N\ 41. MIDDELBURGSCIIE COÜRAN T. Ikfcenbmaking, Dingsdag I1' 5 April 1031. N1E ÜWSTIJ DINGEN. Ücbcrlrtubcit. iffi V>.» Burgemeester en wethouders oer smd middelburg, Hoofdplaats van de Provincie Zeeland, brengen bij deze ter kennisse van de Ingezetenen dezer Gemeente, dat de Patenten over den jare 1831 ingevuld gereed liggen, en dat tot de afgifte van dezelve, ten Stadhuizezal worden gevaceerd op de volgende dagen, als: Dingsdag 0 zens een memdag en Zaturdag van iedere week, des morgens van tien tot twaalf i bes,hiku uren en zulks gedurende liet tijdvak van den 29 Maart tot den 26 April aanstaande. Vermanende Burgemeester en Wethouders voornoemd de belangheb benden om in persoon te compareren en zich dezen tijd ten nutte te maken ten einde alzoo van kosten bevrijd te worden daar Hun Ed. Achtb. verpligt zijn, volgens Art. 2 van Zr. Ms. Besluit van den 17 Oc- tober 1820, om de onafgehaalde Patenten of de afschriften van dezelve, door de Deurwaarders der Directe Belastingen onverwijld aan de Pa- tentpligtigen te doen uitreiken tegen veldoening van 'hen Cents terwijl bovendien vervallen in eene boete van Vijftien Guldenindien zij j magt gaat voort onze grenzen te ontrusten en noodzaakt ons, óift eetiu goede magt aldaar ter verdediging van ons grondgebied bijeen te houder). Indiende toegang tot Maastricht open is, is dezelve het echter niet ge heel, en de Belgische troepen zijn nog niet in de stellingen terUg ge trokken, welke zij bezetteden vóór deii 2*1 november. Men spreekt in Belgie nog steeds van oorlog, en het hoofd van de regering aldaar heeft zelfs eene grondwet bezworenwaarbij over ons grondgebied wordt zij des aangevraagd hun Patent of afschrift niet kunnen vertoonen. Gedaan ten Raadhuize der Stad Middelburg, den 24 Maart 1831. Burgemeester en Wethouders voornoemd LA|TSHEER, L.P. Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtbaren, Voor den Secretaris afwezig, C A T S Griffier. 's GRAVENIIAGE den 31 maart. Door de Tweede Kamer der Sta ten- Generaa 1 is, in hare zitting van heden, de wet tot vaststelling van eene betaling bij voorschot op zoodanig middel als ter bestrijding der bui tengewone behoeften voor 1831 zal worden daargesteldmet 49 te gen 3 stemmen aangenomen. Tegen hebben gestemd de heeren Lubben van Nagell en IVarin. Onder de genendie bij deze beraadslaging het woord gevoerd heb ben, verdient bijzondere opmerking, dat door den heer van Dam teken nen gegeven werd, dat, indien de aangekondigde mededeelingendoor den minister van buitenlandsche zaken te doen enkel de reeds bekende protocollen mogten bevatten, dezelve overbodig zouden zijn. Men moest zeide hij, weten, en dit moesten de te doene mededeelingen ten doel hebbenof de natie hare zonen en schatten opofferde voor eigen behoud en voor hare onafhankelijkheiddan of die opofferingen ten oogmerk hadden eene hereeniging met eene natie, hetwelk hij thans ten hoogsten afkeurde. Zoo ook is door den heer op den Hoof er sterk op aangedrongen, dat de natie alle de handelsbepalingen mogt zien verdwijnen, welke te belangen van het ondankbare Belgie hadden doen geboren worden reeds hadden vreemde kooplieden gevraagd of er geene veranderingen in het ta rief van in-, uit- en doorvoer zouden worden gemaakt; die veranderin gen waren dringend noodzakelijk, indien men de koopvaardijschepen die te Antwerpen niet verkiezen binnen te loopen, onze havens niet wilde zien voorbijzeilen hij wist weldat er niet met overhaasting in dezen moest te werk gegaan worden, maar hij meende niet te minde aan dacht van het gouvernement op eenige transitoire maatregelen te moeten bepalen die intusscben genomen konden worden. De wet is door Zijne Exc. den minister van finantien verdedigd. De minister liet onbeantwoord de staatkundige aanmerkingen welke gemaakt Zijn, daar zijn ambtgenoot de minister van buitenlandsche zaken, aan staanden zaturdag dienaangaande aan de kamer eene mededeeling zoude doen. De minister verdedigde de wet, niet als volmaakt goed, maar Als zijnde het eenigste middel om in den dringenden nood der