N\ i5 6. MIDDELBURG SCIIE COURANT. 30 December 1830. Donderdag BEKENDMAKING. Burgemeester en wethouders der stad middelburg in Zeeland, Gezien het besluit van dén Heer Gouverneur dézer Provincie van dea 17 dezer {Provinciaal Blad no* 154). Gelet op het iste Lid 1 a.b.c. en 2 a.\ mitsgaders op hét 2de' en 3de Lid van hetzelve besluit Brengen bij deze ter kennisse van de In- en Opgezetenen dezer Stad en Ambachten en alle verdere belanghebbenden i°. Dat de verklaringen ter verkrijging van Patents voor de Patent pligtigen in de 15 eerste Tabellen der Wetbinnen de Provincie Zullen worden uitgegeven van den 3 Januarij 1831 tot den 11 dier maand. a». Dat die verklaringen, behoorlijk ingevuld, zullen moeten zijn in gezameldbinnen deze Stad, op den 25 Januarij .1831. 30. Dat de Registers van gemelde Patentpligtigen geslotenen daar na geene verklaringen meer zuilen worden aangenomen, op den 21 Fe- bruarij, 4°. Dat ten aanzien der Patentpligtige SchippersEigenaars en Di- retitievöerenden van Binnen-SchepenSchuiten en Vaartuigen, vermeld in- de 16de Tabel deze zich voor het Patent van 1831 zullen behoo- ren aan te geven bij het Bestuurder Plaats waar zij zich zullen bevin den en wel voor dén 15 Januarij van dat jaaronder overlegging van een-Biljet -hetwelk daartoe bij die Besturen verkrijgbaar is gesteld. 5°. Dat ten aanzien der Kramers en andere Personen, in de 7de en 8ite Tabellen van de Wet van den 21 Mei 1819 genoemd, alsook van dé Debitanten van Loterij-Brieftjes, deze, krachtens Zr. Ms. Beslint van den 17 October i8ao Staatsblad no. 22), op de boete bij t en a van Art. 32 der boven aangehaalde Welbepaald, verpligt zijn steeds hun gezegeld Patent met zich te voeren, en wel, tot den afloop van déh tijd voor de inlevering der verklaringen bij het 2de punt dezer Be kendmaking bepaald, dat van het vorig jaaren na dien tijd, dat van hét alsdan loopende jaar 1831; zullende tot het laatstgenoemde einde heé'gezegeld Patent aan dezelve op hun verzoek en tegen voldoeuing der regtendadelijk na de aangifte ter bekoming van Patent, worden uitgereikt.1 6°. Dat de Schippers, Eigènaard en Directie-voerenden van Binnen schepen,. Schuiten en Vaartuigenhier voren bedoeld, het Patentregt zullen moeten voldoen ten Kantore van den Ontvanger, ter plaatse van de aangifte, en wel in eensvoor zoo ver die plaats niet is of die van hun vast verblijf, of de vaste legplaats van het vaartuig, of wel,, eindelijk, die, alwaar het bedrijf wordt uitgeoefend; doch anders bij tiraalfde gedeelten. 7°. Dat door die Eigenaars, Schippers of Directievoerenden, welke zich niet in hunne vaste woon-leg of verblijfplaatsen bevinden van de laatste wijze van betaling, bij twaalfde gedeelten zal kunnen wor den gebruik gemaakt, mits zij zich gedragen naar het voorschrift van S '5 der 16de Tabel van de Wet van den 16 April 1823, door zich in den loop der maand Januarij, voorzien van een Bewijs van Aangifte hétWelk echter niet- langer dan die maand van kracht zal zijnnaar hunne vaste woon-, leg- of verblijfplaats te begeven, of wel dat Be wijs van Aangifte derwaarts op te zenden om aldaar te worden gepa tenteerd in welk geval dé betalingen bij den Ontvanger dier plaats zullen moeten geschieden. En eindelijk ten 8°.dat door alle Patentpligtigen van de 16de Ta belvoor den 1 Februarij eerstkomende, geheele of gedeeltelijke be taling, invoege voorschreven, zal moeten zijn geschied, en ook de Patenten, op vertoon der Kwitantien van de Ontvangers, voor dien tijd bij de Plaatselijke Besturen door hen zullen moeten worden afgehaald, aingèzien van dien dag af de recherche op de niet Gepatenteerde Schip pérs-een aanvang zal nemen. En opdat niemand hiervan onkundig zij, zal deze worden afgekon digd et) itr dezer Stads-Courant geplaatst. Gedaanten Raadhuize der Stad Middelburg, den 24 December 