N\ 3 o. MIDDELBURG SCIIË COURANT. Donderdag P. P O u s. NIEUWSTIJDINGEN. NEDERLANDEN. 10 Maart 1831. AANBESTEDING. Op den 14 Maart 1831 zal, bij het Deparcemenc van Marine, onder nadere goedkeuring van den Heer Directeur Generaal deszelven De- partements, aan den minst.aannemenden worden aanbesteed de Leve- rancie der ten dienste van 's Rijks Zeemagtgedurende den jare 1831 benoodigdc Kleedingst ukken en Kooigoederen omschreven in het Bestek hetwelk ook ter Griffie van het gouvernement van Zeeland ter lezing ligt. s. De ADMINISTRATEUR van 's Rijks Schatkist in ZEELAND adver teert, dat van heden af, ten zijnen Kantore, zullen worden uitbetaald de Kinder-, School- en Akadethie-Geldenover het tweede halfjaar 1830. Middelburg, den 10 Maart 1831. De Administrateur van 's Rijks Schatkist in Zeeland Op Zaturdag den 19 Maart 1831, des namiddags ten 2 uren, zal, door Burgemeester en Assessoren van SEIIOOSKERKE (Walcheren) inde Gemeente.Kamer aldaar, onder nadere approbatie, worden aanbesteed Het doen van eenige noodzakelijke Herstellingen aan het SCHOOL LOKAAL en de ONDERWIJZERS-WONING in die Gemeente alsmede het maken van eenige SCHOOL-MEUBELEN. Deze Aanbesteding zal geschieden bij inschrijving en opbod. Het Be stek ligt van heden af ter lezing in de voornoemde Gemeente-Kamer terwijl, twee dagen vóór de Aanbesteding, aanwijzing der voorzeide Werken zal worden gedaanen inmiddels bij den Burgemeester nadere informatien te bekomen zijn. Serooskerke den 9 Maart 1831. Burgemeester en Assessoren voornoemd P. P. MELIS. Ter ordonnantie van dezelve, L. M. de KANTER Secretaris. GROOT-BRITTAN JE. LONDEN den e maart. In de zitting van het huis der gemeente, van gisterenheeft lord John Russell het voorstel betrekkelijk de zoo genaamde parlementshervorming, ter tafel gebragtwaarbij hij inliet breede. zijne voordragt heeft ontwikkeld. Hij trachtte daarbij het gebrek kige en verouderde van het tegenwoordig stelsel van vertegenwoordi ging aan te toonen. Hij verklaarde, dat zijne voordragt door de rege- ring rijpelijk was overwogen en eenstemmig goedgekeurd. Hij meende d^t door dezelve de bestaande gebreken werden weggenomen en op de ze wijs de vergadering een ligchaam zou uitmaken, hetwelk naar waar heid gezegd kon worden het volk te vertegenwoordigen. De voorgestel de maatregelen worden aanvankelijk door velen goedgekeurden de ge dane redevoering is bij herhaling toegejuicht. In een der laatste zittingen van het hoogerhuis heeft de heer CConellmet veel warmte, het gerucht trachten tegen te spreken, als of hij met het bestuur in eene schikking was gekomen, ten aanzien der nog steeds hangende regterlijke vervolgingen, tegen hem te Dublin be gonnen. Vooral wilde hij daarbij betoogen dat hij alle onrust haatte en liever niet openbaar in Ierland teregt zoude staan, om alle verstoring der rust te verhoeden. Hij zeide dat hij hartelijk eene verbetering van den toestand van Ierland verlangde doch niet ten koste van een' enke len droppel bloeds. Een jong menschmet name Jacobsriep hem hjerop van eene der tribunes toe: dat liegt g?y." Dezelve werd ech ter dadelijk, wegens deze schending van den eerbied aan het parlement verschuldigd, gevat, en, niettegenstaande de heer O'Conell zelf zich vpor hem in de bres stelde naar de gevangenis van Newgate overgebragt. De toestand van Ierland is nog weinig geruststellender optogten en zamenscholingen van landlieden, brandstichtingen, sluipmoord, huis braak, geweldadigheden van allerlei aard, gaan daar te lande, vooral in de zuidelijke gewesten steeds derzelver gang. De Timesover de laatste onlusten te Parijs sprekende, zegt, dat deze ongeregeldhedenwelke eene slechte gedachte van de godsdienstig heid der bevolking van die hoofdstad inboezemen, ééne goede zijde hebben dat, namelijk, de Belgen „het bijgeloovigste volk der wereld," daardoor van het denkbeeld, om met Frankrijk vereenigd te worden, wel eenigzins zullen afgebragt zijn. FRANKRIJK. PARIJS den 27 fehruarij. 