N°. 5g.
MIDDELBURG SCHE
COÜltAN
Ding-sdag
fhtUkatié.
A
17 Mei 1G3È
b««nii5gÉ»itig.
bcv illaicti cn (Rc»n0<cK.
NIEUWSTIJDINGEN.
iSuitedtiattb..
(örotfUBetttaujc,.
JVanfetrijfes
iicbcvLuibtfn.
SCHUTTERIf.
|>URGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MIDDELBURGHoofdplaats
van Je Provincie Zeeland
Gezien de aanschrijving van deil lieer Gouverneur van den 2 Mei jl, Provinciaal
Llad no. 53 houdende voorschriften omtrent de uitvoering der Wet op de Schut
terijen van den 11 April 1827;
Gelet op art. 6 van Z. M. besluit van 21 Maart 1828, Staatsblad no. 6, brengen
Lij deze ter kennisse van een iegelijk dien zulks zoude mogen aangaan, dat, ter voldoe
ning aan art. 6 der Wet van den 11 April 3*827, *-en opzigte van de Schutterijen,
van Maandag den 16 Mei aanstaande tot op den 3i daaraanvolgende, dagelijks (uit
gezonderd Zon- en Feestdagen van des morgens ten 10 tot des middags ten 12
uren, ter Sccretarij Van deze Stad, zal gereed liggen het register van inschrijving,
welk register op den 1 Junij daaraanvolgende moet worden gesloten.
En worden mitsdien alle ingezetenen dezer Gemeente zonder onderscheid, gehuwd
of ongehuwd welke op den 1 Januari) dezes jaars hu* uóslt jaar zijn ingetreden
en hun 34ste nog niet hebben volbragt(hoedanigen zijn alle mannelijke ingezetenen,
geboren in het jaar 1806) bij deze opgeroepen en aangemaand om zich opvoorschre-
ve plaats en uren vo'o'r deri 1 Junij aanstaande ter inschrijving in het register aan
te dienen, terwijl ter voorkoming van alle misvatting, welke zoude kunnen ontstaan
met betrekking tot de verpligtingen die bij voorzeide Wet op de Schutterijen vor
en voorgeschreven, aan de belanghebbende ingezetenen dezer Gemeente bij deze
wordt onder het oog gebragt:
A. Dat behalve zij die op den 1 Januarij van dat jaar hun 25ste jaar zijn in
getreden zich mede ter inschrijving voor de Schutterij moeten aangeven die
Personen welke hun 34ste jaar niet voleindigd hebbende, schoon in andere Ge
meenten ingeschreven, sedert de laatste inschrijving in deze Gemeente zijn komen
inwonen alsmede de Vreemdelingen die sedert de laatste inschrijving in de ter
men zijn gevallen om op grond van art. 2 der Wet van den 11 April 1827, als
ingezetenen te worden beschouwd, met welke gelijk staan de uit de dienst ontsla
gene MiliLairen voor zoo verre deze in de jaren der Schutterij verkccren en wel
ke zich alzoo mede ter inschrijving moeten aangeven.
B. Dat de verpligting en bevoegdheid tot de Schutte rijken diensten mits
dien tot de inschrijying en het domicilie van inschrijving is geregeld' bij de arti
kelen 1 2, 7 en 8 der voorschreve Wet, zijnde van den navolgenden inhoud:
Art. 1 Ieder ingezeten van het Kijk die op den 1 Januarij van elk jaar zijn 26ste
jaar zal zijn ingetreden en zijn 54ste niet voleindigd zal hebben, zal ingevolge de
bepalingen dezer Wet, daartoe opgeroepen zijnde, vcrpligt wezen de Schutterlijke
dienst uit te oefenen.
Art. 2. Als ingezetenen worden met betrekking tot de toepassing dezer Wet be
schouwd
a. Alle Nederlanders binnen bet Kijk hun gewoon verblijf houdende.
b. Alle Vreemdelingen binnen het Kijk woonachtig, welke hun voornemen om zich
aldaar tc vestigen zullen hebben aan den dag gelegd, hetzij door eene uitdrukkelijke
verklaring, hetzij door het werkelijk overbrengen van den zetel van hun vermogen,
en de hoofdmiddelen van hun bestaan.
De tijdelijke uitoefening van een bedrijf of handwerk in eenige ondergeschikte
betrekking, gelijk die van leerling, knecht, enz. kan op zich zeiven niet beschouwd
worden als een bewijs van het voornemen om zich in dit Kijk te vestigen.
Art. 7. Zij, die in meer dan éénc Gemeente hun gewoon verblijf houden, of den
zetel van hun vermogen hebben gevestigd zullen tot de inschrijving verpligt zijn
binnen de Gemeente, alwaar eene dienstdoende Schutterij aanwezig is.
Bij aldicn in die verschillende Gemeenten alleen dienstdoende of alleen rustende
Schutterijen bestaan, zuilen zij zich doeti inschrijven in de Gemeente alwaar zij voor
dc personele belasting zijn aangeslagen en de Ambtenaren in die Gemeente alwaar
zij ambtshalve vcrpligt zijn hun verblijf te houden.