1830. Burgemeester en Wethouders voornoemd, B IJ L E V E L D. Ter ordonnantie van Hun Ed. Achtbaren, Voor den Secretaris afwezig, C A T S Griffier. REGENTEN over het Burgerlijk en Militair HUIS van VERZE- zullen, op Dingsdag den 4 Januarij 1831 des voormiddags ten Tien uren preciesopenlijk aanbesteden eene aanzienlijke partij KLEE DING- en LIGGINGS-STUKKEN waarvan de conditiën met de mon sters, van heden af, in gezegd Gesticht voorde belanghebbenden zigtbaar Geachte Stadgenooten I Meermalen hebben wij, doch ook wij betuigen dit met dank, niet vruchteloos uwe welwillenheid ingeroepentot het helpen in stand hou den van het alhier sedert het jaar r8r8 gevestigd INSTITUUT van ONDERWIJS, onder de Zinspreuk: CHESED NEGNURIM. In alle omstandigheden, waarin zich de roepstem tot u verheft, wed ijvert gij om den roem der Zeeuwen te bevestigengeene opofferingen Zijn u te zwaar, zoo het de bevordering van het algemeene welzijn of Bét plegen van eenige weldaad geldt. En zouden wij dientengevolge ons thans ook niet wederom met uwe ondersteuning en medewerking durven vleijendie wij meer dan ooit behoeven, willen wij in het jaar 1831 gemeld Instituut in stand kunnen houden. Door Edel Achtbare Heeren Burgemeester en Wethouders dezer Stad gemagtigd omvoor het aanstaande jaar de gewone Inschrijvingen te openen, zullen wij de vrijheid nemen u de daartoe strekkende Biljetten ter invulling aan te bieden. Onze hoop en vertrouwen op u, ge achte Stadgenootenvestigende, dat gij ons ook nu wederom met uwe milde bijdragen zult gelieven ie ondersteunen en alzoo de instandhou. ding van een Gesticht helpen verzekeren, hetwelk door tl we tnilddadlï. heid is t>pgerigc« 8 De Nederlandsche Israëlitische Godsdienstige School commissie, over het Ressort Middelburgs J. H> HENDRIX, Voorzitter.'. H. S. B E E RThesaurier- N. W. PRAAG, Secretaris* NIEUW8TIJ DINGEN. DU1TSCHLAND. BERLIJN den ao decemberDe eerste berigten wegens de gebeurte nissen die te Warschau hebben plaats gehad, zijn in den nacht van den 9 op den to dezerte Petersburg aangekomen, en op last van den keizer in het dagblad van Petersburg van den ii bekend gemaakt; vermits,4* zoo als dat blad zegt, „,Z. M. het beginsel heeft aangenomen, om allo pogingen van kwalijkgezinden tot verstoring der openbare rust en orde terstond ter algemeene kennis te brengen." De bijzonderheden, welke deswege bekend gemaakt zijn, en hét ge- beurde van den 29 november tot den 2 december betreffenZijn ontleend uit de berigten die de grootvorst Konstantijn aan den Keizer gezonden, heeften komen overeen met hetgeen reeds uit de berigten van War schau bekend is. Bovengenoemd blad bedient zich voorts van de volgende Woorden j Z. M. de keizer heeft gisteren (den 10), na de wacht-parade, de officieren om zich vereenigd, om hen in eigen persoon met deze bekla genswaardige gebeurtenis bekend te maken. De woorden, die uit de: diepte van een getroffen en meedogend hart voortkwamenmaakten een onbeschrijfelijke» indruk op de gemoederen, die meer dan ooit van een heilig vuur voorden beminden vorst blaakten. De getrouwe verdedigers des vaderlands kusten de handen en omarmden de knieën des keizers en terwijl zij, met diepe droefheid en met tranen in het oog, een hurrah deden klinken, vernieuwden zij den eenmaal voor God afgeleg. den eed van onwankelbare trouw en de gelofte, om voor hunnen keizer Nikolaas den laacsten droppel bloeds te storten I Officieren, die van de wacht:parade in hunnen huisselijken kring terug keerden, spraken van her plegtige tooneel met- kloppende harten en half verstikte stemmen, en de toehoorders luisterden in stille verwondering en zonden hunne verzuchtingen tot God omhoog, om zegen voor Zijnen gezalfden." De keizer heeft ookvolgens deze berigten, terstond na het ont vangen der eerste tijdingen uit Warschau, gestrenge