7.. M. heeft gisteren den graaf de Celles in een bijzonder gehoor ontvangen, I11 Italië zijn thans omtrent 80,000 man van de schoonste Oosien- rijksche troepen. De graaf Apponi Oostenrijksch gezant in Parijs heeft op eene duidelijke wijs aan den generaal Sebastiani kennis gegeven, dat de keizer van Oostenrijk, op de vordering van den hertog van Modena geroepen wasom dien zwakken vorst op den troon van zijn hertogdom te herstellen. Gevraagd zijndeof Oostenrijk voornemens was tusschen beide te treden nopens andere steden van Italië, welke het juk hebben afgeworpen, antwoordde de graaf Apponi. dat zijne instructien alleen tot Modena betrekking hadden. Men verzekertdan ook (en de liberalen spre ken daarvan met veel misnoegen) dat, ten gevolge van eene conferentie van den graaf Apponilord Granville en den generaal Sebastianideze laatste verklaard heeft, dat de tusschenkomst van het gouvernementen de krijgsmagt van Oostenrijkin Italiëtot geenerlei tegenspraak van de zijde van Frankrijk kon aanleiding geven. 's GRAVENHAGE den 7 maart. Bij koninklijk besluit van den 1 dezer wordt onder anderen bepaald, dat de jaarlijksche rekeningen van de ontvangst en uitgaven der provinciën en die der steden en gemeenten, na goedgekeurd en gesloten te wezen, met de daartoe betrekkelijke be grootingen, openbaar zullen gemaakt worden, door derzelver nederleg. ging, gedurende eenen bekwamen tijd, op de respective griffien of secre- tarien, ter inzage van ieder ingezeten. Officiële berigten uit Maastricht van den 2 dezer meldendat de toevoer tot die vesting meer en meer vrij wordt. Dien dag was de markt aldaar zoo goed voorzien als in maanden het geval is geweest. Volgens een berigt uit ons leger van den 4 maartwaren er dezer dagen omstreeks 300 zoogenaamde vrijwilligers van de bende vau Mei- Unette Weert, én 200 anderen te Nederweert aangekomen, die meestal geborene Franschen waren, zich zeer onbeschoft en onrustig gedroegen, en aan de inwoners den grootsten overlast deden. Lenigen hunner heb. ben het gewaagd over de grenzen te komen, en te Someren en Huiber gen zich aan plundering en roof schuldig gemaakt. De Londensche protocollen van den 20 en 27 jnnurtrij 11., waar van de voorname inhoud sedert lang bekend iszijn hier thans in der zelver geheel publiek gemaakt. In eene bijlage tot het protocol van 27 januarij behoorende, worden alle de bepalingen dier protocollen na der, als grondslagen bestemd om de scheiding van Belgie en Holland te vestigenzamengevat als volgt I. Fondamentele schikkingen. Aft. 1. De grenzen van Holland zullen bevatten al het grondgebied, alle de plaatsensteden en oorden die in het jaar 1790 aan de voor malige republiek der Vereenigde Nederlanden toebehoorden. 2. Belgie zal zamengesteld worden uit al de overige gedeelten van het grondgebied, hetwelk, bij de verdragen van 1815, den Haam van het Koningrijk der Nederlanden ontvangen hadbehoudens het groot hertogdom Luxemburg, hetwelk, uit anderen hoofde door de vorsten nic het huis van Nassau bezeten wordende, een gedeelte van het Duitsch verbond uitmaakt, en zal blijven uitmaken. 3. Het is de bedoeling, dat de beschikkingen der artikelen 108 tot 117 ingesloten der algemeene Weener congres-akte, betrekkelijk de vrije vaart op de bevaarbare stroomen en rivieren toegepast zullen worden op de stroomen en rivieren, welke het Hollandsche grondgebied en dat van Belgie doorloopen. 4. Daar echter uit de grondslagenvastgesteld bij de artikelen 1 en 2 volgen zoudedat sommige bezittingen van Holland en van Belgie we- derkeerig in elkanders grondgebied zouden ingesloten liggen, zoo zullen gr, door de zorg der vijf mogendheden, zoodanige ruilingen en schik, kingen tusschen de beide landen tot stand gebragt worden waardoor aan beiden het wederkeerig voordeel zoude worden verzekerdvan een ge heel aaneenhangend grondgebied te bezitten en eene vrije gemeenschap tusschen de steden en plaatsen welke binnen hunne grenzen begrepen zijn. 5. Tot uitvoering der voorgaande artikelen 1 5 en 4zullen Hol landsche en Belgische grensscheidings commissarissen, binnen