N\ 74. MIDDELBITIiGSCHE C O ft A M T. Dingsdag1 21 Junij 1831. 23 c n b m a fc 11?0 e n NIEUWSTIJDINGEN. 5Duttedvl«i«b. jDebcrïatt béu. SCHUTTER IJ. LOTING VAN DEN JARE 1831 BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MIDDELBURG, Hoofdplaats van de Provincie Zeeland Gelet op Art. u van Zr. Ms. besluit van den 21 Maart 1828; Brengen bij deze ter kennisse van alle de genen welke daarbij belang liebben i°. Dat de Alpbabetische Naamlijst van alle de Personen, die aan de Loting van dit jaar voor de Schutterij dezer Gemeente moeten deelnemen, ter inzage van een iegelijk zal liggen op het Raadhuis dezer Stad, van beden tot Zaturdag den 25 dezer, des voormiddags van 9 tot 12 uren, ten einde ieder in staat zoude zijn om ingeval hem op die lijst eenige Personen of omstandigheden mogten voorkomendie op dezelve nog zouden bchooren te worden aangeteekend of' daarvan moeten worden weggelaten zulks ter kennis te brengen van de Commissie welke bij de Loting tegenwoordig zal zijn. 20. Dat de tijd, waarop voorschreven Loting zal plaats hebben is be paald op Woensdag den 29 dezer, des morgens ten 10 uren, 30. Dat de Loting zal plaats hebben op de Boven-Voorzaal van het Stadhuis. 4°. Dat almede bij de Loting zullen moeten tegenwoordig zijn, ten einde tot eene naloting te worden toegelaten alle Personen vallende in de jaren der Schutterij, welke uit andere Gemeenten sedert de laat ste inschrijving, in deze Gemeente zijn komen inwonen, en buiten de ter men van dienstpligtigheid zijn gebleven en 50. Dat niemand tot de Loting zal worden toegelaten dan de ingeschre venen zelve, of derzelver gevolmagtigden ten welken einde zij, zoo wel als derzelver gemagtigdenvoorzien zullen moeten zijn van het op- roepings-biljethetwelk ieder hunner van wege het Stedelijk Bestuur zal worden te huis bezorgd E11 ten einde een iegelijk hiervan kennis drage, zal deze worden gedrukt afgekondigd en aangeplaktmitsgaders in dezer Stads-Courant geplaatst. Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 13 Junij 1-831. Burgemeester en Wethouders voornoemd LANTSHEEIl, L. I5. Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtbaren C A T S, Loco-Secretarii. De Vrije JAARMARKT zal alhier als naar gewoonte plaats hebben. Op Vrijdag den 1 Juiij zal naar den Ring gereden en op Zaturdag den 2 diro naar de Gaai geschoten en naar den Ring gereden worden. WESTKAPELLE, den 20 Junjj 1831 De Burgemeester, P. J. VERHAGE. HER-IJK der MATEN en GEWIGTEN. De ARRONDISSEMENTS.IJKER voor het Eerste District van Zee land als daartoe geautoriseerd door de Ed. Groot Achtbare Heeren ge deputeerde Staten dezer Provincie, berigt bij dezen dat de sluiting van den Her-Ijk, die volgens Art. 1 der Publicatie van welgemelde Heeren Gedeputeerde Staten, van den 4 maart jl.» op den laatsten dezer maand Junij moest plaats hebben voor dit Eerste District wordt verschoven tot den 16 Julijen dat hij diensvolgens weder te Middelburgten zij nen Kantore, zal vaceren, op de gewone dagen, uren en volg-orde, van den 22 Junij, tot en met den 16 Julij aanstaande. Wordende mitsdien alle belanghebbende AdministratienHandel- en Neringdoende liedenwelke hunne Maten of Gewigten nog niet ter herijking aangeboden hebben, uitgenoodigd zich deze verlenging van den termijn ten nutte te maken en alzoo de onaangename gevolgen van ver- zuim of nalatigheid te ontgaan. Middelburg den 20 Junij 1831 De Arrondissements-IJker voornoemd BOURJÉ. HAMBURG den 14 junij. In bijzondere berigten uit Berlijn komt voor, dat aidaar het gerucht loopt en geloof vindt, dat de maarschalk Diebitschwelke reeds vóór het openen van den veldtogt Petersburg in eenen ziekelijken toestand had verlaten bij den verderen loop der krijgsverrigtingenzoo zeer in zijne gezondheid heeft geleden, dat de operatien in den laatsten tijd veel aldoor den generaal Toll zijn bestuurd en dat Z. M. de keizer, op diens voorstelzoude hebben besloten, om genoemden maarschalk door den maarschalk Paskevitz te doen vervangen. In Warschau wil