N\ 76.
MIDDELBURGSCHE
COURANT. 4
Zaturdag
NIEUWSTIJDINGEN.
SDuttschlanb.
(ÖröoUïmttat! je.
Ükbetiattbieu.
25 Junij 1831.
BERLIJN den 17 junij. Volgens de Warschouwer couranten van den
13 dezer, was den 10 een voorstel, om in de regering des lands
èenige verandering te maken en eenen regent met uitgebreide magt ge
durende den tegen woord igen oorlog te benoemen, na eene discussie van
drie dagen in de kamer der landbodenmet 42 tegen 35 stemmen ver
worpen.
3ij het Russische hoofdleger, hetwelk thans onder bevel van graaf
Toll staat, is, volgens berigten van de Poolsche grenzen, van 14 junij
sedert den slag bij Ostrolenkaop den. 26 mei, geene beweging van
eenig belang voorgevallen, behalve de afzending eener sterke afdeeling
naar het Augustowsche, om de Polen onder generaal Gielgud te vervol
gen.
- Uit Riga en Dantzich worden de berigten, met opzigt tot het
voortwoeden der cholera morbus, dagelijks verontrustender. In eerst-
gemelde plaats zijn reeds verscheidene honderd menschen er aan gestorven,
en alle kerken en scholen gesloten, en in Dantzich begon zich die geesel
onder alle klassen uit te breidenen waren reeds 123 huizen afgesloten.
LONDEN den 21 junij. Zondag hebben de ministers een kabinets
raad gehouden en zijn 3 uren lang vergaderd geweest.
Heden zal de koning de zitting van het parlement openen. Een och
tendblad, dat gewoonlijk zeer juiste berigten levert, meent, dat Z. M.
in zijne aanspraak omtrent de zaken van Belgie zeggen zaldat er nog
geene schikking heeft plaats gehad, maar naar de conferentie, die deswe
ge te Londen gehouden wordt, zal verwijzen, etn tevens het beginsel
openleggen, volgens hetwelk zijne regering zich in deze omstandigheden
heeft gedragen, welk beginsel door het congres aangenomen, geen van
interventie is in de inwendige aangelegenheden van andere Statenen
niets te doen heeft met hunne wijze van regering of met de verkiezing
van hunnen souverein, daar de conferentie alleen zich met Belgie wil
bemoeijen met oogmerk om zekerheid aan andere landen te geven en de
bestaande traktaten tegen de schending te beschermen.
PARIJS den 17 junij. Onder de geruchten, die thans verspreid wor
den, is het belangrijkste, dat de heer Casimir Périermisnoegd over het
geen te Metz voorgevallen isverklaard zou hebben zijnen post neder te
leggen zoo de ministers Sebastiani en cTAgoult het ministerie niet ver
lieten.
De generaal Lafayette heeft aan de kiezers van het arrondissement
van Meaux een soort van manifest geschrevendat thans nagenoeg in
alle de dagbladen gevonden wordten waarin hij wijdloopig opgeeft van
zijne onveranderde republikeinsche gevoelens, als ook de redenen bloot
legtdie hem van het tegenwoordig bestuur doen verschillen.
- Op de kolom van de plaats Vendóme zal het standbeeld van Na
poleon hersteld worden en ditmaal in zijn jas gekleed en met zijnen be
kenden driekanten hoed op het hoofd. Het model van den beeldhouwer
Emile Suerre is bij den wedstrijd als het beste gekozen.
Den 9, des avonds ten 5 uren, is het eskader, onder bevel van
den contre-admiraal lEtgonvan Toulon onder zeil gegaanbestaande
uit vijf linieschepentwee fregatten, eene korvet en eene brik. Men
verzekert, dat deze expeditie bestemd is om de regering van den heer
Capodistrias tegen de oproerige Grieken te ondersteunenten minste
schijnt het zeker dat zij naar Morea stevent.
Het gouvernement heeft berigtdat de Fransche zeemagt bij Ter-
ceira de Portugesche brik Uranie, van 24 stukken en met 150 koppen be
mand genomen had en naar meerdere Portugesche oorlogsvaartuigen
zocht. Pico en bijna alle de Apores zijn in de magt van het regent
schap van dona Maria behalve San Migtiel.
Men spreekt van eene merkbare verkoeling in de vriendschapsbe
trekkingen tusschen Spanje en Frankrijk, en men wil weten, dat Spanje
ontevreden is over het gedrag van Frankrijk, ten aanzien van Portugal.