schatkist vooral voor de behoefte van het leger të voorzien daar wij de gedtich te houding, welke wij op onze grenzen hebben aangenomen, nog moe ten blijven behouden. De minister erkende zelfdat het billijker zou zijn geweest, dat men tot grondslag had genomen de personele belasting over 1831 dan die van 1830, maar de kohieren der eerstgemelde be lasting zijn nog te zeer ten achteren om te kunnen dienen voorliet voor schot, dat de schatkist zoo dringend behoeft, en aan welke behoefte ook door eene vrijwillige negotiatie niet spoedig genoeg voldaan zou heb ben kunnen worden. Eergisteren hebben de officieren van het garnizoen dezer residentie hunne opwachting bij Z. K. H. den Prins van Oranje gemaakt. De matroos .7acob Hobeyn die zich zoo kloekmoedig bij de scher mutseling te Philippine, op den 19 dezer, in het behouden van eene boot en van eene Nederlandsche vlag, gedragen heeft, is 21 jaren oud en geboortig uit deze stad. Zijne ouders en verdere aanverwanten wo nen alhier. Laatstleden dingsdag zijn wederom drie gafFel-kanonneerbooten van Rotterdam naar de Dordsche Kil vertrokken ten einde mede te wer ken tot verdediging van de derde linie van defensie te water. Den 2 april. In de zitting der Tweede Kamer van heden heeft de minis ter van buitenlandsche zaken het woord opgevat, en bij eene korte aan spraak, eenige stukken overgelegd, betrekkelijk den staatkundigen toe stand des rijks, ter aanvulling van hetgeen door zijnen ambtgenoot, bij gelegenheid der aanbieding van de finantiëlè wettenaan de kamer voorgedragen en tot betoog van de noodzakelijkheid der uitgaven voor het legeren voor dé verdediging der grensvestingen. Ruim twee maanden geleden, zeide de minister uitte ik den wensch dat de onderhandelingen te Londen met eenen goeden uitslag zouden worden bekroond. Die wensch is niet onvervuld gebleven. Bij de pro tocollen toch der Londensche conferentie 110. 11 en 12 zijn de hoofd punten wegens de afscheiding van Belgie en de schuld geregeld. De Koning is daartoe toegetreden. Men mogt nu vertrouwen, dat alles spoedig zou zijn geregeld: reeds zijn er commissarissen tot dat einde benoemd. Men dacht nu dat de Belgen hunne krijgstoerustingen zouden staken, doch het tegendeel heeft plaats gehad. De regering van Belgie heeft geene genegenheid getoond om in behoorlijke schikkingen te treden, en heeft zelfs de conferentie van Londen op eene zeer onheusche wijs bejegend. De Belgische krijgs- De staatsstukken, welke ik overleg, namens den Koning, strekken ten bewijze, dat Z. M. steeds bereidwillig is geweest om in schikkin gen te treden, en alzoo de zware lasten, welke de natie drukken, te verminderen doch ons is geene andere keuze overgebleven, dan die, van de grenzen te blijven verdedigen, en de reger ilig mogt niet verzuimen dezelve te beveiligen tegen de muitzieke menigte, die dezelve bedreig de; want waren de Belgen doorgedrongen, dan zouden de rampen nog grooter geweest zijn en de geldelijke opofferingen nog aanzienlijker heb ben moeten zijn. Het is intusschen voor den Koning een smartelijk ge voel, Jat Z. M. die zware lasten aan de getrouwe natie moet opleggen, en een gedeelte der bevolking aan hare gewone werkzaamheden onttrek ken. 5an Z M. heeft gemeend, dat zijn pligt zulks vorderde. Na vog eenige bespiegelingen over den géést van onrust, die in Europa heersch:, te hebben voorgedragen, besloot de minister met te zeggen, dat het gouvernement steeds zal handhaven de eer, de onafhankelijkheid, den haidelhet grondgebied en de geldelijke belangen van Noord-Neder* lanJ. J)e lamer heeft zich in comité-generaal gevormd. Men verzekert, dat Zijne Exc. de minister van finantien alle mini- stcjiele departementen heeft aangeschreven, eene naauwkeurige opgave te «oen van alle Belgische ambtenaren, zoo wel van de zoodanigen die nog in functie zijn, als van die welke half traktement genieten; alsmede eeiï specifieke opgave van de postenwelke zij bekleeden of bekleed heben, en .de traktementen daaraan verbonden. De luitenant.generaals van Geen en Trip zijn van hier naar het hotfdkwartier vertrokken. Gisteren zijn van hier naar het leger vertrokken de kompagnieil hosiitaal-soldaten en werklieden. Naar men verneemt, zal de Vriesche landelijke schutterij, welke alhir verwacht wordtslechts zoo lang in deze residentie in bezetting blij entotdat dezelve genoegzaam en op gelijken voet met onze en andre stedelijke schutterijen voor de dienst te velde zal georganiseerd ziji, waarna zij vermoedelijk naar het leger zal vertrekken. 