N\ 3g. MIDDE LOTJRGSCHE COURANT, Donderdag "'•3 Tf 0f 31 Maart 1031» TRr*<r? NIEUWSTIJDINGEN. NEDERLANDEN. ggl «i 1 UfflE '-Ij DUITSC1ILAND. BERLIJN den 24 maart. De jongste berigten van bet Russische le. ger melden, dat de troepen, welke de opper-bevelhebber afgezon den had, de omstreken van de Krakusen gezuiverd en vele krijgsgevan genen gemaakt hebben. De Russische troepen zijn in uitgebreide kantonnementen verlegdtot de operatien zullen kunnen hervat worden. De Polen hebben uit Warschau reeds tweemaal een parlementair af gezonden om de voorwaarden van eenen wapenstilstand te vernemen. De veldmaarschalk heeft telkens geantwoord dat zij zich moesten on- - derwerpenop den vooc, zoo als bij het manifest des keizers is bepaald. Ijle Poolsche luitenant-kolonel Zwolinski is bijna met zijn gansche ba taillon uit Modlin tot de Russen overgegaan. De veldmaarschalk Diebitsch is door den keizer tot gouverneur-gene- ,,raal van Polen benoemd. Het Poolsche leger is in eenen kommerlijken toestand. De Polen zei- ven begrooten hun getal dooden en gekwetsten in de gevechten van fe- bruarij op 15,000. Er bestaat weinig eensgezindheid onder hunne gene raals, en door de verwonding van Chlopicki missen zij eenen kundigen en dapperen aanvoerder. Zij hebben groot gebrek aan wapenen, FRANKRIJK. PARIJS den 22 maart. Uit eenige verschijnselen meent men te mo gen opmaken, dat het nieuwe ministerie werkelijk voornemens is, die voortdurende, en krachtdadige zorg tot handhaving der openbare orde ten toon te spreiden, w-aarvan de heer Casimir Périerin zijne redevoering aan de kamer der afgevaardigden, gesproken heeft; gelukkig, zoo het zich in de regte keuze der middelen daartoe niet vergist! Zoo heeft de raad van ministers den 20 maart eenstemmig beslotenom aan alle bur gerlijke ambtenaren en officieren te verbiedenvan aan de genootschap, pen deel te nemen, die te Parijs en in sommige departementen worden opgerigt, gelijk men beweert met het doel, om het Fransche grondge bied voor allen inval van buiten te verzekeren en de voortdurende uit sluiting van den oudsten tak der Bourbons te bevorderen. Die genoot schappen vinden hier en daar vrij wat goedkeuring. Aan het hoofd van dat in de hoofdstad staat de bekende dichter Beratiger, te gelijk met een aantal dagbladschrijvers en de afgevaardigden CorcellesDelabordcDetnarcay en Eusèbe-Salverte. Onder de inschrijvers staat voorts, zoo als het be hoort, de grijze generaal Lafayette boven aan; op hem volgt de gewe zen minister Dupont de BEure, terwijl men onder de overigen vooral een zeer groot aantal studenten opmerkt, Onpartijdiger] zien in de op- rigting dezer genootschappen niet veel meer, dan eene poging, om het oude stelsel der kltibs te doen herleven. Volgens het Journal des Débatshad men den 20 maart te Parijs de tijding ontvangendat de Oostenrijkers zich tot het bezetten van de hertogdommen Modena en Pannaalsmede van de vesting Ferrara die tot den Kerkelijken Staat behoortzouden bepalen en dus in het ove rige gedeelte van dien staat niet gewapenderhand zouden binnentrekken. Deze tijding, welker gegrondheid voor als nog niet kan beoordeeld wordenstaat in verband niet verschillende redeneringen van het ge noemde blad, waaruit men zoude opmaken, dat de Fransche regering zich zeer stellig tegen het bezetten van den Kerkelijken Staat door Oos- tenrijksche krijgsbenden verklaard heeft, en dus op dat punt het begin sel van niet-tusschenkoinst zoude willen doen gelden. Het Journal des Débats heeft reeds beweerd, dat de Oostenrijkers misschien in het alge meen geaarzeld zoude hebben in Italië binnen te trekkenindien de zwakheid ,van het ministerie Laffitte en de binnenlandsche woelingen waarmede het Fransch bestuur destijds te kampen had, hun daartoe niet den moed hadden gegeven. Ook wil hetdat het Fransche ministerie de middelen in handen heeft, om Oostenrijk naar deszelfs vertoogen te doen luisteren daar het met eenen opstand in Piemont kan dreigen die voorzeker ontstaan zoudezoodra slechts de Fransche regering de toerustingen der Piemontesche uitgewekenen op haar grondgebied wil de gedoogen. De generaal Clauzeldie eenen tijd lang aan het hoofd der Fran sche krijgsmagt in Algiers heeft gestaan, is van daar te Toulon aangeko men, en den 16 maart uit die zeehaven naar Parijs vertrokken. Hij zal, zoo men wil aan het hoofd van een der Fransche legers geplaatst wor den die aan de zuid-oostelijke grenzen van Frankrijk bijeen zouden worden getrokken. Te Toulon is bekend gemaaktdat er weder voor een honderdtal scheeps-timmerlieden die daartoe genegenheid mogten hebben gelegen heid is, om, op kosten der Fransche regering, naar Algiers te worden overgevoerd en aldaar vast werk te erlangen. Zij zouden tot de vol- tooijing van eenige schepen worden gebruikt, die, tijdens de inneming der stad Algiers door de Franschenaldaar op stapel stdnden. 