Art. 8. Die van hunnen ouderdom geen voldoend bewijs geven zullen door het
Plaatselijk Bestuur worden ingeschreven, naar deszelfs oordeel, onverminderd de
bevoegdheid van den ingeschrevenenom van zijnen juisten ouderdom nader te doen
blijken, cn
C. Dat de straffen op het niet voldoen aan de verpligtingen betrekkelijk de in
schrijvingen zijn omschreven in art. 9 van gemelde Wet, zijnde van den navolgen
den inhoud
Art. g. Die bevonden zullen worden zich niet vóór den 1 Junij te hebben doen
inschrijven, zullen door het Plaatselijk Bestuur ambtshalve ingeschreven wordenen
door den Schuttersraad worden verwezen tot eene geldboete j terwijl zij daarenboven
zonder loting bij de Schutterij zullen worden ingelijfd, indien het zal blijken, dat er
tijdens de verzuimde inschrijving gecne redenen tot uitsluiting of vrijstelling ten
hunnen aanzien bestonden.
En opdnt niemand hiervan onkundig zijznl deze worden gedrukt
afgekondigd en aangeplakt mitsgaders 111 dezer Stads.Courant geplaacs.
Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 5 Mei 1831.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
LANTSHEER, L. P.
Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtbaren,
C ATS, Loco-Secretarii.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MIDDELBURG
Ter voldoening: aan Art. 7 van Zr. Ms. besluit van 7 September 1828
{Staatsblad no. 55) roepen mits deze op zóódanige ingeschrevene perso
nen voor de-Scluitterijwelke tijdens die inschrijving Gehuwd of Weduwe-
naars met een of meer Kinderen warendoch dooi- sterfgeval of an
derzins in de termen vallen om in de Eerste Klasse zijnde de Onge.
huwden of Wednwenaars zonder Kinderen, te worden overgebragtom
daarvan .kennis te geven ter Secretarie dezer Stad, voor of op den 20
Mei aanstaande. Zullende tegen de nalatigen Proces-Verbaal worden op
gemaakt en aan de Regtbank toegezonden ten einde de Strafbepaling
van Art. 1 der wet van 6 Maart 1818 Staatsblad 110. 12) toe te pas
sen terwijl dezelve tevens, overeenkomstig Art. 8 van bovengemeld
besluit, dadelijk bij de Schutterij zullen worden ingelijfd.
Middelburg den 9 Mei 1831.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
LANTSHEER, L. P.
Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtbaren,
CATS, Loco-Secretarii.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad IJZEN DIJK E maken
bekend, dat de gewone Jaarlijksche KERMIS alhier, op Pinksteren van
dit jaar, niet gehouden zal worden.
Burgemeester van IJzendijke,
J. BREVE T.
Ter ordonnantie van denzelven
D. B E K A A 11.
Te Min delburg blijft het IJk-Kantoor gesloten tot 11a volbragte
IJk-tournde, en zal weder geopend worden den 22 Junij.
Te Vlissingen zal tot den Ijk worden gevaceerd, van den 16
Mei tot en met den 8 Junij aanstaande.
B O U R J Arrondissements-Ijker.
BERLIJN deii 9 mei. Volgens bërigten uit Gatiicie, van dei? 1 mëij
zou de generaal Dwcrncckidie door verscheidene Russische generaals
wordt Vervolgd, zich toe dén Öosténrijkschen bevelhebber, van het
grens-kordon hebben vervoegd, om eenen vrijen doortogt naai Zamosë té
erlangen doch is hem zulks geweigerd gewórden.
Volgens berigten uit Weéhen van den 3 mei, zou hij zici; wérkéiijfc
van Volhynie in Gallicie hebben geworpen en de wapens hebben iieder-
geiegd. De bijzonderheden cfesaangaande ziet men verlangend te gemöet.
Naar luid van bijzondere brieven uit Warschau moet men lier
daarvoor houdendat de cholera binnen die stad toeneemt. Ook heeft
men aldaar een begin moeten maken met het afleveren van de in de ma
gazijnen opgeslagene granen.
FRANKFORT den 9 mei. De onlusten in het Turksche rijk krijgéit
van dag tot dag een ernstiger aanzien. Men weetdat de pacha vail
Scutari zich sinds eenigen tijd gewapenderhand tegen den sultan verzet:
thans wordt uit Weenen geschreven, dat Bosnië ook in openlijken opstand
is gekomen, en dat aldaar tnsschen de insurgencen en de troepen van deil
sultan reeds gevechten hebben plaats gehad. De naaste oorzaken Vait
den opstand in Bosnië worden gezegd te zijn de hervormingenwelke dé
sultan in het krijgswezen heeft ingevoerd.
LONDEN den 11 mei. De dagbladen zijn opgevuld met de vërhaiéü
der verkiezingen, welke tegenwoordig plaats hebben, en waarbij de vrien
den der parlements-hervorming steeds de overhand behouden.