's GRAVENHAGE den 21 junij. In de vergadering van de Tweede
Kamer der Staten-Generaalvan heden, is door den heer griffier voorgele
zen het rapport der centrale afdeeling op het ontwerp van wet, betref
fende eene vrijwillige en eene verpligte Geldleening. Daaruit bleekdat
nog vele aanmerkingen op het ontwerp van wet door de afdeelingen zijn
gemaakt. Eene der voornaamste bestond daarindat men nog bleef vol
houden, om de kohieren van het personeel van 1831 en niet die van
1830 tot basis der verpligte geldleening te nemen. Ook is aangemerkt,
dat de wet te duister is om door de leeningpligtigen volledig genoeg be
vat te worden, ten einde te kunnen berekenen, wat zij daarin dra
gen moeten, terwijl men het daarvoor houdt, dat de wet aanleiding zal
geven tot oneindig veel posten van onwaarde, die gemakshalve en om
alle dwangmiddelen te vermijden op de overige leeningpligtigen over
geslagen den last voor dezen ondragelijk zullen maken.
Ten gevolge der inededeeling van de bedenkingen, in dit rapport ver
vat, zijn nog eenige veranderingen in het ontwerp gebragt, waarvan de
voornaamste zijn, dat niet de aanslag van het personeel over 1830 maar
die over 1831 tot basis der gedwongen geldleening zal worden geno
men, en dat artikel 27 der wet aldus veranderd wordt
.•„Boven en behalve de voormelde leening, in hoofdsom, zal al nog
drie achtsten van het bedrag van dien worden voldaan waarvan echter
de heffing en de wijze derzelve nader bij de wet zal worden bepaald
de renten der recepissen, daarvoor uit te geven zullen ingaan met den
dagvolgende op den verschijndag der vast te stellen termijnen."
Daar dit rapport, benevens de gemaakte veranderingen in de wetnog
in den loop van den dag zou worden rondgedeeld stelde de president
voor, om de beraadslagingen op morgen ten één uur te bepalen. Dit voor-
Stel gaf aanleiding tot eene korte discussie; sommige leden, waaronder
de heeren Luyhen Gorver Hooft en IVarin verklaarden dat het rapport
te wijdloopig en de tijd te kort was, om een en ander behoorlijk te on
derzoeken en zich daarop voor te bereiden anderen waren van oordeel
dat dit onderwerp reeds genoeg bekend was en spoed vorderde. Einde
lijk besloot de Kamerop de aanmerking van den heer Catsdat men
aan de leden den vereischteii tijd tot ohderzoek Piet wet kort weigeren»
om de beraadslagingen over deze wet op aanstaanden donderdagdes
voormiddags ten 10 uren, aanvang te doen nemen, tegen welken tijd de
vergadering is geadjourneerd.
De door de Tweede Kamer aangenomene wet wegens de Schatkist
biljetten, waarvan wij in ons vorig 110. gemeld hebben, is, volgens de
laatste daarin gemaakte wijzigingen, van dezen inhoud;
Wij WILLEM, enz. Allen die deze zullen zien of hooren lezen,
salutdoen te weten
Alzoo wij in overweging hebben genomen dat hetter bevordering
van eenen uieer algemeenen omloop van de schatkist-biljetten, daarge-
steid bij de wet van den 22 november 1830 Staatsblad no. 81), Zal
kunnen strekkenindien deze biljetten voortaan ook tot kleinere sommen
worden uitgegeven en dat de aanwijzing van een fonds voor derzelver
rentebetaling en aflossing, op het vertrouwen in dezelve biljetten vail
gunstigen invloed kan zijn
Zoo is het, dat wij den Raad van State gehoord en met gemeen
overleg der Staten-Generaal
Hebben goedgevonden en verstaangelijk wij goedvinden en verstaan
bij deze
Art. 1. De schatkist-biljetten van 1000 en 500 zullen, naar mate
van derzelver terugkeering inde schatkist, worden vervangen door schat
kist-biljetten van f ioo, f 50 en f 25, welke laatsten zullen worden
daargesteld op gelijke wijze, als ten aanzien der overige bij de wet van
den 22 november 1830 Staatsblad no. 81) is voorgeschreven.
De beperking tot één millioen guldens van het beloop der schatkist
biljetten van f 50 vervat in artikel 16 derzelve wet, wordt ingetrokken;
blijvende niettemin het geheele kapitaal der schatkist-biljetten, daaron
der begrepen die bij het eerste gedeelte van dit artikel getneld, op vijf
tien millioenen guldens bepaald.
2. Aan de bezitters van schatkist-biljetten van f icoo en van f 500
zal gelegenheid gegeven worden om dezelve tegen schatkist-biljetten van
100 te verwisselen.