's-GRAVENHAGE den 27 maart. Het ontwerp van wet tót vast stelling van eene betaling bij voorschot, volgens den aanslag op het per soneel over den jare 1830, is reeds door de Tweede K'amer der Staten Generaal in hare afdeelingen onderzocht. Uit de processen-verbaal van die afdeelingen blijktdat er vele aanmerkingen tegen dit oncwerp ge maakt zijn. Van wege de regering is op die aanmerkingen en bedenkin gen geantwoordwaarbij onder anderen gezegd isdat de som waarop het voorschot beraamd wordt, ongeveer acht millioen guldens bedraagt; dat de vorige oorlogsbelasting omtrent 15,970,000 bedragen heeft en daarvan 13 millioen is ingekomen; dat, wat het verlangen betrof om de personele belasting van 1831 in plaats van die van 1830 tot grond slag van het voorgestelde voorschot te nemen men daartoe met het op maken van de kohieren van 1831 nog niet genoeg gevorderd was; dat de regering het voorgestelde tarief als den zekersten middelweg hield, waardoor noch de groore stedén noch de kleine of de gemeenten des platten lands bijzonder zouden bezwaard worden. Voorts heeft de regering eene nieuwe redactie van het ontwerp inge zonden, waarbij in de inleiding niet meer van de Noordelijke provinciën maar van het grondgebied van den Staat gesproken wordten het 3de artikel aldus veranderd is geworden Voor de te ontvangen penningen zullen worden afgegeven kwitanticn op naam en bewijzen in blanco, welke laatste, door het gerrieentebe» stuur geviseerdals contant geld zullen kunnen worden besteed in zoo* danige belasting of gedwongen leening als bij de wet 4 ter vinding vatl de buitengewone behoeften des loopenden jnars, zal worden bepaald, of wel in de laatste helft eener vrijwillige geldleening, telkens hoogstens voor een derde van het te betalene en overigens uit de opbrengst vail die leening zullen worden ingewisseld, en zulks met eenen intrest vail een half ten honderd 's maandsingaandevoor den eersten termijn met 1 april aanstaandeen voor den tweeden termijnffiet 1 mei aan. staande, en eindigende) met den laatsten der maand, voorafgaande die, waarin de betaling verschuldigd zal zijn of welke voor de aflossing zal worden aangewezenvoor degenen welke den tweedon termijnte ge- lijk met den eersten, vóór of op 15 april aanstaande voldoen, zulleil de if,tressen ingaan voor de beide termijnen met den 1 april.*4 Behalve de bedenkingen op het ontwerp van wet Zelve, Zijn itl eeni* ge afdeelingen hoogst belangrijke staatkundige aangelegenheden aange» roerd. Zoo hebben de leden dér vijfde afdeeling verklaard met belang* stelling den minister van financienbij het voordragen der ontwerpell valt wet op de geldmiddelen, te hebben hooren zeggen, dat het de eerste maal was, na de afscheiding der Belgische gewestendat hij dergelijks taak zon volvoeren, en thans te begrijpen, dat het niet geheel buiten allen vorm zou zijn indien door de Kamer het verlangen wierd and den- dag gelegd, om, nopens het punt der afscheiding, meer opzettelijk en op eene officiële wijze te worden onderrigt. Hierbij kwam, dat het van de nieest bekende openbaarheid was, dat, even als had er nog geene af. scheiding plaats, een aantal Belgische ambtenaren voortdurend in dienst wordt gehouden; dat leden van de Eerste Kamer en van dett Raad van State, die, zoo de afscheiding der Belgische gewesten daar is, hun radi caal zeker verloren hebben, zich nog als leden blijven beschouwen, en, ofschoon de vergaderingen er niet van bijwonende hunne bezoldiging nog geheel of gedeeltelijk blijven genieten, en dat ook nog Belgen zich itl diplomatische betrekkingen geplaatst vinden, die, even als eerstbedoelds ambtenaren, nog bezoldigd worden uit de opbrengst der gelden, Welka door de ingezetenen van de Vereenigde Nederlanden met zoo veel moeite worden opgebragt. Uit die toespraak van den minister van financiën zeker