men, opgrond van bijzondere berigten uit Oost-Pruis- sen het berjgc hebben vernomen dat de Poolsche generaal Gielgud op zijnen cogt naar Augusrowa het korps van den Russischen generaal Sacken heeft geslagen en geheel verstrooid. Het berigt is niet onwaar schijnlijk, doch het ontbreekt te dien aanzien nog altijd aan genoegzaam zekere opgaven. In berigten uit het midden van Duitschlandin onze bladen vervat, komt voor, dat de Pruissische generaal Rühle von IJlienüern op verzoek der Dtiitsche gouvernementen zeiven kennis genomen heeft van de ge maakte toerustingen ten oorlog, 0111 dat hetgeen op aanzoek van de bonds vergadering was tot stand gebragt, niet overal even zeer aan de ver wachting had beantwoord en dat genoemde veldheer zeer gunstige be rigten heeft gegeven, van hetgeen hij te dien aanzien in Beijeren, Wur- tenburg en Hessen heeft gevonden. 'sGRAVENHAGE den 1 y junij. De Staats-Courant deelt het 25ste protocol der Lomlensche conferentie mede hetzelve voert de dagteeke- ning van junij. Uit den inhoud van hetzelve en de daarbij behoo- rende stukken blijktdat de gevolmagtigden van Z. M. den Koning der Nederlanden (de heeren Fa lek en II. van Zuylen van Nyeveltj den 21 mei, eene nota aan de conferentie hebben ingeleverd, waarin verklaard werd t „dat, indien de Belgen niet onverwijld toetraden tot de door de vijf hoven vastgestelde grondslagen der scheiding, Z. M. zich vrij zou de achten om Voor eigene rekening te handelenten einde dié langdilrigê onzekerheid re doen ophoudendie Voor de befangen zijner gétröiivVê onderdanen zoo hoogst nadeelig is." Bij eene tweede nota, gedagteckend 5 junijhebben dé gcVölniagtig- den van Z. M. de conferentie aan die verklaring herinnerden VoortS aangemerkt, dat zijuit hoofde van het besluiehetwelk de conferéntié den 10 mei genomen heeft, niet twijfelden, of de ofHciele mededéëiing van het 22ste protocol was reeds den 1 junij te Brussel geschied cft dat derhalve het gouvernement van Belgie zich omtrent het al of rticc aannemen van de door de mogendheden gestelde grondslagen van schei ding reeds moest verklaard hebben. De gevolmagtigden van Z. M. Vróé- gen uit dien hoofde om inlichting nopens het door de Belgen gégevetl antwoord ten einde Z. M. de Koning de maatregelen Zoude kiirtrtert beramen, welke in den tegenwoordigen staat van zaken vereischt WOZs den, Zoowel in het belang zijner waardigheid, als in dat der veiligheid van Holland. In eene derde nota, gedagteekend 6 itinij Vestigen de gévblrtiagtig- den van Z. M. de aandacht der conferentie op den brief, weikeil lord Ponsonby den 27 mei aan den Belgischen minister Lebeati geschreven heeften verklaren zijmet den meestert nadruk te protesteren tegert al wat de genoemde agent der conferentie voegzaam géacht heeft in hek midden te brengen, ten opzigte van eenen eventuëlen afstand van het groothertogdom Luxemburg. „Door de wijze (dus luidt de iiota) waarop lord Ponsonby in dien brief van den bedoelden afstand gesproken heeftheeft hij zich een regt aangematigd dat hem door niemand heeft kunnen verleend worden; hij heeft den geest van aanmatiging, die dett opstand kenmerktmet eene bedriegelijke hoop gevleid; hij heeft einde* lijk de onvervreemhare regten des Konings aangerand door beloften 4 lijnregt strijdende met de steeds gelijkluidende taal, welke, hetzij te 'sGravenhage hetzij te Londen, door de tolken van Zr. Ms. bestuur gevoerd is. De Koning houdt zich aan de acte van scheiding Welke door de vijf mogendheden voorgesteld en door hem zonder voorbehoud aangenomen isbij art. 2 van die acte wordt het groot-hertogdom Lnketrt» burg uitdrukkelijk erkend als bezitting van het huis van Nassau. Liet iS dus moeijelijk te beseffen dat aan eene onderhandeling ovér de souVe* reiniteit zoude kunnen gedacht worden, welke, zelfs na de onvoorwaar delijke aanneming der grondslagen van scheiding door BelgieHög dé grootste zwarigheden zoude blijven ontmoeten, vermits dat groot-hertög- dom, voorden Koning en de Prinsen van zijn huis, deszelfs