Aan het bureau van buitenlandsche zaken hebben de gevoirriagtiga
de ministers der vijf groote mogendheden gisteren en eergisteren namid
dag, conferentieti gehoudenwelke uitsluitend de Belgische zaken teil
onderwerp hadden en de gezamenlijke ministers vier uren bezig gehou
den hebben.
PARIJS den 11 mei. De Fransche consul te Lissabon is alhiér aaii*
gekomen. Mén is zeer nieuwsgierig te weten welk gedrag het ministerie
in het geschil met dom Misuel zal vólgen.
Uittreksel uit een bijzonderen brief.j De naam vari den ambassa
deur welke den graaf de Guilleniinot als zoodanig te Konstantinopel moet
vervangen, is nog niet bekend. De minister Périer verlangt steeds de*
ze taak aan zijn ambtgenoot, den generaal Scbastianiop te dragen,
doch Z. M. de koning schijnt nog niet bereid, om zich van het dage*
lijksch verkeer met een staatsdienaar, in welken hij zoo veel vertroiiWeil
steltte berooven. Zoo de genoemde generaal echter naar Konstantino
pel moge vertrekken zonde hij niet door den graaf Molè maar door deil
minister Périer zeiven bij het departement van buitenlandsche Zaken»
worden opgevolgden zoude dat der binnenlandsche onverdeeld aan den
zoo bijzonder werkzamen minister dArgoüt worden opgedragen.
De feestdag des konings is alom met geestdrift gevierd. De kbriingj
vertrekt eerlang naar Normahdie, en zal vervolgens nog andere gedeelten
des rijks bezoeken. Van de veroordeelde ministers verneemt mén Wei
nig. Op 's konings feestdag heeft men opgemerktdat de huizen té
Hamwelke door hunne gezinnen bewoond worden met eene meer datl
gewone zorg verlicht waren.
De buitenlandsche tijdingen zijn of schijnen meer vredelievend. Het
bestuur van Frankrijk wenscht het behoud van den vrede vuriger datl
ooit. De Messager des Chambreswelke van tijd tot tijd de meening van
het bestuur verkondigt, behelst in dien geest thans een zeer merkwaardig
betoog, betreffende de Belgische aangelegenheden."
's GRAVENIIAGE den 12 mei. Gisteren en heden is de centrale af>
deeüng van de lweede Kamer der Staren-Generaal vergaderd geweesten
zal op morgen weder bijeenkomen, ten einde over haar rapport wegens
het aflosbaar stellen der schatkist-biljetten te beraadslagen.
Men wil, dat de heer IVarinbij de beantwoording der aanmerkingen
van de afdeelingen op zijn voorstel, daarbij een nieuw en meer bepaald
voorstel heeft overgelegd.
ROTTERDAM den 13 mei. Van 's Rijks werf alhier vertrekken he
den weder twee kanonneerbooten naar Vlissingen. Men kan thans stel
lig, tot eer der drie departementen van de marine, verzekeren, dat men
geheel gereed is tot de eerste defensie..
's 11ERTOGENBOSC1I den 11 mei. Niet zelden vertonnen zich thans
aan onze voorposten Belgische deserteurs, meest geboren Franschen.
Naar men verneemt, worden zij, bruikbaar bevonden wordende voor da
dienstnaar de meer noordwaarts gelegene depóts gezonden.
Brieven van de Pruissische grenzen van 10 mei behelzen de vol
gende bijzonderheden: De bezetting van Maintz wordt tot 14,000 mart
gebragt, en men heeft er thans maatregelen genomen om al de
troepen te kazerneren. In Koblentz liggen Zoo veel troepen als men ber
gen kan, en de bezetting van Luxemburg is laatstelijk met 3000 mart
vermeerderd.
De Belgische regering heeft dezer dagen eene aanzienlijke hoeveel
heid paarden aangekocht, die haar te Aken moeten woiden geleverd.
Men spreekt van een congres, 't welk te Aken zonde worden gehou
den. Bij de regering dier stad is echter nog niets deswegens bekend.
„Het huis Rotschild te Keülen, 't welk de levering voor de b'onds-
troepen heeft aangenomenheeft dezer dagen veel haver laten aan-
koopen."
MIDDELBURG den j<5 mei. Naar wij vernemen is zijne exc. de
luit.-geheraal de Koek uit Staats-Vlaanderen tertig gekomen, en zou hedert
eene inspectie over hec garnizoen te Vlissingen houden. Op de gren
zen der provincie was alles, na.de affaire bij Hulst, rustig gebleven.
Het Journal des Flandrès geeft een berigt van het voorgevallene bij
Hulst {zie ons vorig no.j én heeft de onbeschaamdheid daarbij te mel
den nat de Hollanders, zonder eenigert tegenstand te bieden, tot voor
de poort van Hulst zijn vervolgd.
Uit Antwerpen schrijft men 1 „Volgens de opgave der commissie,
welke belast is geweest met bet opnemen der schade, die aan de stad
Antwerpen door het bombardement is toegebragtbeloopt het getal hui
zen welke daardoor geleden hebben, ongeveer 600, en bedraagt de