niet zonder bepaald doel tot de Kamer gerigt, vermeenen zij bij de tegenwoordige deliberatienaanleiding te vinden om met bescheiden* heid hun verlangen te kennen te geven van door eene volledige mededee- ling, van wege de hooge regering, ingelicht te worden omtrent de be* doelde afscheiding, door de vijf groote mogendheden daargesteld en doof den Koning erkend, opdat alzoo kunne blijken, dat de Vereenigde Ne derlanden iets meer zijn dan een stuk of brok van een koningrijk, doof muiters en opstandelingen van een gereten. Ook verlangden die leden bekend te worden met eene lijst van zoodanige ambtenarenof gewezen ambtenaren, die in Belgie te huis behooren en, desniettegenstaande, on der welke benaming dan ook, bezoldigd worden, daar die mededeelingen van invloed zullen zijn op de gezindheid der ingezetenen bij het doen der opofferingen, waartoe zij op nieuw geroepen zullen worden. Uit aan de Tweede Kamer overgelegde staten blijkt, dat bet inko men van den Koning, ingevolge Zr. Ms. besluit van den 16 januarij de zes jnars, no. 53, verminderd is met ƒ075,000; dat er, bij het depar tement van binnenlandsche zaken ƒ34,000 is bezuinigd geworden doof de percentsgewijze kortingen op de traktementen, ingevolge Zr. Ms. be sluit van den 10 februarij daaraanvolgende; dat, wat betreft het departe ment van justitie en dat van de Roomsch-Katholjjke eeredienst, men zich geregeld heeft naar de behoeften der Noordelijke provinciën over 1829! omdat de nieuwe regcerlijke en kerkelijke organisatien vooreerst tliet be paald zijndat de verminderingen op het departement van oorlog voort spruiten uit de door Z. M. genomen en reeds ter execticie gelegde be sluiten tot vernietiging van het iste, 2de en 3de bataillon artillerie na tionale militie, van het 2de en 4 bataillon veld.artillerievan de iste, 3dé4de, 6de, 11de, 15de en 16de afdeelingen infanterie, van de af deeling kurassiers no. 2, van liet regement huzaren no. 8 en van zevett kompapnien van het wapen der maréchaussee. -Nu men te Parijs en in sommige Fransche gewesten begonnen heefc genootschappen op te rigten die, zoo het heet, de verdediging vail het Fransche grondgebied en de voortdurende uitsluiting van den oud sten tak der Bourbons ten doel hebbenkoude men in Belgie met de na volging hiervan niet wel achter blijven. Werkelijk zijn dan ook in den avond van den 23 maart eenige Belgen waaronder de ministers Gendebien en Tielemans, de generaals Donckervan der Meeren en Niellon en een aantal dagbladschrijvers genoemd worden, in een koffijluiis te Brussel bij eengekomen en hebben aldaar het ontwerp tot oprigting van een ge nootschap onderteekend, hetwelk strekken moet om de onafhankelijk heid van den Belgischen grond en de eeuwigdurende uitsluiting der leden van het huis van Nassau te verzekeren. Tot in kleine bijzonderheden toe is dit ontwerp overeenkomstig met dat van het Parijsche genootschap, hetwelk men in alle Fransche dagbladen lezen kan. Alleen omtrent de maan'delijksche bijdragen der leden bestaat eenig verschil: deze bedraagt m Frankrijk voor ieder lid 25 centimes (125 cent Ned.) en in Belgie 15 centen 1 De heeren Abercrombie en White, andermaal door lord Ponsonby uit Brussel afgezonden zijnde, cm zich te overtuigen of de Belgische krijgs benden waren teruggetrokken in hunne kantonnementenaangewezen bij de wapenschorsing van 21 november, zijn den 24 re Maastricht aange komen, en hebben op hunnen togt, te Eysden, nog een aantal Belgische vrijwilligers aangetroffen, die te wapen liepen en waarvan eenigen de ge weren laadden. Die heeren zijn den 25 naar Brussel teruggekeerd. Uit Frankfort wordt gemelddat Z. D. H. de landgraaf Lodewijk Wilhelm van Hessen-Homburggeneraal in dienst van Z. M. den Koning van Pruissen, en gouverneur der Duitsche bonds-vesting Luxemburg, den 22 dezer door die stad gereisd was, zich van Homburg naar Luxem burg begevende. MIDDELBURG den 30 maart. Heden is alhier, door partikuliefe brieven, tijding ontvangen van een droevig ongeluk, dat gisteren op den middag te Bergen-op-Zoom heeft plaats gehad; volgens sommige brieven zou er een kruidkelder, en volgeni andere een kruidwagen, in die vesting zijn in de lucht gesprongen. Het getal der door dit ongelnk omgekomene personen wordt op een dertigtal begroot, en dat der ge-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1831 | | pagina 1