erfelijke staten vervangen heeftenin zijne oogen eene onschatbare Waartld bezit." De conferentie heeft den 7 op de bovenvermelde nota vart 5 jtinij geantwoord, dat, blijkens de op den 6 uit Brussel ontvangene berigteti de Belgen geenszins de vastgestelde grondslagen der scheiding haddétt aangenomen dat lord Ponsonby bepaaldelijk was terug geroepell dat de generaal Belliard van het beStuur van Z. M. den Koning der Ptan. schen insgelijks last had ontvangen, oni Brussel te verlaten, ert dat de conferentie zich met de maatregelen bezig hield welke de verbindte nissen door de vijf mogendheden jegens den Koning der Nederlanden aaH- gegaanzouden kunnen verelschen. Op de nota van den 6 junij heeft de conferentie den 7 mede geantwoord „dat zij vreemd is aan den bedoelden brief van lord Ponsonby, en zich niet anders dan overeenkomstig het 24ste protocol, van 21 mei, kail gé* dragendat bij dit protocol drie beginselen worden vastgesteld name lijk i°. dat de schikkingen, die ten doel zouden hebben om aan Belgie het bezit van het groot.hertogdom Luxemburg te verzekeren, schikkin» gen zouden zijn met wederzijds goedvinden aangegaan 20. dat dit bezit niet anders zoude kunnen worden verkregen dan tegen billijke vergoe ding en 30. dat de vijf mogendheden aan de belanghebbende partijen geen voorstel tot deze ruiling zouden doendan na toetreding der Bel- gen tot de grondslagen der scheiding, die door de conferentie vastgesteld en door den Koning der Nederlanden reeds aangenomen zijn." DeZö beginselen (dus luidt verder het antwoord der conferentie) zijn die der vijf mogendheden, en zullen dit steeds blijven. Zij belemmeren iii gee- nen deele Z. M. den Koning der Nederlanden, om daaromtrent naar goed vinden te handelen. Wel verre van aan zijne regten te kort te doen, ge tuigen zij integendeel van den eerbied voor dezelve; en zij strekken dan ook alleen, om zoo mogelijk door middel van zoodanige vergoeding wel ke Z. M. het geraden zonde achten aan te nemen, alsmede op den grond slag van wederzijdsch nut en voordeelschikkingen tot stand te brengen t die alleenlijk tot bevordering der belangen Zouden kunnen strekkenWel ke den Koning ter harte gaan, en tevens tot bevestiging van dien Vredet welks behoud even zeer met zijne eigene wenschen strooktals met die der vijf mogendheden." Deze beide antwoorden zijn door de gevolmagtigden der vijf mogend heden onderteekend. MIDDELBURG den 20 junij. De gedachtenis aan de overwinning van Waterloo is 11. zaturdag, alhier bij alle godsdienstige gezindheden gevierdterwijl op gisteren de dank- en bededag met veel deelneming plegtig en in stille rust heeft plaats gehad. Door godsdienstige gezind heid kenschetsten zich onze vaderen, zoo wel als door moed etl Vol harding in dagen van nood en verdrukking: mogten wij op nietlw aart Europa toonen dat deze nationale deugden nog niet uit ons middetl zijn ge weken 1 Volgens berigten uit Breda en Gorlnchem zou er op dert gedenkdag van den 18, ten elf uren, in het kamp eene algemeene godsdienstoefe ning en ten één uur groote parade worden gehouden bij welke gelegen heid Z. K. II. Prins Frederik der Nederlanden een vaandel aan het Istö bataillon der 2de afdeeling Noord-llollandsche schutterij zoude uitreiken. Door het onweder van gisteren zijn op eene weide aan den Seis- straatweg twee paarden, behoorende aan den landman A. Pouwerge dood men heeft aan dezelve geene sporen vart den bliksem waargenomen. De geruchten als of eenige polders in het 5de district dezer pro vincie zouden zijn onder water gezet, meenen wij, op inlichting van goederhand, te kunnen tegenspreken alleen is waarheid, dat het watef in de kreken en slooten tot eene zekere hoogte is ingelaten, doch dat tot heden nog geene verdere imindntien hebben plaats gehad. Wegens het gebeurde te Antwerpen op den 14 dezer behelst de Staats.Courant het volgende: „Volgens een berigt vart den luitenant-generaal Chassi, van den 14

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1831 | | pagina 1