MïDDELBlJRGSCIIE
COUR A 3V T.
N°. 61.
ALju V,
Zaturdag
NIE lirrSTIJ DING EN.
FRANK RUK.
PARIJS den 17 mei. Bij koninklijke ordonnantie van gisteren is de
kamer van afgevaardigden onthanden. De onderscheidene kies-colle-
gien van het geheele rijk zullen den 23 junij, 3 en qo julij vergaderen.
De kamer der pairs en die van afgevaardigden der departementen zijn tegen
den 3 augustus aanstaande bijeengeroepen.
Het is niet bevestigd geworden dat de eerste divisie der expeditie
den 14 naar Malion is afgezeild. Eerst den 16 is het leger, onder het
gejuich van leve de koning! en met kenteekenen eener algemeene geest
drift, in de volmaakste orde ingescheept, en staat nu ieder oogenblik
te vertrekken. Zie hier de afgekondigde
Tonlon, den to mei.
Soldaten!
De beleediging der Fransche vlag aangedaan roept u naar de overzij
de der zee; het is om dezelve te wreken, dat gij allen, op het teeken
u van de hoogte des troons gegeven, van verhingen zijt ontstoken om
te wapeji te vliegen, en dat velen uwer met drift de vaderlijke haard
stede hebben verlaten.
V(?rst)I'illende tijdperken hebben de Fransche standaarden op het
Airikaansche strand gewapperd. De hitte des klimaats, de vermoeijenis
der togtende ontberingenniets heeft hendie u zijn voorgegaan
kunnen doen wankelen. Hun rustige moed is voldoende geweest om de
onstuimige aanvallen eener dappere doch ongeoefende kavallerie af te
wgren; gij zult hun luisterrijk voorbeeld volgen.
De beschaafde natiën der beide wereldeel hebben de oogen op
u gevestigd; hunne wenschen vergezellen u. De zaak van Frankrijk
is die der menschheid gedraagt 11 waardig uwer edele zending. Dat geene
uitspatting den glans uwer heldendaden ontsiere. Dat zoo verschrikke
lijk als gij in den slag zijt, gij u ook even regtvaardig en mensqhelijk
na de overwinning betoont; uw belang gebiedt u zulks even zeer als
uw pligt.
„Te lang door een roofzuchtig en wreed krijgsvolk onderdrukt, zal
Arabie q«s als bevrijders beschouwen. Het zal onze bondsvereemging
inroepen; gerustgesteld door onze goede trouw, zal hetzelve in onze
kampen de voortbrengselen van zijnen grond aanbrengen. Het is alzoo,
dat gij den oorlog minder langdurig en minder bloedig makende, de wen
schen zult vervullen van eeneu souverein, die even spaarzaam op het
bloed zijner onderdanen als naijverig op de eer van Frankrijk is.
„Soldaten! een doorluchtig vorst heeft uwe gelederen doorloopen;
hij heeft zich in persoon willen overtuigen dat niets is verzuimd om
uwe overwinningen te verzekeren en in uwe behoeften te voorzien.
Zijne bestendige zorg zal u vergezellen in de ongastvrije oorden, waar
gij gaat «rijden. Gij znlt u zijner waardig betooneu, door die strenge
krijgstucht in acht te nemen, welke het leger, dat hij ter overwinning
dienen' ac'uin£ van sP»nje en die van gansch Europa heeft doen ver-
De luitenant-generaal, pair van Frankrijk, opperbe
velhebber over het expeditierieger van Afrika,
de Bourmont."
De expeditie bestaat uit 37,577 man en 3,584 paarden. Op de
68 oorlogs-vaartuigendie tot de expeditie behooren, zijn 26,410 man
ingescheeptde overigen bevinden zich aan boord van transportschepen.
Z. M. de koning van Napels moet heden op St. Cloud aankomen
en van daar zal de koning zijnen hoogen gast naar Parijs begeleiden
waar het paleis van. het Elysée Bourbon in gereedheid gebragt isom
hoogstdenzelven te ontvangen.
Men leest in dagbladen uit het Noorden des rijks, dat uit Parijs
naar a 1 e aan de Nederlanden grenzende departementen bevel zoude
zijn gezonden, om, indien de aldaar veroordeelde de Potter en zijne
me e^enooteri aicIi mogten aanmelden of vertoonei;dezelve af te wijzen,
nee 011111 vlijke almanak voor dit jaar vindt men nogmaalsonder
e opgave ter souveremen van Europa, donha Maria als koningin van
Portugal en dom M.guel als stedehouder en regent van dat rijk vermeld..