den korst mogelijken tijd, in de stad Maastricht bijeenkomen, en overgaan tot het bepalen der grenslijn, welke Holland van Belgie moet afscheiden, over eenkomstig de tot dat eindein de bovengemelde artikelen 1 2 en 4 vastgestelde beginselen. j- Dezelfde commissarissen zullen gemagtigd worden om zich te verstaan over de ruilingen en schikkingen, waarvan gesproken wordt in drt. 4 en indien er onder deze commissarissen hetzij ter zake van deze nood wendige schikkingen hetzij in het algemeen bij de werkzaamheden der grensscheiding, geschillen mogten rijzen, welke niet in der minne kon den vereffend worden dan zullen de vijf hoven bemiddelend tusschen beide komen, en de geschillen vereffenen op de wijze, die het meest overeen zal komen met de beginselenvastgesteld bij dezelfde artikelen I 2 en 4. r, 6. Belgie zal, in .deszelfs grenzen, zoo als die overeenkomstig deze zelfde beginselen zullen vastgesteld wordenvoor altijd eenen Ojnzijdi- gen staat uitmaken. De vijf mogendheden waarborgen aan hetzelve deze duurzame onzijdigheid, alsmede de uitgestrektheid en onschendbaarheid van deszelfs grondgebied binnen de voormelde grenzen. 7. Uit billijke wederkeerigheid zal Belgie gehouden zijn, om deze zelfde onzijdigheid jegens alle de overige Staten in acht te nemqnen geene de minste inbreuk te maken op derzelver in- en uitwendige rust. 8. De haven van Antwerpen zal, overeenkomstig art. 15 van het ver drag van Parijs van 30 mei 1814, voortdurend bij uitsluiting eene han delshaven blijven. 9. De vijf mogendheden behouden zich voor, om, zoodra de schik kingen ten opzigte van Belgie vastgesteld zijn, en behoudens het regt van derden, de vraag te onderzoeken, of het mogelijk zoude zijn de wel daad der onzijdigheid, welke aan Belgie gewaarborgd is, ook tot de na burige Staten uit te strekken. II. Schikkingenvoorgesteld voor de verdeeling der schul den en ten opzigte der handels-voorregtenwelke daarvan het gevolg zouden zijn. 10. De schulden van het koningrijk der Nederlanden, zoo als die ten laste der koninklijke schatkist bestaan te weten: i°. de werkelijke schuld; 2°. de uitgestelde schuld; 30. de onderscheidene schuldbeken tenissen van het amortisatie-syndikaat40. de domein-losrentenop spe ciale hypotheken gevestigdzullen tusschen Holland en Belgie ver deeld wordennaar evenredigheid van het gemiddeld bedrag der som, welke de beide landen, gedurende de jaren 1827, 1828 en 1829 in de directe en indirecte belastingen en accijnsen van het koningrijk betaald hebben. 11. Daar, volgens bet bedoelde gemiddelde bedrag, bij raming op Hol land en op Belgie der bovengemelde schulden zouden komen, zoo zal Belgie met een daaraan geëvenredigd gedeelte der rentebetaling belast blijven. 12. Ter zake van deze .verdeeling der schulden van het koningrijk der Nederlanden, zullen de ingezetenen van Belgie het genot hebben van de vaart en den handel op de aan Holland toebehoorende koloniën, op den. zelfden voet en met dezelfde regten en voordeelenals de ingezetenen van Holland. 13. De werken tot algemeen of bijzonder nut, zoo als vaarten, we gen of andere dergelijke, welke geheel of ten deele ten koste van hec koningrijk der Nederlanden aangelegd zijn, zullen, met de daaraan ver knochte voordeelen en lasten, toebehooren aan da: land, waarin zij ge legen zijn. Het is de bedoeling, dat de kapitalen, welke voor het aan leggen dezer werken opgenomen, en die bijzonderlijk daarop gevestigd zijn, onder de genoemde lasten zullen begrepen worden, voor zooverre zij nog niet afgelost zijn, en zonder dat de reeds gedane aflossingen toe eene vereffening zullen mogen aanleiding geven. 14. Het beslag, hetwelk in Belgie gedurende de onlusten op de ei gene goederen en domeinen van hec huis van Oranje-Nassau of op eeni ge andere goederen gelegd iszal zonder eenig oponthoud opgeheven worden en het genot der voormelde goederen en domeinen zal onver, wijld aan de wettige eigenaars terug gegeven worden.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1831 | | pagina 1