3. Over het tegenwoordig jaar 1831 zal eene som van ƒ450,000 voor
de voldoening der renten van de schatkist-biljetten worden aangewezen,
en bij de staats-begrooting over 1832 en volgende jaren, zal eene som van
een milioen vijfmaal honderd duizend guldensZijnde tien ten honderd
van het daargestelde kapitaal, worden uitgetrokken voor de renten en
intrekking der schatkist-biljetten al hetgeen van voorgemelde sommen
niet voor verschuldigde renten zal benoodigd zijn, zal tot intrekking van
schatkist-biljetten worden aangewend de alzoo ingetrokken schatkist-bil
jetten zullen vernietigd, en door geene andere vervangen worden, mits
gaders van het bedrag van de vernietigde openbare aankondiging gedaan
worden: en zulks onverminderd de beschikkingen, die tot ruimere intrek
king der schatkist-biljetten, naar aanleiding van art. 20 der wet van den
22 november 1830, jaarlijks zullen worden iu overweging genomen.
Lasten en bevelen enz.
Heden morgen zijn weder 125 jagers uit deze residentie naar het
leger vertrokken.
Sedert eenige dagen bevindt zich de staatsraad Gericke alhier.
MIDDELBURG den 24 junij. Men verneemt, dat de collecte, op
vrijdag den 17 dezer binnen deze stad en ambacht gedaan, tot onder
steuning van de gewapende dienst in ons koningrijkheeft opgebragt de
niet onaanzienlijke som van 394 03.
De zitting van het nationaal congres te Brusselvan den 20 heeft we
der niets bijzonders opgeleverd; er is over eene wet op de verkiezingen
van de officieren der burgewacht en over een voorstel van de heeren Lecocq
en Meeusbetrekkelijk de opheffing van het verbod op den uitvoer van
haver, gehandeld. In de zitting van den 21 zijn de deliberatien over
voormelde wet voortgezet.
De graaf ZahiskiPoolsch gezant bij het Belgisch gouvernement
is te Brussel aangekomen laatstelijk van Londen komende men denkt
dat hij zonder uitstel aan den regent zal worden voorgesteld.
Meii wil dat de generaals Tiecken de Terhoven en Malherbedie te
Antwerpen bevel voeren, hun ontslag hebben aangeboden. Eerstge
noemde is met zijn "adjudant naar Brussel vertrokken.
De Belgische dagbladen hebben eene briefwisseling tusschen de
generaals DaUte eu Lehardy de Beaulieu medegedeeld. Eerstgenoemde
beschuldigt den burggraaf da Beaulieu van eene lage list tegen hem te
Antwerpen te hebben in het werk gesteld hij vraagt hem om eene
spoedige zamenkomstmet bedreiging om zoo hij niet aan die uitnoo-
diging voldoet, zijn brief in de dagbladen te zullen openbaar maken,
met bijvoeging van eenige aanmerkingen die betrekking hebben opeen
tijdperk uit de militaire loopbaan van dien generaal. De burggraaf op
dezen brief antwoordende zegt, dat hij niet zal trachten oin zich te
regtvnardigendat. het. hem genoeg is de meening van het dappere Bel
gische leger, en die der achtingwaardige bevolking, welke hij verlaten
heeftvoor zich te hebben dat hij geene omwegen heeft ingeslagen
om aan het bestuur te kennen te geven dat hij geen post zal aanvaar
denniet alleen onder de orders van Dainemaar zelfs niet zoo lang
hij in eenige betrekking in Belgie staat. Deze correspondentie is nog
niet geëindigd; er bestaat een derde brief van Dainewaarin zware be
schuldigingen tegen twee generaals voorkomen. Zoo verstaan zich de
Belgische bevelhebbers
Laatsl. zondag hebben er te Brugge weder gevechten tusschen de
soldaten van de linietroepen en de vrijwilligers plaatsgehad, waarbij
drie der laatste gekwetst zijn geworden. Dit voorval heeft aanleiding
gegeven tot een tweegevecht tusschen een officier van de linie en een
der vrijwilligers. Er zijn door de overheid maatregelen tot herstelling
der rust genomen.
Met dagblad Plndépendant meldt, dat een boer nit Noord-Brnband
te Hoogstraten de goede tijding heeft aangebragt, dat er den 15 in het
kamp der Hollanders tusschen Tilburg en Breda een opstand zou heb
ben plaats gehad er zouden veertig soldaten en twee officieren gedood
zijn, en een dertigtal gekwetsten zouden te Breda zijn binnengebragt-
Voorts behelst het Journal des Fiandresvan den 22 dezer, een arti
kel over Zeeuwsch-Elaanderen waarin wegens de gezindheid der inwo
ners en de ontvangst welke Prins Wederik der Nederlanden onlangs af-