NEDERLANDEN.
s GRAVENHAGE den 19 met. Gisteren, ten half twaalf uren, zijn
4e discussien in de Tweede Kamer der Staten-Generaal over de in de-
Wberatie zijnde wet, in, tegenwoordigheid van Zijne Exc. den minister
van justitie, hervat. De heer van Dam van Isselt bewam het eerst
het woord. Hij beweerde, dat men ons van de vrijheid der drukpers
niet moest beroovcn-, om. dat eenige onzinnigen daarvan misbruik had-
en gemaakt. Tot de beschouwing van de wet zelve overgegaan zijnde,
evon hij, dat de isce en 2de artikels overbodig waren, en beriep
wlV 'ie.r8een deswege gisteren zoo welsprekend was aangevoerd.
3^0 artikel der wet leverde hem geen waarborg genoeg op, dat
men niet 111 het belang der vryheid van de drukpers over de daden van
^)1,?T za' mo£en spreken. Hij betuigde zijn leedwezen, dat
c .^e van dat artikel hem noodzaakte tegen de wet te stem
men ewiji de aanneming daarvan een groot gedeelte van onze con-
stmuionele vrijheden zon ondermijnen.
De heer Tt enteseaux bepaalde zich bij de wet artikels-gewijze na te
gaan; hij vond de -uitdrukkingen* daarin te onbepaald, en kon, onder
anderen, niet iegrijpen hoe of-men m het openbaar de openbare rust
m gevaar zou kunnen brengen; hij zou Z. M. verzoeken het ontwerp
in nadere overweging te nemen. -
De lieer de Langhe was van -oordeel, dat de tegenwoordige wetten
voldoende waren 0111 alle hoon en laster'tegen te gaan; hij zou tegen
de wet stemmen, even als de heer de Seeus, wiens zwakke stem het
onmogelijk maakte iets van zijne .redevoering op te kunnen nemen.
De heer C. C. Cliford weidde uit over het nuttige van eene gema-
tigde, beredeneerde en wijze oppositie, die de werking van het gou
vernement niet zou tegen gaan, maar ondersteunen, en welker eenige
steun, de vrijheid der drukpers is. Tot de wet zelve overgaande vond
de sprekerdat de Inhoud van artikel 3 zelfs na de nadere redactie
t£ onbepaald was en te veel aan de beslissing van den regter zou over.
laten. Hij zou dus nadere inlichtingen en eene officiële verklaring van
22 Mei 1830.
den minister afwachten welke aan de regters tot regel zot! ktinhet) steek»
ken en daarlia zijne stem over deze wet Uitbrengen.
Het vervolg deter beraadslaging in om volgend No.}
In de zitting van heden is gelezen het verslag der centrale afdeeling
wegens de wetten nopens den accijns op den wijn, de suiker, het ge-
disteleerd en de bieren. De beraadslagingen over deze wetten zullen
plaats hebben na den afloop van die over de Wet tot beteugeling van
hoon en laster enz.
Voorts is in deze zitting en gedurende den loop der beraadslagingen
over laatstgemelde wetvan regeringswegeingezonden eene nader ge»
wijzigde redactie van art. 3 dier wet, aldus luidende!
Al wie boosaardiglijk en openbaarop welke wijze ookof doof
welk middel, buiten het geval van regrsvordering of verdediging voor
de regtbanken of alle andere gestelde magten de verbindende kracht
tier wetten aangerandtot ongehoorzaamheid aan de wetten aangespoord
of onrust en oneenigheid tusschen de burgers gestookt zal hebben zal
met eene gevangenis van zes maanden tot drie jaren gestraft worden."
Nadat dit stuk in de afdeelingen onderzocht was, heeft men besloten
de voortzetting der beraadslagingen uit te stellen tot vrijdag ai mei
des morgens ten 10 uren.
Men verneemt, dat door Z. M. tot staatsraad in buitengewone
dienst is benoemd de heer L. Pisseradministrateur der directe belastin.
gen in- en uitgaande regten en accijnsen.
BRUSSEL den 17 mei. Men meidt uit Berlijn, dat Z. M. de ko.
ning van Pruissen voornemens is om zich, tegen het eind der maand,
naar het landgoed van hoogstdeszelfs broeder, tPilhelmte Tischbach
in Silezie, te begeven, alwaar tegen dien tijd H. M. de keizerin van
Rusland zal komen, en misschien ook Z. M. de keizer. Men meent,
dat de keizerin te Berlijn zal komenin gevalle hoogstdezeive en de kei»
zer zich naar de wateren van Ems zullen begeven. In het laatst van
junij zal Z. M. de koning van Pruissen naar Töpiits vertrekken en
vervolgens inde Rijn-provincien eene groote wapenschouwing van troe.
pen houden men voegt er bijdat Z. M. daarna te 's Gravenhage zal
komenen zich over Parijs weder naar zijne Staten zal begeven,
Bij gelegenheid der aanstaande tentoonstelling van voorwerpen van
nationale nijverheid, zal hier ter stede, met den 1 augustus ook geo
pend worden eene tentoonstelling van bloemen vruchten en groenten.