en beslissende maat regelen bevolen, om het oproer te dempen en de rust te herstellen.. ;Tbc dat einde heeft de Litbausehe afgezonderde leger-afdeeling bevel ontvangen, om onverwijld in Polen binnen te rukken. Dezelve moetv gevolgd worden door de iste leger-afdeeling van het voetvolk, en de 3de af deeling ruiterij van de reserve, welke aan de grenzen zullen blij ven, om, ingeval van nood, eerstgeraelde afdeeling te ondersteunen. De kwartieren der iste leger-afdeeling, in de westelijke gouvernement- ten moeten voorts ten spoedigste door andere afdeelingen bezet wor den welke uit het binnenste des rijks aanrukken. Men verzekert voortsdat de opstand in Warschauté Petersburg groote afkeuring heeft te weeg gebragt. Naar luid van bijzondere brie ven, warende Russische troepen, tot onderwerping van Polen bestemd., niettegenstaande het reeds streng ingevallen winterweder, met spoedige marschen, bereids derwaarts opgerukt, en worden gedeeltelijk zelfs met. sleden daar heen vervoerd. Onder de hooge leiding van den keizer zullen de generaals Diebitsch Sabalkansky, Paskewitsch en Geismar (die zich allen bij den jongsten Turkschen oorlog zoo zeer hebben onder scheiden) het leger aanvoeren. Men ziet derhalve, met gespannen ver wachting, groote gebeurtenissen te gemoet. In Posen en Gallicie schijnt alles rustig te blijven. In beide- landschappen worden nogtans alle voorzigtigheids-maatregelen genomen. Uit de berigten van daar mag men opmaken dat het beginsel van non interventie door Oostenrijk zal in acht genomen worden. De laatste alhier ontvangene berigten uit Warschau gaan tot den. 16. Zij houden in, dat, in plaats van den heer Ostrowski, de graaf Joh. Jezierski, met vorst Lubeckials afgevaardigde, naar Petersburg vertrokken was. Men wildat deze deputatie een mondgesprek met grootvorst Konstantijn zal houden. De grootvorst Konstantijn was den 7 en 8 niet dan na eenige belem meringen van de zijde der Polen ondervonden te hebbenden Weichsel overgetrokken, en bevond zich den 11 met zijne magt te Miendzirziez. Het bevestigt zich niet, dat het korps Lithauwers van 30 10150,000 man, tot de Polen zou zijn overgegaan. Den 14 lagen zij nog in hun ne kantonnetnentett. De- in Warschau zich bevindende Lithauwers had den eene vergadering gehouden. FRANKRIJK. PARIJS den 20 december. De beschuldiging tegen de gewezene mi nisters is door den commissaris de Persil (de hevigste der daartoe be noemde afgevaardigden) in de zitting van het geregtshof der pairs van den 18 ontwikkeld, en bestaat in de volgende drie hoofdpunten i°. In misbruik van gezag, ten einde de verkiezingen te vervalschen, en de ingezetenen van de vrije uitoefening van hunne burgerlijke regten te be. rooven a°. in willekeurige en gewelddadige verandering van de instel lingen des koningrijks, door de aanneming der noodlottige ordonnantiën; en 30. in aanslag tegen de veiligheid van den staaten opruijing toe den burgerkrijg. De heer Persil heeft staande gehouden, dat de prins de Polignac de meest schuldige der gevangen ministers wasen ten slot)- te het hof aangemaandregt te doen tusschen het gouvernement en het volken de beschuldigden de zwaarste straf voor hunne zeer groote misdaden op te leggen. In diezelfde zitting heefr de heer de Marrignac zijne verdediging van den heer de Polignac geëindigd, In die van gisteren heeft de heer de Peyronnet, ter zijner verdediging, het woord gevoerd, waarna zijn ver dediger, de heer Hennequin, eene vrij opmerkelijke redevoering heeft gehoudenwaarin hij betoogdedat de bekende ordonnantiën van den 25 niet in tegenspraak waren met het charter. Na hem beeft di heer Sauzet de verdediging van den heer de Ghantelaoze begonnen. Van eene geloofwaardige zijde wortft gemeld, dat, kW op di(

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1830 | | pagina 1