd,; blijvende het hun evenwel vrij om hunne redenen tot vrijstelling in
een volgend jaar te doen gelden.
En eindelijk dat zij welke vermeenen mogten op grond van Art. 86 der Wet
aanspraak te kunnen maken om bij de reserve te worden geplaatst, evenzeer als de
zoodanigen, welke op grond van dat artikel, het finaal ontslag verlangen mede
verpligl zijn deze reclames bij de Commissie te doen gelden met overlegging van
«en extract uit het Stamboek der Schutterij waarbij zij hebben gediend.
En opdat niemand hiervan onkundig zij zal deze worden gedrukt, afgekondigd
cn aangeplaktmitsgaders in dezer Stads-Courant geplaatst.
Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 3o Junij i85i.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
LANTSHEER, L. P.
Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtbaren,
CATS, Loco-Secretarii.