Den 20 mei. De kamer van beschuldiging heeftbij vonnis van
gisterende heeren Claes en Neervoort naar de aanstaande assises van
Zuid-Braband verzonden. Het hof zal bestaan uit de heeren Desverte
presidentCannaertLobry Greidl en de Roovere.
BESTUREN Eir ADMINISTRAT1EN.
PUBLICATIE.
SC UUTTERJJ.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad MIDDELBURG,
Hoofdplaats van de Provincie Zeelandgezien de aanschrijving van den
Heer Gouverneur van den 28 April jl.Provinciaal Blad no. 55hou
dende voorschriften omtrent de uitvoering der Wet op de Schutterijen
van den 11 April 1827.
Gelet op Art. 6 van Zr. Ms. besluit van 21 Maart 1828, Staatsblad
no 6brengen bij deze ter kennisse van een iegelijk dien zulks zoude
mogen aangaan, dat, ter voldoening aan Art. 6 der wet van den 11
April 1827, ten opzigce van de Schutterijen, van Zaturdag den 15
Mei aanstaande tot op den 31 daaraanvolgende dagelijks (uitgezonderd
Zon- en Feestdagen,) van des morgens ten 10 tot des middags ten 12
uren ter Secretarij van deze Stad zal gereed liggen het Register van.
inschrijving welk Register op den 1 Junij daaraanvolgende moet wor
den gesloten.
En worden mitsdien alle Ingezetenen dezer Gemeente zonder onder
scheid gehuwd of ongehuwd welke op den 1 Januarij dezes jaars hun
25ste jaar zijn ingetreden en hun 34ste nog niet hebben volbragt(hoeda-
nigen zijn alle mannelijke Ingezetenen, geboren in het jaar 1805) bij
deze opgeroepen en aangemaand om zich op voorschreve plaats en uren
vóór den 1 Junij aanstaande ter inschrijving in het Register aan. te die
nen, terwijl ter voorkoming van alle misvatting, welke zoude kunnen
ontstaan met betrekking, tot de verpligtingendie bij voorzeide wet op
de Schutterijen worden voorgeschreven, aan de belanghebbende Ingeze
tenen dezer Gemeente bit deze wordt onder het oog gebragt
sl. Dat behalve zij die op den 1 Januarij van dat jaar hun 25ste jaar zijn
ingetredenzich mede ter inschrijving voor de Schutterij moeten aan
gevendie Personen welke hun 34ste jaar niet voleindigd hebbende,
schoon in andere Gemeentep ingeschreven sedert de laatste inschrij
ving in deze Gemeente zijn komen inwonen, alsmede de Vreemdelin
gen die sedert de laatste inschrijving in de cermen zijn gevallen om
op grond van Art. 2 der- wet van den 11 April 1827, als Ingezete
nen te worden beschouwd, niet welke gelijk staan de uit de dienst
ontslagene Militairen voor zoo verre deze in de jaren der Schutterij
verkeeren en welke zich alzoo mede ter inschrijving moeten aan
geven.
B. Dat de verpligting en bevoegdheid, tot de Schutterlijke diensten mits
dien tot de inschrijving en het domicilie van inschrijving is geregeld
bij de Artikelen 12 7 en 8 der voorschreve wetzijnde van den
navolgenden inhoud
Art. 1. Ieder Ingezeten van het Rijk, die op den eersten Januarij van
elk jaar zijn 25ste jaar zal zijn ingetreden en zijn 34ste niet voleindigd zal
hebben zal ingevolge de bepalingen dezer wetdaarcoe opgeroepen
zijnde verpligt wezen de Schutterlijke dienst uit te oefenen.
Art. 2. Als Ingezetenen worden, met betrekking tot de toepassing de
zer wet, beschouwd:
a. Alle Nederlanders binnen het Rijk hun gewoon verblijf houdende.
b. Alle Vreemdelingen bipnen het Rijk woonachtig welke hun voor
nemen om zich aldaar te vestigen zullen hebben aan den dag gelegd,
hetzij door eene uitdrukkelijke verklaring, hetzij door het werkelijk
overbrengen van den zetel van hun vermogenen de hoofdmiddelen
van hun bestaan.
De tijdelijke uitoefening van een Bedrijf of Handwerk in eenige
ondergeschikte betrekking, gelijk die van Leerling, Knecht, enz.,
DAG-ORDER.