'HOLEN den 2 april. Voorleden nacht is er een verschrikkelijke bmd te St. Maartensdijk ontstaan welke men aan de onvoorzigtigheid va een' boeren knecht toeschrijft, die met lantaarn-licht de beesten gig voeren: vier-en-twintig, zoo groote als kleine schuren, zijn afgp. bmd en men Taerekent de schade op f 25,000. Indien de burgers van Scerpenisse en St. Anneland niet hulpvaardig waren toegesneld, was zet zeker de helft van dat schoone dorp in den asch gelegd. Ver- sclidene burgersdie in gezegde schuren hunnen voorraad en fabrie- keihadden, zijn hierdoor geruïneerd. 1IDDELBURG den 4 april. Door Z. M. zijn onderanderen ge- da: de navolgende benoemingen tot officieren der rustende schutterij iit fietste district der provincie Zeeland, bij het half bataillon van 3 kom» pajien in Walcheren. ij den staf: tot majoor, Jan Loeftot officier van gezondheid der ad' klasse Leendert Pieter Reuse. >te kompagnie: tot kapitein, Pieter Isaac Spaantot isten Iuite- naiRobbert Staart Makkerstot 2de luitenants, Corne/is Loef et» Co/'lis Jacobus Raars. tb kompagnie: tot kapitein, Corns. Albcrtus Gobitistot 1 sten lul- tenit, Abm. Ads. van Doldertot 2de luitenants, Johan Jacob Slicher en \hs'. Corne/is Verhuist. je kompagnie tot kapitein, Zacltarias Snijder; tot isten luitenant, Gert dus Jacob Sprenger tot 2de luitenants, Christiaan Lodewijk IVagner en tfarins. Jobs. van Oosten. - Uit een nader berigt van den generaal-mafoor van der Capellen opp.bevelhebber der vesting Bergen-öp-Zoomvan den 31 maart, blij 1, dat, volgens de op dien dag ingekomen opgaven, bij de ramp, dief genoemde stad getroffen heeft 3 ingezetenen omgekomen en 20,neestal van jeugdigen leeftijd, zwaar gekwetst zijn, terwijl een grot aantal anderen ligte wonden hebben bekomen. De bezetting telt 16 «oden, 21 zwaar gekwetsten, waaronder de Overijsselscbe luitenant Plui, en omstreeks 30 ligt gekwetsten. De generaal-majoor voegt er bijt men zich over het betrekkelijk gering aantal slagtoffers van deze rampioet verwonderen, als men bedenkt dat de Utrechtsche schutterij, tüdeitjiet springen van het kruidhuis in de Lievevrouwen-straat bijeen was, <1 wapenoefeningen te gaan houden. Hij- roemt het te dezer ge- legenhd zoowel door de bezetting als de ingezetenengehouden ge drag ti hoogste. den ochtend van den 29 maart hebben zich 160 Belgische, sol- dam, door hunne officieren geleid, met trommen en vaandel, in hèc Ncrc-Brabandsche dorp Groot-Zundert vertoond. Zij hebben echter slechts ko aldaar vertoefden warentoen een van Rijsbergen afgezöndei pi- kerititerij en voetvolk te Groot-Zundeft aankwam, reeds weder ver- trcten. Te Luxemburg is den 25 maart door den gtmverneur-gefteraal be- ke gemaakt, dat, ingevolge de protocollen van den Duitschen bondsdag vaden 17 en 18 dier maand, het 10de legef-kórps en eene divisid vaii hesde, te zamen 24,000 man, en zamengesteld uit kontingenten van Haver, Holstein, MecklenburgOldenburg, LubekBremen, Ham- bu, Saksen Keurhessen en Nassau zich beschikbaar moeten houden otre rust in het groothertogdom en het gezag van den groof-hertog te heellengeschiedende deze bekendmaking, 'opdat de inwoners zicli ha?n mogen oin onder de gehoorzaamheid van den groot-hertog weder te erenals het eenige middel om voor hen den last der executie-kos- ter» voorkomenwijders isopzigtens dè door den groot-hertog be- wi;de amnestiedoor den gouverneur-generaal medegedeeld, dat geen iuvier van het grooc-hcrtogdomwegens de door hem uitgebragte ste. wegens zijne geschriften of staatkundige denkwijze, noch ook we-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1831 | | pagina 1